6-26
INSPECTIE EN ONDERHOUD
WARNING
WAARSCHUWING
• Let er bij het bijvullen van olie op dat u geen olie morst en hou altijd een vod
bij de hand voor het geval er toch olie gemorst wordt. Als er olie op de motor
wordt gemorst, moet deze zorgvuldig worden weggeveegd. Indien dit niet wordt
gedaan, kan de gemorste olie vlam vatten met brand tot gevolg.
• Laat geen brandbare voorwerpen zoals doeken of handschoenen achter in het
motorcompartiment. Deze kunnen brand veroorzaken.
• Na het afzetten van de motor zijn motorolie en motorcompartiment heet, let dus
op dat u zich niet verbrandt.
ADVICE
ADVIES
• Het oliepeil dat de oliepeilstok aangeeft varieert met de tijd die is verstreken
nadat de motor is afgezet. Controleer het oliepeil met koude motor voor u die
start. Is de motor al gestart, zet die dan af wanneer hij voldoende is opgewarmd
en wacht minstens 30 minuten alvorens het oliepeil te controleren.
• Zorg dat er geen vuil in de vulopening terechtkomt wanneer u olie bijvult.
Vervuilde olie kan motorschade veroorzaken.
• Gebruik altijd motorolie met laag asgehalte. Anders kan het dieselpartikelfilter
defect raken.
NOTE
OPMERKING
• Komt het oliepeil boven de markering "MIN", dan is er voldoende olie.