Bestuurdershulp
Werking van de
Achteruitrijmonitor
Bedieningstoets
Toets Parking/View (Parkeren/Weergave)
Druk op de toets parkeren/weergave (1) om de
achteruitrijmonitor in te schakelen.
Druk opnieuw op de toets om de functie uit te
schakelen.
Achteraanzicht
Voorwaarden voor gebruik
• Met de versnelling in R (achteruit) zal het beeld
op het scherm verschijnen.
• Druk op de Parking/View - weergave toets
(1) als de versnelling in P (Parkeren) staat, het
beeld verschijnt op het scherm.
• Wanneer u het pictogram ( ) aanraakt,
wordt het achteraanzicht op het scherm
weergegeven.
Voorwaarden voor uitschakelen
• Het achteraanzicht kan niet worden
uitgeschakeld terwijl de transmissie in R
(Achteruit) staat.
• Druk nogmaals op de Parking/View -
weergave toets (1) terwijl de versnelling in
P (Parkeren) staat met het achteraanzicht
op het scherm, het achteraanzicht wordt
uitgeschakeld.
• Schakel van R (Reverse achteruit) naar
P (Parkeren), het achteraanzicht wordt
uitgeschakeld.
7-94
Vergroot achteruitrijzicht
Het achteraanzicht blijft zichtbaar op het scherm
om u te helpen bij het parkeren.
Voorwaarden voor gebruik
Schakel van R (Achteruit) naar N (Neutraal) of D
(Rijden), dan verschijnt het achteraanzicht op het
scherm.
Voorwaarden voor uitschakelen
• Het achteraanzicht wordt uitgeschakeld als de
rijsnelheid hoger is dan 10 km/u (6 mph).
• Op de knop Parkeren/Zicht (1) drukken, zal het
achteraanzicht uitschakelen.
OOSN071010L
OOSN071010L
• Schakel naar P (Parkeren), het achteraanzicht
wordt uitgeschakeld.
Zicht achteruit tijdens het rijden
De bestuurder kan tijdens het rijden het zicht
achteruit op het scherm controleren om te helpen
bij het achteruitrijden.
Voorwaarden voor gebruik
Druk op de Parking/View - weergave toets (1) als
de versnelling in P (Parkeren) of N (Neutraal) staat,
het achteruitrijbeeld verschijnt op het scherm.
OOSN071010L
OOSN071010L