Rijden met uw auto
Laat de auto controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de parkeerrem niet of
niet helemaal in de vrijstand terugkeert.
WAARSCHUWING
• Wanneer u de auto verlaat of parkeert,
moet u altijd volledig stilstaan en het
rempedaal ingedrukt houden. Verplaats
de schakelhendel naar de 1e versnelling
of P (parkeren, voor een auto met een
dubbele clutch-transmissie) stand,
activeer de parkeerrem en zet het
contact in stand LOCK/OFF.
Indien de parkeerrem niet volledig is
geactiveerd, kan de auto onbedoeld in
beweging komen waardoor u of anderen
letsel kunnen oplopen.
• Wanneer u op een helling parkeert, moet
u de wielen blokkeren om te voorkomen
dat het voertuig naar beneden rolt.
• Laat personen die niet bekend zijn
met de auto NOOIT aan de parkeerrem
komen. Als de parkeerrem per ongeluk
wordt vrijgegeven, kan er ernstig letsel
ontstaan.
• Ontgrendel de parkeerrem alleen
wanneer u in de auto zit met uw voet
stevig op het rempedaal.
6-20
AANWIJZING
• Trap niet op het gaspedaal terwijl
de parkeerrem is geactiveerd. Als
u het gaspedaal intrapt terwijl de
parkeerrem is ingeschakeld, klinkt er een
waarschuwingsgeluid. Er kan schade
aan de parkeerrem ontstaan.
• Rijden met ingeschakelde parkeerrem
kan het remsysteem oververhitten
en resulteren in vroegtijdige slijtage
of beschadiging van remonderdelen.
Controleer voordat u gaat rijden dat
de parkeerrem ontgrendeld is en
het waarschuwingslampje van het
remsysteem uit is.
Controleer of het
waarschuwingslampje van het
remsysteem functioneert door het
contact in stand ON te zetten (start
de motor niet).
Dit lampje gaat branden wanneer het contact
in stand START of ON wordt gezet en de
parkeerrem is geactiveerd.
Zorg ervoor dat de parkeerrem voor het
wegrijden gedeactiveerd is en controleer
of het waarschuwingslampje van het
remsysteem niet brandt.
Als het waarschuwingslampje van de
parkeerrem blijft branden nadat de
parkeerrem vrij is en de motor draait, kan er
een storing in het remsysteem zijn. Laat dit
direct controleren.
Zet de auto indien mogelijk direct stop. Neem
als dat niet mogelijk is extra voorzichtigheid
in acht bij het rijden en rijd door totdat u een
veilige plek vindt om te stoppen.