Instrumentenpaneel
Dit controlelampje knippert:
• Wanneer de batterijspanning van de
Smart Key laag is.
- Op dat moment kunt u de motor niet
starten. U kunt de motor echter wel
starten door de toets ENGINE START/
STOP (motor starten/stoppen) met de
Smart Key in te drukken. (Zie "Motor
starten" in hoofdstuk 6 voor meer
informatie).
• Als er een storing is in het
startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto
te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
richtingaanwijzer
Dit controlelampje knippert:
• Als u de schakelaar van de
richtingaanwijzers bedient.
Als een van de volgende situaties zich
voordoet, kan er sprake zijn van een storing in
het richtingaanwijzersysteem.
- Het controlelampje richtingaanwijzers
brandt, maar knippert niet
- Het controlelampje richtingaanwijzers
knippert snel
- Het controlelampje richtingaanwijzers
brandt helemaal niet
Als een van deze situaties zich voordoet,
adviseren wij u uw auto te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
4-20
Controlelampje dimlicht
Dit controlelampje gaat branden:
• Als de koplampen branden.
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden:
• Als de koplampen in de grootlichtstand
branden.
• Als de combischakelaar in de stand
Knipperen wordt getrokken.
Controlelampje High
Beam Assist (indien van
toepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat branden:
• Als het grootlicht brandt met de
verlichtingsschakelaar in de stand AUTO.
• Als uw auto tegenliggers of voorliggers
detecteert, schakelt High Beam Assist het
grootlicht automatisch over naar dimlicht.
Zie voor meer informatie "High Beam
Assist (HBA - assistentie grootlichten)" in
hoofdstuk 5.
Controlelampje verlichting
AAN
Dit controlelampje gaat branden:
• Als de achterlichten of koplampen zijn
ingeschakeld.