Veiligheidssysteem
Stoelventilatie voor
(indien van toepassing)
Het stoelventilatiesysteem zorgt voor
het koelen van de stoelen door lucht te
blazen door kleine uitstroomopeningen
in het oppervlak van de zittingen en de
rugleuningen.
Laat de toetsen in de stand OFF staan als het
niet nodig is het stoelventilatiesysteem te
gebruiken.
Druk, terwijl de motor draait, op de
toets om de bestuurdersstoel of de
voorpassagiersstoel te koelen (indien van
toepassing).
• Iedere keer als u de toets indrukt,
verandert de luchtstroom als volgt:
UIT
HOOG (
LAAG (
)
• Door bij ingeschakeld
stoelventilatiesysteem langer dan 1,5
seconden op de toets te drukken, wordt
het stoelventilatiesysteem uitgeschakeld.
• De standaardinstelling voor het
stoelventilatiesysteem is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
3-20
OOSN031016L
OOSN031016L
)
GEMIDDELD (
)
AANWIJZING
Om beschadiging van het
stoelventilatiesysteem te voorkomen:
• Gebruik het ventilatiesysteem ALLEEN
als het temperatuurregelsysteem is
ingeschakeld. Als de stoelventilatie
gedurende langere tijd wordt gebruikt
terwijl het temperatuurregelsysteem
is uitgeschakeld, kan de stoelventilatie
defect raken.
• Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen oplosmiddel, zoals thinner,
benzeen, alcohol of wasbenzine.
• Voorkom dat er vloeistoffen gemorst
worden op het oppervlak van de
zittingen en rugleuningen van de
voorstoelen; hierdoor zouden de
uitstroomopeningen verstopt kunnen
raken waardoor het systeem niet meer
correct kan functioneren.
• Plaats geen materialen zoals plastic
tassen of kranten onder de stoelen.
Ze kunnen de luchtinlaat blokkeren,
waardoor er een storing kan ontstaan in
de luchtventilatie.
• Vervang de stoelbekleding niet.
Hierdoor kan de stoelventilatie worden
beschadigd.
• Als de stoelventilatie niet werkt, start u
de auto opnieuw. Als er niets verandert,
adviseren wij u de auto te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.