Pagina 1
BLACK PANTONE185C 37mm (0.08) INDEX VAN AFBEELDINGEN PICTORIAL INDEX VOERTUIGINFORMATIE VEHICLE INFORMATION HANDLEIDING VOOR OWNER’S AND BELANGRIJKE INFORMATIE IMPORTANT INFORMATION EIGENAAR EN DRIVER’S MANUAL BESTUURDER HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN PRE-DRIVING OPERATIONS VOOR HET VERTREK AND ADJUSTMENTS BEDIENINGSORGANEN EN CONTROLS AND INSTRUMENTEN INSTRUMENTS COMFORT AND COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK...
Pagina 2
• Wij raden u aan ook de afzonderlijke instructies te lezen voor de uitrusting die door uw Isuzu-dealer op uw voertuig is geïnstalleerd. • Uw Isuzu-dealer beantwoordt ook graag eventuele vragen over de informatie in deze handleiding. • Laat deze handleiding achter in het voertuig wanneer u dit verkoopt – de volgende eigenaar heeft die ook nodig.
Pagina 3
Symbolen die in deze handleiding gebruikt worden DANGER GEVAAR Het niet opvolgen van de instructies aangeduid door dit symbool, kan u en/of andere personen ernstig of dodelijk verwonden. WARNING WAARSCHUWING Het niet opvolgen van de instructies aangeduid door dit symbool, kan brand in uw voertuig veroorzaken en u en/of andere personen ernstig of dodelijk verwonden.
Afkortingen In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt, zoals hieronder aangegeven. Afkortingen Beschrijving Anti-lock Brake System (antiblokkeerremsysteem) Adaptive Cruise Control (adaptieve cruisecontrol) Association des Constructeurs Européens d’Automobiles ACEA (Vereniging van Europese Autoconstructeurs) Autonomous Emergency Braking (autonoom noodremsysteem) Automatic High Beam (automatische grootlichten) American Petroleum Institute (Amerikaans petroleuminstituut) Brake Override System (noodremsysteem)
Pagina 5
Afkortingen Beschrijving Global Warming Potential (aardopwarmingspotentieel) Hydraulic Power Steering (hydraulische stuurbekrachtiging) Intelligent Battery System (intelligent accusysteem) Intelligent Speed Limiter (intelligente snelheidsbegrenzer) Idling Stop System (vrijloopstopsysteem) Japanese Automobile Standards Organization (Japanse JASO organisatie voor automobielnormen) Lane Departure Prevention (rijstrookpreventie) Lane Departure Warning (rijstrookwaarschuwing) LKAS Lane Keep Assist System (rijstrookassistentie) Long Life Coolant (Long Life-koelvloeistof)
Pagina 7
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING EN EEN BEPAALD ONDERWERP ZOEKEN ● GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING ● OPZOEKEN VAN EEN BEPAALD ONDERWERP ● BESCHRIJVING VAN DE HOOFDSTUKKEN ● INDEX VAN AFBEELDINGEN ● INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/CONTROLELAMPJES 0-19 ● WAARSCHUWING/OPGELET LABELS 0-42...
Pagina 8
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING Chapter/section titles Chapter index tab These titles are useful for getting the gist of Use this for quick access to the content at a glance. your desired chapter. 2-25 IMPORTANT INFORMATION Carrying Children Placing a Child on the Second Seat WARNING •...
EEN BEPAALD ONDERWERP ZOEKEN Gebruik titels van hoofdstukken/ paragrafen als trefwoorden Pagina 0-5 Zoek de pagina waar het onderwerp wordt beschreven door de algemene inhoudsopgave te gebruiken onder BESCHRIJVING VAN DE HOOFDSTUKKEN, de HOOFDSTUKINDEX en/of de INHOUDSOPGAVE op de eerste pagina van elk hoofdstuk.
BESCHRIJVING VAN DE HOOFDSTUKKEN INDEX VAN AFBEELDINGEN ··············· 0-6 VOERTUIGINFORMATIE ......1 BELANGRIJKE INFORMATIE ....2 Beschrijft wat u dient te weten alvorens u het voertuig veilig en probleemloos kunt gebruiken. HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK . 3 Toont de juiste manier waarop deuren, ruiten en tankdop worden geopend/ gesloten.
INDEX VAN AFBEELDINGEN Interieur Rechts stuur 10 9 8 7 Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Luchtstroomregelaar Voorruitenwisser- en 4-131 voorruitensproeierschakelaar SRS-passagiersairbag 3-100 Klein opbergvak (bovenaan Bekerhouder en klein 5-42 5-38 opbergvak (bestuurderszijde) dashboard) Dashboardschaal 5-38 Klein opbergvak 5-39 (bestuurderszijde) Klein opbergvak 5-35 (middenconsole) Zekeringenkastje...
Pagina 13
INDEX VAN AFBEELDINGEN Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Automatische airconditioning Klein opbergvak 5-36 Verwarming/manuele (passagierszijde) 5-15 airconditioning Klein opbergvak (onderaan AAN/UIT-schakelaar 5-35 3-121 middenconsole) voorpassagiersairbag 13 Stopcontact 5-32 Bekerhouder en klein 5-42 opbergvak (passagierszijde) 14 Handschoenenkastje 5-37...
Pagina 14
INDEX VAN AFBEELDINGEN Links stuur Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Luchtstroomregelaar SRS-passagiersairbag 3-100 Bekerhouder en klein Lichtregelschakelaar 4-117 5-42 opbergvak (passagierszijde) Voorruitenwisser- en AAN/UIT-schakelaar 4-131 3-121 voorruitensproeierschakelaar voorpassagiersairbag Klein opbergvak Klein opbergvak 5-35 5-36 (middenconsole) (passagierszijde) Audiosysteem ― 10 Handschoenenkastje 5-37 Stopcontact 5-32 Klein opbergvak (bovenaan...
Pagina 15
INDEX VAN AFBEELDINGEN Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Automatische airconditioning Klein opbergvak 5-39 Verwarming/manuele (bestuurderszijde) 5-15 airconditioning 14 Motorkapontgrendeling 6-12 Zekeringenkastje 7-24 15 Tankklepopener 3-53 Bekerhouder en klein 5-42 opbergvak (bestuurderszijde)
Pagina 16
0-10 INDEX VAN AFBEELDINGEN Rechts stuur 14 13 Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina ESC OFF-schakelaar 4-166 4-127 Waarschuwingsknipperlichtschakelaar UIT-schakelaar 4-184 Stuurwielafstandsbediening 5-48 vrijloopstopsysteem Instrumenten, Startknop (modellen zonder 4-14 waarschuwingslampjes en Passive Entry and Start 4-115 4-20 System) controlelampjes Claxonknop 4-137 Adaptieve cruise control- 4-255 schakelaar SRS-bestuurdersairbag...
Pagina 17
0-11 INDEX VAN AFBEELDINGEN Links stuur 141312 Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina 4WD schakelaar 4-338 Stuurwielafstandsbediening 5-48 Startknop (modellen met Passive Entry and Start 4-112 Instrumenten, System) 4-14 waarschuwingslampjes en 4-20 Startknop (modellen zonder controlelampjes Passive Entry and Start 4-115 System) Adaptieve cruise control- 4-255 schakelaar...
Pagina 18
0-12 INDEX VAN AFBEELDINGEN Middenconsole (rechts stuur) Model met manuele versnellingsbak Model met automatische versnellingsbak Uitrusting Pagina Zetelverwarmingsschakelaar (links voor) 4-141 UIT-schakelaar parkeerhulpsysteem 4-220 Hill Descent Control-schakelaar 4-176 Schakelaar sperdifferentieel achter 4-128 Zetelverwarmingsschakelaar (rechts voor) 4-141...
0-13 INDEX VAN AFBEELDINGEN Middenconsole (links stuur) Model met manuele versnellingsbak Model met automatische versnellingsbak Uitrusting Pagina Zetelverwarmingsschakelaar (links voor) 4-141 Schakelaar sperdifferentieel achter 4-128 Hill Descent Control-schakelaar 4-176 UIT-schakelaar parkeerhulpsysteem 4-220 Zetelverwarmingsschakelaar (rechts voor) 4-141...
Pagina 20
0-14 INDEX VAN AFBEELDINGEN Bestuurdersdeur (rechts stuur) Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Afstandsbediende 4-138 Ruitschakelaar spiegelschakelaar 3-47 (passagierszijde) Zijspiegelschakelaar (in-/ 4-139 uitklappen) Ruitschakelaar (rechts 3-47 Schakelaar centrale achteraan) 3-33 portiervergrendeling Blokkeerschakelaar 3-49 Ruitschakelaar (links ruitbediening 3-47 achteraan) Ruitschakelaar 3-47 (bestuurderszijde)
Pagina 21
0-15 INDEX VAN AFBEELDINGEN Bestuurdersdeur (links stuur) Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Afstandsbediende 4-138 Ruitschakelaar spiegelschakelaar 3-47 (bestuurderszijde) Zijspiegelschakelaar (in-/ 4-139 uitklappen) Ruitschakelaar (rechts 3-47 Blokkeerschakelaar achteraan) 3-49 ruitbediening Schakelaar centrale 3-33 Ruitschakelaar (links portiervergrendeling 3-47 achteraan) Ruitschakelaar 3-47 (passagierszijde)
Pagina 22
0-16 INDEX VAN AFBEELDINGEN 8 9 10 13 14 15 Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Versnellingshendel Stereo camera 4-221 (model met automatische 4-147 Zonneklep 5-31 versnellingsbak) Dakconsole 5-30 Schakelpook (model met 4-146 manuele versnellingsbak) Leesspots 5-29 Knie-airbag 3-100 eCall-systeem 7-35 10 Tickethouder 5-31 3-45 Handgrepen...
Pagina 23
0-17 INDEX VAN AFBEELDINGEN Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina 13 Dakluidspreker ― 19 Rugopbergvak 5-35 20 Handremhendel 4-145 14 Veiligheidsgordels 3-72 21 Zijairbag 3-100 15 Centrale zijairbag 3-100 22 Zetels 3-58 16 Sleepoog 5-46 23 Bekerhouder 5-41 17 Middenconsolevak 5-40 18 USB-ingang 5-34...
0-18 INDEX VAN AFBEELDINGEN Exterieur Model met LED-koplampen Model met halogeenkoplampen Uitrusting Pagina Uitrusting Pagina Zijspiegels 3-71 Banden 6-65 Markeringslicht 6-106 Richtingaanwijzer (op 6-106 zijspiegel) Voormistlicht/dagrijlicht 6-106 Koplamp 6-106 Richtingaanwijzer 6-106 Richtingaanwijzer (in 6-106 voorvleugel) Voormistlicht 6-106 Contourlicht/dagrijlicht 6-106...
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-19 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Index van waarschuwings-/controlelampjes Instrumentenbord Waarschuwingslampjes Naam Symbool Kleur Pagina Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje Rood 4-50 voorzetels Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje Rood 4-51 tweede zetelrij SRS airbag-waarschuwingslampje Rood 4-53 Remsysteemwaarschuwingslampje Rood 4-54 Handremwaarschuwingslampje Rood 4-55 ABS-waarschuwingslampje Geel 4-56 ESC waarschuwingslampje Geel 4-57 Motoroliedrukwaarschuwingslampje...
