Handige functies
WAARSCHUWING
Als de motor draait en de schakelaar voor
de ruitenwissers voor in stand AUTO staat,
neem dan onderstaande aanwijzingen in
acht om letsel te voorkomen:
• Raak het bovenste deel van de voorruit,
waar de regensensor zich bevindt, niet
aan.
• Veeg het bovenste deel van de voorruit
niet schoon met een vochtige doek.
• Oefen geen druk uit op de voorruit.
• Zet de wisserschakelaar in stand OFF als
de ruitenwisser niet in gebruik is.
AANWIJZING
• Zet de wisserschakelaar in de stand O
(OFF) om de automatische wisserfunctie
te stoppen als de auto wordt gewassen.
Tijdens het wassen van de auto wordt de
schakelaar in de stand AUTO gezet.
• Verwijder de behuizing van de
regensensor bovenaan de voorruit
aan passagierszijde niet. Eventuele
schade aan onderdelen die hierdoor
kan ontstaan, valt niet onder de
fabrieksgarantie.
• Door het gebruik van een fotosensor kan
een tijdelijke storing optreden als gevolg
van plotselinge veranderingen in de
intensiteit van het omgevingslicht door
steentjes en stof tijdens het rijden.
5-54
Ruitensproeier voorruit
Als met de ruitenwisser in stand OFF (O) de
hendel naar voren trekt om de ruitensproeier
in te schakelen, maakt deze 1-3 wisslagen.
De ruitensproeier en de ruitenwissers blijven
werken tot u de hendel loslaat.
Als de ruitensproeiers niet werken, moet u
mogelijk ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Als de auto is uitgerust met een
koplampwisser, zal er ruitensproeiervloeistof
op de koplamp worden gesproeid wanneer u
de ruitensproeier gebruikt:
1. Het contact in stand ON staat.
2. De verlichtingsschakelaar staat in de
stand koplamp.
WAARSCHUWING
Wanneer de buitentemperatuur beneden
het vriespunt is, verwarm de voorruit dan
ALTIJD door deze te ontwasemen om te
voorkomen dat de ruitensproeiervloeistof
op de ruit bevriest en uw zicht belemmert,
waardoor een ongeval met ernstig letsel tot
gevolg kan ontstaan.
OOSN051003L
OOSN051003L