HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET
3-92
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET
WARNING
WAARSCHUWING
[Voor modellen met kuipzetels
vooraan]
• Schuif de passagierszetel naar
voren als de schouderverankering
van de veiligheidsgordel zich voor
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt.
[Voor Crew Cab modellen]
• Bij het bevestigen van een kinderzitje
op de achterbank stelt u de voorzetel
zo af dat die het kind of kinderzitje
niet raakt.
• Kan het kinderzitje niet correct
worden geïnstalleerd omdat het de
bestuurderszetel raakt, installeer het
dan achter de passagierszetel. Stel
de passagiersstoel zo af dat die het
kinderzitje niet raakt.
• Bij sommige types kinderzitjes
kan de veiligheidsgordel mogelijk
niet naast het kinderzitje worden
bevestigd omdat het zitje uw lichaam
of de veiligheidsgordel raakt,
waardoor die minder bescherming
biedt. Verander dan van positie.
Zorg ervoor dat bij gebruik van
een veiligheidsgordel naast een
kinderzitje de gordel strak rond uw
schouder en laag op de heupen
zit. Anders kan er ernstig of zelfs
dodelijk letsel ontstaan.
VERTREK