WAARSCHUWING
Als het rode DBC-controlelampje brandt, is
er mogelijk sprake van oververhitting of een
storing in het DBC-systeem. Wanneer het
waarschuwingslampje zelfs gaat branden
als het hen DBC-systeem afgekoeld is,
raden we aan dat u het voertuig zo snel
mogelijk laat nakijken door een officiële
HYUNDAI-dealer.
AANWIJZING
• Op steile hellingen wordt het DBC-
systeem mogelijk niet gedeactiveerd,
ondanks dat het rempedaal of het
gaspedaal wordt ingetrapt.
• Zet de DBC nu aan wanneer u rijdt met
de selectiehendel in de 3e versnelling
(of hoger) bij voertuigen met een
handgeschakelde transmissie. De motor
kan afslaan als het DBC-systeem wordt
geactiveerd.
• De DBC werkt niet wanneer:
- De selectiehendel in de stand P
(parkeren) staat.
- De ESC is geactiveerd.
Goede remgewoonten
WAARSCHUWING
Wanneer u de auto verlaat of parkeert, moet
u altijd volledig stilstaan en het rempedaal
ingedrukt houden. Zet de selectiehendel
in stand P (parkeren), activeer daarna de
parkeerrem en zet het contact in stand
LOCK/OFF.
Indien de auto is geparkeerd en de
parkeerrem niet of niet volledig is
ingeschakeld, kan deze onbedoeld in
beweging komen waardoor u of anderen
letsel kunnen oplopen. Activeer ALTIJD de
parkeerrem alvorens de auto te verlaten.
Natte remmen kunnen gevaarlijk zijn!
De remmen kunnen nat worden als door
stilstaand water wordt gereden of als de
auto wordt gewassen. Uw auto stopt minder
snel als de remmen nat zijn. Natte remmen
kunnen ervoor zorgen dat de auto naar één
kant trekt.
U kunt de remmen drogen door het
rempedaal tijdens het rijden licht in te
trappen. Als de remmen droog zijn, werkt
het remsysteem weer normaal. Als het
remsysteem echter na het drogen niet
normaal werkt, breng dan de auto op een
veilige plaats tot stilstand. Wij adviseren
u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer voor hulp.
Laat tijdens het rijden uw voet NIET op het
rempedaal rusten. Zelfs een lichte, maar
permanente pedaaldruk kan leiden tot
oververhitting in het remsysteem, voortijdige
slijtage en zelfs het weigeren van de remmen.
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt,
druk het rempedaal dan voorzichtig in en laat
de auto vertragen terwijl u rechtdoor rijdt.
Verlaat de weg en stop op een veilige locatie
zodra uw snelheid zodanig is dat dit veilig
mogelijk is.
Houd het rempedaal stevig ingetrapt als de
auto stilstaat om te voorkomen dat de auto
vooruitrolt.
OPGELET
Removerbruggingssysteem
Het systeem helpt om veilig op te trekken
door het motorvermogen te verminderen
wanneer het versnellingspedaal is
geblokkeerd of vast zit en wanner u het
rempedaal blijft indrukken.
Het systeem wordt echter gedeactiveerd
wanneer ESS UIT staat in de N-modus. (De
versnellingshendel moet in de handmatige
positie blijven staan.) Wanneer het systeem
is uitgeschakeld, kan de remafstand langer
zijn wanneer het systeem is geactiveerd.
06
6-31