Noodsituaties
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje
positie lage bandenspanning
en waarschuwingslampje
bandenspanning
Wanneer de waarschuwingslampjes van
het bandenspanningscontrolesysteem gaan
branden en een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het lcd-display van
het instrumentenpaneel, hebben een of
meer banden een aanzienlijke hoeveelheid
lucht verloren. Het waarschuwingslampje
positie lage bandenspanning geeft aan
welke band een te lage bandenspanning
heeft doordat het bijbehorende lampje gaat
branden.
Wanneer een van deze
waarschuwingslampjes gaat branden,
verminder dan onmiddellijk snelheid, vermijd
scherp aansnijden van bochten en anticipeer
op een langere remweg. Zet de auto zo
snel mogelijk stil en controleer de banden.
Breng de banden op de juiste spanning zoals
aangegeven op het voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel op de middenstijl aan
bestuurderszijde. Vervang de band met een
te lage bandenspanning door het reservewiel
als u geen tankstation kunt bereiken of als de
band lek is.
8-10
Wanneer u ongeveer 10 minuten rijdt met
een snelheid hoger dan 25 km/u na het
vervangen van de lekke band door het
reservewiel, gebeurt het volgende:
• Het controlelampje storing TPMS knippert
gedurende ca. 1 minuut en blijft daarna
branden omdat de TPMS-sensor niet op
het reservewiel is gemonteerd.
AANWIJZING
Het reservewiel is niet uitgerust met een
bandenspanningssensor.
OPGELET
Mogelijk gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning in de winter of bij
koud weer branden als de banden bij warm
weer op de aanbevolen spanning zijn
OOSN081014L
OOSN081014L
gebracht. Het betekent niet dat uw TPMS
defect is, omdat de lagere temperatuur een
lagere bandenspanning tot gevolg heeft.
Controleer de bandenspanning en breng
deze op de juiste waarde wanneer u
van een warm gebied naar een koud
gebied of vice versa rijdt, of wanneer de
buitentemperatuur aanmerkelijk toe- of
afneemt.
WAARSCHUWING
Schade door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning zorgt ervoor
dat de auto instabiel wordt en kan ervoor
zorgen dat u de controle over de auto
verliest en dat de remweg wordt verlengd.
Doorrijden op banden met een te lage
spanning kan oververhitte en defecte
banden tot gevolg hebben.