Voorwaarden voor uitschakelen
• Het achteruitrijbeeld wordt gedeactiveerd
als er nogmaals op de toets Parking/View
(Parkeren/Weergave) (1) wordt gedrukt.
• Druk op een van de
infotainmentsysteemknoppen (2), het
achteruitrijbeeld wordt uitgeschakeld.
• Schakel naar P (Parkeren), het achteraanzicht
tijdens het rijden wordt uitgeschakeld.
In werking
• Als de transmissie naar stand R (Achteruit)
wordt geschakeld terwijl het achteruitrijbeeld
op het scherm wordt weergegeven, schakelt
het scherm over naar de achteruitrijmonitor
met parkeerassistentie.
Bovenaanzicht achteraan
Wanneer u het
aanraakt, verschijnt op het
scherm het bovenaanzicht en toont dat de
afstand tot het voertuig achter u wanneer u
parkeert.
Storingen en beperkingen
Achteruitrijmonitor
Storingen Achteruitrijmonitor
Als de achteruitrijmonitor niet naar behoren werkt,
als het scherm flikkert of als het camerabeeld niet
naar behoren wordt weergegeven, raden wij u aan
uw auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Beperkingen van de
Achteruitrijmonitor
Als de auto 's winters lange tijd stilstaat of als de
auto in een overdekte parkeerplaats staat, kan het
beeld door de uitlaatgassen mogelijk onscherp
worden weergegeven.
WAARSCHUWING
• De camera bestrijkt niet het gehele gebied
achter het voertuig. De bestuurder moet het
gebied direct via de achteruitkijkspiegels
binnen en buiten controleren voor het
parkeren of achteruit rijden.
• De afstand die op het scherm wordt
weergegeven kan afwijken van de werkelijke
afstand tot het voorwerp. Controleer de
omgeving van de auto voor de veiligheid.
• Houd de lens van de achteruitrijcamera
altijd schoon. Als de lens bedekt is met
vuil, kan dat een negatieve invloed
OOS070022K
OOS070022K
hebben op de cameraprestaties en
werkt de achteruitrijmonitor mogelijk
niet naar behoren. Gebruik echter geen
chemische oplosmiddelen zoals sterke
reinigingsmiddelen, met een hoog
alkalinegehalte of vluchtige organische
oplosmiddelen (benzine, aceton, enz.).
Anders kan de cameralens beschadigd raken.
07
7-95