Pagina 1
Technische gegevens De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren cor- rect ten tijde van druk, HYUNDAI streeft echter naar een voortduren- de verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen In dë...
Pagina 2
Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw officiële HYUNDAI dealer over te laten.
Pagina 3
WAARSCHUWING INZAKE VEILIGHEID EN VOERTUIG SCHADE In deze handleiding zult u de uitdrukkingen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld. GEVAAR OPMERKING GEVAAR duidt op een gevaarlijke OPMERKING duidt op een gevaarlij- situatie die, indien deze genegeerd ke situatie die, indien deze genege- wordt, zal leiden tot de dood of een erd wordt, kan leiden tot licht of matig...
Pagina 4
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het onderhoud van uw voer- tuig. Om vertrouwd te raken met uw nieuwe HYUNDAI. Zodat u er volop kan van genieten. Lees daarom dit instruc- tieboekje zorgvuldig door voordat u begint te rijden met uw nieuwe auto.
Pagina 5
Introductie GEBRUIK VAN DIT VEILIGHEIDSBERICHTEN INSTRUCTIEBOEKJE Uw veiligheid, en de veiligheid van In dit gehele instructieboekje zullen anderen, is heel belangrijk. Dit GEVAAR, WAARSCHUWING, OP- Wij willen u helpen om het meeste instructieboekje voorziet u van vele MERKING, AANWIJZING en het vei- rijplezier van uw auto te krijgen.
Pagina 6
Introductie VEREISTE BRANDSTOF Benzinemotor AANWIJZING WAARSCHUWING Loodvrij GEBRUIK NOOIT LOODHOU- Europa WAARSCHUWING duidt op een DENDE BENZINE. Loodhoudende gevaarlijke situatie die, indien benzine is schadelijk voor de kata- Voor optimale prestaties raden we u deze genegeerd wordt, kan lei- lysatoren de lambdasensor van aan ongelode benzine te en met een den tot de dood of een ernstig het motorregelsysteem en zal de...
Pagina 7
Introductie Benzine die alcohol en AANWIJZING methanol bevat Om schade aan de motor en het In sommige landen is naast benzine brandstofsysteem van uw auto te ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een voorkomen: mengsel van benzine en ethanol of • Gebruik nooit benzinemengsels methanol.
Pagina 8
Gebruik van MTBE Gebruik geen methanol Brandstofadditieven Geadviseerd wordt geen brandstof in Uw auto is niet geschikt voor het HYUNDAI adviseert het gebruik van uw auto te gebruiken die meer dan gebruik van methanol (methylalco- kwalitatief hoogwaardige brandstof- 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl hol).
Pagina 9
U kunt uw afgedankte voer- • Zorg ervoor dat uw auto voldoet rende de eerste 1.000 km de presta- tuig overlaten aan uw Hyundai-ver- aan de in dat land geldende wette- ties, het brandstofverbruik en de deler, in overeenstemming met de...
Pagina 11
Uw auto in één oogopslag Veiligheidssysteem van uw auto Handige functies van uw auto Multimedia-systeem INHOUDSOPGAVE Rijden met uw auto Wat te doen in een noodgeval Onderhoud Specificaties & Consumenteninformatie Index...
Pagina 13
Uw auto in één oogopslag Exterieur overzicht (I) ..........1-2 Exterieur overzicht (II)..........1-5 Interieur overzicht.............1-8 Overzicht dashboard..........1-9 Motorruimte ............1-10...
Pagina 14
Uw auto in één oogopslag EXTERIEUR OVERZICHT (I) n Vooraanzicht • 5 Deurs 1. Motorkap ...........3-31 2. Koplampen ........7-72 3. Mistlampen/Dagrijverlichting* ....7-69 4. Banden en wielen......7-39 5. Buitenspiegel........3-41 6. Voorruiten wisserbladen ....7-32 7. Ruiten ..........3-20 8. Parking Distance Warning-systeem (achteruit/vooruit)*......3-109 * : indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding.
Pagina 15
n Vooraanzicht • 3 Deurs 1. Motorkap ...........3-31 2. Koplampen........7-72 3. Mistlampen........7-69 4. Banden en wielen ......7-39 5. Buitenspiegel ........3-41 6. Voorruiten wisserbladen....7-32 7. Ruiten..........3-20 * : indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OGB015006...
Pagina 16
Uw auto in één oogopslag n Vooraanzicht • Cross 1. Motorkap ...........3-31 2. Koplampen ........7-72 3. Mistlampen ........7-69 4. Banden en wielen......7-39 5. Buitenspiegel........3-41 6. Voorruiten wisserbladen ....7-32 7. Ruiten ..........3-20 * : indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OGB016001...
Pagina 17
EXTERIEUR OVERZICHT (II) n Achteraanzicht • 5 Deurs 1. Antenne ..........4-3 2. Portieren ..........3-13 3. Tankdopklep ........3-32 4. Parking Distance Warning-systeem (achteruit)* ........3-106 5. Derde remlicht ........7-81 6. Rear view monitor*......3-105 7. Achterruitenwisserblad* ....7-33 8. Achterklep ........3-18 * : indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding.
Pagina 18
Uw auto in één oogopslag n Achteraanzicht • 3 Deurs 1. Antenne ..........4-3 2. Portieren ..........3-13 3. Tankdopklep ........3-32 4. Parking Distance Warning-systeem (achteruit)* ........3-106 5. Derde remlicht ........7-81 6. Rear view monitor*......3-105 7. Achterruitenwisserblad* ....7-33 8. Achterklep ........3-18 * : indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding.
Pagina 19
n Achteraanzicht • Cross 1. Antenne ..........4-3 2. Portieren ..........3-13 3. Tankdopklep ........3-32 4. Parking Distance Warning-systeem (achteruit)* ........3-106 5. Derde remlicht ........7-81 6. Rear view monitor*......3-105 7. Achterruitenwisserblad* ....7-33 8. Achterklep ........3-18 * : indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OGB018002...
Pagina 25
Veiligheidssystemen van uw auto In dit hoofdstuk vindt u belangrijke informatie over hoe u uzelf en uw passagiers kunt beschermen. Er wordt uitgelegd hoe uw zitplaatsen en veiligheidsgordels dient gebruiken, en hoe uw airbags werken. Bovendien wordt in dit hoofdstuk uitgelegd hoe u baby's en kinderen veilig vast kunt zetten in uw auto. Belangrijkste voorzorgsmaatregelen met Kinderbeveiligingssysteem (CRS) ......2-31 betrekking tot de veiligheid........2-2...
Pagina 26
Veiligheidssystemen van uw auto BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN U zult in dit hoofdstuk vele veilig- Gesp ook alle kinderen vast Afleiding van de bestuurder heidsmaatregelen en aanbevelingen Alle kinderen tot 13 jaar die meerij- Afleiding van de bestuurder omvat vinden, alsook in de rest van dit den, moeten goed vastgegespt wor- een ernstig en potentieel dodelijk instructieboekje.
Pagina 27
• Gebruik uw mobiele apparaten Beheers uw snelheid Houd uw auto in een veilige ALLEEN wanneer dit wettelijk toe- toestand Te hoge snelheid is een belangrijke gestaan is en de omstandigheden factor bij ongevallen met verwondin- Het krijgen van een klapband of een veilig gebruik toelaten.
Pagina 28
Veiligheidssystemen van uw auto STOELEN Voorstoelen 1. Voor- en achterwaartse, afstelling de stoel 2. Rugleuning hoekinstelling 3. Afstelling de zittinghoogte* 4. Hoofdsteunverstelling 5. Stoelverwarming* 6. Stoel met neerklapbare leuning (alleen 3-deurs uitvoering) Achterstoelen 7. Neerklappen rugleuning 8. Hoofdsteunverstelling * : indien van toepassing De aanwezigl functie kan afwijken van de afbeelding.
Pagina 29
Airbags Voorzorgsmaatregelen (Vervolg) U kunt maatregelen nemen om het Het aanpassen van de stoelen, • Houd het stuurwiel bij de rand risico op letsel door een opgeblazen zodat u op een veilige, comfortabele met de handen vast op de airbag te verminderen. Te dicht bij positie zit, speelt een belangrijke rol posities 9 uur en 3 uur, zodat een airbag zitten verhoogt de kans...
Pagina 30
Veiligheidssystemen van uw auto Veiligheidsgordels Voorstoelon (Vervolg) Gesp uw veiligheidsgordel altijd vast De voorsteel kan worden afgesteld • Laat NOOIT kinderen of kleine voordat u begint te rijden. met de bedieningshendel aan de bui- baby's meerijden tenzijde van de zitting. Stel voor het De passagiers moeten te allen tijde schoot van een passagier.
Pagina 31
Voor- en achterwaartse richting (Vervolg) OPMERKING • Zorg ervoor dat de rugleuning Om letsel te voorkomen: altijd in de rechtop positie kan staan en controleer of de rug- • Pas uw stoel niet aan tijdens leuning goed vergrendeld is. het dragen van de veiligheids- •...
Pagina 32
Veiligheidssystemen van uw auto Rugleuning Afstellen van de zithoogte Rugleuningzak (bestuurdersstoel) (indien van toepassing) OGB034005 OGB034010 OGB034006 Om de rugleuning te verstellen: Duw de hendel aan de zijkant van de 1. Plaats uw gewicht iets naar voren WAARSCHUWING zitting omhoog of omlaag om de en trek de hendel voor de rugleu- hoogte van de zitting te veranderen.
Pagina 33
Zitplaats ingang achterzijde n Bestuurdersstoel (alleen 3-deurs uitvoering) Om in of uit de achterbank te stap- pen, moet de bestuurders- of bijrij- dersstoel worden gevouwen en de zitting vooruitgeschoven. OGB035045 n Stoel van de voorpassagier OGB035047 2. Zet de riemextensiegeleider op zijn plaats (3).
Pagina 34
Veiligheidssystemen van uw auto Achterstoelen Om de achterste rugleuning: naar beneden te klappen: Neerklapbare achterbank 1. Zet de rugleuning zoveel mogelijk De rugleuning achter kan worden rechtop en schuif indien nodig de opgeklapt om het vervoer van lange- voorste stoel naar voren. re voorwerpen mogelijk te maken of 2.
Pagina 35
Til de rugleuning op en beweeg deze WAARSCHUWING naar achteren om de achterstoel te kunnen gebruiken. Duw de rugleu- Bij het terugzetten van de ach- ning stevig naar achteren totdat deze terbank in zijn oorspronkelijke vastklikt. Zorg ervoor dat de rugleu- positie nadat de bank is neerge- ning vergrendeld is.
Pagina 36
Veiligheidssystemen van uw auto AANWIJZING WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Vergeet niet bij het omhoog Bagage moet altijd worden Zet de motor uit en de selectie- klappen van de rugleuning de vastgezet om te voorkomen dat hendel in stand P (Park) (auto- schoudergordels in de juiste het bij een aanrijding door de matische transmissie/transmis-...
Pagina 37
Hoofdsteun AANWIJZING (Vervolg) De voorste en achterste zitplaatsen Om schade te voorkomen, NOOIT • van de auto hebben verstelbare slaan op of trekken aan de hoofd- hoofdsteunen. De hoofdsteunen zor- steunen. gen voor comfort voor de passa- giers, maar belangrijker nog, ze zijn OPMERKING ontworpen passagiers...
Pagina 38
Veiligheidssystemen van uw auto Hoofdsteunen op de voorstoelen OGB034007 OIB034005 Voor- en achterwaartse richting Afstellen van de hoogte OLMB033009 De hoofdsteun kan naar voren wor- Hoger: trek de hoofdsteun omhoog De stoelen van de bestuurder en den aangepast naar 3 posities door om hem in de gewenste positie (1) te voorpassagier zijn voor extra veilig- de hoofdsteun naar de gewenste...
Pagina 39
OLF034015 OGB034008 OGB034009 Verwijderen/Plaatsen Plaatsen van de hoofdsteun: AANWIJZING Verwijderen van de hoofdsteun: 1. De rugleuning afstellen Als u de rugleuning naar voren 1. Stel de rugleuning (2) af met de 2. Stop de pennen van de hoofdsteun klapt met de hoofdsteun en de zit- afstelhendel (1).
Pagina 40
Veiligheidssystemen van uw auto Hoofdsteunen op de achterstoelen OGB034011 OGB034012 Afstellen van de hoogte Verwijderen OLMB033016 Trek de hoofdsteun (1) omhoog om Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk De zitplaatsen achterin zijn voor hem hoger af te stellen. Lager: druk omhoog en druk vervolgens de ont- extra veiligheid en comfort van de de ontgrendelknop (2) in en laat de...
Pagina 41
Stoelverwarming AANWIJZING (Vervolg) (indien van toepassing) • Vermoeide personen. Om beschadiging van de stoelver- De stoelverwarming is toegepast om warming en de stoelen te voorko- • Dronken personen. de zitplaatsen te verwarmen tijdens men: • Personen die onder invloed koud weer. •...
Pagina 42
Veiligheidssystemen van uw auto Informatie Als de schakelaars voor de stoelver- warming in stand AAN staan, schakelt de stoelverwarming automatisch aan of uit, afhankelijk van de temperatuur van de stoel. OGB036015 Terwijl de motor draait, druk op de schakelaar om de zitplaats van de bestuurder of de zitplaats van de pas- sagier te verwarmen.
Pagina 43
VEILIGHEIDSGORDELS Dit gedeelte beschrijft hoe de veilig- WAARSCHUWING (Vervolg) heidsgordels correct te gebruiken. • breekbare voorwerpen Het beschrijft ook een aantal hande- nooit vast met een veiligheids- Veiligheidsgordels moeten wor- lingen die u niet mag doen bij het gordel. Bij krachtig remmen of den gebruikt door ALLE passa- gebruik van veiligheidsgordels.
Pagina 44
Veiligheidssystemen van uw auto Waarschuwingslampje Wanneer de veiligheidsgordel van (Vervolg) de bestuurder niet vastgemaakt is veiligheidsgordel • Er mogen geen wijzigingen aan als het contact in de stand ON wordt Waarschuwingssysteem voor de gordel worden aangebracht gezet, zal het waarschuwingslampje de veiligheidsgordels of hulpmiddelen worden geb- gaan branden.
Pagina 45
- De gordel achter wordt losgemaakt, AANWIJZING terwijl langzamer dan 20 km/h • Het waarschuwingslampje voor wordt gereden. de gordel voor de voorpassagier Als de achtergordel wordt vastgezet, bevindt zich in de middenconso- gaat de waarschuwingslamp onmid- dellijk uit. • Ook als er geen passagier op de Als de achtergordel wordt losge- stoel zit, zal het waarschuwings- maakt bij een snelheid hoger dan 20...
Pagina 46
Veiligheidssystemen van uw auto Veiligheidsgordels AANWIJZING Driepuntsgordel Als het u niet lukt om de veiligheids- gordel uit de blokkeerautomaat te trekken, trek dan krachtig aan de gor- del en laat deze vervolgens los. U kunt dan de gordel gemakkelijk uittrekken. Hoogteverstelling (5 Deurs) U kunt de hoogte van het bovenste bevestigingspunt in vier standen...
Pagina 47
Voorstoel OIB034015 OGB035047 OLMB033025 Verhoog of verlaag het bovenste Geleider voor schoudergordelexten- WAARSCHUWING bevestigingspunt van de veiligheids- sie (alleen 3-deurs uitvoering) gordel tot de juiste hoogte. U kunt de positie van de geleider Onjuist geplaatste veiligheids- Trek het bovenste bevestigingspunt voor de schoudergordelextensie gordels kunnen ernstige letsels (1) omhoog om het hoger af te stellen.
Pagina 48
Veiligheidssystemen van uw auto Gordelspanner veiligheidsgor- (Vervolg) del (indien van toepassing) • Plaats een arm onder de schou- Uw auto is uitgerust met een gordel- derriem en de andere over de spanners op de voorstoelen en/of de riem, zoals getoond in de achterbank.
Pagina 49
Daarom adviseren we u het sys- (1) Waarschuwingslampje AIRBAG • Vervang altijd de gordelspan- teem te laten repareren door (2) Blokkeerautomaten met gordel- ners na activering of na een een officiële HYUNDAI-dealer. spanners ongeval. (3) Airbagmodule • Inspecteer, onderhoud, repa- reer of vervang de gordel- spanners NOOIT zelf.
Pagina 50
HYUNDAI- passagierscompartiment. CENTER. dealer. zijn normale verschijnselen en het stof is niet schadelijk.
Pagina 51
Gebruik van de veiligheidsgor- Aanvullende voorzorgsmaatre- WAARSCHUWING del bij kinderen gelen met betrekking tot de veiligheid Zuigelingen en kleine kinderen Beveilig zuigelingen en jonge Gebruik van de veiligheidsgor- De meeste landen hebben wetge- kinderen ALTIJD goed in een del tijdens een zwangerschap. ving wat betreft kinderbeveiligings- Kinderbeveiligingssysteem dat systemen in voertuigen waarbij kin-...
Pagina 52
Veiligheidssystemen van uw auto Kleine kinderen zijn bij een aanrij- Grotere kinderen WAARSCHUWING ding het best beschermd als ze goed Alle kinderen onder 13 jaar die te vastgezet op de achterbank ver- groot zijn voor een booster zitting • Zorg er altijd voor dat grotere voerd worden in een wettelijk goed- moeten altijd de achterzitplaats kinderen de veiligheidsgor-...
Pagina 53
Gebruik van de veiligheidsgordel heupen en borst lopen voor een Verzorging van de bij mensen met letsel maximale effectiviteit. U kunt tijdens veiligheidsgordels een ongeval in de zittingriem gewor- Ook gehandicapten die in de auto Veiligheidsgordels mogen niet gede- pen worden, wat kan resulteren in vervoerd worden, moeten gebruik monteerd of gemodificeerd worden.
Pagina 54
De veiligheidsgordels moeten in hun geheel worden vervangen als de auto bij een aanrijding betrokken is geweest. Dat is ook het geval als de veiligheidsgordels niet zichtbaar beschadigd zijn. We adviseren u contact op te nemen met een officië- le HYUNDAI-dealer. 2-30...
Pagina 55
KINDERZITJES (CHILD RESTRAINT SYSTEM (CRS)) Wij raden aan: De meeste landen hebben wetge- WAARSCHUWING ving wat betreft kinderen in voertui- Kinderbeschermingssysteem gen waarbij kinderen moeten reizen (CRS) altijd op de achterbank Kinderen moeten altijd op de in goedgekeurde kinderstoelen. De Peuters en jongere kinderen moeten achterbank van het voertuig zit- wetgeving betreffende de leeftijd of...
Pagina 56
We raden aan dat u na een • Kies een CRS dat past in de zitting ongeval een bezoek brengt van het voertuig waar het gebruikt aan een HYUNDAI dealer om zal worden. het CRS, de veiligheidsgordel, • Lees en volg altijd de waarschu-...
Pagina 57
Alle kinderen onder een bepaalde leeftijd moeten met het gezicht naar achteren geplaatst worden in het kin- derbeveiligingssysteem. Er zijn ver- schillende soorten CRS's voor gebruik met het gezicht naar achte- ren: zittingen voor babys kunnen alleen gebruikt worden voor met het gezicht naar achteren.
Pagina 58
Veiligheidssystemen van uw auto Booster zittingen Het installeren van een Kin- Nadat u een goede CRS gekoezen heeft, en gecontroleerd heeft dat dit derbeveiligingssysteem (CRS) Een booster zitting is een CRS die goed past op de achterbank van het ontworpen is om te passen in het voertuig, dan bent u klaar om het WAARSCHUWING veiligheidsgordelsysteem van het...
Pagina 59
ISOFIX bevestigingen en Bij het installeren van een Kinder- U moet in het bezit zijn van een CRS bovenste bevestigingen beveiligingssysteem, stel de zit- ISOFIX bevestigingen plaats van het voertuig in (omhoog (ISOFIX-systeem) voor kinderen gebruik te kunnen maken van ISO- en omlaag, voorwaarts en achter- FIX in uw voertuig.
Pagina 60
Veiligheidssystemen van uw auto WAARSCHUWING Probeer niet om het CRS met ISOFIX bevestigingen te gebrui- ken in het midden van de ach- terbank. Er zijn geen hier geen ISOFIX bevestigingen aanwe- zig. Gebruik maken van de veranke- ringen van de buitenste zitplaat- sen voor de installatie van het OLM039035 OGB034023...
Pagina 61
Zorg dat uw ISOFIX-systeem na systeem voor de juiste installatie een ongeval altijd door uw en aansluiting van de ISOFIX- HYUNDAI dealer gecontroleerd bevestigingen op het Kinderbe- wordt. Een ongeval kan het ISO- veiligingssysteem aan de ISOFIX- FIX-systeem beschadigen en dit verankeringen.
Pagina 62
Veiligheidssystemen van uw auto Monteren van een WAARSCHUWING Kinderbeveiligingssysteem met behulp van een systeem met Let op het volgende bij het instal- bovenste bevestigingsbanden leren van de bovenste bevesti- ging: • Lees en volg de installatie- en gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het Kinderbevei- ligingssysteem (CRS).
Pagina 63
Geschiktheid van iedere zitplaats voor Isofix-kinderbeveiligingssystemen overeenkomstig ECE-reglementen ISOfix-posities in auto Gewichtsgroep Afmetingen Bevestiging Middelste Buitenste achter Buitenste achter Voorpassagier (Bestuurderszijde) (Passagierszijde) achter ISO/L1 Reiswieg ISO/L2 0 : Tot 10 kg ISO/R1 ISO/R1 0+ : Tot 13 kg ISO/R2 ISO/R3 ISO/R2 ISO/R3 I : 9 tot 18 kg...
Pagina 64
Veiligheidssystemen van uw auto Aanbevolen Kinderzitjes - Europe ECE-R44 Gewichtsgroep Afmetingen Bevestiging Naam Fabrikant Type bevestiging goedkeuringsnr. Groep 0-1 Baby Safe Achterwaarts geplaatst met ISOFIX- ISO/R1 Britax Romer E1 04301146 (0-13kg) Plus basis Groep 1 Voorwaarts geplaatst met ISOFIX ISO/F2X Duo Plus Britax Romer E1 04301133...
Pagina 65
Het vastzetten van een 2. Zet de gesp vast in de gordelslui- Kinderbeveiligingssysteem ting. Controleer of een klikkend m.b.v schoot/schoudergordel geluid hoorbaar is. 3. Pas het heupgedeelte van de vei- Als u geen gebruik maakt van ISO- ligheidsgordel voor FIX systemen, dan moet de CRS goede grip op het Kinder-beveili- met de heupgordel of het buikdeel gingssysteem door aan het losse...
Pagina 66
Veiligheidssystemen van uw auto OLMB033044 OLMB033045 OLMB033046 Bevestigen van een 3. Verwijder zoveel mogelijk speling Informatie Kinderbeveiligingssysteem m.b.v van de gordel door het CRS omlaag te duwen terwijl u de een driepuntsgordel Raadpleeg ook de paragraaf "Mid- schouderriem strak trekt. Volg voor het installeren van een delste driepuntsgordel achter"...
Pagina 67
Geschiktheid van iedere zitplaats voor de "universele" gordel categorie Kinderbeveiligingssystemen overeenkomstig de ECE-reglementen Gebruik een Kinderbeveiligingssystemen voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is. Raadpleeg de volgende tabel bij het gebruik van een kinderbeveiligingssysteem. Zitplaats Leeftijd Buitenste Middelste...
Pagina 68
Veiligheidssystemen van uw auto AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) 1. Airbag bestuurder 2. Airbag voorpassagier* 3. Zijairbag* 4. Gordijn airbag* 5. ON/OFF-schakelaar airbag voor- passagier* * : indien van toepassing Het aantal daadwerkelijke airbags aanvezig in uw voertuigkan afwijken van de afbeelding. OGB034017/OGB034018 2-44...
Pagina 69
Dit voertuig is uitgerust met een WAARSCHUWING extra airbag-systeem voor de bes- tuurdersstoel, bijrijdersstoel. VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR AIRBAGS De voorste airbags zijn ontworpen Maak altijd gebruik van de veiligheidsgordels en, indien van toepas- als aanvulling op de driepunts veilig- sing, van Kinderbeveiligingssystemen -iedere keer, bij iedere reis en heidsgordels.
Pagina 70
Veiligheidssystemen van uw auto n Airbag bestuurder Waar zijn de airbags WAARSCHUWING geplaatst? Airbag bestuurder en voorpas- Verminder het risico op ernstig sagier (indien van toepassing) letsel of overlijden door opge- blazen airbags en houdt u aan Uw auto is uitgerust met een Aan- de volgende voorzorgsmaatre- vullend Veiligheidssysteem (SRS) gelen:...
Pagina 71
Zijairbag (indien van toepassing) De zijairbags zijn ontworpen om (Vervolg) alleen tijdens bepaalde aanrijdingen • Houd het stuurwiel vast op de van opzij geactiveerd te worden, posities 9 uur en 3 uur, zodat afhankelijk van de ernst van de aan- het risico op letsel aan uw rijding, de hoek, de snelheid en de handen of armen verminderd...
Pagina 72
• Als de stoel of de stoelbekle- ding zijn beschadigd, advise- ren u het systeem te laten repareren door een officiële OJK032066 HYUNDAI-dealer. De gordijn airbags bevinden zich langs de rand van het dak boven de voor- en achterportieren. 2-48...
Pagina 73
WAARSCHUWING (Vervolg) • Plaats geen voorwerpen op de Verminder het risico op ernstig airbag. Ook, bevestig geen letsel of overlijden door een enkel voorwerp rond opgeblazen gordijn airbag en gebied waar de airbag opge- houdt u aan de volgende voor- blazen wordt zoals de deur, zorgsmaatregelen: het glas van de zijdeur, voor-...
