Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Isuzu D-max 2020 Handleiding pagina 907

Inhoudsopgave

Advertenties

3. De installatie moet voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake montage en
gebruik van RF-zendapparatuur in voertuigen.
4. Extra aandacht dient te worden besteed aan de positie van RF-zendapparatuur,
zodat elektromagnetische storing (EMI) en radiofrequentiestoring (RFI) tussen de
RF-zendapparatuur en de elektrische en elektronische voertuigsystemen tot een
minimum wordt beperkt.
5. Er moet bij het plannen van de installatie op worden gelet dat eventuele
randapparatuur geen veiligheidsrisico vormt en niet in strijd is met de
veiligheidsvoorschriften.
6. Er moet op worden toegezien dat een microfoon-/handsetkabel geen obstakel
vormt voor de bestuurder en de besturing van het voertuig.
7. Bij het installeren van een draagbare of transporteerbare unit in een voertuig
moet gebruik worden gemaakt van de voorgeschreven adapterset.
Installeren
Let op het volgende:
• kies de juiste antenne.
• monteer de antenne op een aanbevolen plaats,
• monteer de antenne op de juiste manier,
• zorg ervoor dat alle aansluitingen in de antennevoeding zijn afgedicht om te
voorkomen dat vuil en water binnendringen en de werking verstoren,
• zorg ervoor dat alle aansluitingen na het installeren elektrisch worden getest en
• een bevredigende VSWR-waarde wordt verkregen.
Antenne
1. Voor RF-zendapparatuur met een vermogen van meer dan 100 mW (piek) is een
externe antenne ten zeerste aanbevolen.
2. De impedantie van de externe antenne en de voedingskabel moet (bijna) gelijk
zijn aan een VSWR-waarde van minder dan 2,0.
3. De antenne moet permanent zijn gemonteerd op het dak of de kofferklep. Een
magneetantenne moet op dezelfde plaats worden aangebracht als een vaste
antenne.
NOTE
OPMERKING
• Ieder voertuigmodel en koetswerktype reageert anders op radiofrequentie-
energie. Maak bij een onbekend voertuig gebruik van een magneetantenne om
de beoogde montagepositie te controleren op nadelige effecten op het voertuig.
De antennepositie is bepalend voor het ontstaan van dergelijke effecten.
• De antenne wordt bij voorkeur gemonteerd op het metalen dak, bij voorkeur in
het midden maar indien mogelijk met een afstand > λ/4 (λ = golflengte) van elke
opening zoals een zonnedak of ruiten.
TECHNISCHE GEGEVENS
8-33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave