Handige functies
Aanjagertoetsen (1)
Draai de knop rechtsom om de
ventilatiesnelheid en luchtstroom te
verhogen. Draai de knop linksom om
de ventilatiesnelheid en luchtstroom te
verlagen.
Zet de aanjagerknop in stand 0 om de
aanjager uit te schakelen.
AANWIJZING
Als de ventilatiesnelheid werkt terwijl het
contact in stand ON staat, kan de accu leeg
geraken. Bedien de aanjager wanneer de
motor draait.
Airconditioning (A/C) (5)
(indien van toepassing)
Druk op de toets A/C om de airconditioning
in te schakelen (het controlelampje gaat
branden). Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
5-60
Werking systeem
Ventileren
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de
luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste
waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de
luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste
waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht
gedroogd wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten (indien
van toepassing).
Schakel de stand
of
voorruit beslaat.
.
.
in wanneer de