Pagina 74
Veiligheidssystemen van uw auto Werking van airbagsysteem (10) Zijairbagsensoren* Waarschuwingslampje (11) ON/OFF-schakelaar* -airbag voorpassagier (enkel de stoel van de voorpassagier) (12) ON/OFF-indicator* -airbag voor- passagier (enkel de stoel van de Het waarschuwingslampje airbag op voorpassagier) het dashboard brandt na het in stand * : indien van toepassing ON zetten van het contact geduren- de 6 seconden en moet vervolgens...
Pagina 75
Wij adviseren u om een officiële niet kunnen zorgen voor voldoende objecten. Ook andere factoren HYUNDAI-dealer spoedig weerstand. Indien noodzakelijk kun- kunnen een rol spelen. mogelijk het SRS te laten ins- nen de airbags helpen bij het vers- •...
Pagina 76
Veiligheidssystemen van uw auto • Om bescherming te bieden, moe- U kunt stappen nemen om het risi- Airbag bestuurder (1) ten de airbags snel ontplooien. De co op letsel door een opgeblazen snelheid waarmee de airbag opge- airbag te verminderen. Het groot- blazen wordt is het gevolg van de ste risico is dat u te dichtbij de air- extreem korte tijd waarbinnen een...
Pagina 77
Airbag bestuurder (2) Airbag bestuurder (3) WAARSCHUWING Voorkom dat objecten gevaarlij- ke projectielen worden als de airbag van de passagier opge- blazen wordt. • Plaats geen accessoires (be- kerhouder, cassettehouder) of stickers enz. op het paneel boven het dashboardkastje in OLMB033056 Airbag voorpassagier auto's met een airbag voor-...
Pagina 78
Veiligheidssystemen van uw auto Geluiden en rook van een Wat kunt u verwachten als een (Vervolg) opgeblazen airbag. airbag opgeblazen wordt • De bij het airbagsysteem Bij het opblazen van de airbags is Na een botsing aan de voor- of zij- behorende onderdelen in het een hard geluid hoorbaar en komt er kant zal de airbag snel opblazen, en...
Pagina 79
ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier (indien van toepassing) OGB036019 OGB036020 Om de voor airbag van de passa- Om de voor airbag van de passa- gier te deactiveren: gier te heractiveren: Steek om de airbag voorpassagier Steek de contact sleutel of met een OGB034018 uit te schakelen de contactsleutel of klein stevig voorwerp in de voor-air-...
Pagina 80
ON/OFF-schakelaar voor de airbag voor de bijrijder is inge- steld op de OFF-stand. • Wij adviseren u in dit geval om een officiële HYUNDAI-dealer zo spoedig mogelijk de ON/ OLM034310 OFF-schukeloop van voorste passagiersairbag en SRS-sys- Plaats nooit een kinderbeveiligings- teem te laten inspecteren.
Pagina 81
• Wij raden aan u dat alle repa- • Let op dat u niet tegen plaat- raties worden uitgevoerd door sen aanstoot waar de airbags een officiële HYUNDAI-dealer. of airbagsensoren zijn inge- bouwd. (Vervolg) 2-57...
Pagina 82
Veiligheidssystemen van uw auto 1. Airbagmodule 2. Airbagsensor vóór 3. Zij druksensor (indien van toepassing) 4. Zijairbagsensor (indien van toepassing) OGB038025/OGB034026/OGB038027/OGB034042/OGB034028 2-58...
Pagina 83
Voorwaarden voor activeren waarbij de auto over de kop slaat te airbags worden opgeblazen, maar kunnen ook bij andere aanrijdingen, waarbij een bepaalde vertraging in de dwarsrichting optreedt, worden geactiveerd. De airbags kunnen ook worden geactiveerd als de auto zware stoten ondervindt bij het rijden op zeer slechte wegen.
Pagina 84
Veiligheidssystemen van uw auto Voorwaarden voor activeren van de airbags OGB034034 OGB038035 De airbags voor zijn niet ontworpen De airbags voor worden bij zijdeling- om te worden geactiveerd bij aanrij- se aanrijdingen soms niet geacti- OGB034033 dingen van achter, omdat de inzit- veerd.
Pagina 85
OGB034038 OGB034036 OGB034039 Bij een aanrijding op een helling of Net voor een aanrijding remmen Airbags zullen meestal niet activeren onder een hoek kan de kracht van de bestuurders vaak sterk af. Door zo in over-de-kop aanrijdingen, omdat aanrijding de inzittenden in een sterk af te remmen, zakt de voorzijde activering geen extra bescherming bepaalde richting verplaatsen, waar...
Pagina 86
Er mogen geen voorwerpen door de voertuig carrosserie. dakrails, worden uitgevoerd door worden geplaatst over of een officiële HYUNDAI-dealer. On- dichtbij de air-bag modules juiste behandeling van het SRS sys- op het stuurwiel, instrumen- teem kan leiden tot ernstig persoon-...
Pagina 87
We Modificatie van de voorstoelen kan raden u aan een officiële de werking van de sensoren van het HYUNDAI-dealer te raadplegen aanvullend veiligheidssysteem of voor nodige informatie. Het van de zijairbags in negatieve zin niet opvolgen van deze voor- beïnvloeden.
Pagina 88
Veiligheidssystemen van uw auto Waarschuwingslabel airbags Zorg ervoor dat u alle informatie over de airbags die in uw auto geïnstal- (indien van toepassing) leerd zijn, en in dit instructieboekje n Type A leest. OIB034027 n Type B OGB034022 Het waarschuwingslabel van de air- bags is bedoeld om de bestuurder en passagiers te waarschuwen voor de mogelijke gevaren van het airbag-...
Pagina 89
Handige functies van uw auto Toegang tot uw auto ..........3-3 Motorkap..............3-32 RAfstandsbediening............3-3 Openen van motorkap...........3-32 Voorzorgsmaatregelen voor de afstandsbediening..3-5 Sluiten van motorkap............3-33 Smart Key.................3-7 Tankdopklep ............3-34 Voorzorgsmaatregelen voor de Smart Key ....3-10 Openen van de tankdopklep.........3-34 Startblokkeersysteem ............3-12 Sluiten van de tankdopklep ..........3-35 Sloten ................3-13 Stuurwiel ..............3-38 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/...
Pagina 90
LCD Display ............3-75 Opbergvak..............3-139 Bediening LCD-display ..........3-75 Opbergvak middenconsole ........3-139 LCD-modus ..............3-75 Dashboardkastje ............3-139 Tripcomputer modus.............3-76 Opbergvak voor zonnebril .........3-140 Informatiemodus ............3-76 Bagageruimtebox ............3-140 Modus Gebruikersinstellingen Overige voorzieningen ..........3-141 (Instrumentenpaneel Type B)........3-78 Digitale klok ..............3-141 Tripcomputer ............3-83 Aansteker..............3-142 Instrumentenpaneel Type A..........3-83 Asbak ................3-143 Instrumentenpaneel Type B..........3-87 Bekerhouder..............3-143...
Pagina 91
30 seconden wordt WAARSCHUWING geopend. OIB034040 Uw HYUNDAI maakt gebruik van Laat kinderen NOOIT zonder een sleutel met afstandsbediening, toezicht achter met de contact- sleutel in de auto. Kinderen die u kunt gebruiken om een portier...
Pagina 92
Handige functies van uw auto Ontgrendelen van de achterklep Starten Mechanische sleutel Om te ontgrendelen: For detailed ınformatie refer to n Type A n Type B “Sleutel Contactslot” in chapter 5. 1. Druk langer dan een seconde op de knop achterklep ontgrendelen AANWIJZING (3) op de afstandsbedienings- toets.
Pagina 93
Hierdoor kan de sleutel beschadigd raken. werkt. Als u een probleem hebt met de afstandsbediening, adviseren we u contact op te nemen met een offi- ciële HYUNDAI-dealer. (Vervolg)
Pagina 94
HYUNDAI- Als de portier vergrendeling met dealer. afstandsbediening door wijzigingen of aanpassingen waarvoor geen toestem-...
Pagina 95
OGB044001 OIB044179 Om te vergrendelen: Uw HYUNDAI maakt gebruik van 1. Sluit alle portieren, de motorkap een sleutel met afstandsbediening, en de achterklep. die u kunt gebruiken om een portier 2. Druk op de portierhandgreepknop...
Pagina 96
Handige functies van uw auto Ontgrendelen Als u op de knop aan de buitenkant Informatie van de portiergrepen drukt, zullen in • De toets werkt alleen als de Smart de onderstaande gevallen de portie- Key zich binnen een afstand van ren niet worden vergrendeld en zal 0.7-1 m van de portier grepen aan waarschuwingszoemer...
Pagina 97
Ontgrendelen van de achterklep Starten Mechanische sleutel Om te ontgrendelen: U kunt de motor starten zonder de Als de Smart Key niet normaal werkt, sleutel in het contactslot te plaatsen. kunnen de portieren met de mecha- 1. Neem de smart key mee. Zie voor meer informatie "Engine nische sleutel vergrendeld of ont- 2.
Pagina 98
Key van een andere auto gebruikt. Vergrendel en ontgrendel de portie- ren met de contactsleutel wanneer de Smart Key niet correct werkt. Als u een probleem hebt met de Smart Key, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. (Vervolg) 3-10...
Pagina 99
Smart Key niet goed aanpassingen waarvoor geen toestem- werkt, is het raadzaam contact op te ming is verleend, kunnen de rechten nemen met een erkende HYUNDAI- van de gebruiker komen te vervallen. dealer. Als de portier vergrendeling met...
Pagina 100
Als het systeem nog steeds de code van de sleutel niet herkent, is het raadzaam contact op te nemen met uw HYUNDAI-dealer. 3-12...
Pagina 101
SLOTEN Afstandsbediening Portiersloten van buitenaf Informatie vergrendelen/ontgrendelen • In een koud en nat klimaat werken Mechanische sleutel de portiervergrendeling en portier- mechanismen mogelijk niet door bevriezingsverschijnselen. • Als het portier een aantal keren snel achter elkaar wordt vergrendeld en weer ontgrendeld, ofwel met de sleu- tel ofwel met de schakelaar portier- vergrendeling, zal de werking van het systeem tijdelijk worden onder-...
Pagina 102
Handige functies van uw auto Smart Key Om de portieren te vergrendelen, druk Portiersloten van binnenuit op de knop aan de buitenkant van de Met de portiergreep portiergrepen, terwijl u de Smart Key bij u draagt, of druk op de portierver- grendelknop op de Smart Key.
Pagina 103
Met schakelaar • Als u nogmaals op de vergrende- WAARSCHUWING portiervergrendeling len/ontgrendelen-schakelaar van de portieren drukt, worden alle portieren Laat uw auto altijd veilig achter. ontgrendeld en zal het lampje op de schakelaar niet branden. Uw auto onvergrendeld achterla- ten, verhoogt het mogelijke risi- WAARSCHUWING co voor u of anderen dat iemand zich in uw auto verstopt.
Pagina 104
Handige functies van uw auto Portier vergendel/ontgrendel- Kinderslot op portierslot Om het kinderslot te vergrendelen, plaatst u een sleutel (of schroeven- functies achter (alleen 5 portieren) draaier) in het gat (1) en draait deze Aanrijdingsdetectie naar de kant van het slot ( portierontgrendelsysteem Om een achterportier te openen van (indien aanwezig)
Pagina 105
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Dit systeem helpt uw auto en waar- De alarmknipperlichten knipperen Informatie devolle spullen te beschermen. De tweemaal en zal de zoemer eenmaal • Vergrendel de portieren niet pas in claxon zal klinken en de alarmknip- klinken om aan te geven dat het anti- als alle passagiers de auto verlaten perlichten knipperen onafgebroken diefstalsysteem is ingeschakeld.
Pagina 106
Handige functies van uw auto OIB034042 Informatie Auto's uitgerust met een alarmsys- teem zullen een label dragen met de volgende woorden: 1. WAARSCHUWING 2. BEVEILIGINGSSYSTEEM 3-18...
Pagina 107
ACHTERKLEP Open van de achterklep Sluiten van de achterklep Informatie Trek de achterklep naar beneden en In een koud en nat klimaat werken de druk hem stevig vast om hem te slui- portiervergrendeling en portierme- ten. Zorg ervoor dat de achterklep chanismen mogelijk niet door bevrie- goed vergrendeld is.
Pagina 108
Handige functies van uw auto WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Uitlaatgas Bagageruimte Als u met een geopende achter- Passagiers dienen niet plaats te klep rijdt, worden gevaarlijke nemen in de bagageruimte, uitlaatgassen in het interieur waar geen veiligheidsgordels gezogen, hetgeen kan leiden tot aanwezig zijn.
Pagina 110
Handige functies van uw auto 3 Portier (1) Schakelaar ruitbediening bestuurdersportier (2) Schakelaar ruitbediening passa- giersportier (3) Ruiten openen en sluiten (indien van toepassing (4) Automatische ruitbediening* * : indien van toepassing OGB045237 3-22...
Pagina 111
Ruiten openen en sluiten Het contactslot moet in de ON stand Informatie staan om de ramen te kunnen ope- • In een koud en nat klimaat werken nen of sluiten. Leder portier is voor- de elektrisch bedienbare ruiten zien van een schakelaar voor de mogelijk niet door bevriezingsver- bediening van de desbetreffende schijnselen.
Pagina 112
(indien van toepassing) het systeem door een officiële OIB024001 Door de schakelaar kortstondig in te HYUNDAI-dealer na te laten kijken. Als het ruit een voorwerp of lichaam- drukken of omhoog te trekken tot de sdeel tussen de ruiten en het portier...
Pagina 113
Blokkeertoets ruitbediening • Met de schakelaar voor de ruitbe- Informatie (indien van toepassing) diening van de portierruit aan voor- De automatische reverse functie is passagierszijde kan de portierruit alleen actief wanneer de "auto-up"- aan voorpassagierszijde worden functie wordt gebruikt door het volle- bediend.
Pagina 114
Handige functies van uw auto WAARSCHUWING (Vervolg) • Laat kinderen niet met de ruit- Ruiten bediening spelen. Laat de blokkeerschakelaar voor de • Laat kinderen NOOIT zonder ruitbediening in de stand toezicht achter met de con- VERGRENDELD (ingedrukt) tactsleutel in de auto als de staan.
Pagina 115
SCHUIF-/KANTELDAK (INDIEN VAN TOEPASSING) Informatie Informatie • In een koud en nat klimaat werkt Het schuif-/kanteldak kan geopend het schuif-/kanteldak mogelijk niet worden in de kantelpositie, de kantel- door bevriezingsver schij nselen. functie kan niet gebruikt worden als het dak wordt geopend of open •...
Pagina 116
Handige functies van uw auto Wanneer de zonnescherm is Zonnescherm Open-dichtschuiven van het geopend schuif-/kanteldak Als u de hendel van het schuif-/kan- teldak naar achteren trekt, zal het glazen schuif-/kanteldak helemaal openschuiven. Beweeg de hendel kort naar voren of naar achteren om het schuiven van het schuif-/kantel- dak te stoppen.
Pagina 117
Wanneer de zonnescherm is Automatisch omkeren van Kantelen van het schuif-/ geopend bewegingsrichting kanteldak Als u de hendel van het glazen schuif-/kanteldak omhoog duwt, zal het glas van het glazen schuif-/kan- teldak kantelen. Beweeg de hendel kort naar voren of naar achteren om het schuiven van het schuif-/kanteldak te stoppen.
Pagina 118
Handige functies van uw auto Sluiten van het schuif-/ Resetten van het schuif-/ AANWIJZING kanteldak kanteldak • Verwijder van tijd tot tijd het vuil Om enkel het glazen schuif- Het schuif-/kanteldak moet opnieuw dat zich verzameld heeft op de /kanteldak te sluiten worden ingesteld als (in de volgende geleiderail.
Pagina 119
4. Duw de hendel van het schuif- Waarschuwing geopend /kanteldak naar voren in de rich- schuifdak ting van sluiten totdat het schuif- (indien van toepassing) /kanteldak als volgt werkt: n Type B ZONNESCHERM OPEN → KAN- TELT OPEN → SCHUIFT OPEN →...
Pagina 120
Handige functies van uw auto MOTORKAP Openen van motorkap OIB047050 OGB044011 3. Open aan de voorzijde van de 4. Trek aan de motorkapsteun. OGB044010 auto de motorkap iets, druk de 5. Ondersteun de motorkap met de 1. Zorg ervoor dat de versnelling- secundaire vergrendeling (1) in steun.
Pagina 121
Sluiten van motorkap WAARSCHUWING WAARSCHUWING 1. Controleer de volgende punten alvorens de motorkap te sluiten: • • Pak de steun altijd vast bij het Controleer voor het sluiten deel dat omwikkeld is met • Of alle vuldoppen correct terug- van de motorkap of er geen geplaatst zijn.
Pagina 122
Handige functies van uw auto TANKDOPKLEP Openen van de tankdopklep (Vervolg) Rijden met motorkap geopend kan veroorzaken voor de bestuurder belemmerd wordt en een aanrijding het gevolg kan zijn. • Verplaats de auto niet met de motorkap omhoog. Het uit- zicht wordt geblokkeerd en de motorkap vallen...
Pagina 123
Sluiten van de tankdopklep Informatie (Vervolg) 1. Plaats de tankdopklep (2), terug • Voor het aanraken van het Tik zachtjes op de tankdopklep of en draai hem rechtsom totdat vulpistool, moet je de poten- druk er voorzichtig tegenaan als deze deze klikt.
Pagina 124
Handige functies van uw auto (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • • Als u tijdens het tanken toch Schakel, bij het tanken, de Als er tijdens het tanken terug in de auto moet stap- versnellingspook altijd in de P brand uitbreekt, verlaat dan pen, raak ook dan even een (Park) positie (voor automati- onmiddellijk de auto en breng...
Pagina 125
Indien vervanging van de brand- • Tank alleen de brandstof die in stofvuldop nodig is, gebruik een hoofdstuk 1 vermeld is onder originele HYUNDAI dop voor uw "Vereiste brandstof". voertuig. Een verkeerde tankdop • Mors geen brandstof op de buiten- kan een ernstige storing in het zijde van de auto.
Pagina 126
Hyundai-dealer om het systeem het stuur weer net zo licht als anders. auto zwaarder gaat dan normaal, zo snel mogelijk te laten controle- •...
Pagina 127
Kantelbesturing / Stuurwielverwarming Telescoopbesturing (indien (indien van toepassing) van toepassing) Stel het stuurwiel zo in, dat het in de richting van je borst wijst en niet in de richting van je gezicht. Zorg ervoor dat u de waarschuwingslamp- jes en meters op het dashboard kunt zien.
Pagina 128
Handige functies van uw auto Claxon AANWIJZING Installeer geen kap of accessoire op het stuurwiel. De kap of het accessoire zouden schade aan het verwarmde stuurwielsysteem kunnen veroorzaken. OIB044056 Om te claxonneren, drukt u het gedeelte van het stuurwiel bij het claxonsymbool (zie afbeelding).
Pagina 129
SPIEGELS Binnenspiegel AANWIJZING WAARSCHUWING Stel de binnenspiegel zo af dat u in Gebruik voor het reinigen van de het midden van de spiegel het mid- Om ernstig letsel te voorkomen spiegel een papieren doekje of den van de achterruit ziet voordat u bij een ongeval of bij het opbla- vergelijkbaar materiaal dat voch- gaat rijden.
Pagina 130
Handige functies van uw auto Binnenspiegel met dag-/ Elektronische spiegel (ECM) nachtstand (indien van toepassing) De elektrochromatische binnenspie- gel voorkomt automatisch verblin- Achteruitrijscherm ding door achteropkomend verkeer. Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd. De sensor registreert het lichtniveau Nachtstand rond de auto en dimt automatisch de Sensor...
Pagina 131
Buitenspiegel WAARSCHUWING Stel de spiegels af voordat u gaat rij- den. Klap de buitenspiegels niet in en verstel ze ook niet tijdens het Uw auto is uitgerust met zowel een rijden. Hierdoor kunt u de con- linker als een rechter buitenspiegel. trole over de auto verliezen De spiegel kunnen elektrisch ver- waardoor een ongeluk met ern-...
Pagina 132
Handige functies van uw auto Buitenspiegel inklappen AANWIJZING • De spiegels stoppen hun bewe- ging als de maximale stelhoek bereikt is. De stelmotor blijft echter draaien zolang de scha- kelaar ingedrukt blijft. Houd de schakelaar niet langer ingedrukt dan nodig om te voorkomen dat de stelmotor beschadigd wordt.
Pagina 133
AANWIJZING Het elektrische type buitenspiegel met in- en uitklap functie werkt zelfs als het contactslot in de stand OFF staat. Stel om te voor- komen dat de accu leegraakt, de spiegels niet langer dan noodza- kelijk af als de motor niet loopt. AANWIJZING OGB044016 Klap een elektrisch bedienbare...
Pagina 134
Handige functies van uw auto INSTRUMENTENPANEEL n Type A 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Brandstofmeter 4. Koelvloeistoftemperatuurmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. Kilometerteller/Tripcomputer n Type B 7. LCD display (inclusief de tripcomputer) Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers"...
Pagina 135
Instellen van de Bediening Instrumentenpaneel n Type A Dashboardverlichting (indien van toepassing) WAARSCHUWING Stel het instrumentenpaneel nooit af tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn. OIB044112 n Type B OGB044017...
Pagina 136
Handige functies van uw auto Toerenteller Bediening LCD-display Meters (indien van toepassing) Snelheidsmeter n Benzine n Type A OIB044104 OIB044102 n Type B OGB044018 De toerenteller geeft het aantal De instellingen van het LCD-display omwentelingen minuut kunnen worden gewijzigd met de (omw/min) bij benadering weer.
Pagina 137
Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter AANWIJZING Type A Type A Als de naald van de meter buiten het normale bereik komt en in de richting van stand “(130)” be- weegt, duidt dit op oververhitting van de motor, waardoor schade aan de motor kan ontstaan. Blijf niet rijden met een oververhit- te motor.
Pagina 138
Handige functies van uw auto Kilometerteller Informatie WAARSCHUWING n Type A n Type B • De inhoud van de brandstoftank Het is gevaarlijk als de auto staat in hoofdstuk 8. zonder brandstof komt te staan. • De brandstofmeter is tevens voor- Vul de brandstoftank zo snel zien van een waarschuwingslampje mogelijk als het waarschu-...
Pagina 139
Buitentemperatuurmeter Transmissie met dubbele Transmissie koppeling schakelindicator Schakelstandindicator n Type A n Type B (indien van toepassing) Schakelstandindicator automatische transmissie n Type B (indien van toepassing) n Type A n Type B OIB044156/OIB044155 De buitentemperatuurmeter geeft de OIB048201 actuele buitentemperatuur weer in Deze indicator geeft weer welke eenheden van 1°C (1°F).
Pagina 140
Handige functies van uw auto Automatische transmissie / Schakelstandindicator Deze indicator geeft aan in welke Double clutch transmissie Handgeschakelde Transmissie versnelling u het beste kunt rijden om brandstof te besparen. schakelindicator in de modus (indien van toepassing) voor handmatig schakelen •...
Pagina 141
Gear stand Pop-up Bijvoorbeeld Waarschuwings- en (indien van toepassing) controlelampjes : Geeft aan dat opschakelen naar de 3e versnelling wenselijk is (de selectiehendel staat in de Informatie 2e of 1e versnelling). Waarschuwingslampjes : Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijk Zorg ervoor dat alle waarschuwings- is (de selectiehendel staat in de lampjes UIT zijn na het starten van de...
Pagina 142
• Wanneer de parkeerrem is geacti- of wanneer deremmen niet goed auto te laten controleren door een veerd. werken, rijd dan niet met de officiële HYUNDAI-dealer. • Wanneer het peil van de remvloei- wagen. stof te laag is. In dat geval adviseren we u de...
Pagina 143
Verder zal in dat geval de remweg auto te laten controleren door werkt in dat geval nog wel maar het toenemen. een officiële HYUNDAI-dealer. antiblokkeersysteem niet). Schakel bij een defect in het remsys- In dat geval adviseren we u de...
Pagina 144
In dat geval adviseren we u de In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING - Controlelampje Motormanagement (MIL)) Rijden met de Controlelampje...
Pagina 145
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje Informatie laadsysteem Laag Motoroliepeil • Als u na het bijvullen van motorolie en het warmdraaien van de motor Dit waarschuwingslampje gaat Het waarschuwingslampje motorolie- ongeveer 50 ~ 100 km rijdt, gaat het branden: peil gaat branden wanneer het waarschuwingslampje uit.
Pagina 146
Adviseren we u de auto te laten zo adviseren we u de auto te snel mogelijk controleren door een laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het officiële HYUNDAI-dealer. waarschuwingslampje na het bij- vullen blijft branden of als er geen olie beschikbaar is.
Pagina 147
In dat geval adviseren we u de den aanzienlijke onderspanning spanning (TPMS)” in hoofdstuk 6. auto te laten controleren door een hebben (De locatie van de te zacht officiële HYUNDAI-dealer. opgepompte banden wordt weer- WAARSCHUWING gegeven op het LCD-scherm). Dit lampje knippert: Zie voor meer informatie "Waar-...
Pagina 148
In dat geval adviseren we u de auto (ESC)" in hoofdstuk 5. laag brandstofniveau of een lager te laten controleren door een officië- brandstofniveau dan "E" op de le HYUNDAI-dealer. brandstofmeter, kan leiden tot overslaan motor Zie voor meer informatie "Waarschu-...
