Bestuurdershulp
WAARSCHUWING
• Collision-avoidance assist wordt
geannuleerd onder de volgende
omstandigheden:
- Uw auto rijdt op een bepaalde afstand de
rijstrook naast u op
- Uw auto is niet meer in de buurt van het
botsingsrisico
- Het stuurwiel wordt omgegooid
- Het rempedaal wordt ingetrapt
- Forward Collision-Avoidance Assist
(ondersteuning botsingsvermijding
voorzijde) actief is
• Nadat de Blind-Spot Collision-Avoidance
Assist (botsingsvermijding blinde hoek) heeft
ingegrepen of na een rijstrookwissel moet
u in het midden van de rijstrook gaan rijden.
De Blind-Spot Collision-Avoidance Assist
(botsingsvermijding blinde hoek) werkt
niet als de auto niet in het midden van zijn
rijstrook rijdt.
7-40
Collision-avoidance assist (botsingsvermijding) (bij
het wegrijden)
• Om de bestuurder te waarschuwen voor een
aanrijding, knippert het waarschuwingslampje
op de buitenspiegel; ook verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
instrumentenpaneel. Tegelijk klinkt een
waarschuwingssignaal, knippert een
waarschuwingslampje op het Head-Up
Display en gaat het stuurwiel trillen (indien van
toepassing).
• De Blind-Spot Collision-Avoidance Assist
(botsingsvermijding blinde hoek) werkt
wanneer uw rijsnelheid lager is dan 3 km/u
(2 mph) en de snelheid van het voertuig in de
dodehoekzone hoger is dan 5 km/u (3 mph).
• De noodrem wordt geactiveerd om een
botsing met het voertuig in de dodehoekzone
te helpen voorkomen.
OOSN071006L
OOSN071006L