Veiligheidssysteem
Middelste veiligheidsgordel achter
(driepuntsgordel middelste zitplaats
achter)
Gebruik voor het bevestigen van de
middelste veiligheidsgordel achter het
gordelslot met de aanduiding CENTER.
Informatie
Als de veiligheidsgordel niet uit de
oprolautomaat kan worden getrokken,
trek dan krachtig aan de veiligheidsgordel
en laat hem dan los. Nadat u hem hebt
losgelaten, kunt u de gordel weer soepel uit de
oprolautomaat trekken.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de rugleuning op zijn
plaats is vergrendeld als de middelste
veiligheidsgordel achter wordt gebruikt.
Zo niet, kan de rugleuning bewegen bij een
noodstop of botsing, wat kan resulteren in
ernstig letsel.
3-26
Gordelspanner veiligheidsgordel
De veiligheidsgordels van de bestuurder
en voorpassagier en de achterpassagier
OOSEV038031L
OOSEV038031L
(indien van toepassing) zijn uitgerust
met gordelspanners (blokkeerautomaat
met gordelspanner). Het doel van de
gordelspanners is om de veiligheidsgordels
strak langs het lichaam van de inzittenden te
leggen bij sommige aanrijdingen van voren
of opzij. De gordelspanners kunnen worden
geactiveerd bij botsingen van voren of van
opzij waarvan de kracht hoog genoeg is, en
dan samen met de airbags.
Als de auto abrupt stopt, of als de inzittende
te snel voorover probeert te leunen, blokkeert
de veiligheidsgordel.
Bij bepaalde frontale botsingen wordt de
gordelspanner geactiveerd en trekt deze
de gordel strakker om het lichaam van de
inzittende.
Als de gordelspanner wordt geactiveerd en
het systeem registreert dat de spankracht
van de veiligheidsgordel van de bestuurder
of de passagier te groot wordt, zorgt een
spankrachtbegrenzer in de gordelspanner in
de oprolautomaat ervoor dat de gordel iets
wordt gevierd.
OLMB033039
OLMB033039