Veiligheidssysteem
Verstellen van de rugleuning
Zitten in een liggende positie wanneer
het voertuig in beweging is, kan
gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de gordel is
vastgemaakt, wordt de bescherming van uw
veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en/
of airbags) aanzienlijk verminderd door uw
rugleuning achterover te kantelen.
WAARSCHUWING
Rijd NOOIT met een naar achteren geklapte
rugleuning.
Als de rugleuning te ver achterover staat,
neemt de kans op letsel bij een aanrijding of
een noodstop aanzienlijk toe.
Bestuurder en passagiers moeten ALTIJD
goed in hun stoel zitten, de gordel op de
juiste manier dragen en de rugleuning zo
ver mogelijk rechtop zetten.
De veiligheidsgordel moet strak over uw
heupen en borst lopen voor een maximale
effectiviteit. Als de rugleuning achterover
gekanteld is, kan de schoudergordel zijn
beschermende functie niet correct uitvoeren
omdat deze niet strak over uw borst loopt.
In plaats daarvan hangt deze voor u. Bij een
ongeval kunt u tegen de veiligheidsgordel
aan geslingerd worden, waardoor u nekletsel
of ander letsel kunt oplopen.
Hoe verder de rugleuning achterover staat,
hoe groter de kans is dat de inzittende bij een
aanrijding onder het heupgedeelte van de
gordel door schiet of dat de nek in aanraking
komt met het schoudergedeelte van de
gordel.
3-8
Zittinghoogte (voor bestuurdersstoel)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
• Duw de hendel een aantal maal omlaag
om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog
om de zitting hoger af te stellen.
OJSN038004
OJSN038004