Pagina 1
Onderhoud Specificaties Alle informatie in deze gebruikershandleiding is actueel ten tijde van de publicatie. Hyundai behoudt zich echter het recht voor om te allen tijde aan- passingen door te voeren zodat het beleid van voortdurende productverbe- tering uitgevoerd kan worden.
Pagina 2
OPMERKING: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI Uw Hyundai dient op geen enkele wijze te zijnof te worden aangepast. Zulke aanpassingen kunnen de prestatie, veiligheid of duurzaamheid van uw Hyundai nadelig beïnvloeden en zouden bovendien de voorwaarden van de beperkte garanties die het voertuig dekken kunnen overtreden. Bepaalde aanpassingen kunnen ook strijdig zijn met de wettelijke voorschriften zoals vastgesteld door het Departement voor Transport en andere overheidsorganen in uw land.
Pagina 3
WAARSCHUWING INZAKE VEILIGHEID EN VOERTUIG SCHADE Deze handleiding bevat informatie met titels als WAARSCHUWING, OPMERKING en AANDACHT. Deze titels geven het volgende aan: WAARSCHUWING Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade of (ernstig) letsel voor u of andere inzittenden, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing.
Pagina 4
VORWORT Danke, dass Sie sich für einen Hyundai entschieden haben. Wir freuen uns, Sie im Kreise einer wachsenden Anzahl anspruchs- voller Menschen begrüßen zu dürfen, welche einen Hyundai fahren. Die fortschrittliche Technik und Bauweise eines jeden Hyundai-Fahrzeugs, welches wir produzieren, ist etwas, auf das wir sehr stolz sind.
Pagina 5
Introductie Uw voertuig in een oogopslag Veiligheidskenmerken van uw voertuig Kenmerken van uw voertuig Inhoudsopgave Het besturen van uw voertuig Wat te doen in noodgevallen Onderhoud Specificaties & Informatie voor de klant Index...
Pagina 6
Introductie Hoe deze handleiding te gebruiken ... . 1-2 Brandstofvereisten ......1-3 Inrijden van het voertuig.
Pagina 7
Introductie HOE DEZE HANDLEIDING TE GEBRUIKEN We willen u helpen om het hoogst moge- U zult diverse WAARSCHUWING, VO- lijke rijplezier te halen uit uw voertuig. In ORZICHTIG en AANDACHT in deze de gebruikershandleiding is heel veel handleiding vinden. Deze blokken zijn informatie te vinden over het gebruik van opgesteld om de persoonlijke veiligheid de auto.
Pagina 8
95 / AKI (Anti Klop Index) van 91 of sor van het motor regelsysteem erkende HYUNDAI-verdeler te vragen of hoger. (Gebruik geen benzine welke beschadigen en het emissiebeheer er al dan niet loodhoudende benzine in methanol bevat.)
Pagina 9
Introductie Benzine welke alcohol en methanol Andere brandstoffen OPMERKING bevat Gebruik van brandstoffen zoals; Gebruik nooit gasohol die methanol Gasohol, een mengsel van benzine en - brandstof met silicone (Si), bevat. Stop het gebruik van enig ethanol (ook bekend als graanalcohol), - brandstof met MMT (Manganese, Mn), gasohol product die de werking van en benzine of gasohol die methanol be-...
Pagina 10
Om bij te dragen aan minder luchtvervui- in uw voertuig te vermijden die MTBE van methanol (methylalcohol). Dit type ling beveelt HYUNDAI aan dat u brand- (Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten brandstof heeft een negatieve invloed op stof gebruikt met toegevoegde reini- met meer dan 15% vol.
Pagina 11
Brandstofadditieven Er is geen speciale inwerkperiode nodig. (VOOR EUROPA) Door gewoon een paar eenvoudige voor- HYUNDAI adviseert het gebruik van kwa- zorgsmaatregelen gedurende de eerste litatief hoogwaardige brandstoffen die Hyundai promoot de milieuvriendelijke 1.000 km (600 mijl) op te volgendn, kunt voldoen aan de Europese brandstofnor- verwerking van afgedankte voertuigen.
Pagina 12
Uw voertuig in een oogopslag Overzicht van het exterieur (voorste) ..2-2 Overzicht van het exterieur (achter) ... 2-3 Overzicht van het interieur ....2-4 Overzicht van het instrumentenpaneel .
Pagina 13
Uw voertuig in een oogopslag OVERZICHT VAN HET EXTERIEUR (VOORSTE) 1. Verwijderbare sleephaak (voor-zijde)..6-28 2. Voor-ruitenwisser ........4-72 3. Buitenspiegel..........4-41 4. Deur grendelen ........4-15 5. Koplamp ..........4-66 6. Mistlamp vooraan........4-69 7. Motorkap ..........4-29 8. Band en wiel ..........7-31 De daadwerkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OIA016001...
Pagina 14
Uw voertuig in een oogopslag OVERZICHT VAN HET EXTERIEUR (ACHTER) 1. Dakantenne..........4-104 2. Achterruitverwarmer.......4-79 3. Achterruitwisser ........4-73 4. Deur grendelen ........4-15 5. Systeem voor parkeerassisentie achteraan ..........5-45 6. Kinderslot achterdeuren......4-20 7. Brandstofvul ...........4-31 8. Achter sleephaak ........6-28 9. Achterste combinatielamp......7-63 10.
Pagina 15
Uw voertuig in een oogopslag OVERZICHT VAN HET INTERIEUR 1. Knop voor grendelen/ontgrendelen deur ..........4-16 2. Buiten kijkspiegel schakelaar* ..4-42 3. Elektrische raamgrendel knop *..4-27 4. Elektrische raamschakelaars * ..4-25 5. Centraal deurgrendel schakelaar* ..4-19 6. Koplamp afstelinrichting * ....4-70 7.
Pagina 16
Uw voertuig in een oogopslag OVERZICHT VAN HET INSTRUMENTENPANEEL 1. Instrumentenpaneel......4-44 2. Lichtschakelaar / Richtingaanwijzerschakelaars ..4-66 3. Ruitenwisser / Ruitensproeier ..4-72 4. Audio-bedieningsorganen* ..4-105 5. Hoorn..........4-40 6. Bestuurders air-bag* ......3-42 7. Voor passagiers air-bag* ....3-42 8. Stuurwiel.........4-38 9. Contactslot ........5-5, 5-7 10.
Pagina 17
Uw voertuig in een oogopslag MOTORRUIMTE I Benzinemotor 1. Expansiereservoir......7-25 2. Motoroliedop........7-24 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ...7-28 4. Luchtfilter..........7-32 5. Zekeringskast ........7-54 6. Plusaansluiting accu ......7-40 7. Minaansluiting accu......7-40 8. Ruitensproeiervloeistofreservoir..7-31 9. Radiateurdop........7-27 10. Motoroliepeilstok ......7-24 11. Oliepeilstok automatische versnellingsbak*......7-29 * : indien hiermee uitgerust C Het werkelijke motorruimte in het voertuig kan verschillen van de afbeelding.
Pagina 18
Veiligheidskenmerken van uw voertuig ZITPLAATSEN ......3-2 AIR BAG - AANVULLEND BEVEILIGINGSSYSTEEM ..3-37 •...
Pagina 19
Veiligheidskenmerken van uw voertuig ZITPLAATSEN Voorzitplaats (1) Voorwaarts en achterwaarts (2) Rugleuningverstelling (3) Stoelkussenhoogte bestuurders- stoel)* (4) Hoofdsteunen (5) Zitplaats verwarming* Achterzitplaats (6) Inklapbare zitplaats (7) Hoofdsteunen * : indien van toepassing OIA033001...
Pagina 20
Veiligheidskenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Losse voorwerpen Verantwoordelijkheid bestu Zitplaats bestuurder urder voor passagiers Losse voorwerpen op de vloer van • Probeer nooit om de zitplaats af te stellen terwijl het voertuig in de bestuurder kunnen de bediening Het rijden in een voertuig met de beweging is.
Pagina 21
Veiligheidskenmerken van uw voertuig I Type A 3. Laat de hefboom los en verzeker u er- van dat de zitplaats op zijn plaats is vergrendeld. Stel de zitplaats af voordat u gaat rijden en verzeker u ervan dat de zitplaats vei- lig is vergrendeld door te proberen voor- waarts en achterwaarts te bewegen zon- der de hefboom te gebruiken.
Pagina 22
Veiligheidskenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaat- regelen in acht zodat u het risico op letsel of overlijden bij een ernstig ongeval vermindert. • Pas, voordat u het voertuig start, altijd de hoofdsteunen voor alle passagiers goed aan. •...
Pagina 23
Veiligheidskenmerken van uw voertuig OPMERKING OIA033003 OBA033005 OYFH034205 Voor- en achterwaartse afstelling Het afstellen van de hoogte Als u de rugleuning naar voren van de hoofdsteun De hoofdsteun kan naar voren worden klapt met de hoofdsteun en de zit- aangepast naar 3 posities door de hoofd- Om de hoofdsteun te verstellen, trek het ting omhoog, kan de hoofdsteun in steun naar de gewenste positie naar vo-...
Pagina 24
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Elke keer dat u op de knop drukt, wordt de temperatuurinstelling van de zitting als volgt gewijzigd: ← (UIT) HIGH ( (HOOG) MIDDLE ( (MIDDEN) LOW ( (LAGE) De Stoelverwarming zal standaard op OBA033006 OIA036013 OFF staan als de contactschakelaar Verwijdering/Opnieuw installeren Stoelverwarming wordt omgedraaid.
Pagina 25
Veiligheidskenmerken van uw voertuig OIA0330025 OIA0330010 OPA039053 Rugleuningzak Passagierzitting onder lade Afstelling achterzitplaats (indien van toepassing) (indien van toepassing) Hoofdsteunen Het rugleuningzak op de rugleuning be- Om de lade te openen, trekt u de lade De zitplaatsen achter zijn voorzien van vindt zich op de bestuurder en/of passa- eerst omhoog en vervolgens naar voren.
Pagina 26
Veiligheidskenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaat- regelen in acht zodat u het risico op letsel of overlijden bij een ernstig ongeval vermindert. • Pas, voordat u het voertuig start, altijd de hoofdsteunen voor alle passagiers goed aan. •...
Pagina 27
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Inklappen van de achterzitplaats De achterrugleuningen (en zitkussens) kunnen ingeklapt worden om de baga- geruimte te vergroten. WAARSCHUWING • Laat passagiers nooit op de neer- geklapte rugleuning zitten, terwijl de auto in beweging is, dit is geen juiste zitpositie.
Pagina 28
Veiligheidskenmerken van uw voertuig OIA0330018 OIA0330016 OIA0330017 5. Til het achterste deel van de zitting 6. Beweeg de zitting in de richting van omhoog (2). de pijl in bovenstaande afbeelding. OIA0330019 7. Trek de rugleuning omhoog en klap de rugleuning naar de voorkant van het voertuig.
Pagina 29
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Om de achterzitplaats gebruiken: WAARSCHUWING 1. Til en duw stevig tegen de rugleuning, Bagage totdat de rugleuning is vergrendeld. 2. Duw de zitting stevig naar beneden Bagage moet zoveel mogelijk vast- totdat deze in de juiste positie is. gezet worden om te voorkomen dat het door het voertuig schuift en bij Wanneer de achterrugleuningen naar de...
Pagina 30
Veiligheidskenmerken van uw voertuig VEILIGHEIDSGORDELS Veiligheidsgordelbevestigings- (Vervolgd) WAARSCHUWING systeem • Vermijdt het dragen van verdra- Beschadigde veiligheidsriemen en aide veiligheidsgordels. U wordt montages van veiligheidsriemen WAARSCHUWING niet afdoende beschermd tijdens zullen niet goed werken. Vervang een ongeval door een verdraaide •...
Pagina 31
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Indien de veiligheidsgordel van de Veiligheidsgordel van de voorste passagier waarschuwings (2) bestuurderszitplaats wordt losgemaakt, nadat het contact AAN positie gezet is, zal Als herinnering voor de voorpassagier, de waarschuwingslamp nogmaals oplich- zal de veiligheidsgordel van de voorste passagier waarschuwingslamp gedu- ten gedurende ongeveer 6 seconden.
Pagina 32
Veiligheidskenmerken van uw voertuig (Vervolgd) Als de achtergordel wordt vastgezet, • Als de voorpassagiersstoel niet is gaat de waarschuwingslamp onmiddellijk uit. bezet, gaat toch de gordel-waarschu- wingslamp gedurende 6 seconden Als de achtergordel wordt losgemaakt bij knipperen of branden. een snelheid hoger dan 20 km/uur (12 •...
Pagina 33
Veiligheidskenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT Als u niet in staat om vlot genoeg te trekken van de veiligheidsgordel uit het oprolmechanisme, stevig trek de gordel uit en laat hem los. Na de release, kan de riem weer rustig en soepel uit de oprol- automaat worden getrokken.
Pagina 34
Veiligheidskenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING Verzeker u ervan dat altijd de schoudergordel punt in de juiste positie is vergrendeld. Plaats het bovenste deel nooit over uw nek of gezicht. Onjuist geplaatste veilig- heidsgordels kunnen ernstige let- sels veroorzaken tijdens een onge- val.
Pagina 35
Veiligheidskenmerken van uw voertuig (1) Retractor Voorspanner Het doel van de retractor voorspan- ner is om zeker te stellen dat de schoudergordels strak zitten rond het bovenlichaam van de inzittenden in bepaalde frontale botsingen. (2) EFD (Bevestigingstoestel voor Nood- situaties) Het doel van de EFD is om zeker te stellen dat de schootgordels strak zit- ten rond het onderlichaam van de...
Pagina 36
Het voorspanner systeem bestaat uit de een erkende HYUNDAI-verdeler. • Raak niet de voorspanner veilig- volgende componenten. Hun locaties ge- heidsgordel assemblies. toond in de afbeelding: 1.
Pagina 37
Plaats de schootriem onder specteerd door een erkende HYUNDAI het niet gedurende langere perioden uw buik zodat deze GOED past over uw verdeler.
Pagina 38
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Gebruik van de veiligheidsriem bij Kleine kinderen zijn het best beschermd Grotere kinderen kinderen tegen letsel in een ongeval, wanneer ze Alle kinderen onder 13 jaar die te groot correct in de achterzitplaats in een kin- zijn voor een booster zitting moeten altijd Pasgeborene en kleine kinderen derzitje geplaatst zijn, die voldoet aan de...
Pagina 39
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Gebruik van de veiligheidsriem bij WAARSCHUWING WAARSCHUWING mensen met letsel Ook wanneer een gewonde persoon • Zorg altijd dat grotere veilig- • Gebruik NOOIT een teruggeklap- wordt vervoerd, moet de veiligheidsgor- heidsriemen voor kinderen te zitting terwijl het voertuig in del worden gebruikt.
Pagina 40
Gehele zijnde veiligheidsgordel en aan- verwante delen moeten vervangen wor- den indien het voertuig in een ongeluk betrokken is geweest. Dit moet gedaan worden zelfs indien er geen zichtbare schade is. Raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raadplegen. 3 23...
Pagina 41
Veiligheidskenmerken van uw voertuig VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN (CRS) Kinderen altijd op de achterbank De meeste landen hebben wetgeving Child Restraint System (CRS, kinder- wat betreft kinderen in voertuigen waarbij beschermingssysteem) altijd op de kinderen moeten reizen in goedgekeurde achterbank WAARSCHUWING kinderartikelen.
Pagina 42
CRS's voor het gezicht naar achteren or de lengte en het gewicht van het val een bezoek brengt aan een kind. Het vereiste label of de gebruiks- HYUNDAI dealer om het CRS, de instructies bevatten normaliter deze WAARSCHUWING veiligheidsriemen, ISOFIX onder- informatie.
Pagina 43
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Blijf CRS's met het gezicht naar achteren gebruiken zolang het kind past binnen de hoogte- en gewichtsbeperkingen van de fabrikant van de CRS. Dit is de beste manier om ze veilig te houden. Zodra uw kind te groot is voor een CRS met het gezicht naar achteren, kunt u uw kind in een CRS met het gezicht naar voren in een harnas plaatsen.
Pagina 44
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Booster zittingen Het installeren van een kinderzitje • Zorg dat het CRS goed vast zit. Nadat u het CRS aan het voertuig he-eft (CRS) Een booster zitting is een CRS die ont- bevestigd, duwt u de zitting naar voren worpen is om te passen in het veilig- en van links naar rechts om te controle- heidsriemsysteem van het voertuig.
Pagina 45
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Geschiktheid Kinderzitjes met Gebruik van Veiligheidsgordel - Voor Europa WAARSCHUWING Gebruik kinderzitjes die officieel zijn goedgekeurd en die geschikt zijn voor de kin- deren. Bij het gebruik van kinderzitjes, raadpleeg de volgende tabel. Geadviseerd wordt dat een kinder- zitje wordt geïnstalleerd op de ach- terzitplaats, zelfs indien de airbag Zitplaats Positie (5 zitter)
Pagina 46
Veiligheidskenmerken van uw voertuig ISOFIX onderste en bovenste WAARSCHUWING bevestigingen (ISOFIX bevestigings- systeem) voor kinderen Probeer niet om het CRS met on- Het ISOFIX systeem houdt een CRS op derste ISOFIX bevestigingen te de plaats tijdens het rijden en tijdens on- gebruiken in het midden van de gevallen.
Pagina 47
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Beide buitenste achterstoelen zijn uitge- Het vastzetten van een kinderzitje rust met een paar ISOFIX-Lagere Beves- met “ISOFIX bevestigingssystemen” tigingspunten en met een overeenkom- Installeren van een ISOFIX compatibele stige bovenste bevestigingspunten op de ISOFIX Lagere CRS in een van de posities op de ach- Bevestigingspositie achterzijde van de achterbanken.
Pagina 48
Veiligheidskenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaat- Let op het volgende bij het instal- regelen bij het ISOFIX-systeem: leren van de bovenste riem: • Lees en volg de installatie- en • Lees en volg de installatie- en gebruiksvoorschriften van de gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het kinderzitje.
Pagina 49
Veiligheidskenmerken van uw voertuig 2. Sluit de haak van de bovenste riem aan op de bovenste ISOFIX bevesti- ging en zet de bovenste riem vervol- gens vast volgens de instructies van de fabrikant van het CRS, zodat het CRS goed vast zit aan de zitting. 3.
Pagina 50
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Kinderzitje Terughoudendheid voor het Voertuig ISOFIX Posities – Voor Europa Voertuig ISOFIX Posities Massagroep Formaat Bevestiging (Gewichtsklasse) Achter zijkant Achter zijkant Voorste Passagier Achter Midden (Bestuurderszijde) (Bestuurderszijde) ISO/L1 Reiswieg ISO/L2 0 : Tot 10 kg ISO/R1 ISO/R1 0+ : Tot 13 kg ISO/R2...
Pagina 51
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Aanbevolen veiligheidssystemen voor kinderen – Voor Europa Grootte- ECE-R44 Massagroep Armatuur Naam Fabrikant Bevestigingstype (Gewichtsklasse) klasse Goedkeuring Nr. Groep 0-1 Achterwaarts geplaatst met ISOFIX-basis (0-13kg) Groep 1 Voorwaarts geplaatst met ISOFIX (9-18kg) onderste + bovenste bevestigingen Informatie CRS-fabrikant Britax Römer http://www.britax.com...
Pagina 52
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Het vastzetten van een kinderzitje per schoot/schoudergordel Als u geen gebruik maakt van ISOFIX bevestigingssystemen, dan moet de CRS met het schootgedeelte van de vei- ligheidsriem vastgezet worden. WAARSCHUWING Plaats ALTIJD een kinderzitje ach- terwaarts op de achterbank van het voertuig zitten.
Pagina 53
Veiligheidskenmerken van uw voertuig OEN036104 3. Verwijder zoveel mogelijk speling van de riem door het CRS omlaag te duwen terwijl u de schouderriem terug duwt. 4. Trek en duw tegen het CRS om er zeker van te zijn dat de veiligheids- riem dit goed op de plek houdt.
Pagina 54
Veiligheidskenmerken van uw voertuig AIRBAG - AANVULLEND BEVEILIGINGSSYSTEEM (1) Front-airbag bestuurder (2) Voor passagiers air-bag* (3) Side air-bag* (4) Gordijn air-bag* (5) Voor air-bag AAN/UIT schakelaar passagier* * : indien van toepassing WAARSCHUWING Zelfs in voertuigen met air-bags moeten altijd de veiligheidsgordels worden gedragen om het risico en de ernst van letsel te minimaliseren in het geval van een aanrijding.
Pagina 55
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Dit voertuig is uitgerust met een extra air- WAARSCHUWING bag-systeem voor de bestuurderssto-el, - VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR AIR- bijrijdersstoel en/of achterbank. BAGS De voorste airbags zijn ontworpen als Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes - elke reis, elke keer, iede- aanvulling op de driewegs veiligheidsri- reen! Zelfs bij airbags kunt u ernstig letsel oplopen, of overlijden, tijdens een emen.
Pagina 56
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Airbag bestuurder en Front-airbag bestuurder WAARSCHUWING voorpassagier (indien van toepassing) Verminder het risico op ernstig letsel of overlijden door een opgeblazen Uw voertuig is uitgerust met een SRS airbag voor en houdt u aan de vol- (Supplemental Restraint System) en met gende voorzorgsmaatregelen: een schoot-/schouderriem bij zowel de...
Pagina 57
HYUNDAI-verdeler. men. den door alleen de veiligheidsgordel. (Vervolgd)
Pagina 58
Veiligheidskenmerken van uw voertuig De gordijn air-bags zijn ontworpen om WAARSCHUWING alleen te activeren tijdens flankaanrijdin- gen, afhankelijk van de kracht van de Verminder het risico op ernstig let- hoek, de snelheid en de aanrijding zelf. sel of overlijden door een opgebla- De gordijn air-bags zijn niet ontworpen zen gordijn air-bag en houdt u aan om te ontplooien in alle zijbotsing situ-...
Pagina 59
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Hoe werkt het air-bags systeem? Het aanvullende beveiligingsysteem bestaat uit de volgende componenten: 1. Voor air-bag module van de bestuurder 2. Voor air-bag module passagierszijde* 3. Zij-air-bag modules* 4. Gordijn air-bagmodules* 5. Veiligheidsgordelspanner systeem* 6. Airbag waarschuwingslamp* 7.
Pagina 60
Veiligheidskenmerken van uw voertuig SRS waarschuwingslamp Tijdens een gemiddelde of ersntige bot- (Vervolgd) sing zullen sensoren de snelle vertraging • De lamp gaat aan als de motor van het voertuig vaststellen. Als deze aanslaat. vertraging groot genoeg is, dan zal het Wij adviseren een erkende HYUN- regeltoestel de voorste airbags opbla- DAI verdeler zo spoedig mogelijk...
Pagina 61
Veiligheidskenmerken van uw voertuig • Air-bag activering is afhankelijk van • Een onjuiste zitpositie kan door het Front-airbag bestuurder (1) een aantal factoren inclusief snelheid contact met de air-bag letsel veroorza- van het voertuig, hoek van de aanrij- ken, vooral indien de inzittende zeer ding en de stijfheid van de voertuigen dicht dashbord zit.
Pagina 62
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Front-airbag bestuurder (2) Front-airbag bestuurder (3) WAARSCHUWING Voorkom dat objecten gevaarlijke projectielen worden als de airbag passagier opgeblazen wordt. • Monteer of plaats geen enkele accessoire (drankhouder, casset- tehouder, sticker enz.) op het voorste dashboordpaneel boven de handschoenenkastje in een OLMB033056 voertuig met een passagiers-air-...
Pagina 63
Na een botsing aan de voor- of zijkant zal laten vervangen door een erken- de airbag snel opblazen, en daarna weer de HYUNDAI-verdeler onmiddel- snel leeglopen. Een opgeblazen airbag lijk nadat de airbag is afgegaan. voorkomt niet dat de bestuurder niet me-...
Pagina 64
Veiligheidskenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT De AAN/UIT indicator van de voor air- bag van de passagier licht op gedurende ongeveer 4 seconden nadat het contact in de AAN positie geplaatst wordt. WAARSCHUWING Laat nooit toe dat een volwassen passagier meerijdt op de voor zit- plaats, wanneer de front-air-bag OFF indicator van de passagier op- ge licht is.
Pagina 65
Veiligheidskenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als de AAN/UIT-schakelaar van de • Gebruik geen achterwaarts ge- airbag voor de bijrijder niet meer plaatste kinderzitje op een zit- werkt, dan kan het volgende gebe- plaats voorzien van een air-bag, uren: dit een kan resulteren in ERN- STIG LETSEL of OVERLIJDEN •...
Pagina 66
• Wij raden aan u dat alle repara- OIA036031/OBA033015/OIA036032/1LDA2054 ties worden uitgevoerd door een erkende HYUNDAI-verdeler. (1) SRS-regeleenheid (2) Voor aanrijding sensor (3) Zij-aanrijding sensor (indien van toe- passing) 3 49...
Pagina 67
Veiligheidskenmerken van uw voertuig Side air-bags en gordijn air-bags zijn ont- worpen om bij een flankaanrijding te wor- den geactiveerd, maar ze kunnen ook activeren als de sensoren een aanrijding signaleren die voldoende krachtig is. Rijdt voorzichtig op onverharde wegen of op oppervlaktes die niet zijn bedoeld voor voertuigverkeer om onbedoelde air- bag activering te voorkomen.
Pagina 68
Veiligheidskenmerken van uw voertuig OPA037041 OPA037042 OSA038121 Air-bag deactiveringscondities Voor air-bags zijn niet ontworpen om op Voor air-bags kunnen mogelijk niet acti- te activeren in achteraanrijdingen, omdat veren in zij aanrijdingen, omdat inzitten- In bepaalde lagesnelheid aanrijdingen inzittenden achterwaarts worden bewo- den in de richting van de aanrijding be- kunnen de air-bags mogelijk niet active- gen door de kracht van de aanrijding.
Pagina 69
Veiligheidskenmerken van uw voertuig 1VQA2089 OPA037043 OED036104 In een hoekaanrijding kan de kracht van Net voor de aanrijding remmen bestuur- Airbags worden misschien niet opgebla- een aanrijding de inzittenden in een rich- ders meestal stevig af. Hierdoor verlaagt zen bij ongevallen waarbij het voertuig ting sturen waar de air-bags niet die het voorste deel van het voertuig zodat over de kop gaat omdat het voertuig dit...
Pagina 70
HYUNDAI verdeler. Onjuiste behandeling vak van de voor passagier. van het SRS systeem kan leiden tot ern- één gebied en de botsingsenergie is ge- •...
Pagina 71
"Een passagier die zijn veiligheidsgordel acht worden genomen. Raden we het aanpassen van uw voertuig niet draagt tijdens een crash of een u aan een erkende HYUNDAI ver- uitgerust met airbag noodstop kan tegen het interieur van het deler te raadplegen voor nodige voertuig aan worden “gegooid”, tegen...
Pagina 72
Veiligheidskenmerken van uw voertuig I Type A OIA0330040 I Type B OIA0330050 Air-bag waarschuwingsetiketten (indien van toepassing) Air-bag waarschuwingsetiketten zijn aan- gebracht om de inzittenden attent te maken op risico’s van het air-bag sys- teem. Lees alle informatie over uw air- bags, deze is geplaatst op de zonneklep- pen.
Pagina 73
Kenmerken van uw voertuig SLEUTELS ....... . 4-3 RAMEN ....... . . 4-23 •...
Pagina 74
Kenmerken van uw voertuig WAARSCHUWINGSIGNAAL ....4-64 HANDMATIG KLIMAATREGELING ..4-79 • Verwarming en luchtbehandeling ....4-80 VERLICHTING .
Pagina 75
Type C WAARSCHUWING Gebruik voor de ontsteking in uw voer- tuig uitsluitend originele onderdelen van HYUNDAI. Indien een niet orginele sleutel wordt gebruikt, kan de het con- tactslot mogelijk niet goed functioneren naar AAN na START. Hierdoor kan de startverbinding blijven werken en scha-...
Pagina 76
Om het immobilisersysteem Met een ongeprogrammeerde intelligen- een erkende HYUNDAI verdeler te ra- te de-activeren: te sleutel zal de motor niet aanslaan. adplegen. Steek de contactsleutel in het contact in de AAN positie.
Pagina 77
Wij raden aan u het systeem onderhouden bij een erkende HYUNDAI-verdeler. Storingen veroorzaakt door onjuis- te wijzigingen, aanpassingen of modificaties aan het immobiliser- steem vallen niet onder de fabrieks-...
Pagina 78
Kenmerken van uw voertuig SLEUTELLOZE INGANG OP AFSTAND (INDIEN VAN TOEPASSING) Type A Type A Type A • Om de sleutel te ontvouwen, drukt u op de vrijgeven knop en daarna ontvouwd de sleutel automatisch. • Om de sleutel op te vouwen, vouwt u de sleutel handmatig terwijl u de vrijge- ven knop ingedrukt houdt.
Pagina 79
Als u een probleem is met de • Na het ontgrendelen van de achterk- zender, raden we aan om contact op te lep, zal de achterklep automatisch nemen met een erkende HYUNDAI-ver- vergrendelen tenzij ze binnen de 30 deler. seconden wordt geopend.
Pagina 80
HYUNDAI-verdeler. I Type B OPMERKING Wijzigingen of aanpassingen die ni- et expliciet zijn goedgekeurd door Hyundai Motor Company, kunnen storingen veroorzaken in het sys- teem. Als de centrale vergrendeling buiten werking is door wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet zijn goedgekeurd zal dit niet gedekt zijn door de fabrieksgarantie.
Pagina 81
• Als u niet zeker bent hoe u uw zender moet gebruiken, of hoe u de batterij moet vervangen, raden we aan om contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-verde- ler. • Het gebruik van de verkeerde bat- terij kan veroorzaken dat de zen- der slecht functioneert.
Pagina 82
Kenmerken van uw voertuig SMART KEY (INTELLIGENTE SLEUTEL) (INDIEN VAN TOEPASSING) Vergrendeling 1. Neem de intelligente sleutel mee. 2. Sluit alle deuren. 3. Druk op de knop aan de buitenzijde van de portiergreep. 4. De gevaarlichten zullen een keer knip- peren (de motorkap en de achterklep moeten gesloten zijn).
Pagina 83
0,7 m (28 in) van de buitenzijde van de verliest, raden we aan om contact op te portiergreep. bevindt van 0,7 m (28 in) van de greep nemen met een erkende HYUNDAI- van de achterklep. • Als de intelligente sleutel wordt verdeler.
Pagina 84
Smart Key vochtig raden we aan om contact op te nemen wordt (als gevolg van een drankje met een erkende HYUNDAI-verdeler. of vocht), of verwarmd wordt, kan het interne circuit storen, waardoor • Als de intelligente sleutel zich in de het voertuig buiten de garantie valt.
Pagina 85
Kenmerken van uw voertuig DIEFSTAL-ALARM SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Actieve fase Activeer het systeem niet tot dat alle passagiers het voertuig hebben verla- Parkeer de auto en stop de motor. Acti- ten. Indien het systeem wordt ge-acti- veer het systeem als hieronder besch- veerd terwijl een of meerdere perso- Actieve reven.
Pagina 86
ON en wacht 30 seconden. Het systeem wordt vervolgens uitge- schakeld. • Als u uw sleutels verliest, raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raadplegen.
Pagina 87
Kenmerken van uw voertuig DEURGRENDELS I Type A • Deuren kunnen vergrendeld en ont- • Sluit de deur voorzichtige en contro- grendeld worden door de knop aan de leer of de deuren veilig zijn gesloten. buitenzijde van de portiergreep in te Sluit de deur voorzichtige en contro- drukken als u in het bezit bent van de leer of de deuren veilig zijn ge-sloten.
Pagina 88
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT De centrale deurvergrendeling werkt al- leen als alle deuren en de achterklep zijn gesloten. 8 AANDACHT Grendel Verwijder altijd de contactsleutel, zet de Ontgrendel parkeerrem vast, sluit alle ramen en vergrendel alle deuren wanneer het voertuig wordt geparkeerd.
Pagina 89
Kenmerken van uw voertuig • Om een deur te vergrendelen, duw de WAARSCHUWING WAARSCHUWING - grendelknop (1) naar de “Grendel” po- sitie. Indien het deur juist is vergren- Deurs Deurslot storing deld, zal het rode teken (2) op de gren- •...
Pagina 90
8 AANDACHT sleutel uittrekt (indien van toepassing). keerd. De Erkend HYUNDAI reparateur kan WAARSCHUWING - een aantal functies van de centrale deur- vergrendeling in- of uitschakelen: Deurs WAARSCHUWING •...
Pagina 91
Kenmerken van uw voertuig • Als de smart key in de ontsteking is WAARSCHUWING - geplaatst, en een deur is geopend, dan zullen de deuren niet vergrendeld wor- Deurs den, zelfs als het voorste gedeelte (1) • De deuren moeten altijd volledig van de centrale deurvergrendeling gesloten en vergrendeld blijven ingedrukt wordt.
Pagina 92
Kenmerken van uw voertuig 3. Sluit de achterdeur. WAARSCHUWING Om open de achterdeur trek de hendel Ontgrendelde voertuigen (2) naar buiten. Het niet op slot achter laten van uw Hoewel de deuren kan worden ontgren- voertuig kan diefstal uitlokken. deld, wordt het achterdeur niet worden geopend door aan de binnenkant van de Verwijder altijd de contactsleutel, zet de parkeerrem vast, sluit alle...
Pagina 93
Kenmerken van uw voertuig ACHTERKLEP 8 AANDACHT WAARSCHUWING De centrale deurvergrendeling werkt al- De achterklep zwaait naar boven. leen als alle deuren en de achterklep zijn Verzeker u ervan dat er geen voor gesloten. werpen of mensen dicht bij de ach- 8 AANDACHT terzijde van het voertuig zijn bij het openen van de achterklep.
Pagina 94
Kenmerken van uw voertuig Het sluiten van de achterklep Om de achterklep te sluiten moet deze omlaag getrokken worden en tegen de druk van de lifters in dicht gedrukt wor- den contoleer of de klep goed gesloten WAARSCHUWING Uitlaatgassen Als gereden wordt met de ach-ter- klep open komen de giftige uitlaat- gassen in uw voertuig.
Pagina 95
Kenmerken van uw voertuig RAMEN I Type A I Type B OBA043004L OIA043042 8 AANDACHT (1) Elektrisch bediende raamschakelaar van bestuurder* (2) Elektrisch bediende raamschakelaar van voor passagier* In een koud en/of nat klimaat kunnen elektrisch bediende ra- (3) Elektrisch bediende raamschakelaar achterdeur (links)* men mogelijk niet juist werken als gevolg van vorstinvloeden.
Pagina 96
Kenmerken van uw voertuig Elektrisch bediende ramen Het contact moet in de AAN positie zijn zodat de elektrische bediende ramen kunnen werken. Elk deur is voorzien van een ruitschakelaar voor de ruit van het betreffende portier. Het bestuurdersdeur is voorzien van een blokkeerschakelaar waarmee de werking van de ruitschake- laars achter kan worden geblokkeerd.
Pagina 97
Kenmerken van uw voertuig 1. Steek de sleutel in het contactslot en zet het op de AAN positie. 2. Sluit de bestuurdersruit en blijf nog gedurende ten minste 1 seconde de schakelaar omhoog trekken nadat de ruit geheel gesloten is. OBA043017L OUN026013 Automatisch openen/sluiten ruit...
Pagina 98
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT • Als de blokkeerschakelaar in de stand LOCK staat (ingedrukt), de De automatische omkering van de rich- master control van de bestuurder ting bij de bestuurdersruit wordt alleen kan de achterste ramen bedienen. ingeschakeld als automatisch sluiten is ingeschakeld door de schakelaar geheel omhoog te trekken.
Pagina 99
Kenmerken van uw voertuig WAARSCHUWING - Ramen • Laat NOOIT de contactsleutel in de auto achter. • Laat NOOIT kinderen alleen in het voertuig. Zelfs heel jonge kinde- ren kunnen onbedoeld het elk- trisch bediende raamsysteem in werking zetten met als gevolg dat er schade of letsel ontstaat.
Pagina 100
Kenmerken van uw voertuig MOTORKAP WAARSCHUWING Warm De motorkapsteun kan erg warm worden. Daarom is een deel voor- zien van een kunststof bescherm- laag. WAARSCHUWING OBA046217L OIA043007 Open de kap nadat u de motor op Het openen van de motorkap een vlakke ondergrond heeft uitge- schakeld, de versnelling geplaatst 1.
Pagina 101
Kenmerken van uw voertuig Het sluiten van de motorkap WAARSCHUWING 1. Controleer voordat de motorkap wordt • Voer daarna een dubbele contro- gesloten: le uit om er zeker van te zijn dat • Alle vuldoppen in de motorruimte de kap beveiligd is. Controleer of moeten correct geplaatst zijn.
Pagina 102
Kenmerken van uw voertuig BRANDSTOFVUL KLEP 8 AANDACHT Indien de brandstofvulklep niet wil ope- nen omdat er zich ijs eromheen heeft gevormd, druk op de klep om het ijs te breken en de klep los te maken. Breek de klep niet open, maak eventueel gebruik van een ontijsingsmiddel (gebruik geen radiator antivries) of plaats het voertuig op een warme plek.
Pagina 103
Kenmerken van uw voertuig Het sluiten van de (Vervolgd) WAARSCHUWING - brandstofvul klep • Ga niet terug in uw auto als u Bijtanken gevaren 1. Draai de vuldop op de vulopening met eenmaal bent begonnen met bij- Brandstoffen zijn (licht) ontvlamba- de klok mee totdat het “klikt”.
Pagina 104
HYUNDAI-verdeler te gebruiken. ernstige gevolgen. kunnen potentieel brandstofdam- Een onjuiste brandstofvuldop kan pen doen ontvlammen en brand leiden tot een ernstige storing veroorzaken.
Pagina 105
Kenmerken van uw voertuig SCHUIFDAK (INDIEN VAN TOEPASSING) 8 AANDACHT 8 AANDACHT • In een zeer koude en of natte omge- Het schuifdak kan niet geopend worden ving kan het schuifdak soms niet juist in de kantelpositie, de kantelfunctie kan werken als gevolg van vorstinvloeden.
Pagina 106
Kenmerken van uw voertuig Handmatig schuif open Trek de hefboom voor het schuifdak in de bovenconsole gedurende meer dan 0.5 seconde. Automatische schuif afsluiten Om het schuifdak sluiten, duwt u de hef- boom voor het schuifdak in de boven- console gedurende meer dan 1 seconde. Het schuifdak zal glijden helemaal afslui- ten.
Pagina 107
Kenmerken van uw voertuig (Vervolgd) WAARSCHUWING • Blijf met uw handen en hoofd uit • Probeer de automatische omkee- de buurt van het schuifdak als u rfunctie nooit opzettelijk te acti- het wilt sluiten. veren met behulp van een licha- amsdeel.
Pagina 108
C Voor meer informatie, raden we aan Herafstellen van het schuifdak om contact op te nemen met een er- Iedere keer dat de batterijaansluitingen kende Hyundai-verdeler. zijn losgenomen, als de batterij volledig is ontladen, of als een gerelateerde zekering gesprongen is, moet het schuif-...
Pagina 109
• Controleer of de verstelling goed aan om het systeem te laten nakijken uitgeschakeld om ongevallen te voor- is vastgezet door het stuurwiel door een erkende HYUNDAI-verdeler. komen. zowel naar boven als beneden te • Het stuurwiel kan zwaarder gaan drukken.
Pagina 110
Kenmerken van uw voertuig Druk opnieuw op de knop om de verwar- ming voor het stuur uit te zetten (De indi- catorlamp op de knop zal uitschakelen.). 8 AANDACHT De verwarming voor het stuur wordt automatisch uitgeschakeld na ongeveer 30 minuten na inschakeling van de ver- warming.
Pagina 111
Kenmerken van uw voertuig OPMERKING Sla nooit met de vuist of een hard voorwerp op de claxonschakelaar. Gebruik geen scherpe voorwerpen om de schakelaar in te drukken. OBA043022L Hoorn De claxon kan worden gebruikt door op het symbool op het stuurwiel te drukken. Controleer de claxon regelmatig om zeker te zijn dat het correct werkt.
Pagina 112
Kenmerken van uw voertuig SPIEGELS Achteruitkijkspiegel Buitenspiegel Stel de achteruitkijkspiegel om het zicht Contoleer voor dat u gaat rijden de af- door de achterruit naar uw persoonlijke stelling van de buitenspiegels. wensen. Doe dit altijd voor u gaat rijden. De auto is uitgerust met buitenspiegels Nacht voor links gestuurde auto’s.
Pagina 113
Kenmerken van uw voertuig OPMERKING Wees voorzichtig met het ijs te ver- wijderen van de buitenspiegels, het spiegel oppervlak kan hierdoor beschadigen. Gebruik een goede ontdooier spray. Probeer nooit de spiegels te verstellen als het mec- haniek bevroren is. WAARSCHUWING B510A01E OIA043041 Stel de spiegels altijd af voordat u...
Pagina 114
Kenmerken van uw voertuig De spiegels kunnen worden afgesteld door schakelaar (1) naar R of L te zetten om de juiste zijspiegel te selecteren. Hi- erna kan door op de corresponderende knop te drukken de betreffende spiegel naar boven, beneden, links of rechts te verstellen.
Pagina 115
Kenmerken van uw voertuig INSTRUMENTENPANEEL I I Benzinemotor 1. Toerenteller 2. Motortemperatuurmeter 3. Brandstofmeter 4. Snelheidsmeter 5. Richtingaanwijzer indicatoren 6. Waarschuwings- en/of indicatorenlampen* 7. Dagteller/Tripcomputer* * : indien van toepassing C Het werkelijke cluster in het voertuig kan verschillen van de afbeelding. Voor meer details raadpleeg de “Meters”...
Pagina 116
Kenmerken van uw voertuig I Type A (km/uur) OBA043103 OIA043037 I Type B (MPH) Instrumentenpaneel verlichting OBA043105 (indien van toepassing) Toerenteller Wanneer de stadslichten of de koplamp- De toerenmeter geeft bij benadering het verlichting van het voertuig branden kan aantal motoromwentelingen per minuut de instrumentenpaneelverlichting in hel- (rpm).
Pagina 117
Kenmerken van uw voertuig OPMERKING OPMERKING Laat het motortoerental nooit bin- Indien de meteraanwijzer beweegt nen de RODE ZONE van de toeren- buiten het normale bereikgebied teller komen. Dit zal ernstige mo- naar de "130" positie, geeft deze torschade veroorzaken. oververhitting aan met motorscha- de tot gevolg.
Pagina 118
Kenmerken van uw voertuig Op hellingen of in bochten kan de brand- stof meter enigzins fluctueren of de wa- arschuwingslamp kan oplichten als ge- volg van de beweging van de brandstof in de tank. WAARSCHUWING Brandstofmeter U wordt geadviseerd niet door te rijden tot de brandstoftank hele- maal leeg is.
Pagina 119
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT Als de waarschuwingslamp voor ijs op de weg verschijnt als u aan het rijden bent, dan moet u met meer aandacht rij- den en opletten dat u niet te hard rijdt, niet te snel optrekt, niet plotseling remt en geen scherpe bochten maakt, etc.
Pagina 120
Kenmerken van uw voertuig Druk de TRIP-knop korter dan 1 secon- den in om het even welke modus als volgt selecteren: Dagteller A Dagteller B Actieradius* Gemiddeld brandstofverbruik* OBA043099 OBA043111 Dagteller/Tripcomputer Dagteller (km of mi) (indien van toepassing) Huidig brandstofverbruik* TRIP A: Dagteller A De tripcomputer is een informatiesys- TRIP B: Dagteller B...
Pagina 121
Kenmerken van uw voertuig OBA043112 OBA043113 OIA043120 Actieradius (indien van toepassing) (km Gemiddeld brandstofverbruik (indien van Huidig brandstofverbruik of mi) toepassing) (l/100 km of MPG) (indien van toepassing) (l/100 km of MPG) Deze functie geeft de verwachte afstand Deze functie berekent het gemiddelde aan die nog kan worden afgelegd met de brandstofverbruik m.b.v.
Pagina 122
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT • Als de auto niet op een vlakke onder- grond staat of als de accu is losgekop- peld, is het mogelijk dat de functie “actieradius” niet juist werkt. Als er minder dan 6 liter wordt ge- tankt, dan is het mogelijk dat de trip- computer de getankte brandstof niet signaleert.
Pagina 123
Kenmerken van uw voertuig OBA043116 OIA043116 OIA043117 ECO AAN/UIT modus Pop-up waarschuwing serviceherinnering Pop-up symbool serviceherinnering (indien van toepassing) Het berekent en toont wanneer een Als een van deze waarden "0" bereikt, U kunt in het instrumentenpaneel in deze geplande onderhoudsbeurt nodig is (kilo- dan zal het spannersymbool knipperen - stand de ECO schakelaar in- of uitscha- meterstand of dagen) indien IGN inge-...
Pagina 124
Wij raden aan om contact op te nemen den op het scherm, daarna wordt het vo- (1) Open modus serviceherinnering van de trip computer in stationair. met een erkende HYUNDAI-verdeler. rige scherm weer geopend. (2) En druk gedurende langer dan 5 seconden op de "RESET" knop totdat de vorige instellingswaarden knippe- ren (1Hz).
Pagina 125
Kenmerken van uw voertuig Waarschuwing en ECO indicator WAARSCHUWING (indien van toepassing) indicatorlampen (Automatisch Blijf tijdens het rijden niet naar de Alle waarschuwingslampen worden versnellingsbak) indicator kijken. U zult worden af- geschakeld door het contactslot, voor geleid tijdens het rijden en dit kan controle zet het contact aan (start de resulteren in ongevallen met ern- motor niet).
Pagina 126
6 seconden te hebben gebrand een erkende HYUNDAI verdeler. met het ABS. met het contact AAN of gaat branden tij- Als dit gebeurt, raden we aan om het...
Pagina 127
100 seconden te horen zijn. ring aan in het richtingaanwijzersysteem. Indien de veiligheidsgordel van de Als u harder rijdt dan 9km/uur (6mph) Raden we u aan een erkende HYUNDAI bestuurderszitplaats wordt losgemaakt, rijdt zonder veiligheidsriem (maar als de verdeler te raadplegen.
Pagina 128
Als dit gebeurt, stop de auto zo olie beschikbaar is, raden we aan om spoedig mogelijk zonder de veilig- een erkende HYUNDAI-verdeler te bel- heid uit het oog te verliezen en zet len. de motor uit. Controleer het olieni- veau en controleer op lekkage.
Pagina 129
HYUNDAI-verdeler. 3. Rij niet met het voertuig indien lekka- ge wordt gevonden, de waarschu- wingslamp aan blijft en/of de remmen niet correct werken. Wij raden aan om contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-verdeler.
Pagina 130
Kenmerken van uw voertuig Schakeldisplay Indicator handmatige Indicator Automatisch (indien van toepassing) overschakeling Overschakeling (indien van toepassing) (indien van toepassing, Voor Europa) Dit display geeft aan welke versnelling door de automaat is ingeschakeld. Deze indicator informeert u welke ver- In de Sport-modus, deze indicator infor- snelling gewenst is tijdens het rijden om meert u welke versnelling gewenst is tij- benzine te sparen.
Pagina 131
Het 3. Als de V-snaar juist is afgesteld, dat nakijken door een erkende HYUNDAI- contact hoeft niet aan te staan. het lijkt alsof de elektrisch laadsys- verdeler.
Pagina 132
AAN positie wordt gedraaid, raden we aan om het systeem te laten nakijken door een erkende HYUNDAI-verdeler. In het algemeen zal uw auto nog bestuurbaar zijn, maar wij aanbevelen het systeem te worden gecontroleerd door een erkende HYUNDAI verdeler.
Pagina 133
Houdt em is met het Banden Spanningcontrole- te laten geïnspecteerd door een erkende de intelligente sleutel in de wagen. systeem. HYUNDAI verdeler. Als dit gebeurt, raden we aan om het systeem te laten nakijken door een Sleutel waarschuwingsignaal erkende HYUNDAI-verdeler.
Pagina 134
(Idle Stop and Go) systeem” in het vo- Als dit gebeurt, wij raden u aan de auto orste van de sectie 5. geïnspecteerd door een erkende Voor meer details, raadpleeg ook “Elekt- HYUNDAI verdeler. ronische Stabiliteit Controle (ESC)” in 8 AANDACHT sectie 5. Deze lampje knippert: Als de motor automatisch start met het Terwijl het ESC werkt.
Pagina 135
“Cruise control het systeem te laten nakijken door een detecteert. systeem” in sectie 5. officiële HYUNDAI-dealer. • [Geel] Wanneer zich een storing voor- doet in het waarschuwingssysteem Cruise SET indicator Zie voor meer informatie "Voorwaarts...
Pagina 136
Kenmerken van uw voertuig WAARSCHUWINGSIGNAAL Schuifdak open waarschuwingslamp Schakel de "ZEKERINGSCHAKE- (indien van toepassing) LAAR" in (indien van toepassing) Als de bestuurder de ontstekingssleutel • Deze waarschuwingslamp brandt als OIA046027 (Smart key: schakelt de motor uit) verwij- de zekeringschakelaar indien de zeke- De alarmverlichting moet gebruikt wor- dert en de deur aan de bestuurderskant ringdoos UIT staat.
Pagina 137
Kenmerken van uw voertuig VERLICHTING Accu bespaarfunctie I Type A I Type A (indien van toepassing) • Het doel van deze functie is te voorko- men dat de batterij wordt ontladen. Het systeem schakelt automatisch uit het exterieur licht op wanneer de bestuur- der de contactsleutel verwijdert en het deur van de bestuurder opent.
Pagina 138
Kenmerken van uw voertuig I Type A I Type A WAARSCHUWING Gebruik het grootlicht niet als er andere voertuigen zijn. Het gebruik van het grootlicht kan het zicht van andere bestuurders belemmeren. OIA043012 OIA043013 I Type B I Type B OIA043012L OIA043013L Grootlicht bediening...
Pagina 139
Kenmerken van uw voertuig I Type A I Type A De schakelaar komt terug als een bocht is voltooid. Indien de richtingaanwijzer- verlichting aan blijft na de bocht, moet deze handmatig worden terug gezet. Een baanwisseling aan geven, kan door de richtingaanwijzerschakelaar een we- ing omhoog (of omlaag) te duwen en in deze positie (B) te houden.
Pagina 140
Kenmerken van uw voertuig I Type A OPMERKING Gebruik de mistlichten alleen wan- neer het zicht slecht is, anders onnodige leegloop van de accu en generator kunnen optreden. Let ook op de wettelijke voorschriften. 8 AANDACHT OIA043017 Het contact moet in de AAN positie zijn I Type B om de voorste mistlamp aan te doen.
Pagina 141
Kenmerken van uw voertuig Draai, om het mistachterlicht uit te sc- Door de nivelleringsschakelaar te ver- hakelen, de mistachterlichtknop in de draaien kan het niveau worden afgesteld, stand “AAN” of schakel de buitenverlich- hoe hoger het nummer van de schake- ting uit (met autolicht).