Pagina 26
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-20 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Naam Symbool Kleur Pagina Waterafscheider-waarschuwingslampje Geel 4-65 Brandstoffilterwaarschuwingslampje Geel 4-65 Waarschuwingslampje transmissie Geel 4-66 controleren Waarschuwingslampje automatische- Rood 4-66 transmissievloeistoftemperatuur Waarschuwingslampje 4WD controleren Rood 4-67 Brandstofpeilwaarschuwingslampje Geel 4-69 ® AdBlue -waarschuwingslampje Geel 4-75 LED-waarschuwingslampje Geel...
Pagina 27
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-21 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Controlelampjes Naam Symbool Kleur Pagina Richtingaanwijzercontrolelampje - links Groen 4-76 Richtingaanwijzercontrolelampje - rechts Groen 4-76 Verlichtingscontrolelampje Groen 4-76 Grootlichtcontrolelampje Blauw 4-77 Controlelampje antidiefstalsysteem Rood 4-77 Voormistlichtcontrolelampje Groen 4-77 Achtermistlichtcontrolelampje Geel 4-77 Voorgloeicontrolelampje Geel 4-78 Controlelampje sperdifferentieel achter...
Pagina 28
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-22 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Naam Symbool Kleur Pagina Controlelampje adaptieve cruise control Wit/groen 4-83 Controlelampje intelligente Wit/groen 4-83 snelheidsbegrenzer Controlelampje manuele snelheidsbegrenzer Wit/groen 4-84 4WD controlelampje Groen 4-84 4WD Low controlelampje Groen 4-84 Controlelampje Hill Descent Control Groen 4-84 Controlelampje vrijloopstopsysteem...
Pagina 29
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-23 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Multi-infodisplay (MID) Waarschuwingslampjes Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Parking brake release 4-55 Turks Engels Overheat 4-59 Turks Engels Icy road 4-68 Turks Engels Low fuel 4-69 Turks...
Pagina 30
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-24 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Turks Headlight failure (modellen 4-70 met LED-koplampen) Engels Turks Engels Turks Taillight failure 4-71 Engels Turks Engels Rear fog light failure 4-71 Turks...
Pagina 31
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-25 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Indicator light failure 4-72 Turks Engels Door open (modellen met passive 4-73 entry and start system) Turks Engels Radar unavailable 4-81 Turks Engels Radar clean-up 4-81 Turks...
Pagina 32
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-26 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Radar failure 4-81 Turks Engels Sonar unavailable 4-82 Turks Engels Sonar clean-up 4-82 Turks Engels Sonar failure 4-82 Turks Engels Front camera unavailable 4-232 Turks...
Pagina 33
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-27 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Front camera unavailable 4-230 temperature Turks Engels Frontcamera werkt niet 4-234 Voorruit vuil Turks Engels Front camera malfunction 4-236 service required Turks Engels 4-240 Brake! 4-268 Turks...
Pagina 34
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-28 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Auto braking 4-241 Turks Engels Auto brake activated. 4-241 Apply brake. Turks Engels Accelerator pedal 4-251 misapplication! Turks...
Pagina 35
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-29 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Acceleration suppressed. 4-251 Turks Engels Check engine hood 4-89 Turks Engels Switch off the lights 4-89 Turks...
Pagina 36
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-30 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Key remain (modellen zonder passive 4-90 entry and start system) Turks Engels No electronic key (modellen met passive 4-91 entry and start system) Turks Engels Steering wheel lock not released 4-92 (modellen met passive...
Pagina 37
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-31 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Shift position (modellen met passive 4-93 entry and start system) Turks...
Pagina 38
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-32 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Turn off the power (modellen met passive 4-94 entry and start system) Turks Engels Low battery electronic key (modellen met passive 4-95 entry and start system) Turks Engels Check system (modellen met passive...
Pagina 39
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-33 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Steering wheel lock system 4-98 (modellen met passive entry and start system) Turks Engels 4-307 Lane support canceled. 4-317 4-327 Turks Engels Hold steering wheel! 4-327 (Geel) Turks Engels Hold steering wheel!
Pagina 40
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-34 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels ® Fill up AdBlue 4-102 No restart distance Turks Engels ® Fill up AdBlue 4-103 No restart Turks Engels ® Incorrect AdBlue detected 4-104 No restart distance Turks Engels ®...
Pagina 41
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-35 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels ® AdBlue system malfunction 4-105 No restart Turks Engels Take a break? 4-331 Turks Controlelampjes Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Maintenance reminder 4-28 Turks Engels Trip meter A and operation- 4-31 related information display Turks...
Pagina 42
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-36 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Eco graph display 4-32 Turks Engels Illumination mode 4-37 Turks Engels 4-33 SCR Range 4-34 Turks Engels 2H (2WD) 4-38 Turks Engels 4H (4WD) 4-38 Turks Engels 4L (4WD low) 4-38 Turks...
Pagina 43
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-37 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Rear differential lock 4-38 Turks Engels Settings 4-39 Turks Engels 4-157 Cruise control canceled. 4-276 Turks Engels Door/s opened. 4-188 Engine restarted. Turks Engels Seatbelt released. 4-188 Engine restarted.
Pagina 44
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-38 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Please start the engine 4-189 manually. Turks Engels Accessory mode (modellen met passive 4-99 entry and start system) Turks...
Pagina 45
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-39 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Low battery engine starting (modellen met passive 4-100 entry and start system) Turks...
Pagina 46
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-40 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Melding Taal Display-indicatie Pagina Engels Display of the detection status (modellen met 4-213 parkeerhulpsysteem) Turks...
INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ 0-41 INDEX VAN WAARSCHUWINGS-/ CONTROLELAMPJES Onderaan in midden van dashboard Naam Symbool Kleur Pagina Controlelampje voorpassagiersairbag AAN Geel 3-122 Controlelampje voorpassagiersairbag UIT Geel 3-122 Zijspiegels Naam Symbool Kleur Pagina 4-195 Dodehoekindicator - rechts Geel 4-204 4-195 Dodehoekindicator - links Geel 4-204 Voorruit...
Lees deze zorgvuldig vooraleer u het voertuig gebruikt. • Als sommige van deze labels losgekomen zijn of onleesbaar zijn geworden door slijtage of krassen, laat die dan onmiddellijk vervangen door uw Isuzu-dealer. • Op de volgende pagina's vindt u enkele voorbeelden van waarschuwingslabels maar vele andere zijn niet afgebeeld.
Pagina 49
0-43 WAARSCHUWINGSLABELS Beschrijving SRS-passagiersairbag WARNING WAARSCHUWING • Plaats nooit een naar achteren gericht kinderzitje op een zetel waarvan de airbag niet is uitgeschakeld om te vermijden dat een kind ernstig of zelfs dodelijk gewond raakt. Baby- en kinderzitjes (CRS) → Zie pagina 3-81 AAN/UIT-schakelaar voorpassagiersairbag →...
Het VIN en motornummer hebt u nodig voor de inschrijving van uw voertuig. Deze nummers zijn eveneens vereist bij officiële inspecties van het voertuig. Bezorg deze nummers aan uw Isuzu-dealer wanneer u het voertuig laat repareren of als u vervangonderdelen bestelt. De dealer kan dan de gevraagde werkzaamheden sneller en beter uitvoeren.
VOERTUIGINFORMATIE VIN-plaatje (links vooraan de voorruit) Het VIN-plaatje bevindt zich links vooraan de voorruit. ADVICE ADVIES • Alleen modellen voor de Europese en Turkse markt zijn voorzien van dit VIN-plaatje. Identificatieplaatje Het identificatieplaatje links in de motorruimte vermeldt het VIN samen met andere informatie zoals optiecodes.
Pagina 54
TFS87J: 4 × 4, lange wielbasis, RZ4E-motor Modeljaarcode L: model 2020 M: model 2021 N: model 2022 Fabriekscode Productievolgnummer ADVICE ADVIES • De betekenis van de VIN kan verschillen van land tot land. Neem voor verdere informatie contact op met uw Isuzu-dealer.
Adaptive Cruise Control (adaptieve cruisecontrol) Optiecodes Ophanging 2WD High-Ride Achter, heavy duty ADVICE ADVIES • Er zijn meer optiecodes dan hierboven vermeld. In sommige landen is er mogelijk geen optiecode. Neem voor gedetailleerde specificaties van uw voertuig contact op met uw Isuzu-dealer.
Pagina 56
VOERTUIGINFORMATIE Motornummer Het motornummer is links achteraan in het Front motorblok geslagen.
BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik de voorgeschreven brandstof WARNING WAARSCHUWING • Open de brandstoftankdop langzaam. Wanneer u die te snel opent, kan er brandstof uit de tank spuiten. • Gebruik de voorgeschreven dieselbrandstof. Zie "Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en dieselbrandstoffen". • Tank noch meng minderwaardige brandstof of benzine, kerosine en brandstof op basis van alcohol, en gebruik alleen dieselbrandstof en geschikte additieven.
BELANGRIJKE INFORMATIE Tanken bij zelfbedieningsstations WARNING WAARSCHUWING [Neem de volgende punten in acht bij het tanken van brandstof] • Zet de motor af en sluit de deuren en de ruiten van het voertuig. • Houd sigaretten en ander vuur uit de buurt van het voertuig. •...
BELANGRIJKE INFORMATIE Zuinig rijden Laat de motor niet onnodig stationair en te snel draaien De motor onnodig stationair laten draaien is een verspilling van brandstof. De motor is voldoende opgewarmd als de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter begint te bewegen. Zet de motor af bij het wachten, lossen van lading, enz., ook al staat u slechts even stil.
BELANGRIJKE INFORMATIE Controleer de bandenspanning Controleer regelmatig of de bandenspanning OK is. Een correcte bandenspanning helpt het brandstofverbruik beperken. Gebruik de airco met mate Een ingeschakelde airconditioning verbruikt meer brandstof. Probeer de ingestelde temperatuur zoveel mogelijk te behouden en stel de temperaturu niet te laag in. Schakel de airconditioning UIT wanneer die overbodig is.
BELANGRIJKE INFORMATIE Juist plaatsen van de lading WARNING WAARSCHUWING • Rij niet met een persoon op de opstapbumper of in de laadbak. • Overlading kan resulteren in een ongeval omdat de wielbouten worden overbelast waardoor deze kunnen breken en de wielen loskomen.
Pagina 64
BELANGRIJKE INFORMATIE Waarschuwingen bij het laden Fout Juist Plaats de lading in het midden van de laadbak, niet vooraan noch achteraan. Eventuele steunen onder de lading moeten gelijk zijn verdeeld. Ladingen die langer zijn dan de laadbak mogen niet achteraan uit de laadbak steken.
BELANGRIJKE INFORMATIE Zware ladingen CAUTION OPGELET • Bij zware belading moet u maatregelen nemen om te voorkomen dat de lading gaat schuiven door deze bijvoorbeeld vast te maken met staalkabels. Maak de lading niet te strak vast ADVICE ADVIES • Maak de lading vast met touwen en zeildoek om te voorkomen dat die uit de laadbak valt.
2-10 BELANGRIJKE INFORMATIE Voer geen zware lading mee op de dakrails WARNING WAARSCHUWING • Bij voertuigen die zijn uitgerust met dakrails moeten de volgende waarschuwingen worden gerespecteerd en de dakrails correct worden gebruikt. - Gebruik een dakdrager om ladingen mee te voeren op de dakrails.
2-11 BELANGRIJKE INFORMATIE CAUTION OPGELET Rail covers • Grijp de dakrails in het midden vast wanneer u bijvoorbeeld het voertuig wast. Wanneer te hard aan de voorste of achterste dakrailkappen wordt getrokken, kunnen die Center part loskomen met mogelijk letsels tot gevolg.
2-12 BELANGRIJKE INFORMATIE Voer niet teveel mee op de passagierszetel en/of achterzetel WARNING WAARSCHUWING • Stapel ladingen zo vlak mogelijk. Stapel ladingen niet hoger dan de rugleuning van de zetels. Door plots remmen of een aanrijding zou de lading anders naar voren worden geslingerd met mogelijk schade en/ of letsel tot gevolg.
2-13 BELANGRIJKE INFORMATIE Plaats geen voorwerpen op het instrumentenbord of dashboard WARNING WAARSCHUWING • Voorwerpen op het instrumentenbord of dashboard kunnen het zicht van de bestuurder belemmeren en hinderen bij het rijden, wat tot ongevallen kan leiden. Bij het accelereren of sturen kunnen ze ook bewegen en passagiers verwonden.
• Gebruik geen vloermatten voor andere modellen of modeljaren, ook al zijn het originele vloermatten van Isuzu. • Gebruik de passende vloermat voor de vloer aan bestuurderszijde. • Gebruik geen vloermatten die zijn gestapeld, omgekeerd of omgedraaid.
2-15 BELANGRIJKE INFORMATIE Draag geschikte schoenen als bestuurder CAUTION OPGELET • Draag schoenen waarmee de pedalen goed kunnen worden bediend. Ongeschikt schoeisel kan tot ongevallen leiden. Neem een juiste rijhouding aan WARNING WAARSCHUWING • Gebruik de neergeklapte rugleuning van een zetel niet als zitplaats. Passagiers die niet correct in hun zetel zitten kunnen door hard remmen of een botsing ernstig en...
2-16 BELANGRIJKE INFORMATIE Juiste rijhouding WARNING WAARSCHUWING • Stel vóór het wegrijden zetel, hoofdsteun, stuurwiel en spiegels juist af zodat u een correcte rijhouding hebt. Controleer of de zetel stevig is vergrendeld door deze naar voren en achteren te schommelen en doe de veiligheidsgordel om. Alle passagiers moeten ook de veiligheidsgordel dragen.
2-17 BELANGRIJKE INFORMATIE Veiligheidsgordel vastklikken Draag altijd uw veiligheidsgordel. Ga recht overeind in de zetel zitten met uw onderrug tegen de zetel gedrukt en laat de heupgordel zo laag mogelijk over uw Latch plate heupbeen lopen. Buckle Veiligheidsgordels → Zie pagina 3-72 Keep as low on hip bone as possible Aanbevolen zetelafstelling...
2-18 BELANGRIJKE INFORMATIE Passagiers en veiligheidsgordels Een veiligheidsgordel mag slechts door één persoon tegelijk worden gebruikt. WARNING WAARSCHUWING • Stel de zetel af vooraleer u wegrijdt. Neem de juiste rijhouding aan, schommel de zetel voorzichtig een stukje naar voren en achteren om te controleren of deze goed is vergrendeld en doe de veiligheidsgordel om vooraleer u wegrijdt.
2-19 BELANGRIJKE INFORMATIE Spiegels afstellen Stel elke spiegel af voor een optimaal zicht naar achteren en opzij. Spiegels → Zie pagina 3-69 Vervoer van een zwangere vrouw of een zieke WARNING WAARSCHUWING • Een zwangere vrouw of iemand die Shoulder belt portion ziek is, moet ook de veiligheidsgordel dragen.
2-20 BELANGRIJKE INFORMATIE Veiligheidsgordel met voorspanner en SRS airbagsysteem Een veiligheidsgordel met voorspanner en SRS airbagsysteem treden in werking bij een botsing waarvan de impact een bepaald niveau overschrijdt. Neem de volgende punten in acht om te voorkomen dat u en uw passagiers ernstig of dodelijk letsel oplopen als gevolg van impacts die het resultaat zijn van de werking van de veiligheidsgordel met...
Pagina 77
2-21 BELANGRIJKE INFORMATIE WARNING WAARSCHUWING • Het SRS airbagsysteem werkt het meest efficiënt in combinatie met een veiligheidsgordel met voorspanner. • Een veiligheidsgordel met voorspanner en SRS airbagsysteem werken mogelijk niet, afhankelijk van de situatie op het ogenblik van de botsing. Zie "Wanneer en hoe de veiligheidsgordel met voorspanner en het SRS airbagsysteem in werking treden"...
Pagina 78
2-22 BELANGRIJKE INFORMATIE WAARSCHUWING (vervolg) • Als u niet goedgekeurde wijzigingen aan het voertuig aanbrengt of niet goedgekeurde accessoires installeert, bestaat de kans dat de Sticker veiligheidsgordel met voorspanner en airbag niet juist functioneren. Air freshener • Als het stuurwiel wordt vervangen door een stuurwiel dat niet- standaard is of een sticker op het stuurwielkussen wordt geplakt,...
Pagina 79
• In de volgende gevallen zijn speciale voorzorgsmaatregelen nodig. Neem contact op met uw Isuzu-dealer alvorens het volgende te doen. Wanneer dit wordt nagelaten, kan dit tot gevolg hebben dat de veiligheidsgordel met voorspanner en airbag onvoorzien...
Pagina 80
2-24 BELANGRIJKE INFORMATIE WAARSCHUWING (vervolg) - Bij installatie van audio-apparatuur en accessoires of modificatie zoals koetswerkopbouw. - Modificaties aan de voorkant van het voertuig (bumper, onderstel, enz.), montage van uitrusting (sneeuwploeg, etc.), modificaties aan het onderstel of wijzigingen aan de voertuighoogte met niet- toegelaten technieken en/of materialen.
Pagina 81
2-25 BELANGRIJKE INFORMATIE Vervoer van kinderen Een kind op laten meerijden WARNING WAARSCHUWING • In Crew Cab modellen raden wij aan kinderen op de achterzetel te laten meerijden. Wanneer een kind meerijdt op de voorpassagierszetel, kan de bestuurder hierdoor worden afgeleid of kan het kind bedieningselementen aanraken, met eventueel een ongeval tot gevolg.
2-26 BELANGRIJKE INFORMATIE Let op bij het openen en sluiten van deuren en zijruiten WARNING WAARSCHUWING • Deuren mogen alleen door een volwassene worden geopend, gesloten en vergrendeld. Let op dat de handen en voeten van kinderen niet klem komen te zitten bij het openen of sluiten van deuren.
2-27 BELANGRIJKE INFORMATIE Laat kinderen niet het hoofd of de handen uit het raam steken WARNING WAARSCHUWING • Laat kinderen niet het hoofd, handen of andere lichaamsdelen uit het raam steken, zowel tijdens het rijden als bij stilstand. Dit is gevaarlijk omdat het kind dan in aanraking kan komen met andere voertuigen of andere voorwerpen.
2-28 BELANGRIJKE INFORMATIE Rijden Goed onderhoud en rijden komt niet alleen de levensduur van uw voertuig ten goede, het helpt ook brandstof- en olieverbruik beperken. Gebruik van een nieuw voertuig De manier waarop een nieuw voertuig tijdens de inrijperiode wordt behandeld, is bepalend voor de latere prestaties en levensduur van het voertuig.
Pagina 85
Laat onmiddellijk de vereiste inspecties en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door uw dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Wanneer u met het voertuig blijft rijden zonder het probleem te laten verhelpen, kunnen de uitlaatgassen die in de...
2-30 BELANGRIJKE INFORMATIE Als het voertuig geruime tijd niet is gebruikt ADVICE ADVIES • Vooraleer u een voertuig gebruikt dat geruime tijd niet heeft gereden, moet u de motor, de versnellingsbak en de tussenbak controleren op olielekkage en tevens nakijken of elke olie tot het vereiste peil reikt. Als er onvoldoende olie is, zal de olie de componenten niet bereiken en goed smeren, wat kan leiden tot een defect.
2-31 BELANGRIJKE INFORMATIE Motor starten Model met manuele versnellingsbak CAUTION OPGELET • Controleer of de handremhendel stevig is aangetrokken. Bij een model met manuele versnellingsbak zet u de schakelpook in vrijloop ("N") en houdt u het koppelingspedaal en rempedaal volledig ingetrapt vooraleer u de motor start.
2-32 BELANGRIJKE INFORMATIE Zet tijdens het rijden nooit de motor af WARNING WAARSCHUWING • Schakel tijdens het rijden niet in een andere stand dan “ON” (modellen met Passive Entry and Start System) of zet het contact niet in een andere stand dan "ON"...
2-33 BELANGRIJKE INFORMATIE Vergeet niet de handrem af te zetten ADVICE ADVIES • Wegrijden met aangetrokken handrem kan resulteren in beschadiging van het remsysteem. • Vooraleer u wegrijdt, controleert u of de handrem niet is aangetrokken door te kijken of het handremwaarschuwingslampje niet brandt. Waarschuwingslampje handrem →...
2-34 BELANGRIJKE INFORMATIE Juist schakelen Rij met een snelheid waarbij de toerentellernaald niet in de rode zone komt. ADVICE ADVIES • Terugschakelen doet u om twee belangrijke redenen: - Om op de motor te remmen bij het afrijden van een steile en/of lange helling - Voor vlotter accelereren en een lager verbruik bij het oprijden van...
Pagina 91
2-35 BELANGRIJKE INFORMATIE Belangrijke informatie voor het rijden • Rij altijd veilig en respecteer alle snelheidsbeperkingen, verkeersregels en verkeerssignalen. • Schakel tijdens het rijden niet in een andere stand dan “ON” (modellen met Passive Entry and Start System) of zet het contact niet in een andere stand dan "ON"...
Pagina 92
2-36 BELANGRIJKE INFORMATIE • Vermijd dat de bandenflanken tegen de stoep schuren en rijd ook niet door diepe kuilen of over hoge hobbels. Hierdoor kunnen de velgen of banden beschadigd raken, met een klapband of lekke band tot gevolg. • Vermijd bij het bergafrijden zoveel mogelijk achteruitrijden. Rij traag bergaf. •...
2-37 BELANGRIJKE INFORMATIE Afrijden van een lange helling Wanneer u een lange helling afrijdt, moet u de motorrem samen met de voetrem gebruiken. Gebruik van de motorrem vermindert de belasting van de voetrem en zorgt voor een grotere remkracht. Gebruik bij modellen met automatische versnellingsbak niet de automatische stand omdat hierbij niet op de motor wordt geremd.
Pagina 94
2-38 BELANGRIJKE INFORMATIE Rijden in slecht weer (regen, beijzelde wegen, besneeuwde wegen enz.) CAUTION OPGELET • Bij slecht weer neemt het zicht af en door gladheid van de wegen neemt de remweg toe. Rij langzamer dan u bij goed weer zou doen. Vermijd ook scherp draaien van het stuurwiel en hard remmen.
Pagina 95
2-39 BELANGRIJKE INFORMATIE Rijden op besneeuwde of beijzelde wegen Opgelet op gladde wegen CAUTION OPGELET • Op gladde wegen mag u nooit snel accelereren, hard remmen, abrupt vertragen noch bruusk sturen. • De grip van de banden op het wegdek kan verminderen en de remafstand kan toenemen.
Pagina 96
2-40 BELANGRIJKE INFORMATIE Let op hoe het stuurwiel in die omstandigheden draait en aanvoelt CAUTION OPGELET • Op besneeuwde wegen kunnen het water en de sneeuw die door de banden worden opgespat op de spatschermen bevriezen, waardoor het stuurwiel moelijker kan worden gedraaid.
2-41 BELANGRIJKE INFORMATIE Sneeuw op de koetswerkbodem verwijderen Kijk onder het voertuig en verwijder brokken ijs die vastzitten aan de koetswerkbodem. Let op dat u geen onderdelen beschadigt. ADVICE ADVIES • Gebruik geen scherp voorwerp om sneeuw te verwijderen. Scherpe voorwerpen kunnen rubberonderdelen beschadigen.
Pagina 98
2-42 BELANGRIJKE INFORMATIE NOTE OPMERKING • Bij het rijden op een modderige weg met een automatische versnellingsbak kunt u het rempedaal intrappen om weg te rijden in 2e versnelling en vervolgens de keuzehendel naar "+" (opschakelen) te bewegen. Dit geeft meer tractie en verhoogt de rijveiligheid.
Pagina 99
ADVIES • Als het voertuig over een overstroomde weg moet worden gereden of werd geparkeerd op een plek die overstroomt, moet u uw Isuzu-dealer de volgende punten laten nakijken: - Remwerking - Waterinsijpeling of schade aan trommelremmen of schijfremmen - Motorschade door waterinsijpeling...
Pagina 100
2-44 BELANGRIJKE INFORMATIE Zijwind ADVICE ADVIES • Als het voertuig door een sterke zijwind opzij wordt geduwd, hou dan het stuurwiel stevig vast, vertraag tot u weer helemaal controle over het stuur hebt en voer een stuurcorrectie uit. In de volgende situaties kan er sterke zijwind zijn: - wanneer u uit een tunnel komt;...
Pagina 101
Als er lekkages of beschadigingen worden vastgesteld, moet u het voertuig meteen laten repareren bij de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Als een waarschuwingslampje oplicht of knippert ADVICE ADVIES •...
Pagina 102
2-46 BELANGRIJKE INFORMATIE Terreinrijden Hou bij het terreinrijden zorgvuldig rekening met ondergrond, helling en andere factoren, en rij langzaam. WARNING WAARSCHUWING • Rij met lage snelheid in het terrein of op zeer oneffen wegen. Vermijd sprongen, scherpe bochten en obstakels. Anders kan u de controle over het stuur verliezen of kan het voertuig omslaan.
• Lees de instructies in deze handleiding alvorens een aanhangwagen te trekken. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel. Neem voor verdere informatie contact op met uw Isuzu-dealer. Maximale gewichten De ondervermelde beperkingen dienen te worden gerespecteerd om geen problemen te krijgen.
Pagina 104
2-48 BELANGRIJKE INFORMATIE Maximaal toegelaten massa voertuig De maximaal toegelaten massa (GVW) Gross vehicle weight (GVW) is het totaalgewicht van een voertuig (incl. accessoires), inzittenden, lading, trekhaak, steunlast en optionele uitrusting. Deze waarde staat vermeld op het voertuigidentificatienummerplaatje (VIN) links vooraan in het motorcompartiment. Maximaal toegelaten aslast (GAW) en maximaal toegelaten massa voertuig (GVW)
2-49 BELANGRIJKE INFORMATIE Maximum sleepgewicht (GTW) Gross trailer weight Het maximum sleepgewicht (GTW) is (GTW) de optelsom van het gewicht van de aanhangwagen en de lading. Voertuigmodel Maximum sleepgewicht 2.500 kg 3.500 kg (modellen voor Europa, Israël, Turkije en Marokko) 3.000 kg (modellen voor Hong Kong en Singapore) Tongue load...
Trekhaakset Een trekhaakset is verkrijgbaar bij uw Isuzu-dealer. De set omvat de nodige hardware en instructies voor een correcte montage. Bekijk de tekening voor de bevestigingspunten van de koppeling en de maximale overhang.
Pagina 107
Isuzu-trekhaakset. Verkeerde aanpassingen zijn nefast voor de duurzaamheid van het voertuig. ADVICE ADVIES • Na het monteren van de Isuzu-trekhaak is een periodieke inspectie van de uitrusting vereist voor een veilig gebruik.
Gebruik alleen uitrusting die is ontworpen voor uw voertuig. Verkeerde uitrusting of installatie kan de elektrische installatie van uw voertuig beschadigen en de garantie doen vervallen. Raadpleeg uw Isuzu-dealer voor installatie. Banden Controleer altijd de staat van de banden van voertuig en aanhangwagen voor u vertrekt.
Aanhangwagens met een gewicht van 750 kg of meer moeten remmen hebben. Geremde aanhangwagens moeten voldoen aan de wettelijke voorschriften. Raadpleeg de fabrikant van de aanhangwagen en een Isuzu-dealer voor een correcte installatie en gebruik van remmen voor een aanhangwagen.
Pagina 110
2-54 BELANGRIJKE INFORMATIE Aanhangwagen trekken WARNING WAARSCHUWING • Trap niet langdurig en niet te vaak op de rem. Anders kunnen de remmen oververhit raken en minder goed werken. • Trek geen aanhangwagen met het reservewiel gemonteerd op het voertuig. • Maak bij het trekken van een voertuig of aanhangwagen geen gebruik van de cruisecontrol-functie.
2-55 BELANGRIJKE INFORMATIE Slingeren Diverse factoren (zijwind, inhalende voertuigen, wegoneffenheden, etc.) kunnen het rijgedrag van voertuig en aanhangwagen beïnvloeden met onstabiliteit tot gevolg. WARNING WAARSCHUWING • Versnel niet als een aanhangwagen gaat slingeren. • Rem niet hard als een aanhangwagen gaat slingeren. •...
2-56 BELANGRIJKE INFORMATIE Model met automatische versnellingsbak Bij modellen met automatische versnellingsbak hoeft er geen koppelingspedaal te worden bediend: u kunt wegrijden, schakelen en stoppen door alleen de keuzehendel, het gaspedaal en het rempedaal te bedienen. U dient vertrouwd te zijn met een automatische transmissie en hoe die correct te bedienen.
2-57 BELANGRIJKE INFORMATIE Bedien de rem met uw rechtervoet ADVICE ADVIES • Neem de juiste rijhouding aan en bedien het het rempedaal en gaspedaal met uw rechtervoet. Kijk eens goed naar de positie van de pedalen en oefen een aantal keer om te voorkomen dat u op het verkeerde pedaal trapt.
Pagina 114
2-58 BELANGRIJKE INFORMATIE Rijden De rijsnelheid wordt geregeld door het gaspedaal voorzichtig te bedienen. De rijsnelheid wordt verlaagd door het rempedaal in te trappen. Stoppen 1. Om het voertuig tijdelijk te stoppen, trapt u het rempedaal stevig in met de versnellingshendel in de stand "D"...
Pagina 115
2-59 BELANGRIJKE INFORMATIE CAUTION OPGELET • Jaag de motor niet hoog in de toeren terwijl het voertuig stilstaat. Wanneer de versnellingshendel dan in een andere stand dan "P" of "N" wordt gezet, komt het voertuig plots in beweging met mogelijk een ongeval tot gevolg. •...
Pagina 116
2-60 BELANGRIJKE INFORMATIE Acties die kunnen leiden tot een defect aan voertuigen met automatische versnellingsbak Acties die kunnen leiden tot een defect Beschrijving van het defect • Bergop stoppen met de keuzehendel in een andere • Automatische- stand dan "P" of "N", het gaspedaal ingetrapt en transmissievloeistof raakt zonder te remmen.
2-61 BELANGRIJKE INFORMATIE Model met vierwielaandrijving (4WD) Vierwielaandrijving betekent niet dat u zomaar overal kunt rijden. Bedien gaspedaal, stuurwiel en rempedaal omzichtig. Concentreer u op veilig rijden en kijk naar de staat en helling van de weg. Model met vierwielaandrijving (4WD) →...
Het is mogelijk dat er water in de cilinders van de motor terechtkomt en beschadiging veroorzaakt (waterslag). • Moet met het voertuig door water worden gereden, laat uw Isuzu-dealer dan meteen volgende punten controleren: - Remwerking...
2-63 BELANGRIJKE INFORMATIE Richtlijnen voor het omschakelen tussen 2WD (achterwielaandrijving) en 4WD (vierwielaandrijving) Type aandrijving 4H (4WD high) 4L (4WD low) schakelaar Controlelampje Natte wegen, Steile hellingen, slechte besneeuwde wegen, wegen, zand, modder Tijdens normaal rijden beijzelde wegen en of diepe sneeuw en Rijomstandigheden op een gewone weg of andere wegen waarop...
2-64 BELANGRIJKE INFORMATIE Stoppen en parkeren Wegrijden nadat u even bent gestopt CAUTION OPGELET • Maak er een gewoonte van om goed om u heen te kijken en te controleren of alles veilig is vooraleer u wegrijdt (bijvoorbeeld aan verkeerslichten). Parkeren CAUTION OPGELET...
Moet er toch op een helling worden geparkeerd, trek dan de handrem volledig aan, controleer vervolgens of het voertuig niet kan bewegen. Isuzu raadt bovendien aan blokken tegen de wielen te leggen. • Als een voertuig met manuele versnellingsbak bergop geparkeerd wordt, de schakelpook in de "1 (1ste)"...
2-66 BELANGRIJKE INFORMATIE Parkeren in koude gebieden Wanneer zich sneeuw rond de wielen en lichten heeft opgehoopt, moet u de sneeuw proberen te verwijderen vooraleer het donker wordt. Trek de handrem niet aan in koude gebieden. Als u het voertuig parkeert met aangetrokken handrem, kunnen de kabels en remblokken bevriezen waardoor u de handrem niet meer kunt afzetten.
2-67 BELANGRIJKE INFORMATIE In het voertuig slapen WARNING WAARSCHUWING • Alvorens een dutje te doen in het voertuig, moet u de motor afzetten en overschakelen naar "OFF" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contactslot op "LOCK" zetten (modellen zonder Passive Entry and Start System).
2-68 BELANGRIJKE INFORMATIE Hou brandbare materialen uit de buurt van het voertuig WARNING WAARSCHUWING • Controleer na het rijden door lang gras, modder, zand, water, over stenen enz. of er geen gras, takken, papier, doeken, stenen, zand enz. onderaan het koetswerk zijn blijven hangen of vastzitten.
