Veiligheidssysteem
3. Breng de veiligheidsgordel naar de
buitenzijde van de achterbank voordat u
de rugleuning neerklapt. Anders kan het
gordelsysteem worden gestoord door de
rugleuning.
4. Verwijder de gordel uit de geleider (1) en trek
de rugleuningvouwhendel (2) omhoog en
klap de leuning vervolgens naar de voorkant
van het voertuig.
3-12
OOSN031020L
OOSN031020L
5. Til de rugleuning op en duw deze naar
achteren om de achterbank te gebruiken.
Duw de rugleuning stevig naar achteren tot
deze op zijn plaats vergrendelt. Controleer
of de rugleuning op zijn plaats vergrendeld is.
Voer de gordel terug door de geleider.
WAARSCHUWING
Wanneer u de rugleuning van de achterbank
van de neergeklapte naar de normale positie
terugplaatst, houdt u de rugleuning vast en
zet u deze langzaam terug. Zorg ervoor dat
de rugleuning volledig rechtop zit door op de
bovenkant van de rugleuning te drukken. Bij
een ongeval of noodstop kan de ontgrendelde
rugleuning ervoor zorgen dat de bagage
OOSN031021L
OOSN031021L
met grote kracht naar voren kan bewegen
en het interieur kan binnendringen, wat kan
resulteren in ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerpen op de achterstoelen
om te voorkomen dat deze bij een aanrijding
gaan schuiven en de inzittenden raken en zo
ernstig letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
OOS037023
OOS037023
Zorg ervoor dat de motor uitstaat, de
keuzehendel in P (parkeren) staat en dat de
parkeerrem goed is vastgezet bij het in- of
uitladen van bagage. Als u deze stappen niet
opvolgt, kan de auto zich in beweging zetten
als de selectiehendel per ongeluk in een
andere stand wordt gezet.
OOS037022
OOS037022