Pagina 142
Kenmerken van uw voertuig Verlichting overdag (indien van toepassing) Verlichting Overdag (DRL), hiermee wordt het voertuig door medeweggebrui- kers eerder waargenomen gedurende de dag. DRL kan hulpzaam zijn in vele ver- schillende rijcondities. Het DRL-systeem zal de aangewezen lamp uitschakelen als: •...
Pagina 143
Kenmerken van uw voertuig WISSER EN SPROEIER Voorruit ruitenwissers/-sproeiers Type A Type C A: Ruitenwisserknop · – Enkele slag · O – Uit · --- – Interval ruitenwisser · 1 – Lage wissersnelheid · 2 – Hoge wissersnelheid B: Sproeien met kort wissen (voor) (indien van toepassing) Type B Type D...
Pagina 144
Kenmerken van uw voertuig I Type A Achter Ruitenwisser/-sproeier Ruitenwissers (indien van toepassing) Als volgt werkt als het contact in de stand AAN is gezet. C: Bediening achterruitenwisser /- : Voor een enkele wisser slag, druk sproeier de hendel naar boven, de hendel ·...
Pagina 145
Kenmerken van uw voertuig Type A Type C OPMERKING Om mogelijke schade aan de ruiten- sproeierpomp voorkomen, bedien de pomp niet wanneer het vlo-eistofreservoir leeg is. WAARSCHUWING Gebruik altijd ruitensproeier-vloeis- tof met voldoende vorstbeveiliging, Type B Type D hierdoor wordt voorkomen dat ij- safzetting ontstaat op de ruit wat het zicht belemmerd.
Pagina 146
Kenmerken van uw voertuig Achterruitwisser en sproeier Type A Type C schakelaar (indien van toepassing) De achterruitwisser en sproeierschake- laar is geplaatst aan het einde van de wisser en sproeier schakelaarhendel. Draai de schakelaar in de gewenste po- sitie om de achterwisser en sproeier aan te zetten.
Pagina 147
Kenmerken van uw voertuig INTERIEURLICHT De kaartlamp gaat geleidelijk OPMERKING uit na ongeveer 30 seconden nadat het deur is gesloten. Als Gebruik de interieurverlichting niet het contactslot in de stand AAN voor langere perioden wanneer de staat en alle portieren zijn ver- motor niet draait.
Pagina 148
Kenmerken van uw voertuig • DOOR (DEUR) (2) In de stand "DOOR" gaat de verlichting branden als een willekeurig deur wordt geopend, ongeacht de stand van het contactslot. Als de deur met de zender worden ont- grendeld, gaat de verlichting gedurende ongeveer 30 seconden branden;...
Pagina 149
Kenmerken van uw voertuig OIA043214 Dashboardkastjeverlichting (indien van toepassing) De verlichting in het dashboardkastje ga- at branden als het kastje wordt geopend. Deze functie werkt alleen als de buiten- verlichting of de koplampen branden. 4 77...
Pagina 150
Kenmerken van uw voertuig RUITVERWARMER I Handmatig klimaatregeling I Automatisch klimaatregeling OPMERKING • Type A Om schade te voorkomen aan de verwarmingsstrips die aan de bin- nenzijde van de achterruit zijn aan- gebracht is het niet aan te bevelen de achterruit met schuurmiddelen of scherpe delen te behandelenen.
Pagina 151
Kenmerken van uw voertuig HANDMATIG BEDIENDE KLIMAATREGELING (INDIEN VAN TOEPASSING) I Type B I Type A 1. Temperatuur regelknop 6. Luchtinname-knop (Buitenluchtpositie (fris)) 2. Aanjager-knop 7. Achterruit verwarmingschakelaaron* 3. Functie-knop 8. Luchtinname schakelaar recirculatie of buiten luchtpositie 4. Airco-knop* 5. Luchtinname-knop (recirculatie luchtpositie) * : indien van toepassing OBA043151L/OIA043151 4 79...
Pagina 152
Kenmerken van uw voertuig Verwarming en luchtbehandeling 1. Start de motor. 2. Zet de selectieknop op de gewenste positie. Om het effect te vergroten van ver- warming en koeling maak de selectie zoals hieronder wordt aangegeven: - Verwarming: - Koeling: 3.
Pagina 153
Kenmerken van uw voertuig Dubbel-Niveau (B, C, D) Luchtstroom wordt gericht naar het ge- zicht en de vloer. Vloer-Niveau (A, C, D) De grootste luchtstroom wordt gericht op de vloer, een klein deel van de lucht- stroom wordt gericht naar de voorruit en OBA043153 OBA043154 zijrruiten.
Pagina 154
Kenmerken van uw voertuig I Type A I Type B Recirculatie luchtpositie De lamp op de knop gaat branden als de recirculatie is ingeschakeld. Als gekozen wordt voor re- ciculatie zal de lucht in de passagiersruimte door het verwarmingssysteem stro- men en verwarmd of geko- eld worden in overeen- stemming met de geselec-...
Pagina 155
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT WAARSCHUWING Langdurige keuze van de reciculatie positie (zonder airconditioning) kan de • Voortdurend met het klimaatbe- ruiten laten beslaan en de lucht in de heersingsysteem aan in de recir- passagiersruimte kan “muf” worden. culatie positie kan veroorzaken Landurig gebruik van de airco in de dat luchtvochtigheid toeneemt in recirculatie positie, kan leiden tot...
Pagina 156
Kenmerken van uw voertuig Systeembediening Bedieningstips • Om te voorkomen dat stof of onaange- Ventilatie name geuren het voertuig binnenko- 1. Zet de selectieknop op de posi- men door het ventilatiesysteem, kan tie. de luchtinname tijdelijk naar de recir- 2. Zet de luchtinname schakelaar naar culatie positie gezet worden.
Pagina 157
(indien van toepassing) • Indien het voertuig is geparkeerd in • Wanneer het aircosysteem wordt direct zonlicht tijdens warm weer, open Alle HYUNDAI Airconditioningsystemen gebruikt, moet wat extra aandacht de ramen voor een korte tijd om de zijn gevuld met milieuvriendelijk R-134a...
Pagina 158
Als een abnormale werking wordt vast- Verwarmer we aan om het systeem te laten na-kij- gesteld, raden we aan om het systeem te Verdamper kern ken door een erkende HYUNDAI-ver- Blazer laten geïnspecteerd door een erkende kern OPB049140L deler. HYUNDAI verdeler.
Pagina 159
Kenmerken van uw voertuig AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING (INDIEN VAN TOEPASSING) I Type A I Type B 1. Ontdooi-knop voor de voorruit 6. Luchtinname-knop 2. Airco-knop 7. AUTO-knop (automatische regeling) 3. Temperatuur regelknop 8. OFF-knop 4. Aanjager-knop 9. Functie-knop 5. Achterruit verwarmingschakelaaron 10.
Pagina 160
Kenmerken van uw voertuig Gebruik van de automatische modus Druk op de AUTO-Knop. • De airconditioning wordt automatisch geregeld volgens de temperatuurin- stelling. • U kunt de temperatuurregeling instel- len op de gewenste temperatuur. C De klimaatregeling kan eenvoudig worden bediend en effectief werken als de AUTO-knop wordt gebruikt en de temperatuur op 23°C (73°F) wordt OBA043161...
Pagina 161
Kenmerken van uw voertuig Handmatig bediende verwarming en airconditioning Vloer & Ontdoiing Het verwarmings- en koelsysteem kan handmatig worden bediend door een andere knop dan de AUTO-knop in te De grootste luchtstroom wordt gericht drukken. In dat geval werkt het systeem naar de vloer en de voorruit, een klein afhankelijk van de ingedrukte knoppen.
Pagina 162
Kenmerken van uw voertuig OBA043163 OBA043154 OBA043164 Ontdooiing-Niveau Instrumentpaneel ventilatie Temperatuurregelknop De grootste luchtstroom wordt gericht De ventilatieopeningen kunnen worden Als de knop geheel naar rechts wordt naar de voorruit, een klein deel van de geopend of gesloten apart met behulp gedraaid, wordt de temperatuur maxima- lucht wordt gericht naar de zijramen.
Pagina 163
Kenmerken van uw voertuig I Type A Eenheid van temperatuur wisselen Recirculatie luchtpositie (indien van toepassing) De lamp op de knop gaat De temperatuurweergave (Celsius of branden als de recirculatie Fahrenheit) kan als volgt worden gewis- is ingeschakeld. seld: Als gekozen wordt voor re- Druk terwijl de OFF-knop ingedrukt wordt ciculatie zal de lucht in de gehouden de AUTO-knop ten minste 3...
Pagina 164
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT WAARSCHUWING Langdurige keuze van de reciculatie positie (zonder airconditioning) kan de • Voortdurend met het klimaatbe- ruiten laten beslaan en de lucht in de heersingsysteem aan in de recir- passagiersruimte kan “muf” worden. culatie positie kan veroorzaken Landurig gebruik van de airco in de dat luchtvochtigheid toeneemt in recirculatie positie, kan leiden tot...
Pagina 165
Kenmerken van uw voertuig I Type A OBA043167 I Type B OBA043168 OFF modus Druk op de OFF-knop om de klimaatre- geling uit te schakelen. Zolang het con- tactslot in de stand ON staat, kunnen echter nog wel de functie- (mode) en recirculatie-knop worden bediend.
Pagina 166
Kenmerken van uw voertuig VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN I Type A 4. De toevoer van buitenlucht (fris) en WAARSCHUWING airconditioning (indien van toepas- sing) worden automatisch geselec- Voorruit verwarming teerd. Gebruik de positie niet Als de airconditioning (indien van toe- tijdens koelwerking in extreem passing) en de toevoer van buitenlucht vochtig weer.
Pagina 167
Kenmerken van uw voertuig I Type A 4. De toevoer van buitenlucht (fris) en I Type A airconditioning worden automatisch geselecteerd. OBA043171 OBA043170L I Type B I Type B OIA043169 OIA043172L Automatische klimaatregeling Om het ontdooien buiten voorruit Om de binnenzijde van de voorruit te 1.
Pagina 168
Kenmerken van uw voertuig I Type A 4. De airconditioning schakelt afhanke- 4. De airconditioning schakelt afhanke- lijk van de gesignaleerde interieurtem- lijk van de gesignaleerde interieurtem- peratuur in, de toevoer van buiten- peratuur in, de toevoer van buiten- lucht en een hogere aanjagersnelheid lucht en een hogere aanjagersnelheid worden automatisch geselecteerd.
Pagina 169
Kenmerken van uw voertuig OPSLAGRUIMTES OPMERKING • Om mogelijke diefstal te voor- komen, laat geen waardevolle voorwerpen in de opslagruimte. • Houdt de opslagruimtes altijd gesloten tijdens het rijden. Pro- beer niet om zoveel voorwerpen in de opslagruimte te zetten zodat de opslagruimte niet gesloten kan worden.
Pagina 170
Sigarettenaansteker Raden wij u aan onderdelen van (indien van toepassing) Open het deksel als de asbak moet wor- een erkende HYUNDAI-verdeler te den gebruikt. De sigarettenaansteker werkt allen met gebruiken, wees voorzichtig met het contact op de stand “ACC” of “AAN “...
Pagina 171
Kenmerken van uw voertuig Bekerhouder WAARSCHUWING Hete vloeistoffen • Plaats geen open bekers met hete vloeistof in de bekerhouder terwijl het voertuig in rijdt. Indien de hete vloeistof wordt gemorst, kunt u uzelf verbranden met alle daarbij komende ongemakken. • Om het risico op persoonlijk let- sel te voorkomen in het geval van OIA043203 OIA043208...
Pagina 172
Kenmerken van uw voertuig OPMERKING WAARSCHUWING • Gebruik de stroomuitgang alleen Plaats geen vinger of een ander als de motor in werking is en ver- vreemd voorwerp (pin, etc.) in een wijder de accessoirestekker na stroomuitgang en raak het niet met gebruik.
Pagina 173
Kenmerken van uw voertuig Smartphone dockingstation (indien van toepassing) De grootte van de smartphone die in het smartphone dockingstation geplaatst mag worden, is beperkt door de wet. - Aanbevolen smartphone modellen: iPhone 5/6 en Galaxy S2/S3/S4/S5 - Zie de afzonderlijke handleiding van het smartphone dockingstation voor andere modellen.
Pagina 174
Kenmerken van uw voertuig Bagagenet WAARSCHUWING (indien van toepassing) Voorkom verwondingen aan het Om te voorkomen dat voorwerpen in de oog. Trek het net NIET te hard aan. bagageruimte verschuiven kan gebruik Houd uw gezicht en lichaam worden gemaakt van de vier sjorogen in ALTIJD buiten het bereik van het de bagageruimte om het bagagenet vast bagagenet, in het geval dit los zou...
Pagina 175
Om te voorkomen dat het vormd. gebruik van de pedalen gehin- derd wordt, raden we aan om uit- sluitend HYUNDAI vloermatten in uw voertuig te plaatsen. 4 103...
Pagina 176
Kenmerken van uw voertuig AUDIOSYSTEEM 8 AANDACHT Antenne OPMERKING Dakantenne • Als u achteraf een HID-koplamp • Vóór het betreden van een omge- monteert, treden er mogelijk storin- I Type A I Type B ving met een lage doorrijhoogte gen op in het audiosysteem en de elek- of bij een car wash, verwijdert tronische onderdelen van uw auto.
Pagina 177
Kenmerken van uw voertuig Toets audioafstandsbediening MODE (1) SCHAKELAAR ( ) (3) (indien van toepassing) Druk op de MODE toets om de Radio, de • Druk op de (+)-schakelaar om het volu- CD-speler of AUX (Auxiliary, indien van me te verhogen. toepassing) te selecteren.
Pagina 178
Kenmerken van uw voertuig De werking van een autoradio Dit kan worden veroorzaakt door bijvoor- AM (MW, LW)-ontvangst beeld de afstand tot het radiostation, FM-ontvangst andere krachtige stations of de aanwe- IONOSFEER IONOSFEER zigheid van gebouwen, bruggen of grote- re obstakels in het desbetreffende gebied.
Pagina 179
Kenmerken van uw voertuig FM radiostation Bergen Gebouwen Onbelemmerd gebied Ijzeren bruggen JBM003 JBM004 JBM005 FM signalen worden met een hoge fre- • Vervorming - Tijdens het rijden kan de • Radiostation Wisselen - Bij het zwak- quentie uitgezonden en volgen hierbij afstand ten opzichte van het radiosta- ker worden van het FM signaal is het niet het aardoppervlak.
Pagina 180
Kenmerken van uw voertuig Gebruik van een mobiele telefoon of WAARSCHUWING radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon in Gebruik geen mobiele telefoon tij- de auto kan de audio apparatuur storen- dens het rijden. Parkeer de auto op de geluiden voortbrengen. Dit betekent een veilige plaats bij gebruik van niet dat er iets verkeerd is met de audio- een mobiele telefoon.
Pagina 181
Kenmerken van uw voertuig AUDIO (Zonder Touchscreen) Type A-1 (Met Bluetooth ® Wireless Technology) B9G3G0000EE 4 109...
Pagina 182
Kenmerken van uw voertuig Kenmerken van uw autoradio (2) RADIO (Type A-1) (5) SEEK/TRACK • Schakelt over naar de FM/AM-modus. • Radiomodus: Zoekt automatisch naar uitzendfrequenties. • Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de volgende modus gekozen in •...
Pagina 183
Kenmerken van uw voertuig (10) SETUP/CLOCK • Druk de toets kort in: Schakelt over naar de modi Weergave, Geluid, Klok, Telefoon en Systeeminstellingen (13) [1] ~ [6] (Preset) • Houd de toets ingedrukt: Schakelt over • Radiomodus: Slaat frequenties (kana- naar het scherm Tijdsinstellingen.
Pagina 184
Kenmerken van uw voertuig Type A-2 Type A-3 B9G3G0001EE/B9G3G0002EE...
Pagina 185
Kenmerken van uw voertuig C De aanwezigl functies kan afwijken Kenmerken van uw autoradio (4) FM (Type A-3) van de afbeelding. • Schakelt over naar de FM-modus. I Type A 2 • Iedere keer dat de toets wordt inge- (1) DISP drukt, worden de volgende modi geko- ª...
Pagina 186
Kenmerken van uw voertuig (8) MAP (11) TA/SCAN (14) Knop TUNE • USB modus: Map doorzoeken. • Radiomodus: Wijzigt de frequentie • Radiomodus door de knop linksom/rechtsom te - Druk de toets kort in: TA aan/uit. draaien. (9) Knop POWER/VOL - Houd de toets ingedrukt: Elke zen- •...
Pagina 187
Kenmerken van uw voertuig Type A-4 Type A-5 (Met Bluetooth ® Wireless Technology) B9G3G0003EE/B9G3G0004EE 4 115...
Pagina 188
Kenmerken van uw voertuig C De aanwezigl functies kan afwijken Kenmerken van uw autoradio (5) FM (Type A-5) van de afbeelding. • Schakelt over naar de FM-modus. I Type A-4 • Iedere keer dat de toets wordt inge- (1) EJECT drukt, worden de volgende modi geko- ª...