2-69 BELANGRIJKE INFORMATIE Raak de schakelpook/keuzehendel niet aan wanneer het voertuig stilstaat en de motor stationair draait WARNING WAARSCHUWING • Raak de schakelpook/keuzehendel niet aan wanneer het voertuig stilstaat en de motor stationair draait. Als u de schakelpook/keuzehendel in dit geval aanraakt, kan er per ongeluk een versnelling worden ingeschakeld waardoor het voertuig gaat bewegen, zelfs wanneer de handrem is aangetrokken.
2-70 BELANGRIJKE INFORMATIE Het voertuig verlaten WARNING WAARSCHUWING • Wanneer u het voertuig verlaat, moet u de handrem aantrekken, de motor afzetten en de deuren afsluiten. Laat geen waardevolle spullen achter op een plaats waar ze van buitenaf zichtbaar zijn. •...
2-71 BELANGRIJKE INFORMATIE Waarschuwingen voor rijden in warme gebieden De motor kan oververhit raken in een omgeving waar de buitentemperatuur erg hoog is. Let op de volgende punten om oververhitting van de motor te voorkomen: CAUTION OPGELET • Doe geen bronwater, rivierwater of ander hard water in het koelsysteem van de motor.
Om uw voertuig te beschermen, dient u het door uw Isuzu-dealer winterklaar te laten maken zoals hieronder beschreven. Dit dient te gebeuren vooraleer u in een koud gebied gaat rijden.
2-73 BELANGRIJKE INFORMATIE Motor beschermen tegen overkoeling Overkoeling van de motor versnelt niet alleen de slijtage van vitale motoronderdelen, het doet ook het brandstofverbruik stijgen. Motorkoelvloeistof Voorkom motorschade door bevriezing van motorkoelvloeistof en bescherm het systeem tegen corrosie door het aanbevolen koelmiddel en water te mengen met de juiste verhouding.
Pagina 130
2-74 BELANGRIJKE INFORMATIE Wanneer u de sleutel niet in het deurslot kunt steken of de deur niet kunt openen door ijsvorming Als u de sleutel met kracht in het deurslot steekt, kan de sleutel worden verbogen. Als u de deur met kracht probeert open te trekken, kan de rubberdichting rondom de deur loskomen of beschadigd worden.
2-75 BELANGRIJKE INFORMATIE Sneeuwkettingen Raadpleeg bij het behandelen, aanbrengen en verwijderen van sneeuwkettingen de meegeleverde handleiding en volg de instructies van de fabrikant voor het (de) monteren. Gebruik van de krik → Zie pagina 6-77 CAUTION OPGELET • Bevestig de sneeuwkettingen stevig zonder speling in de kettingen. Het rijden met losse sneeuwkettingen kan de werking van andere onderdelen hinderen en ernstige ongelukken veroorzaken.
Pagina 132
2-76 BELANGRIJKE INFORMATIE Het voertuig schoonmaken na het rijden over besneeuwde wegen CAUTION OPGELET • Verwijder sneeuw die aan de binnenkant van de spatschermen en aan de remslangen vastgekoekt zit. Zoniet kan deze sneeuw andere onderdelen beschadigen. Na het rijden over wegen met strooizout moet u de onderkant van het voertuig zo spoedig mogelijk wassen om te voorkomen dat het...
2-77 BELANGRIJKE INFORMATIE Veilig rijden Wanneer de koelvloeistof heet is WARNING WAARSCHUWING • De radiatordop of hulpreservoirdop (indien voorzien) niet losdraaien noch verwijderen wanneer de koelvloeistof van motor of intercooler (indien voorzien) heet is. Dit kan zeer gevaarlijk zijn omdat er stoom en hete lucht naar buiten spuit.
2-78 BELANGRIJKE INFORMATIE Zorg ervoor dat uw handen niet beklemd raken tussen een zijdeur (model met verlengde cabine) WARNING WAARSCHUWING • Hou uw handen uit de buurt van de zijdeuren wanneer u in de laadbak staat om te vermijden dat ze beklemd raken wanneer de zijdeuren worden gesloten.
2-79 BELANGRIJKE INFORMATIE Geen mobiele telefoon gebruiken tijdens het rijden CAUTION OPGELET • De bestuurder mag nooit een mobiele telefoon of een autotelefoon gebruiken, tenzij handsfree. Telefoneren al rijdend is gevaarlijk. • Gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden kan resulteren in een ongeval omdat u niet voldoende aandacht aan het verkeer schenkt.
2-80 BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik van de krik WARNING WAARSCHUWING • Krik het voertuig niet op op een helling of een zachte ondergrond op want dat is zeer gevaarlijk. Parkeer het voertuig op een stevige, horizontale ondergrond vooraleer u begint met opkrikken. •...
Pagina 137
2-81 BELANGRIJKE INFORMATIE Als de batterij leeg is CAUTION OPGELET • Probeer de motor niet te starten door het voertuig aan te duwen of te slepen. Dit kan resulteren in motorschade. Wanneer de batterij leeg is → Zie pagina 7-16...
Pagina 138
2-82 BELANGRIJKE INFORMATIE Defecten voorkomen Omgaan met een turbomotor De turbomotor moet zo worden gestart dat de lagers van de draaiende onderdelen van de turbolader voldoende worden gesmeerd. Laat een koude motor niet te snel draaien. ADVICE ADVIES • Laat na een rit met zware belading of op de autosnelweg de motor minstens 3 minuten stationair draaien om die te laten afkoelen.
2-83 BELANGRIJKE INFORMATIE Rij niet mee op de zijtreden van het voertuig WARNING WAARSCHUWING • Rij niet mee op de zijtreden van het voertuig. ADVICE ADVIES • Ga niet op en neer springen op de zijtreden. Hierdoor kunnen ze te zwaar worden belast en beschadigd raken.
2-84 BELANGRIJKE INFORMATIE Laat het stuurwiel niet langdurig volledig naar een kant gedraaid staan WARNING WAARSCHUWING • Wanneer u met draaiende motor het stuurwiel lange tijd volledig naar links of rechts gedraaid houdt of bij het parkeren of stoppen herhaaldelijk aan het stuur draait, kan dit na verloop van tijd zwaarder te bedienen zijn.
2-85 BELANGRIJKE INFORMATIE Zorg ervoor dat het voertuig regelmatig wordt nagekeken ADVICE ADVIES • Inspecties en onderhoud zorgen ervoor dat u steeds op het voertuig kunt rekenen. Bovendien wordt de levensduur van het voertuig verlengd. Dagelijkse inspecties (Inspecties voor het rijden) →...
Neem voor afstellingen (bijv. motorafstellingen) en montage van uitrusting altijd contact op met uw Isuzu-dealer. • Neem contact op met uw Isuzu-dealer voor het monteren van accessoires. Laat de motor afstellen door uw Isuzu-dealer CAUTION OPGELET •...
• Bij onzorgvuldig lassen van voertuigonderdelen kan de lasstroom terugvloeien naar het massacircuit van het voertuig, waardoor elektrische en elektronische onderdelen worden beschadigd en deze niet meer normaal functioneren. Neem altijd contact op met uw Isuzu-dealer wanneer laswerken nodig zijn. Wielen en banden wisselen CAUTION OPGELET •...
Pagina 144
Dergelijke radio's kunnen elektromagnetische storing in de elektronische apparatuur van het voertuig veroorzaken, waardoor er een defect ontstaat of de elektronische apparatuur niet meer juist werkt. Neem contact op met uw Isuzu-dealer voor de montage van radio-apparatuur.
Pagina 145
Neem contact op met uw Isuzu-dealer als er wijzigingen vereist zijn om een onderdeel achteraan op het voertuig te kunnen monteren. ADVIES (vervolg)
Pagina 146
2-90 BELANGRIJKE INFORMATIE ADVIES (vervolg) • Het dieselpartikelfilter regenereert automatisch wanneer het een bepaalde hoeveelheid partikels heeft verzameld. Regeneratie vindt plaats tijdens het rijden en het regeneratiecontrolelampje licht niet op tijdens die regeneratie. In sommige rijomstandigheden wordt de regeneratie echter niet voltooid. In dat geval gaat het regeneratiecontrolelampje knipperen en moet er zo snel mogelijk manueel worden geregenereerd (manuele regeneratieprocedure).
• Pas de uitlaat of demper niet aan en verplaats ook geen onderdelen, ® met inbegrip van de AdBlue tank. Hierdoor zou de zuiverende werking kunnen afnemen. Raadpleeg uw Isuzu Dealer voor eventuele noodzakelijke aanpassingen. NOTE OPMERKING • Uitlaatgassen ruiken anders dan die van voertuigen zonder SCR-systeem met ureum door de zuiverende werking van het uitlaatsysteem.
® • De vervaldatum van opgeslagen AdBlue varieert afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Contacteer uw Isuzu Dealer voor meer details. NOTE OPMERKING ® • Zelfs bevroren behoudt AdBlue zijn kwaliteiten en is het ontdooid perfect bruikbaar.
® ® Vul AdBlue bij zoals beschreven in "AdBlue Tank". ® U kan de AdBlue tank ook laten vullen door uw Isuzu Dealer. ADVICE ADVIES ® ® • Zonder AdBlue kan de motor niet worden gestart. Vul de AdBlue tank bij voor die leeg is.
Sommige informatie kan tijdens normaal gebruik worden opgeslagen om eventuele reparaties te vereenvoudigen. Isuzu kan deze opgeslagen informatie downloaden en ophalen om die te gebruiken voor diagnose, onderhoud of reparatie van uw voertuig of voor verbetering van...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK ● Sleutel ● Sleutel met startbeveiliging-transponderchip ● Antidiefstalsysteem ● Keyless Entry System 3-13 ● Passive Entry and Start System 3-20 ● Deuren 3-28 ● Zijdeur (Extended Cab Model) 3-40 ● Laadklep 3-42 ● In- en uitstappen 3-45 ●...
Pagina 152
Metal plate with kunnen mogelijk de werking van het key number vliegtuig verstoren. ADVICE ADVIES • Mocht u de sleutel verliezen, bezorg dan het sleutelnummer en alle meegeleverde sleutels aan uw dichtstbijzinde Isuzu-dealer. De Isuzu-dealer kan een nieuwe sleutel laten maken.
Pagina 153
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK NOTE OPMERKING • Bewaar het metalen plaatje met het sleutelnummer op een veilige plaats buiten het voertuig. • Als u uw voertuig verkoopt, dient u tevens het plaatje met het sleutelnummer aan de nieuwe eigenaar van het voertuig te overhandigen.
Pagina 154
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Waar wordt de sleutel gebruikt? Waar Waarvoor Startknop (modellen zonder Passive Entry Starten en stoppen van de motor and Start System) Bestuurdersdeur Vergrendelen en ontgrendelen van de deur Laadklep (met slot) Vergrendelen en ontgrendelen van de laadklep Vergrendelen en ontgrendelen van het Handschoenenkastje...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Sleutel met startbeveiliging-transponderchip WARNING WAARSCHUWING • De startbeveiliging mag niet worden aangepast noch uitgebreid omdat het montagecertificaat automatisch komt te vervallen door dergelijke aanpassingen of uitbreidingen. De startbeveiligingssleutel en elektronische sleutel bevatten een startbeveiliging- transponderchip.
