Noodsituaties
13. Gebruik de wielmoersleutel om de
wielmoeren in de aangegeven volgorde
vast te draaien. Controleer elke wielmoer
opnieuw totdat deze goed vastzit. Na het
verwisselen van wielen adviseren wij u
de wielmoeren zo snel mogelijk te laten
vastdraaien tot het juiste aanhaalmoment
door een officiële HYUNDAI-dealer.
De wielmoeren moeten worden
vastgedraaid met 11 - 13 kgf.m (79 - 94
lbf.ft).
Als u een bandenspanningsmeter hebt,
controleer dan de bandenspanning (zie
'Banden en wielen' in hoofdstuk 2 voor
instructies over de bandenspanning.). Als
de bandenspanning lager of hoger is dan
aanbevolen, rijd dan langzaam naar het
dichtstbijzijnde garagebedrijf en breng de
banden op de juiste spanning. Breng altijd
het ventieldopje weer aan na het controleren
of aanpassen van de bandenspanning.
Als u vergeet het dopje aan te brengen,
kan er lucht uit de band lekken. Als u een
ventieldopje kwijtraakt, koop dan een ander
en monteer dit zo snel mogelijk. Zet na het
verwisselen van de band, de lekke band
stevig op zijn plaats en berg de krik en het
gereedschap op in de daarvoor bestemde
opbergplaatsen.
8-16
AANWIJZING
• Controleer na het plaatsen van het
reservewiel zo spoedig mogelijk de
bandenspanning. Breng de banden op
de aanbevolen spanning.
• Controleer de wielmoeren en haal ze
opnieuw aan zodra er meer dan 50 km
mee is gereden en de banden waren
vervangen. Controleer de wielmoeren
opnieuw nadat er meer dan 1.000 km is
gereden.
OOS067019L
OOS067019L
OPGELET
De tapeinden en wielmoeren van uw auto
zijn voorzien van metrische schroefdraad.
Zorg er bij het verwisselen van een band
voor dat dezelfde wielmoeren die werden
verwijderd, opnieuw worden gemonteerd.
Als u de wielmoeren moet vervangen,
zorg er dan voor dat deze ook metrische
schroefdraad hebben, om beschadiging van
de tapeinden te voorkomen en ervoor te
zorgen dat het wiel correct wordt bevestigd
op de naaf. Wij adviseren u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-dealer
voor hulp.
Bel de wegenwacht en probeer niet zelf
de band te verwisselen als de krik, de
wielmoeren, de tapeinden of andere
uitrusting beschadigd of in slechte conditie
zijn.
Gebruik van compact reservewiel
(indien van toepassing)
Compacte reservewielen zijn uitsluitend
ontworpen voor gebruik in noodgevallen.
Rijd voorzichtig als het compacte
reservewiel is geplaatst en volg altijd de
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen.