5. Steek de voedingskabel van de
compressor (4) in het stopcontact van de
auto.
AANWIJZING
Gebruik alleen het stopcontact aan
voorpassagierszijde om de voedingskabel
aan te sluiten.
6. Schakel het contactslot in.
7. Laat de compressor gedurende ca. 5~7
minuten draaien om het dichtmiddel bij te
vullen tot een correcte spanning is bereikt
(zie hoofdstuk 8, Banden en wielen). De
bandenspanning na het vullen is niet
belangrijk en wordt later gecontroleerd/
gecorrigeerd.
Let er bij het vullen van de band op
dat de maximumspanning niet wordt
overschreden en bewaar tijdens het vullen
afstand tot de band.
OPGELET
Bandenspanning
Ga niet rijden als de bandenspanning lager
is dan 200 kPa (29 psi). Dit kan leiden tot
een ongeluk doordat de band het plotseling
begeeft.
8. Schakel de compressor uit.
9. Verwijder de vulslang van de fles
dichtmiddel en het ventiel van de band.
Berg de Tire Mobility Kit weer op zijn
oorspronkelijke positie in de auto op.
WAARSCHUWING
Koolmonoxide
Laat de motor niet gedurende langere tijd
lopen in een slecht geventileerde ruimte.
Hierdoor kunt u koolmonoxidevergiftiging
oplopen, met ernstig letsel of de dood tot
gevolg.
OOSN081012L
OOSN081012L
10. Rijd direct ongeveer 7~10 km (4~6 mijl of
ongeveer 10 minuten) om het dichtmiddel
in de band gelijkmatig te verdelen.
Rijd niet harder dan 80 km/uur (50 mph). Rijd
indien mogelijk niet langzamer dan 20 km/
uur (12 mph).
Als u tijdens het rijden ongewone trillingen
opmerkt, een abnormaal rijgedrag ervaart of
bijgeluiden hoort, verlaag dan uw snelheid
en rijd voorzichtig verder totdat u de auto op
een veilige plaats tot stilstand kunt brengen.
Schakel in dat geval een hulpdienst in.
08
OLMF064106
OLMF064106
8-23