Pagina 149
In dat geval systeem voldaan. adviseren we u de auto te laten con- • [Geel] In het geval van een storing Dit waarschuwingslampje gaat troleren door een officiële HYUNDAI- in het Lane Keeping Assistsys- branden: dealer. teem.
Pagina 150
(ongeveer 30 minuten). Als dit waarschuwingslampje knip- pert na het uitvoeren van de proce- dure (op dat moment wordt op het display een waarschuwingsmelding weergegeven), raden we u aan het benzineroetfiltersysteem te laten controleren door officiële Hyundai-dealer. 3-62...
Pagina 151
Wanneer de auto de startonderbre- te laten controleren door een officië- ker in uw sleutel goed detecteert, ter- Wanneer de auto de Smart Key in de le HYUNDAI-dealer. wijl de motor is ingeschakeld. auto goed detecteert, terwijl de Engine Start/Stop knop in ACC of - Op dat moment kunt u de motor ON staat.
Pagina 152
• In het geval van een storing in het Controlelampje te laten controleren door een officië- startblokkeersysteem. Dimlicht le HYUNDAI-dealer. In dat geval adviseren we u de - Het controlelampje knippert niet, auto te laten controleren door een maar licht op.
Pagina 153
High Beam Assist Licht AAN Controlelampje Cruise (HBA) Controlelampje Indicatorlamp (indien van toepassing) (indien van toepassing) Dit lampje gaat branden: Dit lampje gaat branden: Dit waarschuwingslampje gaat Wanneer de parkeerlicht of de kop- • Wanneer het cruise control-sys- branden: lampen is ingeschakeld. teem is ingesteld.
Pagina 154
In dat geval adviseren we u de auto (Idie Stop & Go) in hoofdstuk 5. stand. te laten controleren door een officië- - Als je op dat moment alle portieren le HYUNDAI-dealer. Informatie sluit, zal de claxon gedurende Zie “Forward Collision-Avoidance ongeveer 5 seconden weerklinken.
Pagina 155
Press start button while Check steering wheel Meldingen LCD-display turning wheel lock system (indien van toepassing) (Draai stuur/Druk op start) (Controleer vergrendeling stuur) Shift to "P" position (auto's met Smart Key-systeem) (auto's met Smart Key-systeem) (Schakel naar "P") Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding wordt (auto's met Smart Key-systeem weergegeven als het stuurwiel niet...
Pagina 156
Key zich niet in de auto bevindt. de zekering moet vervangen door door een officiële HYUNDAI-dealer. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u een nieuwe. Als het niet mogelijk is, kunt u de motor starten door de hebt.
Pagina 157
Shift to "P" or "N" to start engine Portier open Schuifdak open (Kies "P" of "N" voor starten) (indien van toepassing) n Type B (auto's met Smart Key-systeem n Type B en automatische transmissie/ Double clutch-transmissie) • Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor te starten terwijl de selectie- hendel niet in stand P (parkeren) of...
Pagina 158
Handige functies van uw auto Achterklep open Motorkap open Verlichtingsmodus n Type B n Type B n Type B OIB047145 OGB048253 OHCI047637 Deze indicator geeft weer welk ach- Deze indicator geeft weer welk Dit controlelampje geeft aan welke terklep open is. motorkap open is.
Pagina 159
Ruitenwisser Stuurwielverwarming Aan Uitlijnen stuurwiel (indien van toepassing) (indien van toepassing) n Type B • Deze waarschuwing licht op wan- Deze waarschuwing licht op als je de neer u de verwarming voor het motor start wanneer het stuurwiel 90 stuurwiel aan zet. graden naar links of naar rechts is gedraaid.
Pagina 160
Handige functies van uw auto Lage spanning Lage Brandstof Schakel de ZEKERING (indien van toepassing) SCHAKELAAR in Deze waarschuwing gaat oplichten als de brandstoftank bijna leeg is. • Deze waarschuwing licht op wan- neer de zekeringsschakelaar die - Wanneer het lage brandstofpeil zich in de zekeringkast onder het waarschuwingslampje oplicht.
Pagina 161
We adviseren u de auto te laten con- pert het waarschuwingslampje GPF . licht, mistlampen vóór, etc.). In dat troleren door een officiële HYUNDAI- Laat in dit geval het roetfilter- of ben- geval adviseren we u de auto te laten dealer.
Pagina 162
Driver Attention Warning- teem. systeem (DAW). We adviseren u de auto te laten con- We adviseren u de auto te laten con- troleren door een officiële HYUNDAI- troleren door een officiële HYUNDAI- dealer. dealer. Zie voor meer informatie "Waar- Zie "Driver Attention Warningsys-...
Pagina 163
LCD-DISPLAY (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening LCD-display LCD-modus (indien van toepassing) Modi Symbool Toelichting Deze modus geeft rijinformatie zoals de dagteller, het Tripcomputer brandstofverbruik, enz. weer. Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie. In deze modus wordt de status weergegeven van: - Lane Departure Warning-systeem (LDW) - Lane Keeping Assist-systeem (LKA) - Driver Attention Warning-systeem (DAW)
Pagina 164
Handige functies van uw auto De instellingen kunnen niet ge- Tripcomputer modus Informatiemodus wijzigd worden tijdens het rijden Onderhoudsinterval n Type B n Type B · A/T, DCT · M/T OGB048244 OGB048242/OGB048243 OIB044165 Deze modus geeft rijinformatie zoals Deze waarschuwing licht op wan- Onderhoud over de dagteller, het brandstofverbruik, neer u probeert om tijdens het rijden...
Pagina 165
Waarschuwingsmeldinge Als een van de volgende dingen gebeurt, zullen waarschuwingsbe- richten worden weergegeven op de informatie-modus gedurende enkele seconden. - Lage brandstof enz. OIB044166 OIB044167 Onderhoud OFF Onderhoud vereist Wanneer het service-interval niet is Als u het periodieke onderhoud niet ingesteld, zal een "Service-Interval hebt laten uitvoeren volgens het Off"...
Pagina 166
Handige functies van uw auto Modus Gebruikersinstellingen (Instrumentenpaneel Type B) Via deze modus kunt u instellingen met betrekking tot het instrumentenpaneel, de portieren, verlichting, enz. wijzigen. Bestuurdershulp Onderwerpen Toelichting Instellen van de gevoeligheid van het Driver Attention Warning-systeem (DAW). Driver Attention Warningsysteem (DAW) - Uit/Normale gevoeligheid/ Lage gevoeligheid (indien van toepassing) Zie "Driver Attention Warningsysteem (DAW)"...
Pagina 167
Portier Onderwerpen Toelichting • Uitschakelen: De centrale vergrendeling wordt uitgeschakeld. • Inschakelen op snelheid: Alle portieren worden automatisch vergrendeld als een snelheid van 9.3 km/h wordt bereikt. Automatische vergrendeling • Inschakelen op schakelen: Alle portieren worden automatisch Vergrendeld wanneer de selectie- hendel van de automatische transmissie/ double clutch-transmissie vanuit stand P (parkeer- stand) in stand R (achteruit), N (neutraalstand) of D (rijstand) wordt gezet.
Pagina 168
Handige functies van uw auto Convenience [Handig] Onderwerpen Toelichting • The welcome verlichting functie will be geactiveerd. Welcome Light • Off: De welcome light-functie zal worden gedeactiveerd. Zie "Welcome-systeem" in dit hoofdstuk voor meer informatie. In- en uitschakelen van de ruitenwisser/verlichtingsmodus. Weergave ruitenwisser/verlichting Indien geactiveerd toont het LCDdisplay de geselecteerde ruitenwisser/verlichtingsmodus tel- kens als u de modus wijzigt.
Pagina 169
Onderhoudsinterval Onderwerpen Toelichting Onderhoudsinterval In- en uitschakelen van de onderhoudsintervalfunctie. Stel interval in Als het service-intervalmenu geactiveerd is kunt u het tijdstip en de afstand instellen. U kunt de menu's resetten in de modus Gebruikersinstellingen. Alle menu's in de modus Resetten Gebruikersinstellingen worden gereset naar de fabrieksinstellingen, met uitzondering van taal en onderhoudsinterval.
Pagina 170
Handige functies van uw auto Anders Onderwerpen Toelichting - Off: Het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet na elke tankbeurt automatisch gereset. - Na starten: Als de motor ten minste 4 uur uitgeschakeld is geweest, wordt het gemiddelde brandstofverbruik automatisch gereset. Brandstofverbruik Resetten - Na tanken: Het gemiddelde brandstofverbruik wordt automatisch gereset nadat er ten minste 6 liter brandstof is getankt en de rijsnelheid hoger is dan 1 km/h.
Pagina 171
TRIPCOMPUTER Tripmodi Instrumentenpaneel Type A De tripcomputer voorziet de bestuur- Dagteller A der via een display van informatie over de rit wanneer het contactslot in de stand ON staat. Dagteller B Informatie Actieradius* Bepaalde rij informatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoor- Gemiddeld brandstofverbruik* beeld de gemiddelde rijsnelheid) wordt gereset als de accu wordt losge-...
Pagina 172
Handige functies van uw auto Actieradius (1) Gemiddeld brandstofverbruik Informatie (indien van toepassing) (2) (indien van toepassing) • Als de auto niet op een horizontaal • Het gemiddelde brandstofverbruik vlak staat of nadat de accupolen los- wordt berekend op basis van de genomen zijn geweest, kan het totale gereden afstand en het tota- gebeuren dat de functie actieradius...
Pagina 173
Dagteller A/B (1) Gemiddelde rijsnelheid (2) In de "Auto Reset" -modus wordt het gemiddelde brandstofverbruik auto- • De gemiddelde rijsnelheid wordt matisch gereset als er harder dan 1 berekend op basis van de totale km/h gereden wordt nadat er ten gereden afstand en reisduur sinds minste 6 liter brandstof is getankt.
Pagina 174
Handige functies van uw auto Verstreken tijd (3) Digitale Snelheidsmeter • De verstreken tijd is de totale reis- duur sinds de verstreken tijd voor het laatst gereset werd. - Bereik (hh:mm): 00:00 ~ 99:59 • Om de verstreken tijd te resetten, druk langer dan 1 seconde op de [RESET] op het stuurwiel wanneer de verstreken tijd wordt weergege-...
Pagina 175
Tripmodi Instrumentenpaneel Type B boordcomputer voorziet Brandstofverbruik bestuurder via een display van infor- matie over de rit. • Gemiddeld Brandstofverbruik • Actueel Brandstofverbruik Informatie Bepaalde rij informatie die door de Cumulatieve informatie tripcomputer is opgeslagen (bijvoor- beeld de gemiddelde rijsnelheid) wordt •...
Pagina 176
Handige functies van uw auto Brandstofverbruik Handmatig resetten Actueel Brandstofverbruik (2) Om het gemiddelde brandstofver- De onmiddellijke brandstofbesparing bruik handmatig te wissen, druk lan- wordt tijdens het rijden volgens de ger dan 1 seconde op de [OK] knop staafgrafiek in het LCD-display weer- op het stuurwiel wanneer het gemid- gegeven.
Pagina 177
Display cumulatieve informatie Display Rij-info De cumulatieve ritinformatie loopt door als de motor draait (bijvoor- beeld als u in de file staat of wacht bij een verkeerslicht). Informatie Er moet minimaal 300 m met de auto gereden zijn nadat het contact AAN gezet is voordat het gemiddelde brandstofverbruik opnieuw wordt berekend.
Pagina 178
Handige functies van uw auto Digitale snelheidsmeter Temperatuur Transmissie Om de informatie handmatig te res- (indien van toepassing) etten, houdt u de knop OK ingedrukt tijdens het bekijken van de rij-infor- matie. De gereden afstand, het gemiddelde brandstofverbruik en de totale reisduur worden gelijktijdig gereset.
Pagina 179
VERLICHTING Exterieurverlichting Bediening verlichting OGB044023 OGB044024 Stand parkeerlicht ( Stand koplampen ( Als de lichtschakelaar in de stand Als de lichtschakelaar in de stand OGB044022 parkeerlicht staat, het parkeerlicht grootlicht staat, de koplampen, de Draai, om de verlichting te bedienen, (positie), de kentekenplaatverlichting kentekenplaatverlichting en de dash- de knop op het uiteinde van de com-...
Pagina 180
Handige functies van uw auto Grootlicht AANWIJZING • Bedek of mors niets op de sen- sor (1) op het dashboard. • Reinig de sensor niet met een ruitenreiniger. Deze laat een dunne laag achter op de sensor, waardoor deze niet meer goed werkt.
Pagina 181
High Beam Assist (HBA) 4. De High Beam Assist (HBA) wordt (indien van toepassing) ingeschakeld wanneer de rijsnel- heid hoger is dan 45 km/h. 5. De details van de werking met de lichtschakelaar terwijl de Groot- lichtassistent aan is, staan hieron- der.
Pagina 182
Handige functies van uw auto Waarschuwingslampje 4) Wanneer de lichtschakelaar in de OPMERKING stand koplampen wordt gezet, en -melding wordt de High Beam Assist (HBA) Het systeem werkt onder de vol- uitgeschakeld en blijft het dimlicht gende omstandigheden mogelijk onafgebroken branden. niet goed.
Pagina 183
• Wanneer de verlichting van een door een officiële HYUNDAI- • Wanneer er een verkeerslicht, tegemoetkomend voertuig of dealer. reflecterend bord, knipperlicht voorligger niet wordt gesignal- of spiegel aanwezig is.
Pagina 184
Handige functies van uw auto Richtingaanwijzers Impulsbediening richtingaanwijzers (Vervolg) bij rijstrookwisseling • Plaats geen voorwerpen op (indien van toepassing) het dashboard die licht reflec- Om de Impulsbediening van de teren, zoals spiegels, wit pa- Richtingaanwijzers bij Rijstrookwis- pier, enz. Het systeem werkt seling te activeren, beweegt u de mogelijk niet goed wanneer combischakelaar iets gedurende en...
Pagina 185
Mistlampen vóór Mistachterlicht AANWIJZING (indien van toepassing) De mistlampen gebruiken zeer veel stroom. Gebruik de mistlam- pen alleen bij slecht zicht. OLF044194L OGB044029 Auto met mistlampen vooraan De mistlampen dienen voor een Om de mistlampen achteraan aan te beter zicht en ter voorkoming van zetten: ongevallen onder omstandigheden Plaats de lichtschakelaar in de par-...
Pagina 186
Handige functies van uw auto Energiebesparingsfunctie Follow me home-functie (indien van toepassing) Deze functie voorkomt dat de accu ontladen raakt. Het systeem schakelt Als de sleutel uit het contactslot is automatisch de parkeerlichten uit verwijderd of in de stand ACC of wanneer de contactsleutel verwij- LOCK/OFF is geplaatst met de kop- derd wordt of zet dan de motor uit...
Pagina 187
Slim bochtenlicht Escort welcome-functie AANWIJZING (indien van toepassing) (indien van toepassing) Als de bestuurder de auto verlaat Wanneer je tijdens het rijden een Als de koplamp (lichtschakelaar in via een ander portier dan het hoek omdraait wordt, voor uw zicht de koplamp of AUTO stand) is inge- bestuurdersportier, werkt de ener- en veiligheid, het slim bochtenlicht...
Pagina 188
Handige functies van uw auto Dagrijverlichting (DRL) Koplampverstelling Hieronder staan voorbeelden van (indien van toepassing) een correcte afstelling. Stel bij een andere mate van belasting dan hier- Dagrijverlichting (DRL) kunnen onder vermeld de koplampen af vol- medeweggebruikers uw auto over- gens de situatie in het overzicht die dag beter zien, maar vooral in de zoveel mogelijk aansluit bij de actu-...
Pagina 189
Lichten aan de voorzijde Interieurverlichting Interieurverlichting vóór: De lampschakelaar in het voorste AANWIJZING compartiment activeert de voorste en achterste compartimentverlichting Laat de interieurverlichting niet te wanneer de schakelaar in elk van de lang branden als de motor niet drie posities hieronder aangegeven, draait of zal de accu ontladen wordt geplaatst: raken.
Pagina 190
Handige functies van uw auto Interieurverlichting tactslot in ACC-stand of AANWIJZING LOCK/OFF-stand staat, dan n Type A Laat de lampschakelaars niet aan blijven de voorste en achter- staan gedurende een langere ste lampen gedurende 20 periode wanneer de motor uitge- minuten branden.
Pagina 191
Bagageruimteverlichting Verlichting make-upspiegel (indien van toepassing) (indien van toepassing) OIB044017 OGC044056 De bagageruimteverlichting gaat Druk op de schakelaar om het lamp- branden zodra de achterklep geo- je AAN of UIT te schakelen. pend wordt. • : De verlichting wordt inge- schakeld.
Pagina 192
Handige functies van uw auto RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Voor Achter A : Snelheidsregelknop ruiten- B : Instelling lengte interval D : Achterruitenwisser en - wissers sproeier · MIST (V) – Éénmaal wissen · HI – Hoge wissersnelheid C : Sproeien en kort wissen ·...
Pagina 193
Ruitenwissers voor LO (1) : De ruitenwisser draait op Ruitensproeier voorruit een lagere snelheid. De werking is als volgt als het con- HI (2) : De ruitenwisser draait op een tact in stand ON staat. hogere snelheid. MIST (V) : Voor een enkele wiscy- clus, duw de hendel naar Informatie beneden en laat los.
Pagina 194
Handige functies van uw auto Achterruitenwisser en -sproeier WAARSCHUWING Als de buitentemperatuur zich onder het vriespunt bevindt, warm de voorruit ALTIJD op met behulp van de elektrische verwar- ming om te voorkomen dat de rui- tensproeiervloeistof bevriest op de voorruit en uw zicht belem- mert, wat kan leiden tot een onge- val en ernstig letsel of de dood.
Pagina 195
BESTUURDER HULPSYSTEEM Rear view monitor Wanneer het contact van de auto in WAARSCHUWING en uitgeschakeld wordt, zal de Rear (indien van toepassing) View Monitor ingeschakeld worden • Vertrouw nooit uitsluitend op wanneer de versnellingspook in R de Rear View Monitor wan- (Reverse) wordt gezet.
Pagina 196
Handige functies van uw auto Werking van de Parking Parking Distance Warning- WAARSCHUWING Distance Warning-systeem systeem (achteruit) (achteruit) • Kijk ALTIJD rond uw voertuig Werking om er zeker van te zijn dat er • Het systeem wordt ingeschakeld geen objecten of obstakels als de achteruitversnelling wordt aanwezig zijn die bij het weg- ingeschakeld en als de motor...
Pagina 197
Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren • Bij zware regenval of opspattend door een officiële HYUNDAI- water. dealer. • Bij de aanwezigheid van afstands bedieningen of mobiele telefoons de buurt van de sensor.
Pagina 198
Handige functies van uw auto • Als de sensor bedekt is met Informatie WAARSCHUWING sneeuw. Voorwerpen die kleiner zijn dan 30 • Alle apparaten of accessoires die Schade aan de auto en per- cm worden mogelijk niet of niet goed niet in de fabriek werden geïnstal- soonlijk letsel, ontstaan vanwe- geregistreerd.
Pagina 199
Werking van het Parking Parking Distance Warning- minder dan 100 cm of achter de auto Distance Warning-systeem minder dan 120 cm wordt. systeem (Achteruit/Vooruit) (achteruit/vooruit) (indien van toepassing) Dit is een aanvullend systeem dat werkt alleen in het gebied waar de n Voor parkeersensoren zijn geplaatst;...
Pagina 200
10 km/u (6 mph). tus van de objecten of sensoren. Als knippert het controlelampje, adviseren Druk op de toets van het Parking we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer . Distance Warningsysteem (achter- uit/vooruit) om het systeem in te •...
Pagina 201
Gevallen waarin het Parking • Als de sensor bedekt is met AANWIJZING Distance Warning-systeem sneeuw. Duw, kras of sla de sensor niet (achteruit/vooruit) niet werkt • Alle apparaten of accessoires die met harde voorwerpen aangezie niet in de fabriek werden geïnstal- Het Parking Distance Warning-sys- deze het oppervlakte van de sen- leerd, of als de bumperhoogte van...
Pagina 202
Handige functies van uw auto VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM Achterruitverwarming Ontwaseming TDruk op de toets in de ventilatie- (indien van toepassing) systeem om de achterruitverwarming in te schakelen. Het controlelampje AANWIJZING n Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend in de toets gaat branden wanneer de Gebruik om beschadiging van de achterruitverwarming ingeschakeld verwarmingsdraden te voorkomen...
Pagina 203
Handbediend Verwarmings- En Ventilatiesysteem (indien van toepassing) 1. Temperatuurregelknop 2. Aanjagerknop 3. Luchtcirculatietoets 4. Achterruitverwarming toets (indien van toepassing) 5. Toets A/C (Air conditioning) (indien van toepassing) 6. Luchttoevoertoets OGB044110 3-115...
Pagina 204
Handige functies van uw auto Verwarming en airconditioning 1. Start de motor. 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand. Voor een effectieve verwarming en koeling: - Verwarmen: - Koelen: 3. Stel de temperatuur in op de ge- wenste waarde. 4.
Pagina 205
Luchtcirculatie Stand Floor/Defrost Stand Face (B, D) (A, C, D) De meeste lucht stroomt naar de De lucht stroomt naar het bovenli- vloer en de voorruit een klein gedeel- chaam en het gezicht. Daarnaast te stroomt door de zijruitontwaseming kan iedere uitstroomopening versteld en de uitstroomopeningen opzij.
Pagina 206
Handige functies van uw auto Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets OGB044040 Uitstroomopeningen dashboard OIB044068 OGB044111 Met de hendel in de ventilatieroos- De temperatuur zal toenemen door Hiermee kan de stand buitenlucht of ters kunt u de richting van de lucht- de knop naar rechts te draaien. de stand recirculatie worden geko- stroom uit deze ventilatieroosters zen.
Pagina 207
Stand recirculatie Informatie WAARSCHUWING De lamp op de knop Kan de lucht in het passagierscompar- gaat branden als de • Voortgezet gebruik van de kli- timent extreem droog worden bij recirculatie is ingescha- maatregeling operatie in de langdurig gebruik van de airconditio- keld.
Pagina 208
Handige functies van uw auto Aanjagerschakelaar Airconditioning (A/C) Werking systeem (indien van toepassing) Ventilatie 1. Selecteer de gezichtsniveau modus. 2. Schakel de stand buitenlucht in met de luchttoevoertoets. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Pagina 209
(indien van toepassing) • Om te voorkomen dat stof of Uw auto werd gevuld met R-134a of onaangename geuren in het interi- HYUNDAI-airconditioningssystemen R-1234yf in overeenstemming met de eur van de auto terechtkomen, kan zijn gevuld met koudemiddel R-134a wetgeving in uw land ten tijde van de de schakelaar voor de luchttoevoer of R-1234yf.
Pagina 210
Wij raden aan dat de luchtfilter van de houden klimaatcontrole vervangen wordt door een officiële HYUNDAI-dealer. Als er onder ongunstige omstandig-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in een stoffige omgeving of op slechte wegen, moet het interieurfilter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
Pagina 211
Het is door daarvoor opge- le HYUNDAI-dealer als het systeem belangrijk dat het juiste type en leide en gecertificeer- niet normaal werkt. de exacte hoeveelheid olie en de technici.
Pagina 212
Handige functies van uw auto Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem (indien van toepassing) 1. Temperatuurregelknop 2. Aanjagerknop 3. Toets AUTO (automatische regeling) 4. Toets OFF 5. Luchtcirculatietoets 6. Toets voorruitontwaseming 7. Achterruitverwarming toets 8. Luchttoevoertoets 9. A/C (Air conditioning) Toets 10. LCD-display OGB044113 3-124...
Pagina 213
Automatische verwarming en Druk op een van de volgende toet- airconditioning sen om de automatische werking uit te schakelen: De Automatische Verwarmings- en - Luchtcirculatietoets. Ventilatiesysteem wordt bediend door eenvoudig de gewenste tempe- - Toets voorruitontwaseming (Druk ratuur in te stellen. de toets nogmaals in om de voor- ruitontwasemingsfunctie te dese- lecteren.
Pagina 214
Handige functies van uw auto Handmatig bediende verwar- 3. Stel de temperatuur in op de ming en airconditioning gewenste waarde. 4. Schakel de stand buitenlucht in Het verwarmings- en airconditio- met de luchttoevoertoets. nings-systeem kan ook handmatig geregeld worden met drukknoppen 5.
Pagina 215
Luchtcirculatie OGB044114 De luchtcirculatietoets regelt de cir- culatie van de lucht door het ventila- tiesysteem. OGB048039 3-127...
Pagina 216
Handige functies van uw auto Stand Face (B, D) Stand Defrost (A, D) De lucht stroomt naar het bovenli- Het grootste deel van de luchtstroom chaam en het gezicht. Daarnaast wordt naar de voorruit geleid. kan iedere uitstroomopening versteld worden om de richting van de lucht- Daarnaast kunt u 2~3 standen gelijk- stroom te wijzigen.
Pagina 217
Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets OGB044040 Uitstroomopeningen dashboard OGB044132 OGB044116 Met de hendel in de ventilatieroos- De temperatuur zal toenemen in op Hiermee kan de stand buitenlucht of ters kunt u de richting van de lucht- maximum (HI) door de knop naar de stand recirculatie worden geko- stroom uit deze ventilatieroosters rechts te draaien.
Pagina 218
Handige functies van uw auto Stand recirculatie Informatie WAARSCHUWING De lamp op de knop Kan de lucht in het passagierscompar- gaat branden als de • Voortgezet gebruik van de kli- timent extreem droog worden bij recirculatie is ingescha- maatregeling operatie in de langdurig gebruik van de airconditio- keld.