Pagina 189
Kenmerken van uw voertuig (9) Knop POWER/VOL (11) SCAN (14) Knop TUNE • Knop Power: Druk op de knop om het • Radiomodus: Wijzigt de frequentie • Radiomodus systeem in of uit te schakelen. door de knop linksom/rechtsom te - Houd de toets ingedrukt: Elke zen- draaien.
Pagina 190
Kenmerken van uw voertuig (Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING - • Gebruik het product niet als het Audiosysteem Veilig- Afleiden van het rijden scherm leeg is of als er geen heidswaarschuwingen Wanneer u tijdens het rijden wordt geluid hoorbaar is. Dit kan dui- afgeleid, kunt u de controle over de •...
Pagina 191
Kenmerken van uw voertuig (Vervolg) (Vervolg) OPMERKING • Als u de positie van de installatie • Wanneer u het apparaat schoon- • Als u het apparaat gebruikt tij- van apparaten wil veranderen, maakt, moet u het apparaat uit- dens het rijden, kan dit leiden tot gelieve contact op te nemen met schakelen en een droge, zachte ongelukken omdat u onvoldoen-...
Pagina 192
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT - (Vervolg) (Vervolg) Gebruik van het • Een gecodeerde MP3-SPELER is niet • Als u het externe USB-apparaat tij- USB-Apparaat herkenbaar. dens het afspelen loskoppelt, kan het • Als u een extern USB-apparaat wilt apparaat beschadigd raken of werkt •...
Pagina 193
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT - (Vervolg) (Vervolg) Gebruik van het • Als u een apparaat gebruikt dat u • Bepaalde USB-flash memory-lezers iPod ® -Apparaat afzonderlijk hebt gekocht, zoals een (zoals CF, SD, micro SD, enz.) of • Sommige iPod ®...
Pagina 194
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT (Vervolg) (Vervolg) • Sommige iPod ® -apparaten, zoals de • Bij het aansluiten van iPod ® met de Vóór het gebruik van de tele- , kunnen via de Bluetooth ® iPhone ® iPod ® -kabel, voer de USB-connector foonfuncties van Bluetooth ®...
Pagina 195
Kenmerken van uw voertuig (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • In de auto worden de volgende • De telefoon moet aan het audiosys- • De handsfree-functies zijn niet Bluetooth ® Wireless Technology-func- teem zijn gekoppeld voordat de beschikbaar als uw telefoon (in de Bluetooth ®...
Pagina 196
Kenmerken van uw voertuig (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • Als uw telefoon via Bluetooth • De Bluetooth ® ® Wire- Wireless Teclinology- • Sla namen van contactpersonen op in less Technology verbonden is, kan de verbinding wordt bij sommige mobie- het Engels, omdat deze anders moge- batterij sneller ontladen raken vanwe- le telefoons mogelijk regelmatig lijk niet juist worden weergegeven.
Pagina 197
Kenmerken van uw voertuig OPMERKING • Bluetooth ® Wireless Technology Handsfree is een functie die veili- ger rijden mogelijk maakt. Als u een verbinding maakt tussen hét audiosysteem van de auto en de Bluetooth ® Wireless Technology~ telefoon, kunt u eenvoudig bel- len, oproepen ontvangen en het telefoonboek beheren.
Pagina 198
Kenmerken van uw voertuig Radiomodus Scan MENU: Radio (uitvoeringen met RDS) Druk toets [TA/SCAN]. • Houd de toets ingedrukt: De radiofre- Met deToets Radiomodus quentie wordt hoger en iedere radio- zender is 5 seconden te horen. Na het scannen van alle frequenties wordt er teruggekeerd naar de actuele radiofre- quentie.
Pagina 199
Kenmerken van uw voertuig Niews: [4] Toets DAB Radio Mode (indien van toe- passing) De niews-optie kan worden in- of uitge- schakeld. With the Radio Mode Button Info Volume Info Volume verwijst naar het geluidsvo- lume over het ontvangen van Nieuws of Verkeersinformatie.
Pagina 200
Kenmerken van uw voertuig MENU: DAB Radio Na op toets [MENU] te drukken kunt u Voorkeuzetoets Zoeken Zenderselectie bij handmatig zoeken kiezen uit de functies Service.F (Service Druk op de toets [1] ~ [6]. Draai de knop TUNE naar links of rechts Following) en L-Band.
Pagina 201
Kenmerken van uw voertuig Radiomodus Preset MENU: Radio (Type A-4, Type A-5) Druk op toets [1] ~ [6]. • Druk de toets kort in: Stemt af op de Met deToets Radiomodus frequentie die onder de bijbehorende toets is opgeslagen. • Houd de toets ingedrukt: Wanneer toets [1] ~ [6] ingedrukt wordt gehou- den, wordt de radiozender waar u op Druk toets [MENU] met knop AST (Auto...
Pagina 202
Kenmerken van uw voertuig Mediamodus Herhalen USB-modus Tijdens het afspelen van een muziekstuk (bestand) [RPT]-toets Met de Toets Radiomodus USB, iPod ® , My Music* modus RPT op Druk op de toets [MEDIA] in om de het scherm modus te wijzigen in de volgorde USB ª...
Pagina 203
Kenmerken van uw voertuig Willekeurig Muziekstuk/bestand wijzigen Scan (Uitvoeringen Met RDS) Tijdens het afspelen van een muziekstuk Tijdens het afspelen van een muziekstuk • Houd de toets [TA/SCAN] ingedrukt: ∨ (bestand) -toets [RDM] (bestand) [SEEK/TRACK ]-toets Van alle muziekstukken vanaf het vol- gende muziekstuk worden de eerste Audio CD*, My Music-modus: RDM op •...
Pagina 204
Kenmerken van uw voertuig MENU: Audio CD (indien van toepas- MENU: MP3 CD*, USB Alle muziekstukken willekeurig: [4] sing) Toets Willekeurig afspelen van de alle muziek- stukken in de modi USB. Druk nogmaals op A.RDM om de functie uit te schakelen. Informatie: [5] Toets Druk de [MENU]-toets voor de modus Om informatie over het actuele muziek-...
Pagina 205
Kenmerken van uw voertuig 8 AANDACHT - MENU: iPod ® Zoeken: [4] Toets De AUX-aanslui- ting gebruiken Hiermee geeft u de iPod ® -categorielijst weer. Steek de AUX-kabel stevig in de AUX- Terwijl in iPod ® categorie sublijsten, druk ingang om deze te gebruiken. op de [MENU] knop om naar de boven- liggende categorie te gaan.
Pagina 206
Kenmerken van uw voertuig Informatie: [3] Toets MENU: Bluetooth ® Wireless Technology Audio Om informatie over het actuele muziek- (indien van toepassing) stuk weer te geven. Druk toets [MENU] in om de informatie- Wanneer BT ( Bluetooth ® ) Audio wordt weergave uit te schakelen.
Pagina 207
Kenmerken van uw voertuig Telefoonmodus (3) CALL WAARSCHUWING - (indien van toepassing) Aannemen en doorschakelen van ge- sprekken. Afleiden van het rijden • Oproepoverzicht controleren en ge- Bellen via de stuurwieltoetsen Wanneer u tijdens het rijden wordt sprek starten afgeleid, kunt u de controle over de - Druk de toets [CALL] kort in op het auto verliezen, waardoor ongeval- stuurwielondersteuning.
Pagina 208
Kenmerken van uw voertuig MENU: Telefoon (Type A-1) P.Book: [2] Toets MENU: Telefoon (Type A-4) Het telefoonboek wordt weergegeven en kan worden gebruikt om een nummer te selecteren dat vervolgens gebeld kan worden. Als er bij één telefoonboek meerdere nummers zijn opgeslagen, worden op een scherm het mobiele nummer, het Druk toets [PHONE] in om de drie Druk toets [PHONE] in om de drie...
Pagina 209
Kenmerken van uw voertuig Contactpersonen: [2] Toets Setup Modus Pop-up modus Het Contacten wordt weergegeven en [Modus pop-up] Wijzigt de keuzemo- Gebruik de TUNE-knop om door de kan worden gebruikt om een nummer te dus [On] Setup menu's te scrollen. Wanneer het selecteren dat vervolgens gebeld kan gewenste item oplicht, druk op de knop •...
Pagina 210
Kenmerken van uw voertuig Geluidmenu Virtual Sound (Virtueel Geluid) De PowerTreble, en Surround kan inge- steld worden. Selecteer [Virtual [Sound] Selecteer de menu. • PowerTreble: Deze optie van het audio-systeem levert krachtige hoge Audio-instellingen tonen. Druk toets [SETUP/CLOCK] Selec- In dit menu kunt u 'Bass, Middle en •...
Pagina 211
Kenmerken van uw voertuig Menu Klok Type A-4, A-5 Type A-1, A-2, A-3 SDVC (snelheidsafhankelijke volume- regeling) (Type A-4, A-5) Deze optie wordt gebruikt om het volu- meniveau automatisch te regelen aan de hand van de rijsnelheid. Selecteer [Speed Dependent Vol.] (Snelheidsafhankelijke volumeregeling) Schakelt de SDVC in/uit door de knop...
Pagina 212
Kenmerken van uw voertuig Automatische tijdweergave (Automa- tic RDS Time) via RDS Deze optie wordt gebruikt om de tijd automatisch aan te passen door synch- ronisatie met RDS. Selecteer [Automatic RDS Time] [uit/aan]. Instellingen Klok Datuminstellingen • [On]: Automatische tijdsaanpassing ingeschakeld.
Pagina 213
Kenmerken van uw voertuig Telefoonmenu Type A-4 OPMERKING (indien van toepassing) Om de auto te koppelen aan een Type A-1 telefoon met Bluetoot ® Wireless Technology, moeten eerst authenticatie- en verbindingspro- cessen worden uitgevoerd. U kunt daarom geen mobiele telefoon kop- pelen tijdens het rijden.
Pagina 214
Kenmerken van uw voertuig Voer in dit scherm het wachtwoord "0000" in om uw Bluetooth ® Wireless Technology-apparaat te koppelen aan het audiosysteem van de auto. • Verbinding maken met een telefoon Telefoonlijst Selecteer [Phone List] Selecteer de De namen van de maximaal 5 gekoppel- mobiele telefoon Selecteer [Connect de telefoons worden weergegeven.
Pagina 215
Kenmerken van uw voertuig • Wijzigen van de volgorde van verbin- • Delete (verwijderen) den (prioriteit) Selecteer [Phone List] Selecteer een Deze functie wordt gebruikt om de volg- mobiele telefoon Selecteer [Delete]. orde (prioriteit) vast te leggen voor het Selecteer de gewenste mobiele tele- automatisch verbinden van gekoppelde foon.
Pagina 216
Kenmerken van uw voertuig Downloaden van het Telefoonboek Automatisch downloaden Uitgangsvolume Deze functie wordt gebruikt om contact- Bij het verbinden met een mobiele tele- Wordt gebruikt om het volume van uw personen en gespreksgeschiede-nis te foon kunnen automatisch nieuwe con- stem in te stellen, zoals deze wordt ont- downloaden naar het audiosysteem.
Pagina 217
Kenmerken van uw voertuig Het gebruik van de Bluetooth ® Menu Systeem Type A-1, A-2, A-3 Wireless Technology Systeem Voer de volgende stappen uit om het Bluetooth ® Wireless Technology-systeem in te schakelen wanneer het systeem uit- geschakeld is. • Schakel de Bluetooth ®...
Pagina 218
Kenmerken van uw voertuig BIJLAGE Naam Beschrijving AST (Auto store) Automatisch selecteren en opslaan van zenders SDVC SDVC (Snelheidsafhankelijke Volumeregeling)
Pagina 219
Kenmerken van uw voertuig Verklaring van Conformiteit 4 147...
Pagina 220
Het besturen van uw voertuig Voor het rijden ......5-4 Remsysteem ......5-21 •...
Pagina 221
Het besturen van uw voertuig Systeem voor parkeerassisentie achteraan ..5-50 Speciale rijcondities ......5-52 •...
Pagina 222
Indien u uitlaatgassen van de motor binnen het voertuig ruikt, open dan onmiddellijk de ramen en neem contact met de raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raadplegen. Blootstelling aan CO kan bewusteloosheid en overlijden door verstik- king veroorzaken.
Pagina 223
Het besturen van uw voertuig VOOR HET RIJDEN -Voor het instappen Voor het starten WAARSCHUWING • Let op dat alle ramen, buitenspiegel(s) • Zorg dat de motorkap, de achterklep Onder invloed van alcohol en buitenlampen schoon zijn. en de deuren goed gesloten en ver- of drugs rijden grendeld zijn.
Pagina 224
Het besturen van uw voertuig ONTSTEKINGSSLEUTEL (INDIEN VAN TOEPASSING) (Accessoire) WAARSCHUWING - Het stuurwiel is ontgrendeld en de me- este elektrische accessoires kunnen Contactslot worden ingeschakeld. • Draai het contact NOOIT naar de LOCK of ACC positie terwijl het 8 AANDACHT voertuig in beweging is uitgezon- derd in een noodsituatie.
Pagina 225
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT Starten van de motor 1. Zorg ervoor dat de parkeerrem op staat. • Start het voertuig, bij een koude of 2. Handmatig schakelen - Druk het warme motor, altijd met uw voet op WAARSCHUWING koppelingspedaal volledig in en scha- het rempedaal.
Pagina 226
HYUNDAI-ver- deler. Als het front deur is geopend, zal de start-/stopknop van de motor zal branden...
Pagina 227
Het besturen van uw voertuig ACC (Accessoire) ON (AAN) WAARSCHUWING De motor in een noodsituatie uit- schakelen: Houd de Motor Start/Stop knop lan- ger dan twee seconden ingedrukt OF druk snel drie keer achter elkaar Met handmatig schakelen Met handmatig schakelen op de Motor Start/Stop knop (bin- Druk op de start-/stopknop van de motor Druk op de start-/stopknop van de motor...
Pagina 228
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT START/RUN WAARSCHUWING (STARTEN/WERKEN) Als u de start-/stopknop van de motor • Druk de start-stopknop van de indrukt zonder het koppelingspedaal in motor nooit in als de wagen in te drukken voor manueel geschakelde beweging is behalve in een nood- wagens of zonder het rempedaal in te situatie.
Pagina 229
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT Starten van de motor 1. Houd de intelligente sleutel bij u of laat hem in de wagen. • De motor zal alleen starten door te 2. Controleer of de parkeerrem goed is drukken op de Motor Start/Stop knop WAARSCHUWING geactiveerd.
Pagina 230
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT • Bij extreem koud weer (onder -18°C / 0°F) of nadat de wagen meerdere da- Voorkom schade aan het voertuig: gen stil heeft gestaan, moet u de motor Druk de start-/stopknop van de motor laten opwarmen zonder het gaspedaal niet langer dan 10 seconden in, behalve in te drukken.
Pagina 231
Het besturen van uw voertuig HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 8 AANDACHT WAARSCHUWING Tijdens koud weer kan het overschake- Zorg dat u, voordat u de bestuur- len moeilijker gaan totdat de versnell- dersstoel verlaat, dat de versnel- ingsbakolie is opgewarmd. lingspook in 1e versnelling staat als het voertuig omhoog in een hel- Het gebruik van de koppeling ling geplaatst is en in R (Acheruit)
Pagina 232
Het besturen van uw voertuig Terugschakelen Goede rijpraktijken OPMERKING U moet terug schakelen als u bij veel ver- • Haal nooit een auto uit versnelling en Voorkom schade aan het motor: keer moet vertragen of als u een steile laat het nooit vrijlopen tijdens een helling op rijdt zodat u voorkomt dat u de •...
Pagina 233
• In het geval dat uw voertuig de verharde weg verlaat, pas dan de snelheid en stuurgedrag aan. • HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle aanwezige snelheidslimieten opvolgt.
Pagina 234
Het besturen van uw voertuig AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingspook. Laat het rempedaal los, druk op de schakelknop en verplaats de versnellingspook. Verplaats de versnellingspook. OBA056004 5 15...
Pagina 235
Het besturen van uw voertuig Automatische versnellingsbak De aanduiding op het instrumentenpa- R (Achteruit) neel geeft, als het contactslot in de stand Door naar de R positie te schakelen zal De automatische versnellingsbak heeft 4 ON staat, de stand van de keuzehendel de auto achteruit rijden.
Pagina 236
Het besturen van uw voertuig N (Neutraal) D (Vooruit) De wielen en aandrijving zijn niet niet Dit is de normale rijpositie. De versnel- gekoppeld aan de motor. lingsbak zal automatisch schakelen door de vier versnellingen, om de beste Gebruik N (Neutraal) als u een uitge-val- brandstofzuinigheid en kracht te ver- len motor opnieuw wilt starten, of als het schaffen.
Pagina 237
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT In de Sportstand, verplaats de versnel- Schakel- vergrendel systeem lingspook naar achteren en naar voren Voor de veiligheid heeft de automatische • U kunt alleen de vier versnelling naar om de gewenste versnellingen voor de versnellingsbak een blokkeersysteem voren selecteren.
Pagina 238
Het besturen van uw voertuig Parkeer Goede rijpraktijken • Wees vooral voorzichtig met remmen, versnellen of schakelen op gladde Stop altijd volledig en blijf op het rem- • Schakel de versnellingspook nooit van wegen. Pas de rijstijl aan aan de rijom- pedaal drukken.
Pagina 239
• In het geval dat uw voertuig de verharde weg verlaat, pas dan de snelheid en stuurgedrag aan. • HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle aanwezige snelheidslimieten opvolgt.
Pagina 240
Het besturen van uw voertuig REMSYSTEEM Remmen (Vervolgd) WAARSCHUWING Het voertuig is voorzien van remsysteem Om de remmen te drogen, duwt u Neem de volgende voorzorgsmaat- inclusief rembekrachtiger voor normaal het rempedaal iets in zodat de regelen: gebruik. remmen warmer woren terwijl u •...
Pagina 241
Het besturen van uw voertuig Schijfremmen slijtage indicator WAARSCHUWING Wanneer uw remblokken bijna zijn ver- Vermijd het risico op ERNSTIG sleten en nieuwe blokken nodig zijn, is LETSEL of OVERLIJDEN, en geb- een hoog piepend waarschuwingsgeluid ruik de handrem niet als het voer- te horen van de voor- of achterremmen.
Pagina 242
HYUNDAI dealer. zaken. • Geef de handrem pas vrij als u in het voertuig zit met uw voet op het rempedaal.
Pagina 243
Het besturen van uw voertuig Neem direct contact op met een Erkende Anti-blokker Remsysteem (ABS) HYUNDAI Verdeler, deze kan u advise- ren of het nog veilig is om met de auto te WAARSCHUWING rijden. Anti-blokker remsysteem (ABS) of Elektronisch Stabiliteitscontrole...
Pagina 244
ABS. Wij raden aan om op te nemen zo ABS vermindert niet de tijd of afstand die komen. ABS maak het mogelijk dat de snel mogelijk een erkende HYUNDAI- nodig is om het voertuig te stoppen. bestuurder tegelijkertijd kan sturen en verdeler.
Pagina 245
Start de motor opnieuw. Als de ABS waarschuwingslamp uit is en uit blijft, is het ABS normaal. Als de lamp aan blijft, kan er een probleem zijn met het ABS systeem. Wij raden aan om op te nemen zo snel mogelijk een erkende HYUNDAI- verdeler.
Pagina 246
Het besturen van uw voertuig ESC past remdruk toe op alle remmen ESC werking van het voertuig en komt tussenbeide in ESC AAN conditie het motormanagementsysteem om de Wanneer het contact in de AAN positie bestuurder te helpen bij het houden van is, branden de ESC en ESC UIT indica- het voertuig op de juiste baan.
Pagina 247
Erkende HYUNDAI Verdeler. is geen probleem. De ESC OFF lampje gaat branden als het ESC met de knop is uitgeschakeld.
Pagina 248
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT ESC UIT gebruik WAARSCHUWING Tijdens het rijden Het uitzetten van de ESC heeft geen in- De ESC is actief als ESC knippert: De ESC UIT stand mag alleen kort vloed op ABS of werking van het rem- gebruikt worden als het voertuig vast zit Rij langzaam en probeer niet om te systeem.
Pagina 249
Het besturen van uw voertuig Stabiliteitssysteem van de wagen VSM werking Bij het werken (Vehicle stability management Wanneer de VSM in werking is, knippert VSM AAN conditie de ESC indicatorlampje ( (VSM)) (indien van toepassing) Het VSM werkt bij: Wanneer de remmen worden gebruikt •...
Pagina 250
Erkende HYUNDAI Verdeler. meer knipperen. In plaats daarvan zal 8 AANDACHT de waarschuwing voor gevaren auto- matisch ingeschakeld worden. De •...
Pagina 251
HYUNDAI-verdeler te contacteren. Rijdt niet met de voet rustend op het rempedaal. Zelfs lichte, constante druk op het rempedaal kan ertoe leiden dat de...
Pagina 252
Systeem ingeschakeld is, we adviseren u FCW kunnen geen waarschuwing het systeem te laten nakijken door een met genoeg tijd voorzien om een officiële HYUNDAI-dealer. aanrijding helpen te voorkomen. FCW detecteert geen voetgan- gers, dieren, tekens, constructies of andere voorwerpen. Het is de...
Pagina 253
Het besturen van uw voertuig Beperkingen van het systeem - Het voorste voertuig installeerde een aparte lamp of LED lamp aan de ach- Het Voorwaarts Botsing Waarschuwings- terkant van het voertuig. systeem kan beperkingen hebben naar - In of uit een tunnel komen, waar de ver- zijn vermogen om afstand naar zijn voor- lichtingsintensiteit hoog is.
Pagina 254
Het besturen van uw voertuig WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR HET ONBEDOELD VERLATEN (LDWS) (INDIEN VAN TOEPASSING) (Vervolg) WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat LDWS-camera Neem de volgende voorzorgsmaat- niet in contact komt met water of regelen bij Waarschuwingssysteem vloeistof, dit kan de camera Voor Onbedoeld Verlaten...
Pagina 255
Het besturen van uw voertuig Als de auto de rijstrook verlaat wanneer De kleur van het symbool zal veranderen de LDWS ingeschakeld is en de snelheid afhankelijk van de conditie van het van de auto hoger is dan 60 km/u (38 LDWS-systeem.
Pagina 256
Wij raden u aan zich tot een erkende standigheden. lijk is. HYUNDAI-dealer te wenden om het sys- • Het aantal rijstroken toeneemt of • U op een steile helling rijdt of een teem te laten controleren.
Pagina 257
Het besturen van uw voertuig CRUISE CONTROL SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) 8 AANDACHT WAARSCHUWING • Als de SET-schakelaar wordt geacti- Neem de volgende voorzorgsmaat- veerd of opnieuw geactiveerd na het regelen: inschakelen van de rem tijdens de • Als de cruise control ingescha- normale cruise control werking wordt de cruise control ca.
Pagina 258
Het besturen van uw voertuig OIA053011 OIA053012 OIA053013 Cruise Control schakelaar De cruise control snelheid instellen 3. Druk de SET-schakelaar in en laat hem los op de gewenste snelheid. Het O: Annuleert cruise control werking. 1. Duw de cruise toets in op het stuur SET indicatorlampje in het instrumen- om het systeem in te schakelen.
Pagina 259
Het besturen van uw voertuig Om tijdelijk te versnellen met de cruise control ingeschakeld Als u tijdelijk wilt versnellen wanneer de cruise control is ingeschakeld, drukt u het gaspedaal in. De verhoogde snelheid zal de werking van de cruise control niet beïnvloeden noch de ingestelde snelheid wijzigen.
Pagina 260
Het besturen van uw voertuig 8 AANDACHT Leder van boven acties annuleert de werking van de cruise control (het SET indicatorlampje in het instrumenten- paneel schakelt uit) maar alleen druk- ken op de cruise ( ) knop gaat het sys- teem uit.
Pagina 261
Het besturen van uw voertuig Om de cruise control uit te schakelen • Druk de cruise knop in. • Schakel het contact uit. Deze beide acties annuleren de werking van de cruise control. Als u de cruise control werking wilt hervatten, herhaalt u de stappen in “De cruise control snelheid instellen”...
Pagina 262
Het besturen van uw voertuig BEHEERSYSTEEM SNELHEIDSLIMIET (INDIEN VAN TOEPASSING) Controlesysteem voor snelheidsbeperking U kunt de snelheidslimiet instellen als u niet hoger dan een specifieke snelheid wilt rijden. Als u sneller rijdt dan de vooringestelde snelheidslimiet werkt het waarschuwing- systeem (ingestelde snelheidslimiet knip- pert en geeft een geluidsignaal weer) tot de snelheid van het voertuig terugkeert binnen de snelheidslimiet.
Pagina 263
Het besturen van uw voertuig OIA053017 OIA053020 OIA053021 Het snelheidslimiet indicatorlampje in het 2. Druk de SET-schakelaar in. De ingestelde snelheidslimiet verschijnt. instrumentencluster licht op. 3. Druk de +RES of SET- schakelaar in en laat hem los op de gewenste snel- heid.
Pagina 264
Als dit gebeurt, raden we aan om in te duwen. het systeem te laten nakijken door Als u een paar keer op de knop AN- een erkende HYUNDAI-verdeler. NULEREN (O (CANCEL)) drukt, wordt de ingestelde snelheidslimiet geannu- leerd, maar het system wordt niet uitge- schakeld.
Pagina 265
Het besturen van uw voertuig ISG-SYSTEEM (IDLE STOP AND GO) (INDIEN VAN TOEPASSING) ISG Bediening De motor zal stoppen en de groene indi- cator AUTO STOP ( ) op het instru- Het ISG-systeem helpt het brandstofver- mentenpaneel zal branden. bruik te verminderen door automatisch uitschakelen van de motor, wanneer het voertuig stilstaat (Bij voorbeeld : rode lamp, verkeerslicht en file).
Pagina 266
Het besturen van uw voertuig Auto start De motor zal automatisch herstarten zon- der enige handeling vanwege de bestuur- Om de motor opnieuw te starten vanuit der in de volgende gevallen: een onbelaste stopmodus - De ventilatorsnelheid van het handma- •...
Pagina 267
Het besturen van uw voertuig Het ISG-systeem zal in de volgende Uitschakeling van het ISG-systeem situatie werken systeem: • Als u het ISG-systeem wilt uitschake- - De veiligheidsgordel van de bestuurder len, druk dan op de knop ISG OFF . De is vastgemaakt.
Pagina 268
Het volgende zal zich voordoen: actie onderneemt. nemen met een erkende HYUNDAI- • De gelde AUTO STOP ( ) indicator verdeler. Voordat u de wagen verlaat of iets op het instrumentenbord zal blijven •...
Pagina 269
Het besturen van uw voertuig ASSISTENTIESYSTEEM VOOR ACHTERUIT PARKEREN (INDIEN VAN TOEPASSING) WAARSCHUWING • Kijk ALTIJD rond uw voertuig om er zeker van te zijn dat er geen objecten of obstakels aanwezig zijn die bij het wegrijden een hin- dernis kunnen vormen. •...
Pagina 270
Het besturen van uw voertuig • De sensorafstand tijdens het achteruit Omstandigheden waarin het assis- Het detectiebereik kan verkleinen rijden is ongeveer 120 cm (47 in) tentiesysteem voor achteruit parke- wanneer: indien u langzamer rijdt dan 10 km/uur ren niet werkt. •...
Pagina 271
Het besturen van uw voertuig SPECIALE RIJCONDITIES Gevaarlijke rijomstandigheden Schommelen het voertuig WAARSCHUWING Wanneer gevaarlijke rijcondities ontstaan Indien het nodig is om het voertuig vrij te Als de banden op hoge snelheid door omstandigheden zoals water, snee- rijden uit sneeuw, zand of modder, draai draaien, dan kunnen de banden uw, ijs, modder of zand: eerst het stuurwiel rechts en links om het...
Pagina 272
Het besturen van uw voertuig OLMB053041 OMC035004 OLMB053043 Vloeiend nemen van een bocht Omdat ’s nachts rijden meer inspanning Rijden in de regen vereist zijn hier enkele tips om aan te Vermijd remmen of verandering van ver- Regen en natte wegen kunnen rijden ge- denken: snelling in bochten, vooral wanneer de vaarlijk maken.
Pagina 273
Het besturen van uw voertuig • Controleer regelmatig de banden. In- Aquaplanning Rijden in overstroomde gebieden dien de banden niet in goede conditie Uw voertuig maakt nog maar weinig con- Vermijdt rijden door overstroomde gebi- zijn, kan het maken van een (nood) tact met de weg, en rijdt eigenlijk op het eden behalve als zeker is dat het water stop op nat wegdek slippen veroorza-...
Pagina 274
Het besturen van uw voertuig RIJDEN TIJDENS DE WINTER Om uw voertuig in diepe verse sneeuw te Winterbanden kunnen rijden kan het nodig zijn om win- terbanden te gebruiken of sneeuwkettin- WAARSCHUWING gen te monteren. Winterbanden moeten equivalent in Nooduitrusting. Ook kan het nodig zijn te maat en soort zijn aan de standa- beschikken over extra hulpmiddelen ardbanden van het voertuig.
Pagina 275
HYUNDAI onderdelen en om de • Installeer geen spijkerbanden zonder bandenketting te installeren nadat u de eerst de lokale wetgeving te raadple-...
Pagina 276
Het besturen van uw voertuig OPMERKING Bij gebruik van de bandenkettin- gen: • Kettingen van een verkeerde ma- at of onjuist gemonteerd kunnen de remleidingen, ophanging, ca- rosserie en wielen beschadigen. • Gebruik SAE "S" klasse of snee- uwkettingen. • Als u lawaai hoort veroorzaakt door contact van de kettingen met de behuizing, zet dan de ket- ting verder vast zodat contact...
Pagina 277
Dit is het gewicht van het voertuig zoals kwalificatie) het is afgeleverd, eventueel inclusief de Dit is de maximaal toegelaten gewicht extra uitrusting, vanaf de HYUNDAI dea- van een volledig geladen voertuig (inclu- ler. sief alle opties, uitrusting, passagiers en vracht).
Pagina 278
Wat te doen in noodgevallen Waarschuwingverlichting ....6-2 Indien de auto een lekke band heeft (met Tire Mobility Kit) ....6-15 •...
Pagina 279
Wat te doen in noodgevallen IN GEVAL VAN EEN WAARSCHUWINGVERLICHTING NOODTOESTAND TIJDENS Het moet gebruikt worden als een nood- HET RIJDEN reparatie moet worden uitgevoerd of wanneer het voertuig wordt gestopt aan Als de auto afslaat op een de rand van de (auto)weg zonder parke- kruispunt ervak.
Pagina 280
4. Als de motor niet start, raden we aan 4. Bij het vervangen van de lekke band, den of uit gaat tijdens het starten is de om een erkende HYUNDAI-verdeler volg de instructies die later in deze batterij ontladen. te bellen.
Pagina 281
• Voer geen starthulp uit als de een starthulp. Als u twijfelt raden wij u ontladen batterij bevroren is of aan een erkende HYUNDAI dealer raad- het elektrolietniveau laag is; de plegen. batterij kan scheuren of ontplof-...
Pagina 282
HYUNDAI-verdeler. uitgevoerd door een geautoriseerde de plus aansluitklem van de ontladen HYUNDAI verdeler. Gebruik alleen batterij (1), verbindt dan het andere ein- volautomatische acculaders die Aanduwen of aantrekken de aan de plus aansluitklem van de speciaal voor AGM accu’s zijn ont-...
Pagina 283
HYUNDAI-verdeler te 2. Zet de versnellingspook in P (automa- gende delen van de motor om letsel bellen.
Pagina 284
OIA0630003 plaats gevonden kan worden neem dan contact op met een Krik en gereedschappen Erkend HYUNDAI Reparateur. Het reservewiel, de krik, de krikslinger en • Let op dat de juiste voor- en ach- de sleutel bevinden zich in de baga- terkrikposities gebruikt worden;...
Pagina 285
Wat te doen in noodgevallen (Vervolgd) • Het voertuig kan gemakkelijk van de krik afglijden wat kan leiden tot schade aan de auto en even- tueel lichamelijk letsel. Het is niet aan te raden om onder de auto te werken, of een deel van het lichaam onder te houden.
Pagina 286
Wat te doen in noodgevallen WAARSCHUWING Wisselen van een wiel • Om te voorkomen dat de auto gaat rijden tijdens het wisselen van een wiel moet altijd de par- keerrem worden vast gezet en indien mogelijk, blokkeer het wiel diagonaal tegenover het wiel dat wordt gewisseld.
Pagina 287
Wat te doen in noodgevallen 9. Neem de wielmoeren los en verwijder deze. Pak het wiel van de astap en leg het plat neer zodat het niet kan weg- rollen. Pak het te monteren wiel op en kijk waar de gaten van de wielmoeren zich bevinden en breng het wiel in lijn en plaats het op de naaf.
Pagina 288
Wat te doen in noodgevallen 10. Om het wiel opnieuw te monteren, WAARSCHUWING moet het goed op zijn plaats worden gehouden waarna de wielmoeren op • Velgen en wieldeksel kunnen sc- handvast kunnen worden aangedra- herpe randen hebben. Wees vo- aid.
Pagina 289
Neem bij twijfel, raden we u aan een Om te voorkomen dat de krik, krikhendel, lekken. Als een wiel gewisseld is, zorg erkende HYUNDAI verdeler te raad- reservewiel moersleutel en reserveband dan dat alle gebruikte gereedschappen plegen.
Pagina 290
Wat te doen in noodgevallen Belangrijk – gebruik van een com- Bij het gebruik van een compacte reser- WAARSCHUWING pact reservewiel vewiel, moeten de volgende voorzorgs- (indien van toepassing) maatregelen in achtgenomen worden: Het compacte reservewiel is alleen Het voertuig is uitgerust met een com- •...
Pagina 291
Wat te doen in noodgevallen • Het is aan te raden de auto niet in een • De compacte reserveband moet niet door een automatische autowasstraat op enig andere velg gemonteerd wor- te rijden met een compact reservewiel den. Ook moeten standaardbanden, gemonteerd.