Pagina 156
• Er bevinden zich voorwerpen op de sleutelgrip die het signaal van de startbeveiliging verstoren. (bv. sleutelring, sleutelnummerplaatje, metalen voorwerpen, magnetische voorwerpen) • Er bevindt zich een transpondersleutel van een ander voertuig in de buurt (ook bv. een Isuzu-reservesleutel). Another vehicle's transponder key...
Pagina 157
• De startbeveiliging vergrendelt de deuren niet; vergeet dus niet de deuren te vergrendelen wanneer u het voertuig verlaat. • Werkt de startmotor niet ondanks correct gebruik van de sleutel en een batterij in normale staat, is de startbeveiliging mogelijk defect. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Antidiefstalsysteem WARNING WAARSCHUWING • Het antidiefstalsysteem mag niet worden aangepast noch uitgebreid omdat het montagecertificaat automatisch komt te vervallen door dergelijke aanpassingen of uitbreidingen. Wanneer deuren en motorkap zijn vergrendeld, beschermt het antidiefstalsysteem uw voertuig en kostbare spullen erin tegen diefstal.
Het antidiefstalsysteem is dan niet actief. • Als het controlelampje niet werkt, moet u dit zo snel mogelijk laten nakijken door een Isuzu-dealer. Het antidiefstalsysteem uitschakelen Wanneer een deur wordt ontgrendeld met het passive entry and start system of keyless entry system, wordt het antidiefstalsysteem uitgeschakeld.
Pagina 160
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-10 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Het antidiefstalalarm stoppen Claxon en waarschuwingsknipperlichten kunnen als volgt worden uitgeschakeld: • Druk op de startknop om de power mode op “ON” te zetten (modellen met Passive Entry and Start System). •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-11 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Supervergrendeling (mechanische antidiefstalvergrendeling) Afstandsbediening (elektronische Vergrendelen sleutel) Alle deuren moeten zijn gesloten. Hou de vergrendeltoets van de afstandsbediening langer dan 10 seconde ingedrukt. De waarschuwingsknipperlichten knipperen één keer wanneer de supervergrendeling is geactiveerd.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-12 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Afstandsbediening (elektronische Ontgrendelen sleutel) Druk op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening. De waarschuwingsknipperlichten knipperen twee keer wanneer de supervergrendeling is uitgeschakeld. Bij modellen met Passive Entry and Start System wordt de supervergrendeling ook gedeactiveerd door de schakelaar in de drukken met de elektronische sleutel op...
Pagina 163
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-13 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Keyless Entry System Werkingsbereik afstandsbediening Met het Passive Entry and Start System Remote control unit operating range en keyless entry system kunnen de deuren worden vergrendeld/ontgrendeld door gewoon op de toets van de afstandsbediening te drukken in plaats van de sleutel in het slot te steken.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-14 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Vervangen van de batterij in de afstandsbediening Vervang de batterij wanneer het afstandsbedieningsbereik begint te verkleinen. WARNING WAARSCHUWING • Slik de batterij niet in. Dit kan fysieke ongemakken geven door de chemische reactie.
Pagina 165
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-15 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK NOTE OPMERKING • De levensduur van de batterij varieert afhankelijk van hoe vaak de afstandsbediening wordt gebruikt. Bij modellen met Passive Entry and Start System gaat een batterij ong. 1 tot 2 jaar mee. Bij permanente ontvangst van krachtige radiogolven gaan batterijen mogelijk veel minder lang mee.
Pagina 166
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-16 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Elektronische sleutel Gebruikte batterij Aantal batterijen Lithiumbatterij Modelnummer : CR2032 Spanning : DC3V 1. Duw op de knop op de elektronische sleutel om de mechanische sleutel eruit te halen. Passive Entry and Start System →...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-17 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Keyless Entry sleutel Gebruikte batterij Aantal batterijen Lithiumbatterij Modelnummer : CR1620 Spanning : DC3V 1. Verwijder de sleutelring en wrik Cover het dekseltje open met een platte schroevendraaier. Wikkel een doekje of tape rond de punt van de Battery schroevendraaier zodat het dekseltje...
Pagina 168
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-18 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK 2. Open het dekseltje en verwijder de Battery cover batterij. 3. Plaats een nieuwe batterij en sluit het Battery dekseltje. Battery ADVICE ADVIES holder • Let op dat de elektrode niet wordt Transmitter verbogen bij het plaatsen van een nieuwe batterij.
De instellingen van het keyless entry system kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. De instellingen van het keyless entry system kunnen ook worden gewijzigd door een Isuzu-dealer. Neem voor verdere informatie contact op met uw Isuzu-dealer. Instellingen (personaliseringsfunctie) →...
Pagina 170
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-20 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Passive Entry and Start System Het Passive Entry and Start System is een systeem waarmee de deuren kunnen worden vergrendeld en ontgrendeld en de motor kan worden gestart met gewoon de elektronische sleutel op zak.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-21 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Anti-signaalversterkingsfunctie Om het voertuig te beschermen tegen diefstal door signaalversterking, kan de ontgrendelfunctie van het Passive Entry and Start System worden uitgeschakeld. 1. Hou de vergrendeltoets ingedrukt, Indicator light druk vervolgels op de ontgrendeltoets Lock button en hou beide ongeveer 5 seconden...
Pagina 172
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-22 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Passive Entry and Start System zendt zwakke radiogolven Bij gebruik van het Passive Entry and Start External antenna System om de deuren te vergrendelen/ ontgrendelen of de motor te starten, zendt de antenne radiogolven uit voor elektronische verificatie.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-23 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Werkingsbereik van het Passive Entry and Start System Operating range for locking Deuren vergrendelen en and unlocking the doors ontgrendelen Approximately 80 cm Met de elektronische sleutel op zak (Approximately 32 in) kunnen de deuren worden vergrendeld en ontgrendeld met behulp van de schakelaars...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-24 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Instapverlichting en uitstapvergrendeling Met de elektronische sleutel op zak wordt de instapverlichting geactiveerd wanneer u op de wagen toestapt en de uitstapvergrendeling geactiveerd wanneer u ervan wegstapt. Beschrijving Werkingsbereik instapverlichting (ong.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-25 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Waarschuwingszoemer van het Passive Entry and Start System Wanneer de elektronische sleutel niet goed wordt gedetecteerd door het systeem, treedt een waarschuwingszoemer in werking. Waarschuwing Display-indicatie Buitensluitpreventie "NO ELECTRONIC KEY" verschijnt op het multi-infodisplay Geen elektronische sleutel (MID).
De instellingen van het Passive Entry and Start System kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. De instellingen van het Passive Entry and Start System kunnen ook worden gewijzigd door een Isuzu-dealer. Neem voor verdere informatie contact op met uw Isuzu-dealer.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-27 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Instapverlichting De instapverlichting schakelt de plafondlamp aan wanneer u op de wagen toestapt met de elektronische sleutel op zak. Standby-werkingsvoorwaarden instapverlichting De instapverlichting is operationeel wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld. •...
Pagina 178
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-28 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Deuren CAUTION OPGELET • Vooraleer u de deur opent, moet u zorgvuldig de omgeving rond het voertuig op veiligheid controleren, met name achter het voertuig. Het plotseling openen van een deur kan ongelukken met andere auto's, etc.
• Controleer steeds of alle deuren zijn vergrendeld als u de wagen achterlaat. • Als het systeem niet normaal werkt, vergrendelt en ontgrendelt u de deuren met de sleutel en laat het systeem dan door uw Isuzu-dealer nakijken. Passive Entry and Start System →...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-30 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Met de afstandsbediening Afstandsbediening (elektronische Door de vergrendeltoets op de sleutel) afstandsbediening in te drukken, worden alle deuren vergrendeld. Lock button Door de ontgrendeltoets in te drukken, worden alle deuren ontgrendeld. Unlock button Afstandsbediening (keyless entry sleutel)
Pagina 181
• Controleer steeds of alle deuren zijn vergrendeld als u de wagen achterlaat. • Als het systeem niet normaal werkt, vergrendelt en ontgrendelt u de deuren met de sleutel en laat het systeem dan door uw Isuzu-dealer nakijken. Keyless Entry System →...
Pagina 182
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-32 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Deur van buitenaf vergrendelen zonder de sleutel Lock knob Duw eerst de vergrendelknop naar voren in de vergrendelpositie en sluit dan de deur terwijl u de buitenste deurhandle omhoog houdt.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-33 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Deur vergrendelen en ontgrendelen van binnenuit Met de centrale vergrendelingschakelaar Wanneer de schakelaar op de bestuurdersdeur wordt bediend, worden alle deuren tegelijkertijd vergrendeld of ontgrendeld. UNLOCK LOCK Met de vergrendelknop Druk de vergrendelknop naar voren om te vergrendelen of naar achteren te ontgrendelen.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-34 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Kindersloten (Crew Cab Model) Wanneer de knop in de vergrendelstand staat en de deur is gesloten, kan de deur niet van binnenuit worden geopend. Unlock WARNING WAARSCHUWING Lock •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-35 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Deuren vergrendelen en ontgrendelen door het voertuig Uitstapvergrendeling (modellen met Passive Entry and Start System) Wanneer de afstand tussen voertuig en elektronische sleutel voldoende groot is, worden de deuren automatisch vergrendeld. Wanneer de bestuurder met de elektronische sleutel op zak voldoende ver van het voertuig is, weerklinkt de zoemer één keer en knipperen de richtingaanwijzers één keer.
Pagina 186
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-36 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Automatische ontgrendeling (modellen met Passive Entry and Start System en Keyless Entry System) Deze functie ontgrendelt automatisch alle deuren afhankelijk van de voertuigcondities. Ontgrendeling Beschrijving Wanneer de contactsleutel wordt uitgetrokken, Key linked door unlock *1 worden alle deuren ontgrendeld.
Pagina 187
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-37 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK De instellingen van de automatische ontgrendeling kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Disable Automatische deurontgrendeling uitgeschakeld KEY *1 Sleutelgekoppelde ontgrendeling ingeschakeld Auto unlock type Contactgekoppelde ontgrendeling ingeschakeld...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-38 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Crashdetectie-ontgrendeling (modellen met Passive Entry and Start System en Keyless Entry System) Bij een krachtige frontale of laterale impact met de power mode in de stand "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contactslot in de stand "ON" (modellen met keyless entry system), worden alle deuren ontgrendeld.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-39 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Deuren openen en sluiten van buitenaf Trek aan de buitenste deurhandle om de deur te openen. Outside Duw tegen de buitenste deurhandle om de door handle deur te sluiten. Deur openen en sluiten van binnenuit Trek aan de binnenste deurhandle om de deur te openen.
