4-259
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
• In stedelijke omgevingen (Adaptive Cruise Control is niet geschikt voor dergelijke
rijomstandigheden. Gebruik Adaptive Cruise Control alleen op autosnelwegen.)
• Wanneer een voorligger aan de kant is gegaan en niet meer voor u rijdt.
• Als er zich een obstakel aan de kant van de weg bevindt.
• Bij een groot snelheidsverschil met een voorligger.
• Wanneer er een voertuig invoegt voor uw wagen.
• Wanneer de afstand tussen voertuigen heel klein is.
• Wanneer uw wagen gaat slingeren.
• Op oneffen of ongebaande wegen.
• Op wegen met ultrasmalle rijstroken, bv. bij wegenwerken.
• Wanneer de wagen onstabiel rijdt na een ongeval of een defect.
• Bij extreem zware belading.