Gordijnairbag (indien van
toepassing)
De curtain airbags bevinden zich langs
de rand van het dak boven de voor- en
achterportieren.
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde
aanrijdingen van opzij het hoofd van de
inzittenden op de zitplaatsen voor en op de
buitenste zitplaatsen achter te beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om op te
blazen tijdens bepaalde botsingen van opzij,
afhankelijk van de ernst van de botsing.
De curtain airbags aan beide zijden van
de auto zijn zo ontworpen dat ze worden
geactiveerd wanneer door een rollover-
sensor wordt waargenomen dat de auto over
de kop slaat (indien van toepassing)
De curtain airbags zijn niet ontworpen om bij
alle aanrijdingen van opzij of situaties waarbij
de auto over de kop kan slaan opgeblazen te
worden.
WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel door een zich
opblazende curtain airbag te beperken,
moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
getroffen worden:
• Alle inzittenden moeten altijd hun
veiligheidsgordel dragen: de gordel
houdt de inzittende zo goed mogelijk op
zijn plaats.
• Plaats kinderzitjes op de juiste manier en
zo ver mogelijk van het portier vandaan.
• Plaats geen voorwerpen over de airbag
of tussen de airbag en uzelf. Bevestig
OOSN031042L
OOSN031042L
ook geen voorwerpen rond de omgeving
waar de airbag opblaast, zoals de
portieren, de zijruiten, de voor- en
achterstijlen en de dakrand.
• Hang uitsluitend kledingstukken op en
geen harde of breekbare voorwerpen.
Bij een ongeval kan dit schade aan de
auto of lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat passagiers niet met het hoofd of
andere delen van het lichaam tegen
het portier leunen, hun armen uit het
OOS037043
OOS037043
raam steken of voorwerpen tussen de
portieren en de zitplaatsen steken.
• Open of repareer de curtain airbags niet.
03
3-51