Pagina 292
Wat te doen in noodgevallen Kriklabel 1. Modelnaam. I Voorbeeld 2. Maximaal toegestane belasting. • Type A 3. Activeer de parkeerrem wanneer u de krik gebruikt. 4. Zet de motor uit wanneer u de krik gebruikt. 5. Ga niet onder een auto liggen die wordt ondersteund door een krik.
Pagina 293
Wat te doen in noodgevallen EU conformiteitsverklaring voor krik JACKDOC14GB...
Pagina 294
HYUNDAI dealer laat controle- pen en de band kan weer worden opge- WAARSCHUWING ren.
Pagina 295
Tire Mobility Kit”. wiel beschadigd zijn. • Het gebruik van de bandmobiliteitskit is niet effectief voor schade aan de band die groter is dan ongeveer 0,24 inch (6 mm). • Wij raden aan om contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-verdeler.
Pagina 296
Wat te doen in noodgevallen Aansluitingen, kabel, en aansluitings- slang worden opgeborgen in de behui- zing van de compressor. WAARSCHUWING Verlopen dichtingsmiddel Gebruik het dichtingsmiddel voor de band niet als dit verlopen is (d.w.z. na de vervaldatum op de container van het dichtingsmiddel). Dit verhoogt het risico dat de band uitvalt.
Pagina 297
Wat te doen in noodgevallen Gebruik van de bandmobiliteitskit 1. Verwijder het snelheidsbeperkingsla- bel (0) van de fles met dichtingsmiddel (1) en plaats het op een zichtbare plek in het voertuig, zoals op het stuur zodat de bestuurder eraan herinnert wordt om niet te hard te rijden.
Pagina 298
Wat te doen in noodgevallen Het dichtingsmiddel verdelen OPMERKING 10. Rijd onmiddelijk ongeveer 4-6 mijl (7- Bandenspanning 10 km, of ongeveer 10 min) om het Probeer niet met uw voertuig te rij- dichtingsmiddel gelijkmatig door de den als de bandenspanning lager is band te verdelen.
Pagina 299
De compressor van de bandmobiliteitskit van een stopt u op een veilige plek. moet uitgeschakeld zijn om een accura- erkende HYUNDAI-verdeler te geb- 2. Sluit de verbindingsslang (8) van de te bandenspanning te kunnen aflezen. ruiken. De afdichting van de sensor...
Pagina 300
Wat te doen in noodgevallen BANDENSPANNING CONTROLESYSTEEM (TPMS, (INDIEN VAN TOEPASSING) Uw auto is uitgerust met een extra veilig- U auto is ook voorzien van een TPMS- heidssysteem: het bandenspanningcon- defect indicator, die aangeeft dat het sys- trolesysteem (TPMS) dit systeem laat teem niet op de juiste wijze werkt.
Pagina 301
Dit geeft geen storing opneemt met een bevoegde HYUNDAI meer banden een veel te lage spanning. aan in het TPMS, omdat de lagere dealer.
Pagina 302
TPMS-defect indicatorlampje branden. ningcontrolesysteem (TPMS) be- hadigen. Wij raden aan om het systeem te laten ïnvloeden. nakijken door een erkende HYUNDAI- • De TPMS-defect indicator kan verdeler. gaan branden als sneeuwkettin- gen zijn omgelegd of elektroni- sche apparatuur (notebook-pc’s) in de auto wordt gebruikt.
Pagina 303
HYUNDAI-verdeler. Wij aanbevelen de lekke band te worden aan dat u uw banden te laten onderhou- gecontroleerd door een erkende HYUN- den bij een erkende HYUNDAI-verdeler DAI verdeler. OPMERKING Als u de band met een lage spanning Indien een origineel gemonteerde...
Pagina 304
TPMS wordt opgepompt tot de aanbevolen ge plaats naast de rijweg. sensor die door een HYUNDAI spanning. dealer is goedgekeurd. Als u voertuig niet is uitgerust met een...
Pagina 305
Sleepservice Indien afslepen van het voertuig nodig is, OPA067017 wordt aangeraden om contact op te ne- men met een Erkend HYUNDAI Repara- OPMERKING teur. Let dat de juiste afsleepprocedures worden gevolgd om schade aan het vo- • Sleep het voertuig niet achter- ertuig te voorkomen.
Pagina 306
Wat te doen in noodgevallen Bij het slepen van het voertuig in een noodtoestand zonder wiel rolplaten kan dit alleen als de auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak. Houdt de volgende procedure aan: 1. Zet het contact in de ACC positie. 2.
Pagina 307
Indien afslepen nodig is, wordt aan- verticale hoek.Hierdoor worden scha- geraden om dit te laten doen door een de aan het voertuig of andere onge- Erkend HYUNDAI Reparateur. wenste gevolgen voorkomen. Trek Indien er geen andere mogelijkheden altijd recht vooruit.
Pagina 308
• Als heuvelafwaart wordt gereden kun- weg te slepen. Neem contact op • Gebruik een sleepkabel van maximaal nen de remmen oververhit raken en met een Erkend HYUNDAI Repa- 5 m lang. Bevestig een witte of rode remprestatie verminderen. rateur.
Pagina 309
Wat te doen in noodgevallen OPMERKING - Automatiche versnellingsbak • Als het voertuig wordt gesleept met allevier de banden op het wegdek, kan het uitsluitend aan de voorzijde worden gesleept. Let erop dat de transaxle in neutraal is geschakeld. Niet slepen op snelheden van meer dan 40 km/uur (25 mph) en over een afstand van meer dan 25 km (15...
Pagina 311
Onderhoud Licht gloeilampen ......7-52 • Vervanging van de gloeilamp van koplamp, positielamp, richtingaanwijzer lamp, voorste mistlamp .
Pagina 312
Onderhoud MOTORRUIMTE I Benzinemotor 1. Expansiereservoir 2. Motoroliedop 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Zekeringskast 6. Plusaansluiting accu 7. Minaansluiting accu 8. Ruitensproeiervloeistofreservoir 9. Radiateurdop 10. Motoroliepeilstok 11. Oliepeilstok automatische versnellingsbak* * : indien van toepassing C Het werkelijke motorruimte in het voertuig kan verschillen van de afbeelding. OIA013005...
Pagina 313
HYUNDAI-ver- ten zoals op de volgende pagina’s zijn deler. vermeld. Gedetailleerde garantie-informatie wordt verstrekt in uw Service en Garantie- boekje.
Pagina 314
HYUNDAI-verdeler. • Werken onder de motorkap met draaiende motor is gevaarlijk. Ze- ker wanneer u sieraden of losse kleding draagt.
Pagina 315
Onderhoud ONDERHOUD DOOR EIGENAAR De volgende lijsten zijn voertuigcontroles Onderhoudsadvies voor eigenaar Tijdens het besturen van uw en -inspecties die met de aangegeven voertuig: Als u stopt voor het tanken van intervallen moeten worden uitgevoerd • Neem nota van elke verandering, ook brandstof: om een veilige, betrouwbare werking van in het geluid van de uitlaat.
Pagina 316
Onderhoud Maandelijks: Twee maal per jaar Minimaaal een maal per jaar: (bijv. iedere Lente en Herfst): • Controleer koelvloeistofniveau in het • Maak carosserie- en deurventilatiega- koelvloeistofreservoir. • Controleer radiator-, verwarming- en ten schoon. aircoslangen op lekken of schade. • Controleer de werking van de verlich- •...
Pagina 317
HYUNDAI-verdeler. hitteschade of mechanische slijtage kun- nen veroorzaken. Controleer alle verbin- dingen, zoals klemmen en koppelingen, om zeker te stellen dat deze goed ge- monteerd zijn en dat er geen lekken aan- wezig zijn.
Pagina 318
De koelvloeistof moet worden vervangen Controleer visueel op juiste installatie, gingsfilter, raden we aan om oorspronke- met de intervallen aangegeven in het on- schades, barsten en mogelijke lekkage. lijke HYUNDAI-onderdelen te gebruiken. derhoudsschema. Vervang alle beschadigde onderdelen onmiddellijk. Bougies (voor benzinemotor)
Pagina 319
Raadpleeg een Erkend HYUNDAI Re- Voor meer informatie over de controle parateur voor details. van de paden of de limiet voor de linings- lijtage, zie de website van Hyundai. Airco koudemiddel (http://service.hyundai-motor.com) (indien van toepassing) Controleer de aircoleidingen en verbin- Ophangingsverbindingsbouten dingen op lekkage en schade.
Pagina 320
Onderhoud MOTOROLIE 5. Trek de peilstok opnieuw uit de motor en controleer het niveau. Het niveau moet tussen F en L liggen. VOORZICHTIG Doe niet te veel motorolie. Dit kan de motor beschadigen. OIA073002 OBA073003 Het controleren van het motoro- Indien het dichter bij L is dan bij F voeg dan voldoende olie toe.
Pagina 321
WAARSCHUWING Wij raden aan dat het motorolie en –filter ging minstens 1 keer per jaar. worden vervangen door een erkende Het verwijderen van HYUNDAI verdeler. de radiatordop WAARSCHUWING Gebruikte motorolie kan irritatie of • Probeer nooit om de radiatordop kanker aan de huid veroorzaken...
Pagina 322
Onderhoud Aanbevolen koelvloeistof (Vervolgd) • Gebruik alleen zacht (de-mineralized) • Zelfs als de motor niet in werking water in het koelvloeistofmengsel. is, verwijder de radiatordop niet • De motor in uw voertuig heeft alumini- terwijl de motor en de radiator um motoronderdelen en moet besc- heet zijn.
Pagina 323
Onderhoud Het vervangen van de koelvloeistof We raden aan om de koelvloeistof te laten vervangen door een erkende HYUNDAI-verdeler. WAARSCHUWING - Koelvloeistof • Gebruik geen koelvloeistof of anti-vries in de wasservloeistof reservoir. OIA073005 • Koelvloeistof kan uitzicht ernstig verminderen wanneer...
Pagina 324
Indien het vloeistof niveau te laag is, wij aanbe- WAARSCHUWING velen het systeem te worden gecontro- leerd door een erkende HYUNDAI-ver- REINIG DE KAP VAN HET VULTO- deler. ESTEL VOORDAT U DEZE VERWIJ- DERD. GEBRUIK UITSLUITEND...
Pagina 325
Onderhoud AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAKOLIE (INDIEN VAN TOEPASSING) WAARSCHUWING - Automatische versnellings- bakolie Het niveau van de automatische versnellingsbakolie moet gecontro- leerd worden als de motor op werk- termperatuur is. Dit betekent dat de motor, radiator, radiator slang en uitlaatsysteem enz. erg warm zijn. Wees daarom voorzichtig bij het controleren van het olieniveau in OIA073007...
Pagina 326
Wij raden aan u dat het systeem te laten orzaakt slip in de aandrijving. Een rood. De rode kleur wordt toegevoegd vervangen door een erkende HYUNDAI- te hoog niveau kan schuimvor- zodat de reparateur het kan herkennen verdeler.
Pagina 327
“kliks” meer of minder is dan gespe- vloeistof beschikbaar is. Gebruik indien cificeerd, raden we aan u het systeem mogelijk altijd ruitensproeiervloeistof met onderhouden bij een erkende HYUNDAI- anti-vries om bevriezing tegen te gaan. verdeler. Aanhaal: 6~8 “kliks’’ bij een kracht van...
Pagina 328
De prestaties van het voertuig kun- nen verschillen als u de slangklem niet goed installeert. U wij raden OBA073025 aan om contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-verdeler vo- OBA073027 or vervangen. 3. Vervang de luchtfilterelement. 4. Monteer opnieuw in de omgekeerde volgorde.
Pagina 329
• Raden wij u aan onderdelen van een erkende HYUNDAI-verdeler te gebruiken. Gebruik van onjuist onderdelen kan de luchtstroom- sensor of turbolader bescha- digen.
Pagina 330
Onderhoud AIRCOLUCHTFILTER (INDIEN VAN TOEPASSING) I Type A Filter inspectie De airco luchtfilter moet worden gecon- troleerd in overeenstemming met het On- derhoudsschema. Indien het voertuig wordt bestuurd in een ernstig vervuilde omgeving of op stoffige wegen gedu- rende een langere periode, moet het va- ker gecontroleerd worden en schoonge- maakt.
Pagina 331
Onderhoud OBA073031R OBA073030R 3. Trek het luchtfilter naar buiten. 4. Inspecteer en reinig de filter voor de klimaatregeling met water. 5. Monteer opnieuw in de omgekeerde volgorde. 8 AANDACHT Na inspectie of schoonmaken van de airco luchtfilter, moet worden gelet op de juiste montage.
Pagina 332
Onderhoud WISSER BLADEN Vervuiling van ofwel de ruit of de wisser Vervanging van de wisserbladen bladen met vreemd(vet) materiaal kan de Wanneer de wisserbladen niet meer effectiviteit van de ruitenwissers vermin- adequaat wissen, kunnen de bladen ver- deren. Algemene vervuilingen zijn insec- sleten of verouderd zijn en moeten ver- ten, boomsap en hete was behandelin- vangen worden.
Pagina 333
Onderhoud 1JBA7037 OHM078059 1LDA5023 Voor-ruitenwisserbladen Type B 1. Zet de ruitenwisserarm omhoog. Type A 1. Til de wisserarm op en draai de wis- serarm zodat de plastic grendel clip VOORZICHTIG ingedrukt kan worden. Voorkom dat de wisserarm tegen de ruit valt, omdat de ruit kan besc- VOORZICHTIG hadigen of barsten.
Pagina 334
Onderhoud OHM078060 OHM078061 OPA077017 2. Plaats de klem van het wisserblad 3. Monteer de nieuwe ruitenwisserbla- Achter-ruitenwisser blad omhoog. Trek de wisserblad naar be- den door de werkzaamheden voor het (indien van toepassing) neden en verwijder deze. verwijderen in omgekeerde volgorde 1.
Pagina 335
3. Controleer of het wisserblad stevig is gemonteerd. Wij raden aan om het wisserblad worden vervangen door een erkende HYUNDAI verdeler, om schade aan de wisserarmen of andere componenten te vermijden.
Pagina 336
• Houdt de bovenzijde van de batterij raden aan om contact op te nemen met Houdt batterijen buiten het schoon en droog. een erkende HYUNDAI-verdeler. bereik van kinderen omdat • Houdt de aansluitklemmen en verbin- batterijen een hoge con- dingen schoon en ingevet met vase-...
Pagina 337
Zorg Label batterijcapaciteit altijd voor voldoende venti- latie tijdens het werken in 1. CMF60L-BCI: Modelnaam batterij een afgesloten ruimte. HYUNDAI 2. 12V: Nominale spanning Een onjuiste geplaatste 3. 60Ah(20HR): Nominale capaciteit (in batterij kan schadelijk zijn Ampèreuren)
Pagina 338
Onderhoud Herladen van de batterij (Vervolgd) WAARSCHUWING Uw voertuig heeft een onderhoudsvrije 3. Neem daarna de plus aanslui- Herladen van de batterij batterij. ting van de plus losvan de bat- Neem tijdens het herladen van de • Indien de batterij ontladen raakt binnen terij.
Pagina 339
Onderhoud BANDEN EN WIELEN Onderhoud van banden WAARSCHUWING - Lage Voor het juiste onderhoud, veiligheid en Bandenspanning maximale brandstofzuinigheid moet altijd Te lage bandenspanning leidt tot de aanbevolen bandspanningen worden een hoger brandstofverbruikt en aanhouden en binnen de aanbevolen la- adlimieten en gewichtsverdeling van het gaat ten koste van de veiligheid.
Pagina 340
HYUNDAI verdeler. • Controleer de spanning van de • Draai de ventieldoppen altijd te- reserveband iedere keer dat de rug op de ventielen. Zonder de...
Pagina 341
Onderhoud Het controleren van Verwijder de ventieldop. Druk de span- WAARSCHUWING ningsmeter stevig op het ventiel en lees bandspanning de spanning af. Indien de koude band- • Inspecteer uw banden regelmatig Controleer uw banden minimaal een- spanning overeenkomt met de aanbevo- op juiste spanning en op slijtage maal per maand of meer.
Pagina 342
Onderhoud 8 AANDACHT Bandrotatie Met een full-size reserveband (indien van toepassing) Om profielslijtage vlak te maken is het Wissel banden die een assymetrisch pro- aanbevolen dat de banden iedere 12.000 fielpatroon hebben, alleen van voor na- km of eerder worden gewisseld van voor ar achter en niet van rechts naar links.
Pagina 343
Onderhoud Wieluitlijning en WAARSCHUWING Profielslijtage indicator banduitbalancering Banden vervangen De wielstanden en wielen van de auto Om de veiligheid zo veel als mo- zijn met zorg op de fabriek afgesteld en gelijk is te waarborgen: uitgebalanceerd om u de langste ban- denlevensduur en een optimale prestatie •...
Pagina 344
De vervanging van de compacte • Velgen die niet voldoen aan de reserveband moet dezelfde maat en type specificaties van HYUNDAI bein- WAARSCHUWING als te vervangen band. Het is aan te be- vloeden de prestaties en het rij-...
