Ingestelde snelheid verhogen
• Druk de schakelaar + omhoog en laat hem
onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar
op deze manier bedient, wordt de ingestelde
snelheid met 1 km/h (1 mph) verhoogd.
• Druk de schakelaar + omhoog en houd hem
in die positie terwijl u de ingestelde snelheid
op het instrumentenpaneel controleert.
De ingestelde snelheid neemt eerst tot het
dichtstbijzijnde tiental toe en vervolgens
met 10 km/h (5 mph) elke keer wanneer de
schakelaar op deze manier wordt bediend.
Laat de schakelaar los wanneer de gewenste
snelheid wordt weergegeven en de auto
accelereert tot die snelheid.
Ingestelde snelheid verlagen
OOSN071039L
OOSN071039L
• Druk de schakelaar - omlaag en laat hem
onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar
op deze manier bedient, wordt de ingestelde
snelheid met 1 km/h (1 mph) verlaagd.
• Druk de schakelaar - omlaag en houd hem
in die positie terwijl u de ingestelde snelheid
op het instrumentenpaneel controleert.
De ingestelde snelheid daalt eerst tot het
dichtstbijzijnde tiental (vijftal in mph) en
vervolgens met 10 km/h (5 mph) elke keer
wanneer de schakelaar op deze manier wordt
bediend.
Laat de schakelaar los op het moment dat de
gewenste snelheid is bereikt.
Tijdelijk accelereren
Trap het gaspedaal in als u tijdelijk sneller
wilt gaan rijden terwijl de cruise control is
ingeschakeld.
Laat het gaspedaal los om weer terug te keren
naar de oorspronkelijke kruissnelheid.
Als u bij verhoogde snelheid de + schakelaar
omhoog, of de – schakelaar omlaag drukt, wordt
de ingestelde snelheid op de huidige verhoogde
snelheid ingesteld.
07
OOSN071040L
OOSN071040L
7-69