4-194
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
BSM werkt wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld.
• Power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het
contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system).
• BSM ingeschakeld.
• Vanaf een snelheid van ongeveer 15 km/h.
• De schakelpook staat niet in de stand "R" bij een model met manuele
versnellingsbak en de versnellingshendel staat niet in de stand "R" bij een model
met automatische versnellingsbak.
Detectiebereik van de sensoren
De sensoren detecteren voertuigen in de aangegeven gebieden.
• Detectiebereik A (dodehoekbereik): van ong. 1 m voor de achterbumper tot ong.
7 m achter de achterbumper
• Detectiebereik B (nabijheidsbereik): ong. 7 tot 55 m achter de achterbumper
NOTE
OPMERKING
• Hoe groter het snelheidsverschil met achteropkomend verkeer in detectiebereik
B, hoe verder een naderend voertuig is verwijderd wanneer de verklikkerlichtjes
in werking treden.
Werkingsvoorwaarden van BSM
Detection area A
Detection area A
Detection area B
Detection area B