7. Plaats de krik onder de bodemplaat bij het
aangegeven kriksteunpunt dat zich het
dichtst bij het te verwisselen wiel bevindt.
De kriksteunpunten zijn platen met twee
inkepingen die aan de bodemplaat zijn
gelast. Gebruik de krik nooit op een
andere positie of bij een ander onderdeel
van de auto. Hierdoor kan de side skirt
worden beschadigd.
OOSN081005L
OOSN081005L
8. Steek de krikslinger in de krik en draai de
slinger rechtsom en krik de auto op totdat
het wiel van de grond loskomt. Controleer
of de auto stabiel op de krik staat.
9. Maak de wielmoeren los met de
wielmoersleutel en verwijder deze met
uw vingers. Verwijder het wiel van de
tapeinden en leg het plat op de grond uit
de weg. Verwijder eventueel vuil van de
tapeinden, de montageoppervlakken en
het wiel.
10. Plaats het reservewiel op de tapeinden in
de naaf.
11. Draai de wielmoeren met de hand vast op
de tapeinden met de afgeschuinde zijde
naar het wiel toe.
12. Laat de auto zakken door de krikslinger
linksom te draaien.
08
OOSN081006L
OOSN081006L
8-15