Informatie
• In een koud en nat klimaat
werken de portiervergrendeling en
portiermechanismen mogelijk niet goed door
bevriezingsverschijnselen.
• Als het portier een aantal keren snel na elkaar
wordt vergrendeld en weer ontgrendeld,
ofwel met de sleutel ofwel met de schakelaar
portiervergrendeling, zal de werking van het
systeem tijdelijk worden onderbroken om
beschadiging van de onderdelen te voorkomen.
Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
Met de vergrendelknop
• Zet de vergrendelknop (1) in stand
'Unlock' (ontgrendeld) om het portier te
ontgrendelen. De rode markering (2) op de
portiervergrendelingsknop wordt zichtbaar.
• Om een portier te vergrendelen, drukt u de
portiervergrendelingsknop (1) in de stand
'vergrendelen'. Als het portier correct is
vergrendeld, is de rode markering (2) op de
portiervergrendelingsknop niet zichtbaar.
• Trek aan de portiergreep (3) om het portier
te openen.
• De voorportieren kunnen niet worden
vergrendeld als de sleutel in het contact zit
en een voorportier geopend is.
• Als de Smart Key zich in de auto bevindt en
een portier is geopend, kunnen de portieren
niet vergrendeld worden.
Informatie
Als de centrale portierontgrendeling niet werkt
terwijl u in de auto zit, probeer dan een van
onderstaande mogelijkheden om de portieren
te openen:
Ontgrendel de portieren herhaaldelijk
(zowel elektronisch als handmatig) en trek
tegelijkertijd aan de portiergreep.
Ontgrendel de overige portieren en trek aan de
portiergrepen.
Open een voorportierruit en gebruik de
mechanische sleutel om het portier vanaf de
buitenzijde te ontgrendelen.
Met de centrale schakelaar voor het
ver/ontgrendelen van portieren
OOS047003
OOS047003
Als op het ( ) deel (2) van de schakelaar
wordt gedrukt, worden alle autoportieren
vergrendeld.
• Als er een portier wordt geopend, zullen
de portieren niet worden vergrendeld,
ook al wordt de vergrendeltoets (2) van
de schakelaar centrale vergrendeling
ingedrukt.
• Als de Smart Key zich in de auto bevindt
en een portier wordt geopend, kunnen
de portieren niet worden vergrendeld,
ook al wordt de vergrendelschakelaar (2)
van de schakelaar centrale vergrendeling
ingedrukt.
Als op het ( ) deel (1) van de schakelaar
wordt gedrukt, worden alle autoportieren
ontgrendeld.
05
OOS047004
OOS047004
5-11