Noodsituaties
CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS)
(1) Waarschuwingslampje lage
bandenspanning / controlelampje storing
TPMS
(2) Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en aanduiding
bandenspanning (aangegeven op LCD-
display)
8-8
Controleer de bandenspanning
OOS060047
OOS060047
• U kunt de bandenspanning controleren in
de hulpmodus in het instrumentenpaneel.
Zie 'Instellingen lcd-display' in hoofdstuk
4.
• De bandenspanning wordt na het starten
van de motor weergegeven als de auto
enkele minuten heeft gereden.
• Als de bandenspanning bij stilstaande
auto niet wordt weergegeven, verschijnt
OOSN081014L
OOSN081014L
de melding 'Drive to display (Rijden
om weer te geven)'. Controleer de
bandenspanning na het rijden.
• De weergegeven
bandenspanningswaarden kunnen
verschillen van de waarden
die worden gemeten met een
bandenspanningsmeter.
• U kunt de eenheid waarin
de bandenspanning wordt
weergegeven wijzigen in de modus
Gebruikersinstellingen in het
instrumentenpaneel.
- psi, kpa, bar (Zie "LCD Modes" in
hoofdstuk 4).
OOSN081013L
OOSN081013L