Pagina 219
Aanjagerschakelaar Airconditioning Stand OFF OGB044130 OGB044131 OGB044117 Draai de knop naar rechts om de Druk op de A/C-knop om het sys- Druk op toets OFF om de aircondi- ventilatorsnelheid en de luchtstroom teem handmatig aan en uit te zetten tioning uit te schakelen. Het is nog te verhogen.
Pagina 220
Tips voor het gebruik Airconditioning (indien van toepassing) • Om te voorkomen dat stof of Ventilatie onaangename geuren in het interi- HYUNDAI-airconditioningssystemen 1. Selecteer de gezichtsniveau eur van de auto terechtkomen, kan zijn gevuld met koudemiddel R-134a modus. of R-1234yf.
Pagina 221
• Als u de airconditioning overmatig een officiële HYUNDAI-dealer. Als er laat werken, kan het verschil in Blijf de aanjager gebruiken en onder ongunstige omstandig-heden temperatuur tussen de buitenlucht...
Pagina 222
HYUNDAI-dealer als het systeem Het is belangrijk dat het juiste leide en gecertificeer- niet normaal werkt. type en de exacte hoeveelheid de technici.
Pagina 223
Verwarmings- en ventilatiesys- Voorruit ontdooien en • Draai de temperatuurknop volledig teem, handbediend naar rechts (maximaal verwarmen) ontwasemen en zet de aanjagerknop op de hoogste snelheid om maximaal te WAARSCHUWING ontdooien. • Zet de knop voor de luchtcirculatie Gebruik de standen in stand verwarmen/ontwasemen, niet in combinatie met koelen wanneer tijdens het ontdooien of...
Pagina 224
Handige functies van uw auto Automatisch verwarmings- en Als de airconditioning en de stand ventilatiesysteem buitenlucht en hogere aanjagersnel- heid niet automatisch worden inge- schakeld, druk dan op de desbe- treffende toetsen. Als stand geselecteerd wordt, wordt de aanjagersnelheid automa- tisch verhoogd.
Pagina 225
Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch ontdampingssys- Dit controlelampje licht op teem (indien van toepassing) wanneer ontdam- pingssysteem vocht regis- treert aan de binnenkant van de voorruit en begint te werken. Wanneer er meer vocht in de auto aanwezig is, werken de hogere stap- pen als volgt.
Pagina 226
Handige functies van uw auto Zuivere lucht Als uw auto is uitgerust met het auto- Informatie (indien van toepassing) matisch ontdampingssysteem, dan Wanneer de A/C off handmatig gese- wordt dit automatisch geactiveerd lecteerd is, terwijl het automatisch wanneer aan de voorwaarden is vol- ontdampingssysteem ingeschakeld is, daan.
Pagina 227
OPBERGVAK Opbergvak middenconsole Dashboardkastje WAARSCHUWING Brandbare materialen Bewaar geen aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen in de auto. Deze kun- nen ontploffen of vlam vatten wanneer de auto gedurende lange tijd blootgesteld staat aan hoge temperaturen. WAARSCHUWING OGB044136 OGB074002 Trek de hendel omhoog om het op- Het dashboardkastje gaat automa- Houd ALTIJD de deksels van de...
Pagina 228
Handige functies van uw auto Opbergvak voor zonnebril Bagageruimtebox (indien van WAARSCHUWING (indien van toepassing) toepassing) • Bewaar geen andere voorwer- pen dan een zonnebril in het opbergvak. Andere voorwer- pen kunnen bij een aanrijding of een noodstop uit het op- bergvak worden geslingerd, waardoor de inzittenden letsel kunnen oplopen.
Pagina 229
OVERIGE VOORZIENINGEN Digitale klok (indien van toepassing) WAARSCHUWING Probeer nooit de klok tijdens het rijden te verstellen. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen waardoor ongevallen en letsel veroor- zaakt kunnen worden. OGB048043 OIB044038 Type A Type B Om de tijd in te stellen:...
Pagina 230
We adviseren u vervangende onder- voorkomen, de aansteker met de delen te gebruiken die geleverd zijn hand wanneer deze niet binnen door een officiële HYUNDAI-dealer. 30 seconden naar buiten springt. • Steek geen vreemde voorwer- pen in de fitting van de aanste- ker.
Pagina 231
Asbak (indien van toepassing) Bekerhouder (Vervolg) Het verbranden van de bestu- urder kan voor controleverlies over de auto zorgen met een ongeval als gevolg. • Plaats geen onbedekte of onbeveiligde bekers, flessen, blikjes, etc., in de bekerhou- der die hete vloeistof bevat- ten, terwijl de wagen in bewe- ging is.
Pagina 232
Handige functies van uw auto Zonneklep Smartphone-dockingstation AANWIJZING (indien van toepassing) • Houd uw drankjes gesloten tij- De grootte van de smartphone die in dens het rijden om zo het mor- smartphone dockingstation sen van uw drankje te voorko- geplaatst mag worden, is beperkt men.
Pagina 233
Aansluiting (Vervolg) AANWIJZING (indien van toepassing) • Sommige elektronische appara- Om schade aan de aansluiting te ten die op de 12 Vaansluiting voorkomen: worden aangesloten, kunnen • Gebruik de 12 V-aansluiting storingen veroorzaken. De pro- alleen als de motor draait en ver- blemen kunnen variëren van een wijder de plug van het apparaat slechte radio-ontvangst tot sto-...
Pagina 234
Handige functies van uw auto USB-lader • Een smartphone of een tablet-pc Kledinghaak wordt mogelijk warmer tijdens het (indien van toepassing) (indien van toepassing) oplaadproces. Dit duidt niet op een eventuele storing met het oplaad- systeem. • Een smartphone of een tablet-pc, die een andere oplaadmethode gebruikt, kan mogelijk niet correct opgeladen zijn.
Pagina 235
BELANGRIJK - Uw auto is aan bestuurderszijde uitgerust met bevestigingspunten voor een degelijke bevestiging van de vloermat. Om te voorkomen dat de vloermat de bediening van de pedalen belemmert, adviseert HYUNDAI vloermatten HYUNDAI te plaatsen die ontwor- pen zijn voor gebruik in uw auto. 3-147...
Pagina 236
Zorg ervoor dat het bagagenet stevig vastgemaakt is aan de houders in de bagageruimte. Indien nodig adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer om een bagage- net. 3-148...
Pagina 237
WAARSCHUWING • Plaats niets op de afdek- scherm bagageruimte. Der- gelijke voorwerpen kunnen bij een ongeval of remmen door de auto geslingerd worden en inzittenden verwonden. • Laat tijdens het rijden nie- mand in de bagageruimte zit- ten. Deze is alleen bedoeld voor bagage.
Pagina 238
Handige functies van uw auto EXTERIEUR Roof rack AANWIJZING (Vervolg) (indien van toepassing) • • Neem de juiste voorzorgsmaat- Het zwaartepunt van de auto regelen om te voorkomen dat ligt hoger als er zich lading op lading op het roof rack het dak het roof rack bevindt.
Pagina 239
Multimediasysteem Multimediasysteem............4-3 Bluetooth ..............4-27 ® AUX-, USB- en iPod -aansluiting .........4-3 Verbinding maken met Bluetooth-apparaten .....4-27 Antenne................4-4 Gebruik van een Bluetoothaudioapparaat....4-30 Audiobediening op stuurwiel..........4-5 Gebruik van een Bluetoothtelefoon ......4-32 Audio / Video / Navigatiesysteem (AVN).......4-6 Setup (Instellen)............4-37 Bluetooth ® Wireless Technology handsfree ....4-6 Display ................4-37 Uitleg werking autoradio ..........4-7 Geluid................4-37...
Pagina 240
Radio.................4-49 Systeemstatusiconen..........4-71 De radio inschakelen .............4-49 Specificaties audiosysteem........4-72 De radiomodus wijzigen..........4-49 USB .................4-72 Scannen voor beschikbare radiozenders .....4-50 Bluetooth.................4-73 Zoeken voor radiozenders ..........4-50 Handelsmerken............4-74 Radiozenders opslaan............4-50 Verklaring van conformiteit........4-75 Luisteren naar opgeslagen radiozenders.....4-50 CE RED voor de EU............4-75 Mediaspeler..............4-51 Gebruik van de mediaspeler.........4-51 Gebruik van de USB-modus.........4-52 Gebruik van de iPod-modus.........4-54 Gebruik van de AUX-modus ........4-57...
Pagina 241
MULTIMEDIASYSTEEM AUX-, USB- en AANWIJZING Informatie iPod ® -aansluiting • Als u achteraf een HID-koplamp Als er een draagbaar audioapparaat monteert, treden er mogelijk sto- op de elektrische aansluiting wordt ringen op in het audiosysteem aangesloten, is er tijdens het afspelen en de elektronische onderdelen mogelijk ruis hoorbaar.
Pagina 242
• Vewijder de antenne voor het Hyundai-dealer. wassen van de auto in een auto- matische carwash, anders kan er schade ontstaan. • Bij het terugplaatsen van de...
Pagina 243
Audiobediening op stuurwiel Radiomodus VOLUME ( ) (1) (indien van toepassing) Werkt als PRESET STATION SE- • Beweeg de VOLUME-schakelaar LECT toets. omhoog om het volume te verho- gen. CDP modus • Beweeg de VOLUME-schakelaar Werkt als TRACK UP/DOWN-toets. omlaag om het volume te verlagen. MODE ( ) schakelaar (3) SEEK/PRESET (...
Pagina 244
Multimediasysteem Bluetooth ® Audio / Video / Wireless Technology (1) Bel / beantwoord-knop Navigatiesysteem (AVN) hands-free (2) Toets gesprek beëindigen (indien van toepassing) (indien van toepassing) (3) Microfoon Gedetailleerde informatie over het AVN-systeem kunt u vinden in een • Audio: Zie "AUDIO" in dit hoofdstuk apart bijgeleverd instructieboekje.
Pagina 245
De werking van een autoradio Dit kan worden veroorzaakt door bij- AM-ontvangst voorbeeld de afstand tot het radio- FM-ontvangst IONOSPHERE station, andere krachtige stations of IONOSPHERE de aanwezigheid van gebouwen, bruggen of grotere obstakels in het desbetreffende gebied. JBM002 In het algemeen is de ontvangst van JBM001 AM signalen beter dan van FM sig- AM en FM radiosignalen worden...
Pagina 246
Multimediasysteem FM radiostation Station 2 Station 2 88.3 Mhz 88.1 Mhz Bergen Onbelemmerd Gebouwen gebied Ijzeren bruggen JBM003 JBM004 JBM005 FM signalen worden met een hoge • Vervorming - Tijdens het rijden kan • Radiostation wisselen - Bij het frequentie uitgezonden en volgen de afstand ten opzichte van het zwakker worden van het FM signaal hierbij...
Pagina 247
AUDIO (ZONDER TOUCHSCREEN) Systeemindeling - bedieningspaneel n Type A n Type B (1) Toets RADIO (3) DISP (5) Toets POWER/knop VOL • Indrukken om de radio in te schakelen. • Het display in- of uitschakelen. • Indrukken om het systeem in of uit te Tijdens het luisteren naar de radio, schakelen.
Pagina 248
Multimediasysteem n Type A n Type B (6) Toets MENU (9) Toets FOLDER (11) Knop TUNE/FILE/ENTER • Druk op de knop om naar het menu- • In de USB-modus, drukt u op de knop • Tijdens het luisteren naar de radio, scherm voor de huidige modus te gaan.
Pagina 249
n Type C n Type D (Met Bluetooth ® Wireless Technology) (1) Toets RADIO (3) Toets PHONE (4) Toets SEEK/TRACK • Indrukken om de radio in te schakelen. • Druk op de knop om het verbinden van • Wijzig de zender/nummer/bestand (uit- Tijdens het luisteren naar de radio, een mobiele telefoon via Bluetooth te gezonderd voor de AUX-modus).
Pagina 250
Multimediasysteem n Type C n Type D (Met Bluetooth ® Wireless Technology) (6) Toets MENU (9) Toets FOLDER (11) Knop TUNE/FILE/ENTER • Druk op de knop om naar het menu- • In de USB-modus, drukt u op de knop • Tijdens het luisteren naar de radio, scherm voor de huidige modus te gaan.
Pagina 251
Systeemindeling - (1) Toets MODE (4) Toets MUTE Audiobediening op stuurwiel • Druk op de knop om het systeem • Druk op de knop om te schakelen te dempen of op te heffen. tussen radio- en mediamodi. • Tijdens een telefoongesprek in- •...
Pagina 252
Multimediasysteem WAARSCHUWING WAARSCHUWING (Vervolg) - Over rijden - Over het omgaan met het systeem • Kijk niet tijdens het rijden naar het scherm. Rijden ter- • Bedien het systeem niet tij- • Demonteer het systeem niet en wijl u wordt afgeleid, kan lei- dens het rijden.
Pagina 253
AANWIJZING Informatie Informatie - Over het bedienen van het - Over het omgaan met het • Als u problemen ondervindt met systeem systeem het systeem, neemt dan contact op met het verkooppunt of de • Gebruik het systeem terwijl de mo- •...
Pagina 254
Multimediasysteem Het systeem in- of Het display in- of uitschakelen WAARSCHUWING uitschakelen Om verblinding te voorkomen, kunt u Start de motor om de radio in te het scherm uitschakelen. Het scherm • Sommige functies kunnen om schakelen. kan alleen worden uitgeschakeld als veiligheidsredenen worden het systeem is ingeschakeld.
Pagina 255
De instellingen wijzigen Het leren kennen van de Ongenummerde items basishandelingen Draai de knop [TUNE] om het Draai aan de knop [TUNE] om de gewenste item te selecteren en druk waarde aan te passen en druk ver- U kunt een item selecteren of de vervolgens de knop in.
Pagina 256
Multimediasysteem RADIO De radio inschakelen • Presets: Weergave van de voor- Scannen voor beschikbare keuzelijst. radiozenders 1. Op het bedieningspaneel, drukt u • Automatisch opslaan: Radiozen- op de gewenste [RADIO] toets. U kunt een paar seconden naar elke ders opslaan in de voorkeuzelijst. radiozender luisteren om de ont- 2.
Pagina 257
De automatische opslagfunctie Zoeken voor radiozenders Radiozenders opslaan gebruiken Om naar de vorige of volgende U kunt uw favoriete radiozenders U kunt naar radiozenders in uw regio beschikbare radiozender te zoeken, opslaan en ernaar luisteren door ze ∨ zoeken waar een sterk signaal aan- drukt u op de knop [ SEEK/TRACK te selecteren uit de lijst met voorkeu-...
Pagina 258
Multimediasysteem MEDIASPELER Using the mediaspeler (Vervolg) AANWIJZING • Verbind een smartphone of een U kunt muziek afspelen die is opge- • Wanneer u een Apple-apparaat MP3-apparaat niet simultaan met slagen op verschillende media- verbindt, start het afspelen niet het systeem via meerdere metho- opslagapparaten, zoals USB-opslag- automatisch.
Pagina 259
Herstarten van het huidige Gebruik van de USB-modus afspelen U kunt mediabestanden afspelen die ∨ Druk de toets [ SEEK/TRACK] op zijn opgeslagen op draagbare appa- het bedieningspaneel ingedrukt. raten, zoals USB-opslagapparaten en MP3-spelers. Controleer compa- • U kunt ook de omlaagschakelaar tibele USB-opslagapparaten op het stuurwiel indrukken.
Pagina 260
Multimediasysteem Herhaaldelijk afspelen AANWIJZING Informatie Op het bedieningspaneel, drukt u op • Gebruik geen verlengkabel wan- • Start de motor van uw voertuig de gewenste [1 RPT] toets. De neer u een USB-opslagapparaat voordat u een USB-apparaat met modus herhaald afspelen verandert verbindt.
Pagina 261
(Vervolg) Gebruik van de iPod-modus • Sommige USB-apparaten zijn U kunt luisteren naar muziek die is mogelijk niet compatibel met uw opgeslagen op uw Apple-apparaten, systeem. zoals een iPod of een iPhone. • Afhankelijk van het type, de ca- 1. Verbind uw Apple-apparaat met paciteit of het bestandsformaat de USB-poort in uw voertuig met van het USB-apparaat, kan de...
Pagina 262
Multimediasysteem Terugspoelen/Vooruitspoelen AANWIJZING Informatie ∨ ∧ Houd de toets [ SEEK/TRACK Op het bedieningspaneel, draai • Zorg ervoor dat u de motor start op het bedieningspaneel ingedrukt. aan de knop [BESTAND] om het voordat u apparaten met het sys- • U kunt ook op de hendel Omhoog/ gewenste liedje te zoeken en druk teem verbindt.
Pagina 263
Opmerkingen over het verbinden • Wanneer uw apparaat tegelijkertijd Opmerkingen over het afspelen van is verbonden op de USB-poort en van Apple-apparaten Apple-apparaten de AUX-poort, wordt dit herkend in • Zorg ervoor dat iOS en firmware • Afhankelijk van het model wordt de AUX-modus.
Pagina 264
Multimediasysteem • Dupliceer een liedje niet in meer- Gebruik van de AUX-modus Druk op de knop [MENU] op het dere mappen. Eén liedje opgesla- bedieningspaneel voor toegang tot U kunt naar audio luisteren via de gen in me-erdere mappen kan een de volgende menuoptie: luidsprekers van uw voertuig door fout veroorzaken met zoek- en...
Pagina 265
BLUETOOTH (INDIEN VAN TOEPASSING) Verbinding maken met (Vervolg) AANWIJZING Bluetooth-apparaten • Als de Bluetooth-verbinding niet • Op uw systeem kunt u alleen de stabiel is, volgt u deze stappen Bluetooth is een draadloze netwerk- functies Bluetooth Handsfree en om het opnieuw te proberen. technologie met een kort bereik.
Pagina 266
Multimediasysteem Apparaten koppelen met uw • Als u prioriteit verleent aan het systeem Bluetooth-apparaat, automatisch verbonden worden Voor Bluetooth-aansluitingen, kop- met het systeem wanneer u het pelt u eerst uw apparaat met uw sys- systeem inschakelt. teem om het toe te voegen aan de lijst met Bluetooth-apparaten van het AANWIJZING systeem.
Pagina 267
Verbinding maken met een (Vervolg) AANWIJZING gekoppeld apparaat • Om een nieuw apparaat te regis- • Als een verbinding eindigt omdat treren, herhaalen de stappen 1 Om een Bluetooth-apparaat op uw een apparaat buiten het verbin- tot en met 4. systeem te gebruiken, verbindt u het dingsbereik is of als er een appa- gekoppelde apparaat op het sys-...
Pagina 268
Multimediasysteem Gekoppelde apparaten Afspelen Pauzeren/Hervatten Gebruik van een verwijderen Bluetoothaudioapparaat Om het afspelen te pauzeren, drukt Als u niet langer wilt dat een u op de knop [TUNE] op het bedie- U kunt via de luidsprekers van uw Bluetooth-apparaat wordt gekoppeld ningspaneel.
Pagina 269
Herhaaldelijk afspelen (Vervolg) AANWIJZING • Als u een oproep ontvangt of Op het bedieningspaneel, drukt u op • Afhankelijk van het verbonden zelf belt terwijl er Bluetooth- de gewenste [1 RPT] toets. De Bluetooth-apparaat, mobiele audio wordt afgespeeld, kan het modus herhaald afspelen verandert telefoon of de muziekspeler die gesprek worden verstoord door...
Pagina 270
Multimediasysteem Bellen Gebruik van een AANWIJZING Bluetoothtelefoon Als uw mobiele telefoon met het sys- • U heeft geen toegang tot het U kunt Bluetooth gebruiken om teem is verbonden, kunt u een telefoonscherm als er geen ver- handsfree over de telefoon te praten. gesprek aangaan door een naam uit bonden mobiele telefoon is.
Pagina 271
3. Selecteer een telefoonnummer. Gebruik van de lijst met favorieten AANWIJZING 1. Vanop het telefoonscherm draait u • Om een telefoonnummer uit uw • U kunt tot maximaal 20 favorie- favorietenlijst te selecteren, se- aan de knop [TUNE] op het bedie- ten registreren voor elk appa- lecteert u Favorieten.
Pagina 272
Multimediasysteem Gebruik van uw oproepgeschiedenis Gebruik van de lijst met contacten AANWIJZING 1. Vanop het telefoonscherm draait u 1. Vanop het telefoonscherm draait u • De downloadfunctie wordt door aan de knop [TUNE] op het bedie- aan de knop [TUNE] op het bedie- sommige mobiele telefoons mo- ningspaneel Oproepge-...
Pagina 273
Oproepen beantwoorden (Vervolg) AANWIJZING • Toestemming is vereist om uw Wanneer een oproep binnenkomt, • Contactpersonen kunnen alleen Contactpersonen vanuit verschijnt een pop-upvenster met worden bekeken als het Blue- mobiele telefoon te downloaden. meldingen inkomende tooth-apparaat is verbonden. Wanneer u probeert gegevens te oproep op het systeemscherm.
Pagina 274
Multimediasysteem Gebruik van opties tijdens een • Volume Microfoon (Uitgangsvolu- AANWIJZING telefoongesprek me): Pas het microfoonvolume aan • Afhankelijk van het type mobiele of schakel de microfoon uit zodat de Tijdens een gesprek zult u het telefoon wordt afwijzing van andere partij u niet kan horen.
Pagina 275
SETUP Display Geluid AANWIJZING U kunt de instellingen met betrekking U kunt de instellingen met betrekking De tekst-scrollfunctie (indien uit- tot het display van het systeem wijzi- tot geluiden wijzigen, zoals de locatie gerust) is alleen beschikbaar in de gen. waar het geluid wordt geconcen- volgende situatie: treerd en het uitvoerniveau voor elk...
Pagina 276
Multimediasysteem • Display (Aan/uit-knop Off): Stel Taal AANWIJZING de klok in die moet worden weer- U kunt de taal van het display wijzi- • Afhankelijk van de voertuigmo- gegeven wanneer het systeem is gen. dellen of specificaties, kunnen uitgeschakeld. de beschikbare opties variëren. 1.
Pagina 277
SYSTEEMSTATUS PICTOGRAMMEN Bluetooth Statuspictogrammen verschijnen AANWIJZING aan de bovenkant van het scherm Icoon Beschrijving • Het batterijniveau weergegeven om de huidige systeemstatus weer op het scherm kan afwijken van te geven. Batterijniveau van het verbonden het batterijniveau dat wordt Bluetooth-apparaat Maak uzelf vertrouwd met de status- weergegeven op het verbonden pictogrammen die verschijnen wan-...
Pagina 278
Multimediasysteem AUDIOSYSTEEM SPECIFICATIES • Bits Per Sample AANWIJZING - WAV (PCM(Stereo)): 24 bit Ondersteunde audio-indelingen • Bestanden die niet in een onder- - WAV (IMA ADPCM): 4 bit steund formaat zijn, worden • Audiobestand specificaties mogelijk niet herkend of afge- - WAV (MS ADPCM): 4 bit - WAVeform-audioformaat speeld, of informatie over hen,...
Pagina 279
Ondersteunde USB-opslagappa- (Vervolg) raten • Als een toepassingsprogramma op een USB-opslagapparaat is • Byte/Sector: 64 kbyte of minder geladen, worden de bijbehoren- • Formaatsysteem: FAT12 / 16/32 de mediabestanden mogelijk (aanbevolen) niet afgespeeld. • Maximale apparaatgrootte: 32 GB • Gebruik USB 2.0-apparaten voor betere compatibiliteit.
Pagina 280
Multimediasysteem AUDIO (Zonder Touchscreen) Systeemindeling - bedieningspaneel n Type E (Met Bluetooth ® Wireless Technology) (1) Toets RADIO (3) Toets PHONE • Tijdens het afspelen van media, druk en houd de knop ingedrukt om terug- of • Indrukken om de radio in te schakelen. •...
Pagina 281
n Type E (Met Bluetooth ® Wireless Technology) (7) Toets MENU (10) Toets PRESET (12) Knop TUNE/FILE/ENTER • Druk op de knop om naar het menu- • Tijdens het luisteren naar de radio, • Tijdens het luisteren naar de radio, scherm voor de huidige modus te gaan.
Pagina 282
Multimediasysteem Systeemindeling - (2) Toets MODE (5) Toets bellen/beantwoorden Audiobediening op stuurwiel • Druk op de knop om te schakelen • Druk op de knop om het verbinden tussen radio- en mediamodi. van een mobiele telefoon via Bluetooth te starten. (3) Volumeschakelaar •...
Pagina 283
WAARSCHUWING WAARSCHUWING (Vervolg) - Over rijden - Over het omgaan met het systeem • Kijk niet tijdens het rijden naar het scherm. Rijden ter- • Bedien het systeem niet tij- • Demonteer het systeem niet wijl u wordt afgeleid, kan lei- dens het rijden.
Pagina 284
Multimediasysteem AANWIJZING Informatie Informatie - Over het bedienen van het - Over het omgaan met het • Als u problemen ondervindt met systeem systeem het systeem, neemt dan contact op met het verkooppunt of de • Gebruik het systeem terwijl de •...
Pagina 285
Het systeem in- of Het display in- of uitschakelen WAARSCHUWING uitschakelen Om verblinding te voorkomen, kunt u Start de motor om de radio in te scherm uitschakelen. • Sommige functies kunnen om schakelen. scherm kan alleen worden uitge- veiligheidsredenen worden schakeld als het systeem is inge- •...