Pagina 190
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-40 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Zijdeur (Extended Cab Model) CAUTION OPGELET • Controleer of de voorpassagier de veiligheidsgordel heeft losgemaakt alvorens de zijdeur te openen. Als de zijdeur wordt geopend terwijl de veiligheidsgordel is vastgeklikt, zal die vergrendelen en niet kunnen worden uitgetrokken.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-41 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Zijdeur openen en sluiten van buitenaf Een zijdeur wordt van binnenuit geopend door eerst de voordeur te openen en vervolgens aan de binnenste deurhandle te trekken. Inside door Beide worden gesloten door eerst de handle zijdeur te sluiten en vervolgens tegen de...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-42 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Laadklep CAUTION OPGELET • Rij niet met open laadklep. NOTE OPMERKING • De steunen houden de laadklep horizontaal. Laadklep openen en sluiten Openen Model met centrale handle Trek aan de handle in het midden van de achterklep om die te ontgrendelen en open de laadklep voorzichtig.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-43 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Openen Model met laterale handle Trek aan de handle aan weerszijden van de achterklep om die te ontgrendelen en open de laadklep voorzichtig. Sluit de laadklep in omgekeerde volgorde van het openen.
Pagina 194
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-44 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Laadframestopper Gebruik deze stopper om te vermijden dat lading die is beveiligd met het laadframe gaat schuiven. Beweeg de laadframestopper naar de buitenkant van de wagen. CAUTION Guard frame stopper OPGELET •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-45 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK In- en uitstappen Controleer bij het in- en uitstappen of de omgeving rond het voertuig veilig is, hou de handgreep (indien voorzien) vast en zet uw voet op de zijtrede (indien voorzien). B-pillar grip A-pillar grip Side step...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-46 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Elektrisch bediende zijruiten Bedien de schakelaar om zijruiten te openen of te sluiten. Elektrisch bediende zijruiten werken alleen met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON"...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-47 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Zijruiten openen en sluiten Bestuurderszijde Bedien de schakelaar om zijruiten te openen of te sluiten. Driver’s side Rear right NOTE OPMERKING Passenger’s side side • Met de schakelaar aan bestuurderszijde kunnen alle zijruiten worden geopend en OPEN CLOSE...
Pagina 198
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-48 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Impulsfunctie (bestuurderszijde) Door de schakelaar hard te bedienen, opent of sluit de zijruit automatisch. Door de schakelaar licht te bedienen, opent of sluit de zijruit manueel. Een zijruit opent Driver’s side of sluit alleen wanneer de schakelaar wordt...
Pagina 199
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-49 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Ruitvergrendelingsschakelaar Wanneer de ruitvergrendelingsschakelaar is ingedrukt, kan alleen de bestuurdersruit worden bediend. Druk nogmaals op de schakelaar om de passagiersruit en zijruiten achteraan te kunnen bedienen (Crew Cab Model). UNLOCK LOCK WARNING...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-50 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Manueel bediende ruiten CAUTION OPGELET • Controleer of u en de passagier nergens klem komen te zitten wanneer de ruit geopend of gesloten wordt. Wees vooral voorzichtig wanneer er een kind aan boord is.
• Controleer na het tanken of de vuldop van de brandstoftank goed is gesloten. • Gebruik geen andere vuldop dan een origineel Isuzu-onderdeel. Bij gebruik van een verkeerde vuldop kan er bij een ongeval brandstof lekken. Een ongeschikte tankdop kan ook de werking van het brandstofsysteem en de emissieregeling verstoren.
Pagina 202
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-52 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK CAUTION OPGELET • Bij het gebruik van andere dieselbrandstof dan voorgeschreven voldoet het voertuig mogelijk niet meer aan de wettelijke voorschriften. ADVICE ADVIES • Gebruik geen dieselbrandstof met een hoger zwavelgehalte dan voorgeschreven door de betreffende emissienormen.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-53 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Vuldop van de brandstoftank openen en sluiten Vuldop van de brandstoftank 1. Trek aan de tankklepopener om de tankklep te openen. 2. Zorg dat uw lichaam statisch is ontladen vooraleer u de vuldop van de brandstoftank opent.
Pagina 204
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-54 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK NOTE Fuel type OPMERKING Fuel tank filler cap • De geschikte brandstof ("DIESEL") staat vermeld op de vuldop. • Modellen voor de Europese markt: er kan brandstof worden getankt met dezelfde markering als de markering op het label ter hoogte van de vulopening.
Pagina 205
5 minuten vooraleer de batterij of kabels los te koppelen voor inspectie of reparatie. • Pas de uitlaat of demper niet aan en verplaats ook geen onderdelen, ® met inbegrip van de AdBlue tank. Hierdoor zou de zuiverende werking kunnen afnemen. Raadpleeg uw Isuzu Dealer voor eventuele noodzakelijke aanpassingen.
Pagina 206
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-56 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK NOTE OPMERKING ® • AdBlue is een heldere, kleurloze en onschadelijke wateroplossing. Het is ® normaal dat AdBlue soms wat ruikt. ® • Het is normaal dat er zich een wit poeder afzet wanneer AdBlue opdroogt ter hoogte van bv.
Pagina 207
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-57 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK ® AdBlue bijvullen ® ® Als de AdBlue tank leeg is en de motor niet start, vult u de AdBlue tank zoals ® hieronder beschreven. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond om AdBlue te vullen.
Pagina 208
Laat uw voertuig nakijken door een Isuzu-dealer indien de zetel niet goed vergrendelt. Bovendien werkt de veiligheidsgordel niet goed als de rugleuning niet goed is vergrendeld.
Pagina 209
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-59 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK WAARSCHUWING (vervolg) • Plaats geen kussen of iets dergelijks tussen uw rug en de rugleuning. Hierdoor wordt de stabiliteit van uw rijhouding nadelig beïnvloed en zal de veiligheidsgordel niet effectief werken bij een botsing. •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-60 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Bestuurderszetel afstellen Stel de zetels af zoals de tabel aangeeft. Elektrisch verstelbare zetels Afstellen Schakelaar Bediening Hellen Vooruit/ achteruit Hoogte Hoogte voorkant zitkussen Lendensteun (indien voorzien) CAUTION OPGELET •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-61 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Handmatig verstelbare zetels Afstellen Hendel Bediening Hellen Vooruit/ achteruit Hoogte (indien voorzien) Lendensteun (indien voorzien) CAUTION OPGELET • Let bij het afstellen van de zetel op dat uw vingers noch andere lichaamsdelen niet beklemd raken.
Pagina 212
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-62 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Voorpassagierszetel afstellen Stel de zetels af zoals de tabel aangeeft. CAUTION OPGELET • Let bij het afstellen van de zetel op dat uw vingers noch andere lichaamsdelen niet beklemd raken. Dit om ernstig letsel te voorkomen. •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-63 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Achterbank (Crew Cab Model) WARNING WAARSCHUWING • Verstel de achterbank niet al rijdend. • Zorg ervoor dat de lading niet boven de rugleuning komt. Anders kan uw zicht naar achteren worden belemmerd en kan de lading naar voren worden geslingerd wanneer u plots hard remt.
Pagina 214
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-64 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK CAUTION OPGELET • Let op dat uw hand of voet niet beklemd raakt bij het op- of neerklappen van de rugleuning. • Hou de rugleuning vast terwijl u de lus omhoogtrekt om de rugleuning neer te klappen.
Pagina 215
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-65 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Achterbank (Extended Cab Model) WARNING WAARSCHUWING • Klap de zitting niet op al rijdend. • Zorg ervoor dat de lading niet boven de rugleuning komt. Anders kan uw zicht naar achteren worden belemmerd en kan de lading naar voren worden geslingerd wanneer u plots hard remt.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-66 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Hoofdsteunen afstellen WARNING WAARSCHUWING • Rij nooit zonder hoofdsteunen. Bij een eventuele botsing is het hoofd dan niet beschermd, met mogelijk ernstige letsels tot gevolg. • Stel de hoofdsteun af vooraleer u wegrijdt. Wanneer u de hoofdsteun al rijdend afstelt, neemt u daarbij niet de juiste rijhouding aan.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-67 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Achterbank (Crew Cab Model) Zet een hoofdsteun altijd omhoog wanneer Storage position Use position een achterpassagier meerijdt. Trek de hoofdsteun omhoog tot u een klik hoort die aangeeft dat hij goed is vergrendeld.
Pagina 218
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-68 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Volledig afstelbare stuurinrichting Het stuurwiel kan naar boven en beneden, en naar voren en achteren worden afgesteld. WARNING WAARSCHUWING • Beweeg het ingestelde stuurwiel omhoog en omlaag voor u wegrijdt om te controleren of het goed is vergrendeld.
Pagina 219
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-69 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Spiegels Ga in de juiste rijhouding op een correct afgestelde zetel zitten en controleer de stand van de spiegels om er zeker van te zijn dat u een goed zicht naar achteren en opzij hebt.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-70 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Achteruitkijkspiegel met handmatige dimfunctie Normaal staat de hendel naar voren (dag). Trek de hendel naar u toe wanneer u 's nachts wordt verblind door de lichten van achteropkomend verkeer. Zo raakt u niet verblind.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-71 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Zijspiegels Stel nadat u de zetel hebt afgesteld voor een juiste rijhouding, de spiegels in zoals hieronder beschreven zodat die een optimaal zicht naar achteren en opzij bieden. Lateraal Stel de spiegel zo af dat u de zijkant van het voertuig kunt zien in het binnenste 1/3e...
• Laat de veiligheidsgordels inspecteren en, indien nodig, vervangen door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer wanneer het weefsel rafels en/of slijtage begint te vertonen of als de gesp of andere mechanische onderdelen niet meer goed werken. U, uw passagiers en vooral uw kind lopen het risico ernstig of dodelijk gewond te raken bij gebruik van een zitje met defecte veiligheidsgordel.
Pagina 223
Laat deze gordels nakijken en, indien nodig, door uw dichtstbijzijnde Isuzu-dealer vervangen. • Vervang veiligheidsgordels door originele Isuzu veiligheidsgordels en installeer die correct op de betreffende zitplaatsen.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-74 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Veiligheidsgordels vastklikken/losmaken De bescherming die veiligheidsgordels bieden, kan sterk afnemen als ze niet juist worden gedragen en soms kan een verkeerd gedragen veiligheidsgordel zelfs de kans op letsel vergroten. Position the shoulder belt so it is on your shoulder (not touching your neck, chin or face).
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-75 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK WAARSCHUWING (vervolg) • Draag de veiligheidsgordel zo laag mogelijk over uw heupen en niet rondom uw middel. Wanneer de veiligheidsgordel om uw middel loopt, drukt de gordel bij een botsing of plots remmen hard op uw buik waardoor er een grotere kans op letsel bestaat.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-76 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Driepuntsgordels losmaken Druk op de knop van de gesp. Laat de gordel zichzelf langzaam oprollen terwijl u de slotplaat vasthoudt tot de gordel volledig Button is opgerold. ADVICE ADVIES Latch plate •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-77 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Centrale veiligheidsgordel achterin WARNING WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat elke slotplaat Buckle en gesp goed zijn vergrendeld (buckle B) and Anchor buckle bij gebruik van de centrale latch plate (buckle A) (latch plate B) veiligheidsgordel achterin.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-78 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK 2. Steek slotplaat B in gesp A. Latch plate B Latch plate A Release slot Buckle A 3. Plaats het nylondeksel terug. Nylon cover a: 10 mm Centrale veiligheidsgordel achterin bevestigen WARNING WAARSCHUWING...
