Inhoudsopgave
Advertenties
4-260
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
Werkingsvoorwaarden voor Adaptive Cruise Control
Adaptive Cruise Control werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld:
• Alle deuren zijn gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgeklikt.
• De versnellingshendel staat in de stand "D".
• Het rempedaal niet is ingetrapt en de parkeerrem staat niet op.
• Het controlelampje van de stereo camera brandt niet.
• Het ABS waarschuwingslampje, ESC waarschuwingslampje of TCS OFF
controlelampje brandt niet.
• Er wordt niet op een steile helling gereden.
• Er wordt niet bruusk gestuurd.
• De snelheid is niet hoger dan 130 km/h.
Hoofdschakelaar
Adaptive Cruise Control-
controlelampje (wit)
Instellen van de gewenste rijsnelheid
1. Druk de hoofdschakelaar in om het
systeem te activeren.
Het Adaptive Cruise Control-
controlelampje licht wit op.
Advertenties
Inhoudsopgave