Pagina 286
Multimediasysteem De instellingen wijzigen Het leren kennen van de Ongenummerde items basishandelingen Draai de knop [TUNE] om het Draai aan de knop [TUNE] om de gewenste item te selecteren en druk waarde aan te passen en druk ver- U kunt een item selecteren of de vervolgens de knop in.
Pagina 287
RADIO De radio inschakelen • Scan: Het systeem zoekt naar ra- • Verkeersinformatie (TA - Traffic diozenders met sterke radiosigna- Announcement): Activeren of Op het bedieningspaneel, drukt u op len en speelt elke radiozender ge- deactiveren van verkeersberich- de gewenste [RADIO] toets. durende ongeveer vijf seconden af.
Pagina 288
Multimediasysteem Scannen voor beschikbare Zoeken voor radiozenders AANWIJZING radiozenders Om naar de vorige of volgende • U kunt tot maximaal 36 radio- beschikbare radiozender te zoeken, U kunt een paar seconden naar elke zenders opslaan. ∨ drukt u op de knop [ SEEK/TRACK radiozender luisteren om de ont- •...
Pagina 289
MEDIASPELER Using the mediaspeler (Vervolg) AANWIJZING • Wanneer de equalizerfunctie U kunt muziek afspelen die is opge- • Wanneer u een Apple-apparaat van het verbonden apparaat en slagen op verschillende media- verbindt, start het afspelen niet de Equalizer (Toon) -instellingen opslagapparaten, zoals USB-opslag- automatisch.
Pagina 290
Multimediasysteem Terugspoelen/Vooruitspoelen Gebruik van de USB-modus ∨ ∧ Houd de toets [ SEEK/TRACK U kunt mediabestanden afspelen die op het bedieningspaneel ingedrukt. zijn opgeslagen op draagbare appa- raten, zoals USB-opslagapparaten • U kunt ook op de hendel Omhoog/ en MP3-spelers. Controleer compati- Omlaag op het stuurwiel drukken en hem ingedrukt houden.
Pagina 291
In willekeurige volgorde AANWIJZING Informatie afspelen • Draai de knop [FILE] op het • Start de motor van uw voertuig Op het bedieningspaneel, drukt u op bedieningspaneel voordat u een USB-apparaat met de gewenste [2] toets. De modus wil- gewenste muziekstuk te vinden uw systeem verbindt.
Pagina 292
Multimediasysteem (Vervolg) AANWIJZING • Sommige USB-apparaten zijn • Gebruik geen verlengkabel wan- mogelijk niet compatibel met uw neer u een USB-opslagapparaat systeem. verbindt. Verbind het rechtst- • Afhankelijk van het type, de ca- reeks met de USB-poort. Als u paciteit of het bestandsformaat een USB-hub of verlengkabel van het USB-apparaat, kan de gebruikt, wordt het apparaat...
Pagina 293
Terugspoelen/Vooruitspoelen Zoeken naar muziekbestanden AANWIJZING in een bestandslijst ∨ ∧ Houd de toets [ SEEK/TRACK • Draai de knop [FILE] op het be- 1. Druk op de toets [3] op het bedie- op het bedieningspaneel ingedrukt. dieningspaneel om het gewenste ningspaneel om List (Lijst) te se- •...
Pagina 294
Multimediasysteem Opmerkingen over het verbinden • Wanneer uw apparaat tegelijkertijd Opmerkingen over het afspelen van is verbonden op de USB-poort en van Apple-apparaten Apple-apparaten de AUX-poort, wordt dit herkend in • Afhankelijk van het model wordt • Zorg ervoor dat iOS en firmware de AUX-modus.
Pagina 295
• Dupliceer een liedje niet in meer- Gebruik van de AUX-modus • Geluidsinstellingen: Aanpassen dere mappen. Eén liedje opgesla- van de geluidsinstellingen van het U kunt naar audio luisteren via de gen in meerdere mappen kan een systeem. luidsprekers van uw voertuig door fout veroorzaken met zoek- en externe apparaten te verbinden, AANWIJZING...
Pagina 296
Multimediasysteem BLUETOOTH Verbinding maken met (Vervolg) AANWIJZING Bluetooth-apparaten • Als de Bluetooth-verbinding niet • Op uw systeem kunt u alleen de stabiel is, volgt u deze stappen Bluetooth is een draadloze netwerk- functies Bluetooth Handsfree en om het opnieuw te proberen. technologie met een kort bereik.
Pagina 297
Apparaten koppelen met uw 4. Kies of u het Bluetooth-apparaat systeem al dan niet met uw systeem wilt verbinden voordat u andere appa- Voor Bluetooth-aansluitingen, kop- raten gebruikt. pelt u eerst uw apparaat met uw sys- • Als u prioriteit verleent aan het teem om het toe te voegen aan de Bluetooth-apparaat, lijst met Bluetooth-apparaten van het...
Pagina 298
Multimediasysteem Verbinding maken met een (Vervolg) AANWIJZING gekoppeld apparaat • U kunt de toestemminginstellin- • Als een verbinding eindigt om- gen wijzigen via het Bluetooth- Om een Bluetooth-apparaat op uw dat een apparaat buiten het ver- instellingenmenu van de mobie- systeem te gebruiken, verbindt u het bindingsbereik is of als er een le telefoon.
Pagina 299
De verbinding met een apparaat Gekoppelde apparaten Gebruik van een verbreken verwijderen Bluetoothaudioapparaat Als u het gebruik van een Bluetooth- Als u niet langer wilt dat een U kunt via de luidsprekers van uw apparaat wilt stoppen of een ander Bluetooth-apparaat wordt gekoppeld voertuig naar muziek luisteren die is apparaat wilt verbinden, koppelt u...
Pagina 300
Multimediasysteem Afspelen van het vorige of Herhaaldelijk afspelen Druk op de knop [MENU] op het volgende liedje bedieningspaneel voor toegang tot Op het bedieningspaneel, drukt u op de volgende menuoptie: Om het vorige liedje af te spelen, de gewenste [1] toets. De modus ∨...
Pagina 301
(Vervolg) Gebruik van een AANWIJZING Bluetoothtelefoon • Als u een oproep ontvangt of • Afhankelijk van het verbonden zelf belt terwijl er Bluetooth- U kunt Bluetooth gebruiken om handsf- Bluetooth-apparaat, mobiele audio wordt afgespeeld, kan het ree over de telefoon te praten. Bekijk telefoon of de muziekspeler die gesprek worden verstoord door oproepinformatie op het systeem-...
Pagina 302
Multimediasysteem Bellen 3. Selecteer een telefoonnummer. AANWIJZING • Om een telefoonnummer uit uw Als uw mobiele telefoon met het sys- • U heeft geen toegang tot het favorietenlijst selecteren, teem is verbonden, kunt u een telefoonscherm als er geen ver- selecteert u Favorieten.
Pagina 303
Gebruik van de lijst met favorieten Gebruik van uw oproepgeschiedenis AANWIJZING 1 Vanuit het telefoonscherm, drukt u 1. Vanuit het telefoonscherm, drukt u • U kunt tot maximaal 20 favorie- op de knop [1] om Favorieten te op de knop [2] om Oproepge- ten registreren voor elk appa- selecteren.
Pagina 304
Multimediasysteem Gebruik van de lijst met contacten AANWIJZING AANWIJZING 1. Vanuit het telefoonscherm, drukt u • De downloadfunctie wordt door • Contactpersonen kunnen alleen op de knop [3] om Contactper- sommige mobiele telefoons worden gedownload vanuit het sonen te selecteren. mogelijk niet ondersteund.
Pagina 305
Oproepen beantwoorden (Vervolg) AANWIJZING • Speciale tekens en cijfers die in Wanneer een oproep binnenkomt, • Afhankelijk van het type mobiele de naam van de contactpersoon verschijnt een pop-upvenster met telefoon wordt afwijzing van worden gebruikt, worden mogelijk meldingen inkomende oproepen mogelijk niet onder- niet correct weergegeven.
Pagina 306
Multimediasysteem Gebruik van opties tijdens een Druk op de knop [MENU] op het (Vervolg) telefoongesprek bedieningspaneel voor toegang tot • Afhankelijk van het type mobiele de volgende menuoptie: Tijdens een gesprek zult u het telefoon, kan de kwaliteit van oproepscherm dat hieronder wordt het telefoongesprek verschillen.
Pagina 307
SETUP Display Geluid AANWIJZING U kunt de instellingen met betrekking U kunt de instellingen met betrekking • Afhankelijk van de voertuigmo- tot geluiden wijzigen, zoals de locatie tot het display van het systeem wijzi- dellen of specificaties, kunnen waar het geluid wordt geconcentreerd gen.
Pagina 308
Multimediasysteem Bluetooth AANWIJZING U kunt de instellingen voor Blue- • Als er geen Bluetooth-apparaat tooth-verbindingen wijzigen. is verbonden, is het menu Contactpersonen Bijwerken uit- Druk op de toets [SETUP/CLOCK] u [4] op het bedieningspaneel om geschakeld. Bluetooth te selecteren. • Als de systeemtaal is geselec- teerd voor Slowaaks of Hon- •...
Pagina 309
SYSTEEMSTATUS PICTOGRAMMEN Bluetooth Signaalsterkte Statuspictogrammen verschijnen aan de bovenkant van het scherm Icoon Beschrijving Icoon Beschrijving om de huidige systeemstatus weer te geven. Batterijniveau van het verbonden Signaalsterkte van de mobiele tele- Bluetooth-apparaat foon verbonden via Bluetooth Maak uzelf vertrouwd met de status- pictogrammen die verschijnen wan- Mobiele telefoon verbonden via neer u bepaalde acties of functies en...
Pagina 310
Multimediasysteem AUDIOSYSTEEM SPECIFICATIES • Bits Per Sample AANWIJZING - WAV (PCM(Stereo)): 24 bit Ondersteunde audio-indelingen • Bestanden die niet in een onder- - WAV (IMA ADPCM): 4 bit steund formaat zijn, worden • Audiobestand specificaties mogelijk niet herkend of afge- - WAV (MS ADPCM): 4 bit - WAVeform-audioformaat speeld, of informatie over hen,...
Pagina 311
Ondersteunde (Vervolg) USB-opslagapparaten • Wanneer u een USB-opslagap- paraat met grote capaciteit • Byte/Sector: 64 kbyte of minder gebruikt met meerdere logische • Formaatsysteem: FAT12 / 16/32 stations, worden alleen bestan- (aanbevolen) den die op het eerste station zijn • Maximale apparaatgrootte: 32 GB opgeslagen herkend.
Pagina 312
Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van de respectievelijke eigenaren. • Het woord Bluetooth ® en de logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik hiervan door HYUNDAI is toegestaan onder licentie. • Apple ® , iPad ® , iPad mini™, iPhone ®...
Pagina 313
VERKLARING VAN CONFORMITEIT CE RED voor de EU 4-75...
Pagina 315
Rijden met uw auto Vóór het rijden ............5-4 Remsysteem ............5-43 Vóór het instappen ............5-4 Rembekrachtiging ............5-43 Vóór het starten ..............5-4 Remblokslijtage-indicatoren ........5-44 Trommelremmen achter ..........5-44 Contactslot ..............5-6 Parkeerrem ..............5-44 Sleutel contactslot ............5-6 Antiblokkeersysteem (ABS) .........5-46 Toets Engine Start/Stop ..........5-10 Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) .....5-48 Handgeschakelde transmissie .......5-20 Vehicle Stability Management ........5-52 Bediening handgeschakelde transmissie ....5-20...
Pagina 316
Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (FCA) - Rijden onder speciale rijomstandigheden.....5-97 camera type..............5-68 Rijden onder moeilijke omstandigheden.....5-97 Systeeminstelling en -activering ........5-68 Op eigen kracht lostrekken van de auto ....5-97 FCA-waarschuwingsmelding en systeemregeling ..5-70 Rijden in het donker ............5-98 FCA sensor ..............5-72 Vloeiend nemen van bochten ........5-98 Storing systeem ..............5-74 Rijden in de regen ............5-98 Beperkingen van het systeem ........5-75...
Pagina 317
Het uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olieverversen of voor andere reparaties wor- den gecontroleerd. We adviseren u het uitlaatsysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onder- zijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 318
Rijden met uw auto VOOR HET RIJDEN Vóór het instappen Vóór het starten WAARSCHUWING Zorg ervoor dat alle ruiten, buiten- • Controleer dan de motorkap, de Om Verminder het risico op spiegel(s) en lampen schoon zijn en achterklep of de portieren volledig ERNSTIG LETSEL of OVERLIJ- onbelemmerd.
Pagina 319
WAARSCHUWING (Vervolg) De kans op een ernstig ongeval Ga NOOIT rijden onder invloed is vele malen groter als u gaat van alcohol of drugs. rijden onder invloed van alco- hol of drugs. Ga niet rijden als u Rijden onder invloed is gevaar- gedronken heeft of drugs heeft lijk en waardoor een ongeval gebruikt.
Pagina 320
Rijden met uw auto CONTACTSLOT Sleutel contactslot WAARSCHUWING (Vervolg) (indien van toepassing) Hierdoor kunt u de controle Om Verminder het risico op over de auto verliezen en ERNSTIG LETSEL of OVERLIJ- neemt de rem kracht af, wat DEN door, houdt u aan de vol- tot een ongeval kan leiden.
Pagina 321
Standen contactslot Stand Actie Aanwijzing schakelaar De contactsleutel kan uit het contact worden verwijderd als het con- Het stuurslot beschermt tegen diefstal. LOCK tact in stand LOCK staat. (indien van toepassing) Elektrische accessoires zijn bruikbaar. Het stuurwiel wordt ontgrendeld. Draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts om het contact gemakkelijker in stand ACC te kunnen zetten als het verdraaien van de contactsleutel moeilijk gaat.
Pagina 322
Rijden met uw auto Motor starten Starten van de benzinemotor Auto met automatische transmis- sie/double clutch-transmissie Auto met handgeschakelde trans- WAARSCHUWING missie: 1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd. 1. Controleer of de parkeerrem is • Draag altijd geschikte schoe- geactiveerd.
Pagina 323
Starten en afzetten van een motor AANWIJZING Informatie met turbo/intercooler Om beschadigingen aan uw auto • Breng de motor niet op bedrijfstem- 1. Voer het toerental van de motor te voorkomen: peratuur door hem stationair te niet te hoog op en accelereer niet laten draaien.
Pagina 324
Rijden met uw auto Toets Engine Start/Stop WAARSCHUWING WAARSCHUWING (indien van toepassing) Om het risico van ernstig letsel Om zet de motor uit in een te beperken of de dood, laat kin- noodgeval: deren of anderen die niet ver- Houd de Motor Start/Stop knop trouwd zijn met de auto nooit de langer dan twee seconden inge- Engine Start/Stop knop of aan-...
Pagina 325
WAARSCHUWING (Vervolg) • Steek nooit tijdens het rijden • Druk NOOIT de Engine Start/ uw hand door het stuurwiel Stop knop in terwijl de auto om de Engine Start/Stop knop rijdt behalve in een noodge- of andere bedieningsorganen val. Hierdoor wordt de motor te bedienen.
Pagina 326
Rijden met uw auto Positie van de Engine Start/Stop knop - Auto met handgeschakelde transmissie Positie van de knop Actie Aanwijzing • Om de motor uit te schakelen, brengt u de Als het stuurwiel niet correct vergrendeld is auto tot stilstand en drukt u op de Engine wanneer u het bestuurdersportier opent, zal er Start/Stop knop.
Pagina 327
- Auto met handgeschakelde transmissie Positie van de knop Actie Aanwijzing • Druk de Engine Start/Stop knop als deze in Laat de Engine Start/Stop knop niet in de ON stand ACC staat in zonder het koppelings- positie als de motor niet draait, dit om ontla- pedaal in te trappen.
Pagina 328
Rijden met uw auto Positie van de Engine Start/Stop knop - Auto met automatische transmissie/double clutch-transmissie Positie van de knop Actie Aanwijzing Om de motor uit te schakelen, drukt u op de Als het stuurwiel niet correct vergrendeld is motor start/stop-knop met versnellingspook wanneer u het bestuurdersportier opent, zal er in P (Park).
Pagina 329
- Auto met automatische transmissie/double clutch-transmissie Positie van de knop Actie Aanwijzing Druk de Engine Start/Stop knop als deze in Laat de Engine Start/Stop knop niet in de ON stand ACC staat in zonder het rempedaal in positie als de motor niet draait, dit om ontla- te trappen.
Pagina 330
Rijden met uw auto Motor starten Starten van de benzinemotor Informatie Auto met handgeschakelde trans- • De motor zal alleen starten door te WAARSCHUWING missie: drukken op de Motor Start/Stop 1. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u knop wanneer de Smart Key zich in •...
Pagina 331
Auto met automatische transmis- Informatie sie/double clutch-transmissie • Breng de motor niet op bedrijfstem- 1. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u peratuur door hem stationair te dragen. laten draaien. 2. Controleer of de parkeerrem is Ga rijden met gematigde motortoe- geactiveerd.
Pagina 332
Rijden met uw auto Starten en afzetten van een motor AANWIJZING AANWIJZING met turbo/intercooler Om beschadigingen aan uw auto Om beschadigingen aan uw auto 1. Voer het toerental van de motor te voorkomen: te voorkomen: niet te hoog op en accelereer niet •...
Pagina 333
OGB054002 Informatie Als de Smart Key batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de motor starten door de Engine Start/Stop knop direct met de Smart Key in te drukken in de richting van de bovenstaande afbeelding. 5-19...
Pagina 334
Rijden met uw auto HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening handgeschakelde Om naar R (Achteruit) te schakelen, n Type A zorgt u dat het voertuig volledig transmissie gestopt is en plaatst u de versnel- De handgeschakelde transmissie lingspook vervolgens naar neutraal heeft vijf (of zes) versnellingen voor- voordat u naar R (Achteruit) gaat.
Pagina 335
Bedienen van de koppeling Terugschakelen • Druk de koppelingspedaal altijd (indien van toepassing) volledig in om lawaai of schade U moet terug schakelen als u bij veel te voorkomen. Het koppelingspedaal moet geheel verkeer moet vertragen of als u een •...
Pagina 336
Rijden met uw auto Goed rijgedrag AANWIJZING WAARSCHUWING • Laat de auto nooit in zijn vrij een Om schade aan de motor, koppe- helling af rijden. Dit is bijzonder • Trap het koppelingspedaal ling en transmissie te voorkomen: gevaarlijk. voor zover mogelijk in. Houd •...
Pagina 337
Draag ALTIJD uw veiligheids- verlies van grip van de aangedre- gordel Bij een aanrijding lopen • HYUNDAI raadt altijd aan dat ven wielen, waardoor u de contro- inzittenden die hun veilig- u alle aanwezige snelheidsli- le over uw auto kunt verliezen.
Pagina 338
Rijden met uw auto AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening automatische transmissie De automatische transmissie heeft 4 versnellingen vooruit en 1 versnelling achteruit. De individuele snelheden worden automatisch geselecteerd in de D (Rijden) stand. Laat het rempedaal los, druk op de schakelknop en verplaats de versnellingspook. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingspook.
Pagina 339
De schakelstandindicator in het ins- WAARSCHUWING WAARSCHUWING trumentenpaneel geeft, als het con- tact in stand ON staat, aan in welke Verminder het risico op ernstig • Als wordt geschakeld in P stand de selectiehendel staat. letsel of overlijden: (Parkeren) terwijl het voertuig in beweging is, kan de contro- •...
Pagina 340
Rijden met uw auto R (achteruit) N (neutraal) Stand D (Rijden) Gebruik deze stand om de auto ach- De wielen en de transmissie zijn niet Dit is de normale stand voor het rij- teruit te rijden. geblokkeerd. den in richting. De transmissie scha- kelt automatisch tussen de 4 ver- Gebruik N (Neutraal) als u een uitge- snellingen vooruit voor een zo laag...
Pagina 341
Sportstand In de Sportstand, verplaats de ver- (Vervolg) snellingspook naar achteren en naar • Het motortoerental in het rode voren om de gewenste versnellingen gebied raakt, schakelt de transmis- voor de huidige rijdomstandigheden sie automatisch op. te selecteren. • Als de bestuurder de pook naar + + (Opschakelen): Druk de selectie- (Opschakelen) of - (Terugschakelen) hendel één keer...
Pagina 342
Rijden met uw auto Schakelblokkeersysteem Schakelblokkeersysteem De automatische transmissie heeft Uitschakelen van schakelblokkeer- een schakelblokkeersysteem dat systeem Als de selectiehendel niet voorkomt dat de selectiehendel uit vanuit stand P (Parkeren) in een de stand van P (Parkeren) naar R stand R (Achteruit) kan worden (Achteruit) kan worden gezet zonder gezet met het rempedaal ingetrapt, dat het rempedaal is ingetrapt.
Pagina 343
Parkeren Goed rijgedrag • In de sportstand, vertraag de snel- heid voordat u terugschakelt. Ook Stop altijd volledig en blijf op het • Houd het gaspedaal nooit ingetrapt kan de lagere versnelling niet rempedaal drukken. Activeer de par- als de selectiehendel van stand P of gekoppeld zijn als het toerental keerrem en zet de selectiehendel in N in een andere stand wordt gezet.
Pagina 344
• Pas uw snelheid aan voordat • HYUNDAI raadt altijd aan dat u een bocht aansnijdt of gaat u alle aanwezige snelheidsli- keren. mieten opvolgt. • Maak geen plotselinge stuur-...
Pagina 345
DOUBLE CLUTCH-TRANSMISSIE SCHAKELINDICATOR (INDIEN VAN TOEPASSING) • De Double clutch-transmissie is in feite een handgeschakelde trans- missie die automatisch schakelt. Selectiehendel Deze transmissie geeft tijdens het rijden hetzelfde gevoel als een handgeschakelde transmissie, maar biedt het gemak van een vol- ledig automatische transmissie.
Pagina 346
Rijden met uw auto Hierdoor is het schakelen soms • Als u uw voet van het gaspedaal WAARSCHUWING duidelijker merkbaar en kan een haalt bij lage voertuigsnelheid, lichte trilling worden gevoeld wan- kunt u mogelijk een sterke motor- Verminder het risico op ernstig neer het toerental van de transmis- rem voelen, welke vergelijkbaar is letsel of overlijden:...
Pagina 347
LCD-display voor AANWIJZING (Vervolg) transmissietemperatuur en • Geef, om schade aan de • Laat de auto helemaal tot stil- waarschuwingsberichten transmissie te voorkomen, stand komen alvorens de selec- Transmissietemperatuurmeter geen gas wanneer stand R of tiehendel in of stand D (Rijden) een van de vooruitversnellin- of R (Achteruit) te zetten.
Pagina 348
Rijden met uw auto OPMERKING • Verhoging (hoge tempera- tuur) van de transmissietem- peratuurmeter verschijnt me- estal op een helling wanneer het voertuig voor een lange tijd met het gaspedaal inge- drukt wordt gestopt, zonder het rempedaal in te drukken. OGB048247 OGB048254 Normaal (onder markering 10)
Pagina 349
Waarschuwingsmeldingen DCT • Als de auto op een helling met het gaspedaal op zijn plaats wordt gehouden of vooruit kruipt, kunnen de transmissie en de koppeling oververhit raken wat tot schade kan leiden. Op dat moment wordt een waarschuwingsmelding weer- gegeven op het LCD-display.
Pagina 350
Rijden met uw auto gegeven op het LCD-display, klinkt Transmissie oververhit er een zoemer en schakelt de transmissie mogelijk niet soepel. • Als dit gebeurt, zet de auto dan stil op een veilige plaats, laat de motor draaien, trap het rempedaal in en zet de transmissie in stand P (par- keren) zodat deze kan afkoelen.
Pagina 351
• Probeer indien mogelijk soepel te • Gebruik stand P niet in plaats rijden. van de parkeerrem. Neem voor uw veiligheid contact op met een officiële Hyundai-dealer als een waarschuwingsmelding op het LCD-display blijft knipperen en laat het systeem controleren. 5-37...
Pagina 352
Rijden met uw auto R (achteruit) Stand D (Rijden) WAARSCHUWING Gebruik deze stand om de auto ach- Dit is de normale stand voor het rij- teruit te rijden. den in richting. De transmissie scha- • Plaats niet in een versnelling kelt automatisch tussen de 7 ver- als uw voet niet op het rempe- snellingen vooruit voor een zo laag...
Pagina 353
Terugschakelen (-): Trek de selectie- DS-modus (Sportief Rijden) hendel één keer naar achteren om • DS-modus ondersteunt de presta- één versnelling terug te schakelen. tiemodus voor de bestuurder. Om te schakelen naar de DS-modus, verplaatst u de schakelhendel van Informatie D (Rijden) naar het midden van de + OPSCHAKELEN (+) : •...
Pagina 354
OGB058036 2. Start de motor of zet het contact in laten controleren door een officiële 1. Activeer de zet het contact in HYUNDAI-dealer als u de schakel- stand ON. stand LOCK/OFF . blokkering ongedaan heeft moeten 3. Verzet de selectiehendel.
Pagina 355
Parkeren Goed rijgedrag • In de modus handmatig schakelen, vertraag de snelheid voordat u Stop altijd volledig en blijf op het • Houd het gaspedaal nooit ingetrapt terugschakelt. Ook kan de lagere rempedaal drukken. Activeer de par- als de selectiehendel van stand P versnelling niet gekoppeld zijn als keerrem en zet de selectiehendel in of N in een andere stand wordt...
Pagina 356
• Pas uw snelheid aan voordat • HYUNDAI raadt altijd aan dat sonen letsel kunnen oplopen of u een bocht aansnijdt of gaat u alle aanwezige snelheidsli- schade kan ontstaan.
