BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
AHB-controlelampje
Grootlichtcontrolelampje
Voorwaarden voor automatisch omschakelen tussen
De grootlichten worden ingeschakeld wanneer al de volgende voorwaarden zijn
vervuld.
• Als de rijsnelheid ongeveer 40 km/h of hoger is
• Wanneer zones voor de wagen donker zijn, bijvoorbeeld wanneer er geen
voorligger of tegenligger wordt gedetecteerd of wanneer een voorligger of
tegenligger zonder lichten rijdt
De dimlichten worden ingeschakeld wanneer één van de volgende voorwaarden is
vervuld.
• Als de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger is
• Wanneer zones voor de wagen helder zijn, bijvoorbeeld bij straatverlichting of in
een stedelijke omgeving
• Een tegenligger of voorligger schakelt de lichten aan
AHB gebruiken
grootlichten en dimlichten
1. Zet de lichtschakelaar op "AUTO".
2. Zet de lichtschakelaar naar voren in
de grootlichtpositie.
Oordeelt het systeem dat het nacht is
op basis van het omgevingslicht, dan
wordt AHB ingeschakeld.
Tegelijkertijd licht het AHB-
controlelampje op.
Wanneer AHB de grootlichten
inschakelt, licht het
grootlichtcontrolelampje op.
4-335