Motorwerking controleren bij lage toerentallen en
INSPECTIE EN ONDERHOUD
accelereren
1. Controleer of de handremhendel
stevig is aangetrokken.
Controleer bij een voertuig met
manuele versnellingsbak of de
schakelpook in de stand "N" staat en
trap het koppelings- en rempedaal
volledig in.
Controleer bij een voertuig met
automatische versnellingsbak of de
versnellingshendel in de stand "P"
staat en trap het rempedaal volledig
in.
2. Druk op de startknop (modellen met
passive entry and start system) of
draai aan de contactsleutel (modellen
zonder passive entry and start
system) om de motor te starten en
laat die warm draaien.
De motor starten
3. Controleer of het motortoerental
binnen het standaardbereik is.
4. Rij met het voertuig en controleer
of het gaspedaal niet klemt tijdens
het accelereren, het motortoerental
soepel oploopt en er geen pingelen
optreedt. Bij abnormale condities
(gaspedaal zit vast, onregelmatig
toerental, pingelen, enz.) parkeert u
het voertuig op een veilige plaats en
contacteert u de dichtstbijzijnde Isuzu-
dealer.
6-21
→ Zie pagina
4-4