Pagina 357
REMSYSTEEM Rembekrachtiging WAARSCHUWING (Vervolg) Uw auto is voorzien van bekrachtig- • Als de remmen nat zijn, remt de remmen die bij normaal gebruik Neem de volgende voorzorgs- de auto minder dan normaal automatisch afgesteld worden. maatregelen: en kan de auto naar één kant Als de motor tijdens het rijden niet trekken tijdens het remmen.
Pagina 358
Rijden met uw auto Remblokslijtage-indicatoren Achter trommelremmen Parkeerrem (indien van toepassing) Wanneer de remblokken vóór of ach- ter versleten zijn, hoort u als waar- Trommelremmen hebben geen slijta- schuwing een piepend geluid van de ge indicatoren. Laat daarom de ach- remmen.
Pagina 359
HYUNDAI-dealer te men. Als de parkeerrem per laten controleren. ongeluk wordt gedeactiveerd, kan er ernstig letsel ontstaan.
Pagina 360
Rijden met uw auto Controleer de werking Antiblokkeersysteem (ABS) (Vervolg) van de Waarschuwing- Rijd in dergelijke situaties met slampje Parkeerrem WAARSCHUWING een gereduceerde snelheid: door het contact in de ON positie te zetten • Op slechte wegen, wegen met Antiblokkeersysteem (ABS) kan (start de motor niet).
Pagina 361
ABS. We advi- ling veranderen van rijbaan. Rijd seren u contact op te nemen met een altijd met een veilige snelheid voor officiële HYUNDAI-dealer zo snel de weg- en weersomstandigheden. mogelijk. 5-47...
Pagina 362
ABS. We adviseren u De elektronische stabiliteitsregeling contact op te nemen met een (ESC) is ontworpen om de stabiliteit officiële HYUNDAI-dealer zo van de auto in bochten te verbete- snel mogelijk. ren. Het ESC controleert in welke richting...
Pagina 363
Bediening voertuigstabiliteits • Als de cruisecontrol in gebruik was n Type B regeleing (ESC) toen de ESC geactiveerd werd, schakelt de cruisecontrol automa- Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) tisch uit. De cruisecontrol kan ingeschakeld terug worden ingeschakeld wan- Als het contact in stand ON wordt neer de toestand van de wegen dit gezet, gaan de controlelampjes ESC toelaat.
Pagina 364
ESC sys- teem. Wanneer dit waarschuwings- lampje oplicht, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk. Het controlelampje ESC OFF gaat branden als het ESC wordt uitge- schakeld met de schakelaar.
Pagina 365
Voertuigstabiliteitsregeling AANWIJZING WAARSCHUWING (ESC) uitschakelen Voorkom schade aan het versnel- Tijdens het rijden De ESC is actief als ESC knip- lingsbak: De ESC OFT stand mag alleen kort pert: • Laat wiel(en) van één as niet gebruikt worden als het voertuig Rij langzaam en probeer niet excessief draaien als de waar- vast zit in sneeuw of modder, zodat...
Pagina 366
Rijden met uw auto Werking VSM Vehicle Stability Management In werking (indien van toepassing) Wanneer remmen worden VSM ON conditie gebruikt onder condities die de ESC VSM (Voertuig Stabiliteit Manage- Het VSM werkt bij: kunnen blokeren, kunt u geluid van ment) helpt te garanderen dat het •...
Pagina 367
De HAC is alleen wordt gecontroleerd door een gedurende 2 seconden geacti- officiële HYUNDAI Verdeler. veerd. AANWIJZING Als er banden en/of velgen met een verschillende maat onder de auto...
Pagina 368
Verplaats de versnellingspook Het systeem wordt geactiveerd als: officiële HYUNDAI-dealer. staat naar P (Parkeren, automati- • Het voertuig stopt plotseling (voer- Laat tijdens het rijden uw voet NIET sche transmissie/double clutch tuigsnelheid is hoger dan 55km/h op het rempedaal rusten.
Pagina 369
- De auto rijdt op een steile helling op een storing in het ISGsysteem. • Als het bovenstaande controlelamp- (auto met Double clutchtransmis- je blijft branden in het instrumen- sie). tenpaneel, raden we u aan het ISG- systeem te laten controleren door een officiële Hyundai-dealer. 5-55...
Pagina 370
Rijden met uw auto Automatisch uitzetten Wanneer de bestuurder in de Auto Informatie Stop-modus de motorkap opent, Nadat de motor automatisch uitgezet wordt het ISG-systeem gedeacti- is, moet de snelheid van de auto weer veerd. minstens 10 km/h bedragen om de Wanneer het systeem wordt gedeac- motor weer uit te kunnen zetten in de tiveerd:...
Pagina 371
Automatisch starten De motor wordt automatisch Type B Type A opnieuw gestart in de volgende Starten van de motor in de Auto situaties. Stop-modus - De aanjagersnelheid van het hand- Auto met handgeschakelde transmis- bediende verwarmings- en ventila- tiesysteem staat in een hogere •...
Pagina 372
Rijden met uw auto - Het portier wordt geopend of de Type B veiligheidsgordel wordt losge- maakt terwijl het rempedaal wordt ingetrapt. Het controlelampje AUTO STOP ) in het instrumentenpaneel knippert gedurende 5 seconden groen en er verschijnt een melding “Auto Start”...
Pagina 373
Het volgende gebeurt als er een sto- ven in het LCD-display. een officiële HYUNDAI-dealer. ring is in het ISG-systeem: • Druk nogmaals op de ISG OFF- • U kunt het controlelampje in de •...
Pagina 374
• Gebruik voor vervanging uit- Laat de motor gedurende 4 uur UIT sluitend een originele HYUNDAI staan en probeer daarna 3 tot 4 keer ISG-accu Als u dat niet doet, de motor te starten om de accusen- werkt het ISG-systeem mogelijk sor te reactiveren.
Pagina 375
CRUISE CONTROL (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking van de cruise control WAARSCHUWING (Vervolg) • Gebruik de cruise control Neem de volgende voorzorgs- nooit wanneer niet veilig met maatregelen: een constante snelheid gere- den kan worden: • Als het systeem niet wordt uit- geschakeld (controlelampje - Als wordt gereden in druk CRUISE blijft branden) kan de...
Pagina 376
Rijden met uw auto Cruise control-schakelaar Rijsnelheid instellen OGB054018 3. Duw de hendel (1) naar beneden OGB054021 OGB054032 (SET-) en laat hem los. Het SET controlelampje zal gaan branden. : Schakelt het cruise control sys- 1. Druk op de toets op het stuur- teem in of uit.
Pagina 377
Rijsnelheid verhogen Rijsnelheid verlagen Tijdelijk accelereren met ingeschakelde cruise control Trap het gaspedaal in. Wanneer u uw voet van het gaspedaal haalt, zal de auto terugkeren naar de eerder ingestelde snelheid. Als u de hendel naar beneden (SET- ) duwt op de verhoogde snelheid, zal de cruisecontrol de verhoogde snel- heid behouden.
Pagina 378
Rijden met uw auto Het systeem wordt in de volgende Om de vooraf ingestelde • Het verlagen van de snelheid tot situaties uitgeschakeld: kruissnelheid te hervatten een snelheid die lager is dan onge- veer 25 km/h. • Het Elektronische stabiliteitsrege- ling (ESC) in werking is.
Pagina 379
Om de Cruise Control uit te schakelen OGB054021 • Drukt u op de knop (het CRUI- licht zal uitgaan). • Schakel de motor UIT. 5-65...
Pagina 380
Rijden met uw auto SNELHEIDSBEPERKINGSSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Control schakelaar voor de De snelheidsbeperking instellen Werking van de snelheidsbeperking Snelheidsbegrenzingysteem U kunt de snelheidslimiet instellen als u niet hoger dan een specifieke snelheid wilt rijden. Als u sneller rijdt dan de vooringe- stelde snelheidsbeperking werkt het waarschuwingsysteem (ingestelde snelheidsbeperking knippert en geeft...
Pagina 381
Om de controle van de Als u sneller wilt rijden dan de voor- snelheidsbeperking uit te ingestelde snelheidslimiet wanneer u het gaspedaal minder dan 50% schakelen, voert u een van de indrukt, wordt de snelheid van het volgende stappen uit: voertuig gehandhaafd binnen de snelheidsbeperking.
Pagina 382
Rijden met uw auto FORWARD COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (FCA)- TYPE MET CAMERA (INDIEN VAN TOEPASSING) Systeeminstelling en - WAARSCHUWING activering Het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (FCA) is ontworpen Systeeminstelling Neem bij het gebruik van de om door middel van cameraherken- Forward Collision-Avoidance •...
Pagina 383
Het waarschuwingslamp- Dit zijn de opties voor Forward - Laat: je gaat branden op het Collision Warning: Bij deze keuze wordt het Forward LCD-display wanneer u - Vroeg waarschuwing: Collision Warning later geactiveerd het FCA-systeem annu- dan normaal. Deze instelling han- Bij deze keuze wordt Forward leert.
Pagina 384
Rijden met uw auto Botsing waarsch. FCA-waarschuwingsmelding WAARSCHUWING (Eerste waarschuwing) en systeemregeling De FCA geeft waarschuwingsmel- • Breng de auto op een veilige dingen en waarschuwingsalarmen plaats volledig tot stilstand overeenkomstig het risico op een voordat u de schakelaar op aanrijding, zoals bij het plotseling het stuurwiel bedient om het stoppen van de auto vóór u of een te...
Pagina 385
Botsing waarsch. Noodremmen Werking remsysteem (tweede waarschuwing) (derde waarschuwing) • In een noodsituatie bereidt het remsysteem zich voor op een directe reactie zodra de bestuurder het rempedaal intrapt. • De FCA zorgt voor extra remver- mogen voor een maximale remver- traging zodra de bestuurder het rempedaal intrapt.
Pagina 386
Rijden met uw auto FCA sensor AANWIJZING WAARSCHUWING • Plaats GEEN accessoires of sti- De regeling van het remsys- ckers op de voorruit en breng teem kan de auto niet volledig geen getinte coating aan op de tot stilstand brengen noch alle voorruit.
Pagina 387
We adviseren u het ISG-systeem te zing van de lens van de radarsensor laten controleren door een officiële voordat u het FCAsysteem gebruikt. HYUNDAI-dealer. De FCA werkt mogelijk niet goed in • De voorruit is vervangen. een gebied (bijvoorbeeld een open...
Pagina 388
LCD-display en er klinkt een waardoor losse objecten naar u de auto te laten controleren door waarschuwingszoemer. de passagiers kunnen schui- een officiële HYUNDAI-dealer. Ook wordt in bepaalde geval- ven. Zet losse objecten altijd • Als de FCA -waarschuwingsmel- len de voorligger mogelijk niet goed vast.
Pagina 389
Beperkingen van het systeem (Vervolg) WAARSCHUWING De Forward Collision-Avoidance • Het FCA-systeem wordt mo- Assist (FCA) is ontworpen om de gelijk niet geactiveerd als de • Het FCA-systeem werkt niet voorligger op de weg te signaleren bestuurder rempedaal wanneer de auto achteruit- door middel van radarsignalen en intrapt om een aanrijding te rijdt.
Pagina 390
Rijden met uw auto Signaleren van voertuigen • De voorligger heeft de achterlich- • De herkenning door de sensor wij- ten niet ingeschakeld. zigt plotseling wanneer over een De werking van de sensor wordt verkeersdrempel wordt gereden. • De helderheid van het omgevings- mogelijk in de volgende gevallen licht verandert plotseling, bijvoor- •...
Pagina 391
Bewaar in deze gevallen altijd vol- doende afstand tot de voorligger, zodat u de auto veilig tot stilstand kunt brengen en trap indien nodig het rempedaal in om de rijsnelheid te verlagen. OOSEV058110N OOSEV058111N - Rijden in bochten Mogelijk herkent het FCA-systeem bij het rijden op een bochtige weg De prestaties van het FCA-systeem een voertuig op de andere rijstrook.
Pagina 392
Rijden met uw auto OGB058069 OOSEV058112N OTM058119 - Rijden op een helling - Wisselen van rijstrook. Wanneer u in langzaam rijdend en stilstaand verkeer rijdt en een voor- De prestaties van de FCA nemen af Wanneer een voorligger van rijstrook ligger de rijstrook verlaat, wordt uw bij het op- of afrijden van een helling wisselt, wordt de auto mogelijk niet...
Pagina 393
Hyundai-dealer. den. OGB058070 • Wees uiterst voorzichtig als - Uw voorligger signaleren...
Pagina 394
Voor Het Onbe- bratie van het systeem te laten doeld Verlaten (LDW): controleren door een officiële Hyundai-dealer. • Check ALTIJD de toestand • Als u de voorruit of de voor- van de wegen.
Pagina 395
LDW-werking De kleur van het contro- Lijnen rijstrook gedetecteerd lelampje is afhankelijk van de status van het LDW-systeem - Wit: De sensor signaleert geen rij- strookmarkeringen of de rijsnelheid is lager dan 60 km/h. - Groen kleur: Sensor detecteert de rijstrookmarkering.
Pagina 396
(geel) zal gaan bran- den als het LDW niet cor- rect werkt. Adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Het LDW werkt niet wanneer: OGB058046/OGB058045 • De bestuurder zet de richtingaan- 1. Visuele waarschuwing...
Pagina 397
Beperkingen van het systeem - De rijstrookmarkering niet zicht- - Wanneer licht van een straatlan- baar is ten gevolge van sneeuw, taarn of tegemoetkomende auto op De LDW mag u niet waarschuwen, regen, een vlek, een plas of ande- een nat wegdek of een plas op de zelfs als de auto de rijstrook verlaat, re factoren.
Pagina 398
• Het LKA-systeem voorkomt dat teem te laten controleren door wordt de bestuurder zichtbaar en de bestuurder onbedoeld de rij- een officiële Hyundai-dealer. hoorbaar gewaarschuwd, terwijl strook verlaat door de bestu- • Het systeem herkent rijstrook- tegelijkertijd een lichte tegenstuur- ring te ondersteunen.
Pagina 399
Werking LKA (Vervolg) (Vervolg) Raadpleeg “Beperkingen van Als u blijft rijden terwijl u het het systeem”. stuurwiel niet vasthoudt nadat de waarschuwing "Houd uw • Verwijder of beschadig geen handen op het stuur" is gege- onderdelen die gerelateerd zijn ven, wordt het systeem auto- aan het LKA-systeem.
Pagina 400
Rijden met uw auto Activeren van het LKA-systeem Onthoud dat de rijsnelheid ten min- WAARSCHUWING ste ongeveer 60 km/h moet zijn om de status van het LKA-systeem te Het Lane Keeping Assist-sys- laten overschakelen naar ENABLE teem (LKA) is een systeem dat (inschakelen).
Pagina 401
n Rijstrookmarkering n Rijstrookmarkering Rijstrookmarkering niet Rijstrookmarkering gesignaleerd gesignaleerd links gesignaleerd rechts gesignaleerd OGB058049/OGB058052 OGB058051/OGB058050 OGB058053 • Als de rijsnelheid hoger is dan 60 • Als de rijsnelheid hoger is dan 60 Houd uw handen op het stuur km/h en het systeem rijstrookmar- km/h toets Als de bestuurder gedurende enkele...
Pagina 402
Rijden met uw auto WAARSCHUWING WAARSCHUWING De waarschuwingsmelding kan • De bestuurder is zelf verant- later worden weergegeven, dat woordelijk voor een nauwkeu- is afhankelijk van de wegcondi- rige besturing. ties. Houd het stuurwiel daarom • Schakel in onderstaande situ- tijdens het rijden altijd met aties het systeem uit en beide handen vast.
Pagina 403
(bijv. Is het probleem niet opgelost, dan wegwerkzaamheden) raden we u aan het systeem door • De auto rijdt op een steile helling. een officiële HYUNDAI-dealer na te laten kijken. • Er wordt plotseling aan het stuur- wiel gedraaid. 5-89...
Pagina 404
Rijden met uw auto Beperkingen van het systeem • Er zijn meer dan twee rijstrookmar- Als externe condities wijzigen: keringen op de weg voor u. • De helderheid van het omgevings- Het LKA-systeem treedt mogelijk • De rijstrookmarkering is zeer breed licht verandert plotseling, bijvoor- vroegtijdig in werking, ook al verlaat of smal.
Pagina 405
• U rijdt op een steile helling, over Wanneer het zicht naar voren Wijzigen functie LKA-systeem een heuvel of op een bochtige slecht is De bestuurder kan overschakelen weg. • De voorruitcamera lens wordt van het LKA-systeem naar het Lane •...
Pagina 406
Rijden met uw auto DRIVER ATTENTION WARNING-SYSTEEM (DAW) (INDIEN VAN TOEPASSING) Weergave van aandachtsniveau Het Driver Attention Warning-sys- • De bestuurder kan de modus bestuurder teem (DAW) geeft weer of de Driver Attention Warning-systeem bestuurder moe is of niet oplet. (DAW) selecteren.
Pagina 407
Neem een pauze n Onoplettend rijgedrag • Het niveau wordt hoger als de bestuurder gedurende een bepa- alde periode oplettend rijdt. • Als de bestuurder het systeem inschakelt tijdens het rijden, wor- den "Vorige pauze" en het niveau weergegeven. OGB058058 •...
Pagina 408
Rijden met uw auto Resetten van het systeem Systeem standby OPMERKING • Het laatste pauzetijdstip wordt ingesteld op 00:00 en het aan- Terwijl andere piepjes zoals het dachtsniveau van de bestuurder waarschuwingsgeluid voor de wordt ingesteld op 5 (zeer oplet- veiligheidsgordel in werking tend) als de bestuurder het Driver zijn en het DAW-alarmerings-...
Pagina 409
Een bestuurder die zich ver- in aanraking komt met water seren we u de auto te laten controle- moeid voelt zou een pauze ren door een officiële HYUNDAI- • Probeer de camera NOOIT zelf te moeten nemen, ook al wordt dealer.
Pagina 410
(DAW) mogelijk bandenslijtage, onjuist toe- teem te laten controleren door niet hoorbaar. spoor/uitspoor). een officiële Hyundai-dealer. • De auto rijdt op een slechte weg. OPMERKING • De auto rijdt op een slingeren- de weg.
Pagina 411
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke Op eigen kracht lostrekken AANWIJZING omstandigheden van de auto Als de banden op hoge snelheid Neem de volgende raadgevingen in Verdraai eerst het stuurwiel een aan- draaien, dan kunnen de banden acht als ten gevolge van zware tal keren naar rechts en naar links ontploffen, en u of anderen kun- regenval, sneeuw, ijzel, modder of...
Pagina 412
Rijden met uw auto Rijden in het donker Vloeiend nemen van bochten Rijden in de regen Pas uw snelheid zo aan dat u in Nachtsrijden geeft meer risico's dan Regen en natte wegen kunnen het bochten niet hoeft te remmen of te rijden bij daglicht.
Pagina 413
• Te snel door grote waterplassen rij- Doorwaden van water den kan uw remmen aantasten. Vermijd het doorwaden van water Als u door plassen moet rijden, tenzij u er zeker van bent dat het probeer dit dan langzaam te doen. water niet hoger komt dan de onder- •...
Pagina 414
Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER Winterbanden Sneeuw en ijs Informatie Bewaar voldoende afstand tot uw Monteer geen banden met spikes zon- WAARSCHUWING voorligger. der eerst na te gaan of het gebruik Gebruik de remmen voorzichtig. Zijn hiervan niet wettelijk verboden is. De maat en het type van de win- hoge snelheden, plotseling remmen terbanden moeten gelijk zijn...
Pagina 415
Het monteren van af alvorens de sneeuwkettingen te le HYUNDAI onderdelen en om de sneeuwkettingen zorgt wel voor een monteren. bandenketting te installeren nadat u betere grip maar kan niet voorko- de instructies hierover gelezen hebt.
Pagina 416
• Gebruik sneeuwkettingen die 7. Het laadniveau in uw batterij kan minder breed zijn dan 15 mm gecontroleerd worden door een offi- (0.59 in) om schade aan de ket- ciële HYUNDAI-dealer. tingaansluiting te voorkomen. 5-102...
Pagina 417
Ruiten- sproeierantivries is verkrijgbaar bij een officiële HYUNDAI-dealer en de meeste automaterialenzaken. Geb- ruik geen koelvloeistof of andere middelen omdat deze de lak kunnen beschadigen.
Pagina 418
10% over auto verliezen. goed advies vraag een Erkend of 100 kg worden overschreden, de HYUNDAI Reparateur. Wanneer bijvoorbeeld, laagste waarde is van toepassing. In aanhangwagen te zwaar is, Let op dat rijden met een aanhanger...
Pagina 419
Aanhangergewicht Kogeldruk Als u gaat rijden met een aanhanger Let op de volgende punten als u gaat rijden met een aanhanger: • Overweeg de aanschaf van stabili- satorkoppeling. Raadpleeg leverancier van de trekhaak voor meer informatie. • Trek tijdens de inrijperiode van uw auto, gedurende de eerste 2.000 Maximaal toelaatbaar km geen aanhanger.
Pagina 420
Rijden met uw auto Let op gewicht en afstand als u een een aanhangwagen trekt. WAARSCHUWING Kappa Motor Kappa 1.0 T-GDI Kappa 1.25 MPI 1.4 MPI Neem de volgende voorzorgs- Onderwerp maatregelen: 5 M/T 6 M/T 7 DCT 5 M/T 6 M/T 4 A/T •...
Pagina 421
• HYUNDAI trekhaken en toebeho- voorziening geleverd. Volg ren zijn verkrijgbaar bij de officiële instructies van de fabrikant altijd op HYUNDAI-dealer.
Pagina 422
Rijden met uw auto Remsysteem aanhanger Afstand Rijden met een aanhanger Controleer of uw aanhanger voldoet Houd tenminste tweemaal zo veel Voor het rijden met een aanhanger is aan de wettelijke voorschriften als afstand als tijdens het rijden zonder enige ervaring vereist. Ga, voordat u uw aanhanger is uitgerust met een aanhanger.
Pagina 423
Anders kan de Raadpleeg een geautoriseerde geval is. Daarom is het belangrijk om aanhanger te veel naar binnen HYUNDAI verdeler voor meer af en toe te controleren of de rich- komen en stoepranden, verkeersbor- informatie. tingaanwijzers van de aanhanger den, bomen enz.
Pagina 424
Rijden met uw auto Op hellingen rijden Parkeren op een helling AANWIJZING Verminder snelheid en schakel naar Als u een aanhanger achter de auto Voorkom dat de motor en/of de een lagere versnelling voordat u een hebt gekoppeld is het niet verstandig transmissie oververhit raken: lange steile...
Pagina 425
Wegrijden na het parkeren op 5. Start de auto, houd de rem inge- WAARSCHUWING een helling trapt, schakel in de vrijstand, zet de parkeerrem los en laat het rem- 1. Met de schakelpook in P (Par- Om ernstig of dodelijk letsel te pedaal langzaam opkomen tot de keren, voor auto met automati- voorkomen:...
Pagina 426
Rijden met uw auto Onderhoud bij het rijden met AANWIJZING een aanhanger Om schade aan de auto te voorko- Uw auto heeft vaker onderhoud men: nodig wanneer u regelmatig met een • Vanwege de hogere belasting tij- aanhanger rijdt. Belangrijke zaken dens het rijden met een aanhan- die speciale aandacht verdienen zijn: ger, kan bij warm weer of bij...
Pagina 427
MASSA VAN DE AUTO Twee labels op de deur van de GAW (maximale asbelasting) Overbelading bestuurder tonen hoeveel gewicht Dit is het totaalgewicht op elke as uw voertuig mag trekken: het band WAARSCHUWING (voor en achter) - opgebouwd uit het en lading informatielabel en het cer- rijklaar gewicht en de totale belas- tificaatlabel.
Pagina 429
Wat te doen in een noodgeval Waarschuwingssignalen..........6-2 Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) (TypeA) ..............6-25 Alarmknipperlichten ............6-2 Waarschuwingslampje lage bandenspanning .....6-26 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden..6-3 Controlelampje storing TPMS (controlesysteem Als de motor afslaat tijdens het rijden ......6-3 lage bandenspanning) ..........6-27 Als de motor afslaat op een kruispunt of splitsing..6-3 Een wiel wisselen met TPMS........6-28...
Pagina 430
Wat te doen in een noodgeval WAARSCHUWINGSSIGNALEN Alarmknipperlichten Ze dienen te worden gebruikt in noodsituaties of als de auto aan de kant van de weg tot stilstand is geko- men. Druk de schakelaar van de alarm- knipperlichten in met het contact in een willekeurige stand.
Pagina 431
We adviseren u contact omdat u hierdoor de controle over op te nemen met een officiële de auto zou kunnen verliezen. HYUNDAI-dealer als de motor niet Rem voorzichtig zodra de snel- start. heid zo laag is dat u dat veilig kunt...
Pagina 432
Als de motor nog steeds niet start, tomatische transmissie/Double neem dan telefonisch contact op met clutch-transmissie De motor start een officiële HYUNDAI-dealer voor alleen als de selectiehendel in asistentie. stand N (Neutraal) of stand P (Parkeren) staat. • Controleer of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten.
Pagina 433
STARTEN MET EEN HULPACCU Starten met een hulpaccu kan • Er bevindt zich altijd wat Bij het optillen van een accu gevaarlijk zijn als dit niet op de juiste met een kunststof behuizing van het zeer licht ont- manier gebeurt. Volg de procedures kan door de druk accuzuur vlambare waterstof in de voor het starten met een hulpaccu in...
Pagina 434
Wat te doen in een noodgeval Startprocedure met behulp van AANWIJZING een hulpaccu Om schade aan uw auto te voor- 1. Plaats de auto's zo dicht bij elkaar komen: dat de startkabels de afstand tus- • Gebruik alleen een 12V-voe- sen de accu's kunnen overbrug- dingsbron (accu of startbooster) gen, maar zorg ervoor dat de...
Pagina 435
Laat uw auto contro- 3. Zet de motor uit als er koelvloei- leren door een officiële HYUNDAI- stof onder de auto uitloopt of dealer als de oorzaak van de lege stoom onder de motorkap van- accu niet duidelijk is.
Pagina 436
• Wanneer de motor oververhit koelvloeistof lekt en neem contact om om hem te verwijderen. raakt door te weinig koelvloei- op met een officiële HYUNDAI- stof kan het plotseling bijvul- dealer. len van koelvloeistof barsten in de motor veroorzaken. Vul...
Pagina 437
LEKKE BAND (MET RESERVEWIEL, INDIEN VAN TOEPASSING) Aanwijzingen voor krikken Krik en gereedschap WAARSCHUWING De krik is uitsluitend bedoeld voor het verwisselen van een wiel. Verwisselen van een band kan Plaats het krik op de juiste wijze gevaarlijk zijn. Volg de instruc- terug om te voorkomen dat ze tijdens ties in dit gedeelte bij het wisse- het rijden gaan rammelen.
Pagina 438
Wat te doen in een noodgeval Reservewiel verwijderen en WAARSCHUWING (Vervolg) opbergen • Anders zou de krik gemakke- Draai de bevestigingsbout van het Wielen verwisselen lijk om kunnen vallen en ern- wiel linksom. stig letsel veroorzaken. Het is • Verwissel een wiel nooit op de niet aan te raden om onder de Plaats het wiel in omgekeerde volg- rijbaan.
Pagina 439
Wielen verwisselen WAARSCHUWING 1. Plaats de auto op een stevige en vlakke ondergrond en trek de par- Wielen verwisselen keerrem stevig aan. • Trek de parkeerrem altijd vol- 2. Zet de versnellingspook in de ach- ledig aan en blokkeer het wiel teruitversnelling (handgeschakel- dat zich diagonaal tegenover de transmissie) of zet de selectie-...
Pagina 440
Wat te doen in een noodgeval WAARSCHUWING Krikpunten Gebruik altijd de bij de auto aanwezige krik en de juiste krik- steunpunten. Gebruik nooit andere delen van de carrosserie om de auto op te krikken. OGB068003 OGB064004 7. Plaats de krik onder het steunpunt 8.
Pagina 441
9. Draai de wielmoeren verder los en 10. Druk het wiel tegen de wielnaaf WAARSCHUWING verwijder ze. Schuif het wiel van aan, plaats de wielmoeren op de de wielbouten af en leg het wiel wielbouten en draai ze handvast. • De velgen en wieldoppen kun- plat neer, zodat het niet kan weg- Beweeg het wiel heen en weer...
Pagina 442
Bij twijfel adviseren we u contact een officiële HYUNDAI-dealer. op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 6-14...
Pagina 443
Belangrijk – gebruik van een WAARSCHUWING WAARSCHUWING compact reservewiel (indien van toepassing) Tapeinden Het compacte reservewiel is Het voertuig is uitgerust met een alleen voor gebruik in noodge- Wanneer de tapeinden bescha- compact reservewiel. Dit compacte vallen. Rij niet harder dan 80 digd zijn, kunnen ze het wiel reservewiel neemt minder plaats in km/ uur (50 mph).
Pagina 444
Wat te doen in een noodgeval Bij het gebruik van een compacte • Het is aan te raden de auto niet in • De compacte reserveband moet reservewiel, moeten de volgende een door een automatische auto- niet op enig andere velg gemon- voorzorgsmaatregelen in achtgeno- wasstraat te rijden met een com- teerd worden.
Pagina 445
Kriklabel 1. Modelnaam n Voorbeeld • Type A 2. Maximaal toegestane belasting 3. Activeer de parkeerrem wanneer u de krik gebruikt. 4. Zet de motor uit wanneer u de krik gebruikt. 5. Ga niet onder een auto liggen die wordt ondersteund door een krik. 6.
Pagina 446
Wat te doen in een noodgeval EU conformiteitsverklaring voor krik JACKDOC14GB 6-18...
Pagina 447
LEKKE BAND (MET TIREMOBILITYKIT, INDIEN VAN TOEPASSING) Introductie AANWIJZING - Eén afdichtingsmiddel voor één band Als de auto meerdere lekke ban- den heeft mag de banden repara- tieset niet worden gebruikt. Het afdichtingsmiddel uit de banden- reparatieset kan namelijk maar voor één lekke band worden gebruikt.
Pagina 448
Wat te doen in een noodgeval In sommige gevallen, bij grotere Aanwijzingen voor een veilig mm. We adviseren u contact op te beschadigingen aan het loopvlak of nemen met een officiële HYUN- gebruik van de Tire Mobility aan de wangen van de band, kan het DAI-dealer.
Pagina 449
De stekkers, voedingskabel en aan- Onderdelen van de TireMobilityKit sluitslang kunnen worden opgebor- gen in de compressorbehuizing. WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel waarvan de houdbaarheidsdatum is vers- treken Gebruik geen afdichtingsmiddel waarvan de houdbaarheidsda- tum is verstreken (deze datum staat vermeld op de verpak- king).
Pagina 450
Wat te doen in een noodgeval Gebruik van deTireMobilityKit 1. Neem het label met de snelheids- beperking (0) los van de fles afdichtingsmiddel (1) en bevestig deze op een goed zichtbare plaats in de auto, bijvoorbeeld op het stuurwiel, om de bestuurder eraan te herinneren dat hij of zij lang- zaam moet rijden.
Pagina 451
Afdichtingsmiddel verdelen AANWIJZING - Bandenspanning 10. Rijd onmiddellijk ongeveer 7-10 Rijd niet met de auto wanneer de km (of ongeveer 10 minuten) met bandenspanning lager is dan 200 de auto, zodat het afdichtings- kpa (29 PSI). Hierdoor kan de ban- middel gelijkmatig in de band denspanning plotseling wegval- wordt verdeeld.
Pagina 452
I. Schakel neer de band door een nieuw exemplaar wordt vervangen en de de compressor even uit om de huidige bandenspannings instel- bandenspanningssensoren moe- ling te controleren. ten door een officiële HYUNDAI- dealer worden gecontroleerd. 6-24...
Pagina 453
CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) (TYPE A, INDIEN VAN TOEPASSING) Voor extra beveiliging is uw auto uit- Uw auto is tevens uitgerust met een gerust met een controlesysteem lage controlelampje storing TPMS dat bandenspanning (TPMS) dat ervoor aangeeft wanneer het systeem niet zorgt dat een waarschuwingslampje goed werkt.
Pagina 454
HYUNDAI-dealer te laten contro- re band(en) te laag. winter of bij koud weer branden als de banden bij warm weer op de leren.
Pagina 455
We raden u aan het systeem door elektronische apparatuur wordt een officiële HYUNDAI-dealer na te gebruikt, zoals een notebook, laten kijken. een lader voor een mobiele tele- foon, een externe starthulp of een navigatiesysteem.
Pagina 456
We adviseren u Wij raden u aan uw banden door een het controlelampje storing TPMS en de band met een te lage spanning te officiële HYUNDAI-dealer te laten de waarschuwingslampjes lage ban- laten controleren door een officiële nakijken.
Pagina 457
AANWIJZING We raden u aan door HYUNDAI goedgekeurd bandenreparatie- middel te gebruiken indien uw auto is uitgerust met het controle- systeem voor lage bandenspan- ning (TPMS).
Pagina 458
• Voor uw veiligheid adviseren vember 2014 ~ (op basis van we u vervangende onderdelen registratie) te gebruiken die zijn geleverd door een officiële HYUNDAI- dealer. • Als u universele wielen onder uw auto monteert, moet u TPMS- sensoren gebruiken die goedgekeurd zijn door een HYUNDAI-dealer.
Pagina 459
CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) (TYPE B, INDIEN VAN TOEPASSING) Controlesysteem lage Voor extra beveiliging is uw auto uit- gerust met een controlesysteem lage bandenspanning bandenspanning (TPMS) dat ervoor Controleer iedere maand bij koude zorgt dat een waarschuwingslampje banden of de bandenspanning van lage bandenspanning gaat branden alle banden, inclusief het reservewiel wanneer de bandenspanning van...
Pagina 460
Wat te doen in een noodgeval Uw auto is tevens uitgerust met een Waarschuwingslampje lage Informatie controlelampje storing TPMS dat bandenspanning Als een van de onderstaande gebeurt, aangeeft wanneer het systeem niet raden we u aan het systeem te laten goed werkt.
Pagina 461
Het waarschuwingslampje positie Nadat u de band met te lage druk AANWIJZING lage bandenspanning-waarschuwing vervangen heeft door de reserve- Mogelijk gaat het waarschuwings- geeft aan welke band een te lage band, zal een van de volgende din- lampje lage bandenspanning in de bandenspanning heeft doordat het gen gebeuren: winter of bij koud weer branden...
Pagina 462
Een te lage bandenspanning het systeem door een officiële gaat branden nadat het ongeveer 1 zorgt ervoor dat de auto insta- HYUNDAI-dealer na te laten kijken. minuut heeft geknipperd wanneer er biel wordt en kan ervoor zorgen een probleem is met het controlesys-...
Pagina 463
3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,6 km heeft gereden gedurende deze periode. AANWIJZING We raden u aan door HYUNDAI go- edgekeurd bandenreparatiemiddel te gebruiken indien uw auto is uit- gerust met het controlesysteem voor lage bandenspanning (TPMS).
Pagina 464
2014 ~ (op basis van we u vervangende onderdelen denspanning en/of storingen in registratie) te gebruiken die zijn geleverd het TPMS. Door het aanpassen, door een officiële HYUNDAI- wijzigen of uitschakelen van dealer. onderdelen van het TPMS ver- • Als u universele wielen onder...
Pagina 465
OIB064010 OIB064011 Laat de auto bij voorkeur wegsiepen door een officiële HYUNDAI-dealer of een erkend bergingsbedrijf. De juiste procedures voor het slepen zijn noodzakelijk om beschadigingen aan uw auto te voorkomen. Wij bevelen het gebruik van dollies aan.
Pagina 466
Wat te doen in een noodgeval Slepen in noodgevallen zonder dol- Sleepoog (voor) AANWIJZING lies: (indien van toepassing) • Sleep het voertuig niet met de 4 1. Zet het contact in stand ACC. 5 Deurs wielen op de grond (zoals een 2.
Pagina 467
• 3 Deurs 1. Open de achterklep en verwijder Laat de auto bij voorkeur wegsiepen het sleepoog uit de gereed- door een officiële HYUNDAI-dealer schapsset. of een erkend bergingsbedrijf. 2. Open het deksel op de voorbum- Als dit niet mogelijk is, mag de auto per.
Pagina 468
Wat te doen in een noodgeval Volg altijd onderstaande voorzorgs- OPMERKING maatregelen bij slepen in een nood- geval: Wanneer de auto wordt gesleept, • Zet het contact in stand ACC, zodat moet de bestuurder in de auto het stuurwiel niet vergrendeld blijven om te sturen en remmen.
Pagina 469
AANWIJZING AANWIJZING Verhoog of verlaag langzaam en Om beschadiging aan uw voertuig geleidelijk de snelheid van de auto en voertuigonderdelen tijdens het waarbij spanning op de sleepka- slepen te voorkomen: bel of ketting wordt gehouden om • Trek alleen in de lengterichting de auto te starten of te rijden.
Pagina 470
Wat te doen in een noodgeval NOODUITRUSTING (INDIEN VAN TOEPASSING) Uw auto is uitgerust met een nood- Eerstehulpset Neem de volgende stappen om de uitrusting waarmee u kunt inspelen bandenspanning te controleren: De EHBO-set bevat spullen voor het op noodsituaties. 1.
Pagina 471
Onderhoud Motorruimte ............7-3 Ruitensproeiervloeistof ...........7-26 Ruitensproeiervloeistofniveau controleren ....7-26 Onderhoudswerkzaamheden ........7-6 Parkeerrem ..............7-26 Verantwoordelijkheid van de eigenaar......7-6 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het Parkeerrem controleren..........7-26 onderhoud uitgevoerd door eigenaar .......7-6 Luchtfilter ..............7-28 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerk Filter vervangen.............7-28 zaamheden..............7-9 Interieurfilter............7-29 Schema voor door de eigenaar uit te voeren Filter controleren ............7-29...
Pagina 472
Banden en wielen.............7-39 Gloeilampen .............7-65 Verzorging van de banden ..........7-39 Vervangen van koplampen, parkeerlichten, Aanbevolen bandenspanning (koude banden)....7-39 richtingaanwijzerlampen en mistlampen vóór..7-66 Bandenspanning controleren........7-41 Koplampen en mistlampen voor afstellen....7-70 Wielen verwisselen ............7-42 Gloeilamp richtingaanwijzer opzij vervangen....7-77 Wielen uitlijnen en balanceren........7-43 Lamp achterlichtunit vervangen........7-77 Banden vervangen ............7-43 Derde remlicht vervangen ...........7-79...
Pagina 473
MOTORRUIMTE Benzinemotor (Kappa 1.0 T-GDI) 1. Expansievat koelvloeistof 2. Radiateurdop 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Peilstok motorolie 6. Vuldop motorolie 7. Sproeierreservoir 8. Motorruimte verbindingsblok 9. Accu De uiteindelijke srruimte kan afwijken van de afbeelding. OGB076101...
Pagina 474
Onderhoud Benzinemotor (Kappa 1.25 MPI) 1. Expansievat koelvloeistof 2. Radiateurdop 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Peilstok motorolie 6. Vuldop motorolie 7. Sproeierreservoir 8. Motorruimte verbindingsblok 9. Accu De uiteindelijke srruimte kan afwijken van de afbeelding. OGB074101...
Pagina 475
Benzinemotor (Kappa 1.4 MPI) 1. Expansievat koelvloeistof 2. Radiateurdop 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Peilstok motorolie 6. Vuldop motorolie 7. Sproeierreservoir 8. Motorruimte verbindingsblok- 9. Accu 10. Peilstok automatische transmissie* * : indien van toepassing De uiteindelijke srruimte kan afwijken van de afbeelding. OGB074102...
Pagina 476
We adviseren u uw auto te laten Informatie letsel. onderhouden door een officiële Het verkeerde onderhoud door de HYUNDAI-dealer. eigenaar tijdens de garantieperiode U dient aan te kunnen tonen dat het kan ertoe leiden dat de garantie ver- juiste onderhoud aan uw auto is uit- valt.
Pagina 477
HYUNDAI- • Rijd niet gedurende een lange dealer. tijd wanneer de motorafdekplaat (indien van toepassing) is verwi- •...
Pagina 478
Onderhoud (Vervolg) • Neem de minpool (-) van de accu los voordat u de accu, de bou- giekabels of de elektrische bed- rading aanraakt. Anders kunt u een elektrische schok krijgen van de elektrische stroom. • Wanneer u de interieurbekleding verwijdert met een platte (-) schroevendraaier, zorg er dan voor dat de bekleding niet...
Pagina 479
DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN Tijdens het rijden: Onderstaande controles dienen vol- Schema voor door gens het aangegeven interval te wor- de eigenaar uit te voeren • Let op veranderingen in het uitlaat- den uitgevoerd om een veilige en onderhoudswerkzaamheden geluid en let erop dat u in het betrouwbare werking van de auto te...
Pagina 480
Onderhoud Ten minste maandelijks: Twee keer per jaar (in het Ten minste eenmaal per jaar: voorjaar en in het najaar): • Controleer het koelvloeistofniveau • Reinig de afvoeropeningen aan de in het expansievat. • Controleer de radiateurslangen en onderzijde van de portieren en de dorpels.
Pagina 481
We adviseren u Wanneer u de riem controleert, zet de brandstofleidingen, brandstofs- dan het contact in stand LOCK/ langen en aansluitingen te laten ver- OFF of ACC. vangen door een officiële HYUNDAI- dealer. 7-11...
Pagina 482
Controleer het oppervlak van de Controleer overmatig kleppengeluid slangen op sporen van oververhitting oorspronkelijke HYUNDAI-onderde- of niet goed functioneren van de len te gebruiken. of mechanische schade. Hard en motor en stel de kleppen af indien broos rubber, barstjes, scheurtjes, nodig.
Pagina 483
Koelvloeistof Remleidingen en -slangen Informatie De koelvloeistof moet worden ver- Controleer visueel op juiste bevestig- Automatische-transmissievloeistof is verst volgens de intervallen van het ing, schaaf plekken, scheurtjes, ver- in eerste instantie rood van kleur. onderhoudsschema. oudering en lekkage. Vervang ver- Door het rijden wordt de automatis- ouderde of beschadigde onderdelen che-transmissievloeistof donkerder.
Pagina 484
Controleer de stuurstangen op knik- lauwen op vloeistoflekkage. Zie de ken of beschadigingen. Controleer website van Hyundai voor meer de stofhoezen en fuseekogel op ver- informatie over het controleren van oudering, scheurtjes of beschadigin- de remblokken en remvoeringen.
Pagina 485
MOTOROLIE Motoroliepeil controleren 3. Zet de motor uit en wacht onge- OPMERKING veer 5 minuten zodat de olie naar (Benzinemotor) het carter terug kan lopen. n Kappa 1.0 T-GDI • Vul niet te veel motorolie bij. 4. Trek de peilstok uit de houder, Dit kan schade aan de motor veeg hem schoon en steek hem veroorzaken.
Pagina 486
Onderhoud n Kappa 1.0 T-GDI Gebruik een trechter om morsen van olie op motoronderdelen te voorkomen. Gebruik alleen de voorgeschreven mo-torolie. (Zie "Aanbevolen smeer middelen en hoeveelheden" in hoofd- stuk 8.) OGB076022 n Kappa 1.25 MPI/ Kappa 1.4 MPI OIB074006 Als het peil zich bij of op de L bevindt, moet u olie bijvullen tot de F .
Pagina 487
Motorolie verversen en filter WAARSCHUWING WAARSCHUWING vervangen Radiateurslang Gebruikte motorolie kan irritatie of huidkanker veroorzaken in- Wees voorzichtig met de radia- dien de huid langdurig in con- teurslang tijdens het controleren tact komt met de olie. De stoffen of bijvullen van de motorolie. die in gebruikte motorolie aan- Deze kan namelijk nog zo warm wezig zijn, hebben bij laboratori-...
Pagina 488
Onderhoud KOELVLOEISTOF Het hogedruk-koelsysteem is voor- Koelvloeistofpeil controleren WAARSCHUWING zien van een reservoir dat gevuld is Benzinemotor met een koelvloeistof die ook vol- • Kappa 1.0 T-GDI Losdraaien van de doende bescherming biedt tegen radiateurdop bevriezing. Het reservoir is in de fab- riek gevuld.
Pagina 489
Als frequent bijvullen van koel- letsel kan ontstaan. vloeistof noodzakelijk is, adviseren we u het systeem te laten controle- OGB076026 ren door een officiële HYUNDAI- WAARSCHUWING • Kappa 1.25 MPI/ Kappa 1.4 MPI dealer. De elektromotor (ko- elventilator)
Pagina 490
Onderhoud Aanbevolen koelvloeistof Zie de volgende tabel voor de meng- WAARSCHUWING verhouding. • Gebruik alleen zacht (demineral- ized) water in het koelvloeistof- Mengverhouding Radiateurdop mengsel. Buitentem- (hoeveelheid) peratuur • De motor van uw auto heeft alu- Antivries Water minium onderdelen. Gebruik -15°C daarom een koelvloeistof op ethyl-...
Pagina 491
Koelvloeistof verversen WAARSCHUWING We adviseren u de koelvloeistof te laten vervangen door een officiële Koelvloeistof HYUNDAI-dealer. • Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreser- AANWIJZING voir. Leg een flinke doek rond de • Koelvloeistof kan het zicht vulopening om te voorkomen dat...
Pagina 492
MAX wanneer het niveau te troleren door officiële laag is. Het niveau zal na verloop van HYUNDAI-dealer. tijd dalen. Dit is een normaal gevolg van slijtage van de remvoeringen. Als het vloeistofpeil extreem laag is, Informatie adviseren we u het systeem te laten...
Pagina 493
AANWIJZING WAARSCHUWING Zorg ervoor dat rem- en koppel- Rem-/koppelingsvloeistof ingsvloeistof niet in contact komt met het lakwerk van de auto, Wees voorzichtig bij het vervan- anders kan de lak beschadigd gen of bijvullen van rem- en raken. koppelingsvloeistof. Zorg ervo- De kwaliteit van rem- en koppel- or dat de vloeistof niet in con- ingsvloeistof die gedurende lange...
Pagina 494
Onderhoud AUTOMATISCHE TRANSMISSIEVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING) Transmissievloeistofniveau 2. Nadat de aandrijving voldoende is opgewarmd [vloeistof temperatuur controleren 70~80°C (158~176°F)] schakel, met de voet op de rem, de pook door alle posities en plaats dan de versnellingspook in N (Neutraal) of P (Par-keer) positie. OHD076045N 3.
Pagina 495
HYUNDAI- het inschakelen. brandingsgevaar. verdeler in overeenstemming met het Onderhoudsschema aan het begin van deze hoofdstuk.
Pagina 496
Onderhoud RUITENSPROEIERVLOEISTOF Ruitensproeiervloeistofniveau WAARSCHUWING (Vervolg) controleren • Ruitensproeiervloeistof Koelvloeistof giftig voor mensen en dieren. • Gebruik geen koelvloeistof of Drink geen ruitensproeier- vloeistof en vermijd contact antivries in het sproeierreser- met ruitensproeiervloeistof. voir. Hierdoor kan ernstig letsel • Koelvloeistof kan het zicht ontstaan.
Pagina 497
Als de slag groter of kleiner is dan voorge- schreven, adviseren we u het sys- teem te laten repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. Slag: 6-8 klikjes bij een kracht van 20 kg (44 Ibs, 196 N). 7-27...
Pagina 498
• We adviseren u vervangende onderdelen te gebruiken die geleverd zijn door een officiële HYUNDAI-dealer. Door het geb- ruik van onjuiste onderdelen kan de luchtmassameter of tur- bocompressor beschadigen. 7-28...
Pagina 499
INTERIEURFILTER (INDIEN VAN TOEPASSING) Filter controleren Filter vervangen Als er veelvuldig met de auto gere- den wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indi- en nodig worden vervangen. Als u als eigenaar het filter zelf wilt vervan- gen, volg dan onderstaande proce- dure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
Pagina 500
Onderhoud OGB074030 OGB074004 ODH073012 3. Duw aan beide kanten van de 4. Verwijder het luchtfilterdeksel van 5. Verwijder het interieurfilter. handschoenenkast, zoals afge- het verwarmings- en ventilatiesys- 6. Plaats de onderdelen in omge- beeld. Dit zorgt ervoor dat de teem (2) door op de clip (1) te keerde volgorde van verwijderen.
Pagina 501
RUITENWISSERBLADEN Bladen controleren Verontreiniging van de voorruit of de Bladen vervangen ruitenwisserbladen door bepaalde Als de ruitenwissers de ruit niet Informatie substanties kan het effect van de langer goed schoonmaken, kan het ruitenwissers verminderen. Bekende In de handel verkrijgbare hot wax zijn dat ze versleten of gescheurd vormen van verontreiniging zijn zoals gebruikt in wasstraten bemoeil-...
Pagina 502
Onderhoud Voorruiten wisserblad OLMB073021 OLMB073098 Type B 1JBA5122 1. Zet de ruitenwisserarm omhoog. Type A 1. Trek de ruitenwisserarm omhoog AANWIJZING en klap het ruitenwisserblad om zodat de kunststof vergrendeling Voorkom dat de wisserarm tegen zichtbaar wordt. de ruit valt, omdat de ruit kan beschadigen of barsten.
Pagina 503
Achterruitenwisserblad OLMB073099 OLMB073100 2. Plaats de klem van het wisserblad 3. Plaats het nieuwe ruitenwis- OLMB073023 omhoog. Trek de wisserblad naar serbladen in omgekeerde volgo- 1. Trek de ruitenwisserarm omhoog beneden en verwijder deze. rde van verwijderen. en draai het ruitenwisserblad (1). 2.
Pagina 504
4. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervan- gen door een officiële HYUNDAI- dealer om schade aan de ruitenwis- serarmen en andere onderdelen te voorkomen. 7-34...
Pagina 505
HYUNDAI-dealer. zeer agressieve zwa- • Spoel gemorst elektrolyt direct af velzuur bevatten. La- met een oplossing van water en...
Pagina 506
Zorg altijd Hyundai-dealer voor voor ventilatie wan- recyclage. neer in een afgeslo- • Bij het optillen van een accu ten ruimte wordt ge- met een kunststof behuizing werkt.
Pagina 507
• Neem de minkabel van de 1. CMF65L-BCI: De door HYUNDAI stroom wanneer het elektrolyt accu altijd eerst los en sluit de gebruikte naam van de accu in de cellen begint te borrelen...
Pagina 508
We adviseren u voor het ver- laden worden. vangen van de AGM-accu ver- vangende onderdelen gebruiken die geleverd zijn door een officiële HYUNDAI- dealer. • Open of verwijder de afdek- kap bovenop de accu niet. Hierdoor kan het elektrolyt uit de accu gaan lekken wat tot ernstig letsel kan leiden.