Pagina 345
Onderhoud Band wegcontact 2. Bandenmaat De zijwand van een band is gemarkeerd Het band wegcontact kan verminderen met een bandenmaat. U zult deze infor- indien gereden wordt op versleten ban- matie nodig hebben als er een of me- den, banden met een onjuiste spanning erdere banden moeten worden vervan- of op slipperige wegoppervlakten.
Pagina 346
Onderhoud Bandenmaat Bandsnelheid klassificatie 3. Het controleren van levensduur van de band (TIN: Band Velgen zijn ook gemarkeerd met belang- De onderstaande grafiek laat de verschil- Identificatie Nummer) rijke informatie die u nodig heeft om een lende snelheidsklassificaties zien die te vervangen.
Pagina 347
Onderhoud 4. Koordlagen en materiaal 7. Uniforme kwaliteitsaanduiding WAARSCHUWING - voor banden Het aantal lagen van rubber-bekleed Bandleeftijd weefsel in de band. Bandenfabrikanten De kwaliteitsaanduiding bevindt zich op moeten ook de materialen in de band de wang van de band tussen de schou- Banden verouderen met de tijd, aangeven, die staal, nylon, polyester of der en de maximum breedte.
Pagina 348
Onderhoud Deze graden zijn geperst op de zijkant Temperatuur -A, B & C WAARSCHUWING - van de band. De als standaard of optio- De temperatuurindicatie zijn A (de hoog- nele uitrusting beschikbare banden kun- ste), B en C, die de bandenweerstand Bandtemperatuur nen varieren met betrekking tot deze weergeven op de om warmte af te voe-...
Pagina 349
- Als er impact is geweest op de band, dan raden we aan dat u de- ze laat inspecteren door een be- voegde HYUNDAI dealer. - Om schade aan de band te voor- komen, inspecteert u de staat van de band en spanning iedere 3.000...
Pagina 350
Normal Gesprongen systeem kan beschadigen. gebruik van het betrokken systeem en OHDC078019 raden we u aan een erkende HYUNDAI 8 AANDACHT verdeler te raadplegen. Er worden drie soorten zekeringen geb- Het label van juiste zekering/ het relai- ruikt: Er zijn drie verschillende zekering...
Pagina 351
Als het los zit, raden we u aan een erken- men, zoals een driver of bedra- de HYUNDAI verdeler te raadplegen. 2. Open de zekeringhouder. ding. Dit kan leiden tot onderbre- king van het contact en systeem- Als niet een gelijke zekering beschikbaar storing.
Pagina 352
AAN stand tijdens het rijden. 4. Plaats een nieuwe zekering van dezelfde kwalificatie in en controleer op de juiste montage. Als het los zit, raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raad- plegen. 7 43...
Pagina 353
Onderhoud 8 AANDACHT Indien de hoofd zekering is doorge- brand, raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raadplegen. OIA073042 Hoofdzekering (zekeringen) Indien de hoofdzekering defect is, moet deze als volgt worden verwijderd: 1. Neem de minaansluiting van de batte- rij los.
Pagina 354
Onderhoud OIA073016 Zekering/relais omschrijving Binnenste zekeringpaneel Binnen in de zekering/relaishouder, kunt u de zekering/relais etiket vinden met de beschrijving van de naam en capaciteit van de zekering/relais. 8 AANDACHT OIA076046 Niet alle informatie van zekeringpaneel in deze handleiding kan van toepassing zijn op uw voertuig.
Pagina 359
Onderhoud Zekering- Zekering- Symbool Met beveiligde kringloop naam vermogen F/PUMP Brandstofpomp 1 Relais HORN Claxonrelais, Claxonrelais Alarmsysteem A/CON A/CON-relais VACUUM VACUUM Relais Vacuumpomp PUMP PUMP C/FAN C/FAN LO Relais, C/FAN HI Relais Startrelais, Contactschakelaar (Zonder Start knop), PDM Relaiskast (IG2 Relais) (Met Start knop) ZEKE- ECU3...
Pagina 360
Onderhoud Zekering- Zekering- Symbool Met beveiligde kringloop naam pvermogen G3LA/B3LA: Ontstekingsspoel #1/#2/#3, Condensator IGN COIL COIL G4LA : Ontstekingsspoel ZEKE- A/T : PCM, Schakelaar Transaxiaal Bereik, BCM, Instrumentenpaneel, Achterste RING B/UP B/UP LAMP 7.5A Combinatielamp LA/RA LAMP M/T : Schakelaar Back-up Lamp, Smart Aansluitdoos (Zekering : F15) Hoofdzekeringenpaneel motorcompartiment Naam van de Relais Type...
Pagina 361
HYUNDAI verdeler te raad- zeker u ervan dat het contact uit en buitenkant van de lampunit. Dit is plegen.
Pagina 362
OIA076018 gesteld, moet de koplampassemblage Vervanging van de gloeilamp OHD076046 opnieuw worden geïnstalleerd, raden we van koplamp, positielamp, Kopgloeilamp u aan een erkende HYUNDAI-verdeler richtingaanwijzer lamp, te raadplegen voor meer informatie. voorste mistlamp WAARSCHUWING Halogeen gloeilampen Type A (1) Koplamp (Groot/dimlicht) •...
Pagina 363
Onderhoud C Verkeerswijziging (Voor Europa) 6. Installeer een nieuwe gloeilamp en zet de gloeilamp bevestiging vast. Let op De verdeling van het dimlicht is asymme- dat de lamp op de juiste wijze is trisch. Als u naar het buitenland gaat, gemonteerd, met de uitsparing op de naar een land waar het verkeer op het juiste plaats.
Pagina 364
Onderhoud Positielampje 1. Verwijder de houder uit de unit door de houder recht naar buiten te trek- ken. 2. Verwijder de lamp uit de houder door de houder naar buiten te trekken. 3. Plaats de nieuwe lamp in de houder. 4.
Pagina 365
Onderhoud 4. Verwijder de lamphouder met de lamp 4. Als de koplamp en de batterij in nor- uit de behuizing door de lamphouder male stand staan, stel de koplampen met lamp linksom te draaien, totdat de dan zo af dat het sterkste gedeelte op nokken op de lamphouder met lamp in de horizontale en verticale lijnen valt.
Pagina 366
Onderhoud OIA076031 Afstellen van de mistlampen De voorste mistlamp kan op dezelfde manier worden afgesteld als de koplam- pen. Stel de voorste mistlampen af als de voorste mistlampen en de batterij in nor- male toestand verkeren. Om de voorste mistlamp omhoog of omlaag te richten, moet u de regeling (1) rechtsom of links- om draaien.
Pagina 367
Onderhoud Doelpunt <Grondhoogte> <Afstand tussen lampen> Scherm H1: Hoogte tussen het middelpunt van de koplamp en de grond (grootlicht/Dimlicht). H2: Hoogte tussen het middelpunt van de mistlamp en de grond. W1: Afstand tussen het middelpunt van de de twee koplampen (grootlicht/dimlicht). W2: Afstand tussen het middelpunt van de mistlampen.
Pagina 368
Onderhoud I Gebaseerd op 10 m scherm WAGENAS (O/L) Verticale lijn van het midden van de Verticale lijn van het midden van de lamp van de koplamp lamp van de koplamp Horizontale lijn van het midden van de lamp van de koplamp SNIJNLIJN (DIMLICHT) (DIMLICHT)
Pagina 369
Onderhoud I Gebaseerd op 10 m scherm WAGENAS (O/L) Verticale lijn van het midden van de Verticale lijn van het midden van lamp van de koplamp de lamp van de koplamp Horizontale lijn van het midden van de lamp van de koplamp SNIJNLIJN (DIMLICHT) (DIMLICHT)
Pagina 370
Onderhoud I Gebaseerd op 10 m scherm WAGENAS (O/L) Voorste mistlamp midden Voorste mistlamp midden Voorste mistlamp midden SNIJNLIJN W2 (VOORSTE MISTLAMP) AARDING OIA073029 Voor-mistlampen 1. Schakel de voorste mistlamp aan met de bestuurder (75 kg) aan boord. 2. De snijlijn moet worden geprojecteerd in het toelaatbare bereik (geschaduwde gebied). 7 61...
Pagina 371
Als het lampje niet werkt, raden we aan (1) Stop en achterlamp om het systeem te laten nakijken door (2) Achter-richtingaanwijzerslamp een erkende HYUNDAI-verdeler. (3) Achteruitrijlichtlamp OIA073027 1. Open de achterklep 2. Maak het lichtunit los met een schroe- vendraaier.
Pagina 372
Onderhoud 5. Verwijder de gloeilamp uit de houder 3. Verwijder de gloeilamp uit de houder door de lamp in te drukken en linksom door de lamp in te drukken en linksom te draaien, totdat de nokken op de te draaien, totdat de nokken op de lamp in lijn staan met de openingen in lamp in lijn staan met de openingen in de houder.
Pagina 373
Als het lampje niet werkt, raden we aan 1. Verwijder de kentekenverlichting los om het systeem te laten nakijken door van de carosserie, eventueel m.b.v. een erkende HYUNDAI-verdeler. een platte schroevedraaier. 2. Verwijder de lamphouder en de lens delen door de lamphouder linksom te...
Pagina 374
Onderhoud I Kamerlamp I Kofferbakverlichtinglamp Vervangen van de binnenverlichtinglamp 1. Neem de binnenverlichting compleett los uit de carosserie eventueel m.b.v. een platte schroevendraaier en maak de unit open. 2. Verwijder de gloeilamp door het recht uit te trekken. WAARSCHUWING Voordat u werkt met de binnenver- lichting verzeker u ervan dat de I Dashboardkastje verlichting OIA073022/OBA073024/OBA073023...
Pagina 375
Onderhoud ZORG VOOR DE CARROSSERIE Onderhoud exterieur Onderhoud van de lak Zelfs het direct wassen met enkel water kan mogelijk niet alle vuil verwijderen. Het wassen Algemene waarschuwing exterieur Een goede autoshampoo, veilig voor Om de lak van uw voertuig voldoende te Het is zeer belangrijk om de gebruiks gebruik op gelakte oppervlaktes, kan beschermen is het noodzakelijk de auto...
Pagina 376
Onderhoud Poetsen Reparatie van het laksysteem Zorg voor het in de was zetten van de Diepe krassen of steeninslagen in de lak carosserie dat deze schoon en droog is. moeten zo snel mogelijk gerepareerd worden. Anders zal de lakschade al snel Gebruik een goede kwaliteit vloeibare of snel gaan roesten waardoor de repara- vaste autowas en volg de gebruiksin-...
Pagina 377
Onderhoud Onderhoud chroom en andere Onderhoud van de onderzijde Aluminium wielen onderhoud metalen delen Zout en zand gebruikt voor het ijs en De aluminium wielen zijn behandeld met • Om wegenteer en insecten te verwijde- sneeuwvrij houden van de wegen kun- een blanke beschermingslak.
Pagina 378
De Er- slag, beschadigingen, (kleine) krassen kend HYUNDAI Reparateur zal u graag en deuken waardoor onbe-schermde adviseren voor het juiste onderhoud met carosserie delen bloot worden gesteld de juiste producten.
Pagina 379
Erkend voorkomen is om uw auto schoon te hou- vorming versnellen in plaats van het te HYUNDAI Verdeler. den en regelmatig te wassen. Aandacht voorkomen. Water onder hoge druk en voor de onderzijde van de auto is ook...
Pagina 380
Onderhoud Onderhoud interieur Het schoonmaken van het interieur Het schoonmaken van de veiligheidsgordel Vinyl Algemene voorzorgsmaatregelen Maak de gordelband schoon met een Verwijder stof en los vuil met een stofzu- interieur milde zeepoplossing aanbevolen voor iger. Maak vinyl oppervlaktes schoon met Voorkom dat bijtende oplossingen zoals het schoonmaken van tapijt.
Pagina 381
Motor Controle Module (ECM); als de derhouden en repareren door een Er- wanneer de motortermperatuur laag is kend HYUNDAI Reparateur in overeen- tijdens het stationair draaien, gaat de stemming met het onderhoudsschema in PCSV dicht zodat de verdampte brand- deze handleiding.
Pagina 382
Onderhoud 3. Uitlaat emissie Motor uitlaatgas voorzorgsmaatrege- • Laat de motor niet draaien in beperkte len (koolmonoxide) of afgesloten ruimtes (zoals garages) controlesysteem meer dan wat nodig is om het voertuig • Koolmonoxide is een van de delen die Het Uitlaat Emissie Controlesysteem is in of uit te rijden.
Pagina 383
Wij raden aan om het sys- Door een heet uitlaatsysteem kan teem te laten geïnspecteerd door een brand ontstaan als brandbare stof- erkende HYUNDAI verdeler. fen onder de auto aanwezig zijn. • Voorkom rijden met een extreem laag Rijd niet, parkeer niet of laat de brandstofniveau.
Pagina 384
Specificaties & Informatie voor de klant Afmetingen ....... . 8-2 Airconditioningsysteem .
Pagina 385
2385 (93.9) : 155/70R13 (4.5JX13) : 175/65R14 (5.5JX14) : 185/55R15 (6.0JX15) AIRCONDITIONINGSYSTEEM Onderwerp Gewicht van volume Classificatie R134a Koudemiddel 400±25g R-1234yfa Compressor smeermiddel 100g PAGoile Voor meer informatie, raden we aan om contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-verdeler.
Pagina 386
Specificaties & Informatie voor de klant GLOEILAMP VERMOGEN (WATT) Licht gloeilamp Watt Koplampen (Dim/groot) 60/55 Voor-richtingaanwijzerlampen Positielampje Dagverlichting, Daytime running light (Lamptype)* Dagverlichting, Daytime running light LED (1W voor (LED-type)* elk) Vervanging van de Zijrichtingaanwijzers* Voor-mistlampen* Achter-mistlamp* Stop en achterlamp 21/5 Achter-richtingaanwijzerslamp Achteruitrijlichtlamp...
Pagina 387
Specificaties & Informatie voor de klant BANDEN EN WIELEN Bandenspanning kPa (psi) Aanhaalmoment Onderwerp Bandenmaat Velgmaat Normale belasting Maximale belasting wielmoeren kg•m (lb•ft, N•m) Voor Achter Voor Achter 155/70R13 4.5JX13 250 (36) 250 (36) 250 (36) 250 (36) 220 (32) 220 (32) 230 (33) 240 (34)
Pagina 388
Specificaties & Informatie voor de klant Laadvermogen Snelheidsvermogen Onderwerp Bandenmaat Velgmaat km/h 155/70R13 4.5JX13 Bandenmaat 175/65R14 5.5JX14 185/55R15 6.0JX15 Tijdelijke band T115/70D15 3.5JX15 LI : LADINGINDEX SS : SNELHEIDSSYMBOOL BRUTO ASGEWICHT KWALIFICATIE 5 zitter 1.0 MT 1.0 AT 1.2 MT 1.2 AT 1420 1440...
Pagina 389
Handmatige geschakelde API Service GL-4, SAE 70W Benzine- 1.0L/1.2L motor (2.0 ~ 2.1 US qt.) versnellingsbakolie (HYUNDAI originele versnellingsbakolie) 5.7 l (6.02 US qt.)/ Automatische versnellings- Benzine- 1.0L/1.2L DIAMOND ATF SP-III, SK ATF SP-III 6.1 l (6.44 US qt.) bakolie motor 5.3 l (5.6 US qt.)
Pagina 390
Deze verbeteringen zijn vaak moeilijk te meten in het dagelijks verkeer, maar op een langere termijn kunnen ze energiebesparingen realiseren. Wij raden aan u gebruik motorolie die overeenkomt met de door HYUNDAI Motor Company opgegeven specificaties. Raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raadplegen voor meer informatie.
Pagina 391
Specificaties & Informatie voor de klant Aanbevolen SAE visositeit Motorolie viscositeit (dikte) heeft effect Het gebruik van (motor)olie met een vis- op het brandstofverbruik en de werking cositeit anders dan wat wordt aanbev- bij koud weer, denk aan motor en vlo- olen kan leiden tot motorschade.
Pagina 392
Specificaties & Informatie voor de klant VOERTUIG IDENTIFICATIENUMMER (VIN) VOERTUIG TYPEPLAAT I Type A I Type B OPB089001 OBA083001 OBA083002 Het voertuig identificatienummer (VIN) is Het VIN bevindt zich ook op een plaatje Het VIN (Vehicle Identification Number; het chassisnummernummer en wordt aan de bovenzijde van het dashboard.
Pagina 393
Specificaties & Informatie voor de klant BANDEN SPECIFICATIE EN MOTORNUMMER COMPRESSORLABEL AIR CONDITIONING SPANNINGSTABEL OPB089005 OBA073010 OHC081001 Het motornummer is ingeslagen op de De banden die op uw voertuig zijn Een compressorlabel geeft u informatie motorblok zoals getoond in de tekening. gemonteerd, zijn gekozen om de beste over het compressortype waarmee uw prestatie te leveren voor normaal rijden.
Pagina 394
Meer informatie, met inbegrip van de voldoet aan de ECE Veiligheids-/milieu- verklaring van overeenstemming van de reglementering. fabrikant is beschikbaar op de volgende Het bevat de volgende informatie: HYUNDAI website; • Landcode http://service.hyundai-motor.com • Regulatienummer • Nummer amendement regulering • Goedkeuringsnummer...