Pagina 509
BANDEN EN WIELEN Verzorging van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale levensduur van de banden en een zo Te lage bandenspanning laag mogelijk brandstofverbruik, Een te lage bandenspanning dient u de banden steeds op de aan- (meer dan 0,7 bar lager) kan lei- bevolen spanning te houden en dient den tot enorme warmteont- wik- u het totaalgewicht en de maximale...
Pagina 510
• Vergeet niet de ventieldopjes te- te laten controleren door een offi- • Overschrijd het laadvermogen rug te plaatsen. Zonder het ven- ciële HYUNDAI-dealer. van de auto niet. Plaats niet te tieldopje kan er vuil en vocht in veel bagage op het roof rack als •...
Pagina 511
Vervang ode. banden die (ongelijkmatig) ver- sleten of beschadigd zijn. • Controleer de bandenspanning van het reservewiel. HYUNDAI wordt aanbevolen om bij het controleren van de banden- spanning ook die van het re- servewiel te controleren. 7-41...
Pagina 512
Onderhoud Wielen verwisselen Controleer bij het verwisselen van de Met een volwaardig reservewiel (indien van toepassing) wielen tevens de remblokken op slij- Om de banden zo gelijkmatig mo- tage. gelijk te laten slijten wordt aanger- aden de wielen iedere 10.000 km of Informatie eerder, indien het slijtagepatroon daartoe aanleiding geeft, te verwis-...
Pagina 513
Wielen uitlijnen en balanceren Banden vervangen WAARSCHUWING De wielen van uw auto zijn af fabriek zorgvuldig uitgelijnd gebal- Slijtage-indicatoren Vervangen van banden anceerd voor een lange levensduur Om de veiligheid zo veel als mo- van de banden en optimale presta- gelijk is te waarborgen: ties.
Pagina 514
Laat die van een conventionele band. voor wat betreft diameter, velg- u altijd adviseren door de Vervang de band van het compacte Erkend HYUNDAI Reparateur. breedte en offset (wielbolling). reservewiel als de slijtage-indica- • Het ABS vergelijkt de snelheid toren zichtbaar zijn.
Pagina 515
Vraag Erkend HYUNDAI scertificatie. Het identificatienummer Reparateur advies als u ziet dat een kan worden gebruikt om de band te band onregelmatig is versleten. identificeren bij een terugroepactie.
Pagina 516
Onderhoud 185 - Breedte band in millimeter. Aanduiding velgmaat Snelheidsclassificatie banden Ook velgen zijn voorzien van infor- In het onderstaande overzicht staan 65 - HoogteVbreedteverhouding. De hoogte van de wang van de matie die van belang kan zijn bij de meest gebruikte snelheidsclassifi- band als percentage van de eventuele vervanging.
Pagina 517
3. Controleren van de leeftijd van 4. Structuur en materiaal van de WAARSCHUWING band de banden (TIN: identifica- tienummer) Het aantal lagen rubber van de band. Leeftijd band Alle banden die ouder zijn dan 6 jaar, Bandenfabrikanten moeten Banden verouderen na verloop aangeven welke materialen zijn gebaseerd of de fabricagedatum, van tijd, zelfs wanneer ze niet...
Pagina 518
Onderhoud 6. Maximum belasting Slijtage van het profiel Grip - AA, A, B en C slijtageclassificatie Er zijn drie gripclassificaties, van Dit getal geeft het maximale gewicht loopvlak is een relatieve classificatie hoog naar laag AA, A, B en C. De in kilo's en ponden aan die de band gebaseerd op de mate van slijtage gripclassificatie geeft aan in hoeverre...
Pagina 519
Temperatuur - A, B en C Band met een kleine WAARSCHUWING hoogte-/breedteverhouding Er zijn drie temperatuurclassificaties (indien van toepassing) mogelijk: A (de hoogste), B en C. Temperatuur banden Deze classificaties geven aan in Er zijn banden toegepast met een De temperatuurclassificatie van hoeverre de band hittebestendig is kleine hoogte-/breedteverhouding, deze band geldt voor een band...
Pagina 520
HYUNDAI-dealer. - Controleer de staat van de band en de bandenspanning elke 3.000 km, om schade aan de band te voorkomen.
Pagina 521
Vermijd het gebruik ontstaan. van het desbetreffende systeem en neem contact op met een officiële HYUNDAI- dealer. AANWIJZING Er worden drie soorten zekeringen Normaal Verwijder een zekering niet met een gebruikt: een plat type voor lagere...
Pagina 522
OGB074006 • Verwijder geen zekeringen, maal is, raden wij u aan een 1. Zet het contact in stand LOCK (of relais of aansluitingen die zijn erkende Hyundai-dealer te OFF) en alle andere schakelaars vastgezet bouten raadplegen. uit. moeren. De zekeringen, relais 2.
Pagina 523
Bij loszitten adviseren we u contact en zet de zekeringsschakelaar AAN op te nemen met een officiële (indien van toepassing). HYUNDAI-dealer. - Schakel de "ZEKERINGSCHAKE- LAAR" in - ZEKERING AAN 7-53...
Pagina 524
Plaats de zekeringschakelaar alti- roleer of de zekering goed vastzit. jd in de AAN stand tijdens het rij- Bij loszitten adviseren we u con- den. tact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Laat transportzekeringss- chakelaar niet herhaaldelijk bewe- gen. AANWIJZING...
Pagina 525
HYUNDAI-dealer. Informatie Als de hoofdzekering is doorgebrand, adviseren we u contact op te nemen OIB074031 met een officiële HYUNDAI-dealer. OIB074032 Vervang de doorgebrande hoofdzek- ering als volgt: 1. Neem de minpool los van de accu. 7-55...
Pagina 526
Onderhoud Zekering-/relaiskast Zekering zijpaneel OGB074031 Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan.
Pagina 530
Onderhoud Zekeringkast motorruimte n GASOLINE n GASOLINE_ISG OIB074031 Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto.
Pagina 531
n GASOLINE_TURBO n GASOLINE_TURBO DCT Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zek- eringkast controleert. OGB078115 OGB078021 7-61...
Pagina 535
Zet, voordat u lampen gaat ver- tact op te nemen met een officiële wordt veroorzaakt door het temper- vangen, de parkeerrem stevig HYUNDAI-dealer. atuurverschil tussen de binnenzijde en vast en controleer of het con- de buitenzijde van het lampglas. Dit is...
Pagina 537
Informatie (Vervolg) Als na het vervangen van de koplamp unit na schade of het opnieuw mon- teren de koplamp moeten worden afgesteld, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. 7-67...
Pagina 538
Onderhoud Koplamp 4. Maak de klem van de lamp los Richtingaanwijzerlampen door het uiteinde in te drukken en 1. Verwijder de fitting uit de lichtunit n Type A dit omhoog te duwen. door deze linksom te draaien tot de Parkeerlicht (Stand) 5.
Pagina 539
Als de LED lamp niet brandt, raden u aan het 3. Neem de voedingsschakelaar los auto door een officiële HYUNDAI- uit de fitting. dealer na te laten kijken. 4. Verwijder de fitting uit het huis...
Pagina 540
Onderhoud Koplampen en mistlampen 4. Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de koplampen voor afstellen in en stel de koplampen zo af dat Afstellen koplampen het helderste gedeelte van de lichtbundel op de horizontale en verticale lijnen valt. 5.
Pagina 541
Afstellen mistlampen vóór Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de mistlampen n Type B – Mistlampen vóór in en stel de mistlampen af. Verdraai de schroevendraaier (1) rechtsom of linksom om de lichtbun- del omhoog of omlaag te verstellen. OGB078107 n Type C –...
Pagina 542
Onderhoud Richtpunt (5 Deurs / 3 Deurs) <Hoogte vanaf de grond > <Afstand tussen lampen > SCHERM H1 : Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht/dimlicht) H2 : Hoogte tussen hart gloeilamp en grond W1 : Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht/dimlicht) W2 : Afstand tussen het hart van beide gloeilampen OGB074014 Eenheid: mm...
Pagina 543
Richtpunt (Cross) < Afstand tussen lampen > < Hoogte vanaf de grond > SCHERM H1: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht/dimlicht) H2: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond W1: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht/dimlicht) W2: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen OGB074014 Eenheid: mm Conditie auto...
Pagina 544
Onderhoud n Gebaseerd op een scherm van 10 meter “RA” “LA” Verticale Lijn van het Midden van Verticale Lijn van het Midden van de Lamp van de Koplamp de Lamp van de Koplamp WAGENAS (O/L) Horizontale Lijn van het Midden Bovenste Limiet van de Lamp van de Koplamp Onderste Limiet...
Pagina 545
n Gebaseerd op een scherm van 10 meter “RA” “LA” Verticale Lijn van het Midden van Verticale Lijn van het Midden van de Lamp van de Koplamp de Lamp van de Koplampv WAGENAS (O/L) Horizontale Lijn van het Midden Bovenste Limiet van de Lamp van de Koplamp Onderste Limiet Snijnlijn...
Pagina 546
Onderhoud n Gebaseerd op een scherm van 10 meter WAGENAS (O/L) Verticale Lijn van het Midden van Verticale Lijn van het Midden van de Lamp van de Linker Koplamp de Lamp van de Rechts Koplamp Horizontale Lijn van het Midden van de Lamp van de Mistlamp Bovenste limiet AARDING...
Pagina 547
OIB074035 OGB075036 (3) Richtingaanwijzerlampen Als de lamp niet brandt, raden u aan (1) Achterlicht (4) Mistachterlicht auto door officiële (2) Remlicht en achterlicht HYUNDAI-dealer na te laten kijken. (5) Achteruitrijlicht (3) Richtingaanwijzer (4) Mistachterlicht (indien van toepassing) (5) Achteruitrijlicht 7-77...
Pagina 548
Onderhoud n Type A n 5 Deurs, Cross • Type B Achteruitrijlicht Stop and tail light Richting- aanwijzer- lampen OIB077077 OIB074037 n Type B OGB078109 (1) Achteruitrijlicht Achteruitrijlicht (2) Richtingaanwijzerlampen (3) Stoplicht (4) Remlicht en achterlicht (5) Achterlicht (6) Mistachterlicht Richtingaanwijzerlampen OIB074038 OGB078110...
Pagina 549
Als de lamp niet brandt, raden u aan het systeem door een officiële 1. Verwijder de achterste band en de HYUNDAI-dealer na te laten kijken. wieldop. 2. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de uitsparingen van de lichtunit.
Pagina 550
Onderhoud Kentekenplaatverlichting 4. Steek een nieuwe lamp in de fit- n 5 Deurs, Cross ting. vervangen 5. Draai de lamp en fitting terug door n 3 Deurs met de klok mee te draaien. 6. Plaats de lichtunit in de car- rosserie.
Pagina 551
1. Wrik de lens met een platte Lamp interieurverlichting vervangen schroevendraaier voorzichtig los n Interieurverlichting (Type A) n Interieurverlichting (Type B) uit het huis van de interieurver- lichting. 2. Trek de lamp naar buiten. WAARSCHUWING Controleer, voordat u de lamp gaat vervangen, of toets OFF is ingedrukt om te voorkomen dat u zich brandt of een schok...
Pagina 552
Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR Onderhoud van de lak Verzorging exterieur AANWIJZING Het wassen Onderhoud exterieur - Gebruik geen agressieve reinig- Algemeen Was uw auto minimaal eenmaal per ingsmiddelen, oplosmiddelen of maand grondig met lauw of koud te heet water en was de auto niet Het is van groot belang bij gebruik water om de lak tegen roest en ver- in de volle zon of wanneer de car-...
Pagina 553
In de was zetten AANWIJZING AANWIJZING Zet de auto in de was wanneer het • Water in de motorruimte, inclu- Auto met matte lak water niet langer druppels op de lak sief water onder hoge druk, kan (indien van toepassing) vormt.
Pagina 554
HYUNDAI-dealer. was of conserveringsmiddel. U Wees uiterst voorzichtig, omdat kunt eventueel vaseline of een het moeilijk is de kwaliteit na repa- ander beschermingsmiddel gebrui- ratie te herstellen.
Pagina 555
Onderhoud van de onderzijde Onderhoud van lichtmetalen of WAARSCHUWING chromen velgen Zand en pekel kunnen zich ophopen aan de onderzijde van de car- De lichtmetalen of chromen velgen Test na het wassen de remmen rosserie. Als deze middelen niet ver- zijn voorzien van een transparante van uw auto bij lage snelheid wijderd worden, kan versnelde...
Pagina 556
Onderhoud Bescherming tegen roest Roestgevoelige gebieden Vocht werkt roest in de hand Als u in een gebied woont waar uw Vocht creëert omstandigheden Bescherming van uw auto tegen auto regelmatig wordt blootgesteld waaronder roestvorming gemakkelijk roest factoren roestvorming optreedt. Roestvorming wordt Met behulp van de meest gea- bevorderen, is bescherming tegen...
Pagina 557
Voorkomen van roest • Besteed bij het reinigen van de Houd uw garage vochtvrij onderkant extra aandacht aan de U kunt een bijdrage leveren aan het Parkeer uw auto niet in een vochtige, delen onder de spatschermen en voorkomen van roest door in eerste slecht geventileerde garage.
Pagina 558
Onderhoud Interieurbekleding reinigen Verwaarloos het interieur niet Verzorging interieur Vocht kan zich onder vloermatten en Kunststof (indien van toepassing) Algemene voorzorgsmaatrege- vloerbedekking ophopen en daar len interieur Verwijder stof en los vuil van de kun- roest veroorzaken. Controleer dus ststof bekleding met een plumeau of Voorkom dat bijtende oplossingen regelmatig of de vloer onder de mat- een stofzuiger.
Pagina 559
• Verzorgen van lederen stoelbekle- Leder (indien van toepassing) OPMERKING ding • Kenmerken van leder - Reinig de stoel regelmatig met - Leder wordt vervaardigd van de • Plooien of slijtplekken die dui- een stofzuiger om stof en zand opperhuid van een dier, die via delijk het gevolg zijn van het van de stoel te verwijderen.
Pagina 560
Onderhoud Veiligheidsgordels reinigen - Verwijder alle verontreinigingen direct. Zie onderstaande aanwij- Reinig de gordels met een zachte zingen voor het verwijderen van zeepoplossing die speciaal geschikt elke soort verontreiniging. is voor het reinigen van bekleding en - Cosmetische producten (zonne- tapijt.
Pagina 561
Bij dit - Purge Control Solenoid valve) deren, is het aan te raden uw auto systeem wordt schone, gefilterde door een officiële HYUNDAI-dealer De magneetklep dampafvoer wordt lucht via de luchtinlaatslang naar het te laten controleren en onderhouden aangestuurd door de motor-ECU;...
Pagina 562
Onderhoud Voorzorgsmaatregelen met 3. Emissieregelsysteem • Laat de motor in een afgesloten betrekking tot uitlaatgassen ruimte (bijvoorbeeld een garage) Het emissieregelsysteem is een (koolmonoxide) niet langer draaien dan nodig is om uiterst effectief systeem dat de uit- de auto naar binnen of naar buiten •...
Pagina 563
Voorzorgsmaatregelen Uw auto is uitgerust met een ka- • Voorkom rijden met een extreem katalysator talysator ten behoeve van de emis- laag brandstofniveau. Dit kan ve- (indien van toepassing) sieregeling. roorzaken dat de motor te weinig brandstof krijgt en overslaat wat Daarom moeten de volgende voor- leidt tot extra belasting van de WAARSCHUWING...
Pagina 564
GPF-systeem laat controle- hoge uitlaatgastemperatuur bij nor- ren door een erkende HYUNDAI- schade ontstaan aan het benzi- male en hogere snelheden automa- neroetfiltersysteem en kunnen dealer.
Pagina 565
Specificaties & Consumenteninformatie Afmetingen..............8-2 Motor ................8-2 Wattage gloeilampen..........8-3 Banden en velgen............8-4 Belastingsindex en snelheidsindex banden .....8-5 Maximaal toelaatbaar totaalgewicht .......8-5 Inhoud bagageruimte..........8-6 Airconditioning............8-6 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ..8-7 Aanbevolen motorolie .............8-8 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex .........8-9 Voertuig-identificatienummer (VIN).....8-10 Voertuigcertificatielabel..........8-10 Bandenspanningslabel..........8-11 Motornummer............8-11 Label aircocompressor ..........8-11 Label e-markering...........8-12 Koudemiddel label ..........8-12 Verklaring van conformiteit........8-12...
Pagina 566
Specificaties & Consumenteninformatie AFMETINGEN Onderwerp 5 Deurs 3 Deurs Cross Totale lengte 4,035 4,045 4,065 Totale breedte 1,734 1,730 1,760 Totale hoogte 1,474 1,449 1,529 Spoorbreedte vóór 1,520/1,514 1,520/1,514/1,515 1,517/1,511/1,512 Spoorbreedte achter 1,519/1,513 1,519/1,513/1,513 1,519/1,513/1,513 Wielbasis 2,570 2,570 2,570 MOTOR Onderwerp Benzine 1.0 Benzine 1.25...
Pagina 567
WATTAGE GLOEILAMPEN TYPE MET WATTAGE (W) GLOEILAMP Type A H4LL 60/55 GROOTLICHT/DIMLICHT Type B Type A STAND Type B Type A PY21W RICHTINGAANWIJZER- KOPLAMP LAMPEN VOOR Type B PY21W Type A STATISCH BUIGLICHT Type B Type A P21W Type B MISTLAMP VOORZIJDE H8LL Type A...
Pagina 568
Specificaties & Consumenteninformatie BANDEN EN WIELEN Bandenspanning bar (psi, kPa) Aanhaalmoment Onderwerp Bandenmaat Velgmaat Normale belasting Maximale belasting wielmoeren kgf•m (lbf•ft, N•m) Voor Achter Voor Achter 2.35 2.15 185/65R15 6J x 15 (34, 235) (31, 215) (35, 240) (36, 250) 185/65R15* 6J x 15 (ECO PACK)
Pagina 569
BELASTINGSINDEX EN SNELHEIDSINDEX BANDEN Laadvermogen Maximale snelheid Onderwerp Bandenmaat Velgmaat km/h 185/65R15 6J x 15 185/65R15 6J x 15 Standaardband 195/55R16 6J x 16 195/55R16 6J x 16 205/45R17 6.5J x 17 Tijdelijke band T125/80D15 3.5J x 15 LI : LAADINDEX SS : SNELHEIDSCLASSIFICATIE MAXIMAAL TOELAATBAAR VOERTUIGGEWICHT Benzine 1.0...
Pagina 570
Max : Achter de voorstoelen tot aan het dak. AIRCONDITIONING Onderwerp Gewicht of volume Classificatie R-134a Koudemiddel 470 ± 25 g R-1234yf Compressorolie 110g PAG oile Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 571
AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN EN HOEVEELHEDEN Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijflijn uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement verhogen, wat een gun- stiger brandstofverbruik oplevert. Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto.
Pagina 572
Specificaties & Consumenteninformatie Smeermiddel/vloeistof Inhoud Clasificación 1.0L 6.4 l (6.8 US qt.) Benzinemotor Mengsel van antivries en water Koelvloeistof 1.25L 4.3 l (4.4 US qt.) (Op ethyleenglycolbasis voor een Benzinemotor aluminium radiateur) 4.3 l (4.4 US qt.) Benzinemotor 1.4L 0.7 ~ 0.8 l (0.7 ~ 0.8 US qt.) Rem-/koppelingsvloeistof FMVSS116 DOT-3 of DOT-4 Brandstof...
Pagina 573
Aanbevolen Houd bij de keuze van een olie rekening met de te verwachten buitentempe- SAE-viscositeitsindex raturen tot aan de volgende olieverversing. Kies dan aan de hand van de tabel de aanbevolen olieviscositeit. AANWIJZING TemperatuurbereikSAE-viscositeitsindex Zorg ervoor dat u de omgeving rond vuldoppen, aftappluggen en de peil- °C Temperatuur...
Pagina 574
Specificaties & Consumenteninformatie BANDENSPANNINGSLABEL (VIN) VOERTUIGCERTIFICATIEL- ABEL OIB084003 OIB074054 voertuig-identificatienummer Het VIN staat ook op een plaatje dat OIB074059 (VIN) is het nummer dat gebruikt is bevestigd aan de bovenzijde van Op het voertuigcertificatielabel op de wordt bij de registratie van uw auto het dashboard.
Pagina 575
BANDENSPANNINGSLABEL MOTORNUMMER LABEL AIRCOCOMPRESSOR n Benzinemotor OIB074055/Q OIB084001 De banden waarmee uw nieuwe Het motornummer is in het motorblok OHC081001 auto is uitgerust zijn zorgvuldig ge- ingeslagen op de plaats die in de Een label voor de aircocompressor selecteerd voor de beste prestaties afbeelding is aangegeven.
Pagina 576
1995/5/EG. re brandstof. Nadere informatie, inclusief de verkla- Gebruik geen andere brandstof. ring van de fabrikant over de conformi- teit is beschikbaar op de volgende C. Zie het instructieboekje voor meer HYUNDAI website; details. http://service.hyundai-motor.com 8-12...
Pagina 578
Index Als de motor niet gestart kan worden ......6-4 Als de motor niet of langzaam ronddraait....6-4 Als de motor normaal ronddraait maar niet aanslaat ..6-4 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ....8-7 Als de motor oververhit raakt.........6-7 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ......8-9 Antidiefstalsysteem .............3-17 Beschikbare motorolie ..........8-8 AUDIO (Zonder Touchscreen) ......4-9, 4-42 Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) ......2-43...
Pagina 579
Bluetooth .............4-27, 4-58 Verbinding maken met Bluetooth-apparaten ...4-27, 4-58 Gebruik van een Bluetoothaudioapparaat ..4-30, 4-61 Banden en wielen ..........7-39, 8-4 Gebruik van een Bluetoothtelefoon ....4-32, 4-63 Bandenspanning controleren ........7-41 Brandstoflabel...............8-12 Band met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-39 Aanbevolen bandenspanning (koude banden)...7-39 Verzorging van de banden.........7-39 Onderhoud van banden ..........7-45 Contactslot ..............5-6...
Pagina 580
Index Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerk Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (FCA) - zaamheden ..............7-9 camera type..............5-68 Schema voor door de eigenaar uit te voeren FCA sensor ..............5-72 onderhoudswerkzaamheden ........7-9 FCA-waarschuwingsmelding en systeemregeling..5-70 Double clutch-transmissie ..........5-31 Beperkingen van het systeem ........5-75 Bediening double clutch-transmissie......5-31 Storing in het systeem ..........5-74 Goed rijgedrag ............5-41...
Pagina 581
Inhoud bagageruimte ............8-6 Kinderzitjes (CRS) ............2-30 Instrumentenpaneel ............3-46 Kinderen altijd op de achterbank.......2-30 Meters ...............3-48 Het installeren van een Kinderbeveiligingssysteem (CRS) ..............2-33 Bediening Instrumentenpaneel ........3-47 Het selecteren van een kinderzitje (CRS)....2-31 Bediening LCD-display ..........3-48 Koelvloeistof..............7-18 Meldingen LCD-display ..........3-67 Koelvloeistofpeil controleren ........7-18 Transmissie Schakelstandindicator......3-51 Aanbevolen koelvloeistof ..........7-20 Waarschuwings- en controlelampjes ......3-53...
Pagina 582
Index Tripcomputer modus..........3-76 Modus Gebruikersinstellingen (Instrumentenpaneel Type B).........3-78 Massa van de auto ............5-113 Lekke band (met reservewiel) ........6-9 Overbelading............5-113 Wielen verwisselen ............6-11 Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht ......8-5 EU conformiteitsverklaring voor krik .......6-18 Mediaspeler ............4-20, 4-51 Krik en gereedschap ............6-9 De AUX-Aansluiting Gebruiken......4-26, 4-57 Kriklabel ..............6-17 Het Gebruik Van Een Ipod.......4-23, 4-54 Reservewiel verwijderen en opbergen.......6-10...
Pagina 584
Index Goed remgedrag............5-54 Ruitenwissers en ruitensproeiers .......3-104 Hill-Start Assist Control (HAC) ........5-53 Achterruitenwisser en -sproeier.......3-106 Parkeerrem ..............5-44 Ruitensproeier voorruit ..........3-105 Rembekrachtiging............5-43 Ruitenwissers voor...........3-105 Trommelremmen achter..........5-44 Vehicle Stability Management ........5-52 Rijden in de winter .............5-100 Schuifdak ..............3-27 Sneeuw en ijs ............5-100 Sluiten van het schuif-/kanteldak ......3-30 Voorzorgsmaatregelen voor de winter ....5-102 Resetten van het schuif-/kanteldak ......3-30...
Pagina 585
Portiersloten van binnenuit ........3-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ ontgrendelen ............3-13 Tankdopklep ..............3-34 Snelheidsbegrenzingsysteem ........5-66 Openen van de tankdopklep ........3-34 Werking van de Snelheidsbegrenzingysteem ....5-66 Sluiten van de tankdopklep ........3-35 Spiegels ................3-41 Toegang tot uw auto ............3-3 Binnenspiegel.............3-41 Startblokkeersysteem ..........3-12 Buitenspiegel .............3-43 Afstandsbediening ............3-3 Starten met een hulpaccu..........6-5 Voorzorgsmaatregelen voor de afstandsbediening..3-5...
Pagina 586
Index Verklaring van Conformiteit.......4-75, 8-12 CE RED voor de EU ..........4-75 Verlichting ..............3-91 Waarschuwingssignalen ..........6-2 Exterieurverlichting ...........3-91 Alarmknipperlichten ............6-2 Interieurverlichting ..........3-101 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ....6-3 Verwarmings- en ventilatiesysteem ......3-114 Als de motor afslaat op een kruispunt of splitsing..6-3 Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ..3-124 Als de motor afslaat tijdens het rijden......6-3 Ontwaseming ............3-114...