Pagina 229
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-79 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK 1. Trek de gordel uit zodat slotplaat B naar het midden van het voertuig is gericht. Zorg ervoor dat de gordel niet twist bij het uittrekken. Latch plate B 2.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-80 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Schouderverankering afstellen Stel de hoogte van de schouderverankering aan bestuurders- en passagierszijde af in functie van uw lichaamslengte. WARNING WAARSCHUWING • Stel de schouderverankering nooit in al rijdend. Dit is zeer gevaarlijk. •...
Pagina 231
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-81 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Baby- en kinderzitjes (CRS) Laat kinderen alleen meerijden met een veiligheidgordel om of in een kinderzitje. Gebruik een aangepast zitje voor kinderen die te klein zijn om een veiligheidsgordel correct te dragen.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-82 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Voor jonge kinderen Dit type kinderzitje is bedoeld voor kinderen die al kunnen zitten en makkelijk het hoofd rechtop kunnen houden. Er zijn ook kinderzitjes die tegen te rijrichting in kunnen worden gemonteerd om een baby in mee te voeren.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-83 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Geschikte zitposities Niet alle kinderzitjes zijn geschikt voor alle zitposities in de wagen. Raadpleeg bij gebruik van een kinderzitje de volgende pagina's om na te gaan op welke zitpositie het kan worden bevestigd.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-84 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK CRS-normen en categorieën Controleer de norm en categorie van het kinderzitje zoals vermeld op het label. NOTE OPMERKING • De markering kan verschillen naargelang het product. • UN (ECE) R44 en UN (ECE) R129 zijn UNECE CRS-reglementeringen. CRS-normen Gebruik een kinderzitje dat voldoet aan UN (ECE) R44 of UN (ECE) R129.
Pagina 235
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-85 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Geschikte zitposities De volgende symbolen en zitposities geven aan welke types kinderzitjes geschikt zijn voor welke zitposities. Symbool Beschrijving Geschikt voor universeel kinderzitje dat wordt bevestigd met de veiligheidsgordel.
Pagina 236
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-86 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Regular Cab Model Kuipzetel Zitpositie Beschrijving *1, *2, *3, *4 Bank Extended Cab Model Kuipzetel zonder achterbank Zitpositie Beschrijving *1, *2, *3, *4 Kuipzetel met achterbank...
Pagina 237
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-87 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Crew Cab Model Kuipzetel met achterbank Zitpositie Beschrijving *1, *2, *3, *4 Bank met achterbank...
Pagina 238
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-88 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Details voor installatie kinderzitje Regular Cab/Extended Cab modellen Voertuig met AAN/UIT-schakelaar Voertuig zonder voor passagiersairbag AAN/UIT- Zitpositie schakelaar AAN/UIT-schakelaar voor passagiersairbag passagiersairbag Zitpositie geschikt voor Alleen naar Alleen naar universele gordel (Ja/Nee) voren gericht voren gericht...
Pagina 239
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-89 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Crew Cab Model Voertuig met AAN/UIT- schakelaar Voertuig voor passagiersairbag zonder Zitpositie AAN/UIT-schakelaar AAN/UIT- passagiersairbag schakelaar voor passagiersairbag Zitpositie geschikt voor Alleen universele gordel (Ja/ Alleen naar naar Nee) voren gericht voren...
Pagina 240
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-90 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Bevestigingstype Beschrijving Hoog naar voren gericht kinderzitje voor peuters Laag naar voren gericht kinderzitje voor peuters Laag naar voren gericht kinderzitje voor peuters Groot naar achteren gericht kinderzitje voor peuters Klein naar achteren gericht kinderzitje voor peuters Klein naar achteren gericht kinderzitje voor peuters Naar achteren gericht kinderzitje voor baby's...
Pagina 241
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-91 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Aanbevolen kinderzitjes en compatibiliteit Voor ASEAN (Singapore, Maleisië, Thailand, Indonesië, Filipijnen, Vietnam, Laos, Cambodia, Myanmar) Zitpositie Gewichtsgroep Aanbevolen kinderzitje Britax Tot 13 kg / BABY-SAFE Plus ISOFIX 28.7 lb BASE (Ja/Nee) Maxi-Cosi...
Pagina 242
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-92 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK WARNING WAARSCHUWING [Voor modellen met kuipzetels vooraan] • Schuif de passagierszetel naar voren als de schouderverankering van de veiligheidsgordel zich voor de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt. [Voor Crew Cab modellen] •...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-93 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Verankeringen boven en onder voor ISOFIX kinderzitjes (Crew Cab Model) De buitenste zitplaatsen achterin zijn voorzien van bevestigingspunten voor ISOFIX kinderzitjes. WARNING WAARSCHUWING • Bevestigingspunten van baby- en kinderzitjes zijn niet bestand tegen een zwaardere belasting dan dat van een correct geplaatst zitje.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-94 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Harnasverankeringen De harnasverankering voor het kinderzitje bevindt zich achteraan de achterbank. CAUTION OPGELET • Bevestig de harnashaak niet rechtstreeks via het verankeringspunt achter de centrale Top tether anchorage zitplaats.
Pagina 245
• Volg nauwgezet de montage-instructies om een kinderzitje te bevestigen. • Een defecte veiligheidsgordel kan uw kind niet vrijwaren van ernstig of dodelijk letsel. Laat een defecte veiligheidsgordel meteen repareren door uw Isuzu- dealer. Gebruik nooit een kinderzitje met een defecte veiligheidsgordel.
Pagina 246
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-96 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Inbouwprocedure Kinderzitje met ISOFIX harnasverankering Procedure nr. 1) → 5) Kinderzitje zonder ISOFIX harnasverankering Procedure nr. 1) → 2) WARNING WAARSCHUWING • Controleer bij gebruik van een ISOFIX verankering onder/ISOFIX harnasverankering of uw i-Size/ISOFIX kinderzitje voldoet aan UN (ECE) R44 of UN (ECE) R129.
Pagina 247
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-97 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK CAUTION OPGELET • Installeer geen kinderzitje op de centrale zitplaats. 3. Voer de harnasgordel door de verankering van buiten naar binnen toe. 4. Bevestig de haak aan de verankering achter de centrale zitplaats.
Pagina 248
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-98 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK CAUTION OPGELET • Bevestig de harnashaak niet rechtstreeks via het verankeringspunt achter de centrale zitplaats. • De harnasverankering dient om een kinderzitje te installeren. Maak er niets anders aan vast. Kinderzitje verwijderen Kinderzitje met ISOFIX harnasverankering Procedure nr.
Pagina 249
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-99 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK 3. Maak de veiligheidsgordel of de Seat belt ISOFIX ISOFIX verankeringen los om het kinderzitje te verwijderen. 4. Installeer de hoofdsteun. Lock button...
Pagina 250
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-100 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Veiligheidsgordel met voorspanner en SRS airbagsysteem Een veiligheidsgordel met voorspanner en SRS airbagsysteem treden in werking bij een botsing waarvan de impact een bepaald niveau overschrijdt. Neem de volgende punten in acht om te voorkomen dat u en uw passagiers ernstig of dodelijk letsel oplopen als gevolg van impacts die het resultaat zijn van de werking van de veiligheidsgordel met voorspanner en de airbag.
Pagina 251
WARNING WAARSCHUWING • Doen de volgende omstandigheden zich voor, dan is er een fout opgetreden. Laat uw voertuig zo spoedig mogelijk nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. - Als het SRS airbagwaarschuwingslampje niet oplicht met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON"...
Pagina 252
WAARSCHUWING (vervolg) • In de volgende gevallen zijn speciale voorzorgsmaatregelen nodig. Neem contact op met uw Isuzu-dealer alvorens het volgende te doen. Wanneer dit wordt nagelaten, kan dit tot gevolg hebben dat de veiligheidsgordel met voorspanner en airbag onvoorzien geactiveerd worden, waardoor de veiligheidsgordel onverwachts wordt aangespannen of de airbag plotseling wordt opgeblazen en letsel aan de inzittende wordt toegebracht.
ADVICE ADVIES • De veiligheidsgordel met voorspanner kan niet opnieuw worden gebruikt wanneer deze eenmaal tijdens een botsing geactiveerd is. De veiligheidsgordel moet onmiddellijk vervangen worden door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
Pagina 254
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-104 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK NOTE OPMERKING • Ook als de gordelspanner niet werkt, functioneert de veiligheidsgordel nog als een normale veiligheidsgordel (met noodblokkeerfunctie). • De gordelspanner produceert een geluid op het moment dat die de veiligheidsgordel aanspant.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-105 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Aanvullend beveiligingssysteem (SRS) airbag De airbags worden geactiveerd bij een frontale of laterale botsing met een zekere impact. Samen met de veiligheidsgordels met gordelspanners voorin helpen ze de impact op het lichaam verdelen en verminderen.
Pagina 256
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-106 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Activering van een SRS airbag Beschrijving Frontairbag (bestuurderszijde) Frontairbag (passagierszijde) Knie-airbag (bestuurderszijde) Zijairbag Gordijnairbag Centrale zijairbag (indien aanwezig)
Pagina 257
• De voorruit kan ook worden beschadigd door de activering van de frontairbags. • De airbag kan niet opnieuw worden gebruikt nadat die is geactiveerd. Laat deze onmiddellijk vervangen door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. ADVICE ADVIES • Het activeren van een airbag gaat gepaard met lawaai en witte rook die evenwel niet door brand ontstaat.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-108 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer en hoe de veiligheidsgordel met voorspanner en het SRS airbagsysteem in werking treden De veiligheidsgordel met voorspanner en het airbagsysteem worden geactiveerd in het geval het voertuig bij een frontale of laterale botsing een impact ontvangt die een bepaald niveau overschrijdt.
Pagina 259
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-109 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Bij een zijdelingse aanrijding met Wanneer worden de veiligheidsgordel met voorspanner een bepaald impactniveau of hoger en de zijairbags geactiveerd? WARNING WAARSCHUWING • Onmiddellijk nadat de airbag is opgeblazen, wordt het metalen gedeelte dat de airbag opblaast heet.
Pagina 260
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-110 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de frontairbags waarschijnlijk niet geactiveerd? In de volgende gevallen is de kans klein dat de veiligheidsgordel met voorspanner en de frontairbags geactiveerd worden, ook als deze in orde zijn. Wanneer het voertuig tegen een paal of Wanneer het voertuig onder een boom botst...
Pagina 261
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-111 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de zijairbags waarschijnlijk niet geactiveerd? In de volgende gevallen is de kans klein dat de veiligheidsgordel met voorspanner en de zijairbags geactiveerd worden, ook als deze in orde zijn. Wanneer het voertuig zijdelings tegen Wanneer het voertuig zijdelings een paal of boom botst...
Pagina 262
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-112 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK In welke andere gevallen dan bij een botsing worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de frontairbags geactiveerd? • Wanneer het voertuig in een gat of gleuf in de weg valt •...
Pagina 263
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-113 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de frontairbags niet geactiveerd? In de volgende gevallen worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de frontairbags niet geactiveerd, ook als deze in orde zijn. Wanneer het voertuig langs achteren Wanneer het voertuig in de flank wordt wordt aangereden...
Pagina 264
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-114 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de zijairbags niet geactiveerd? In de volgende gevallen worden de veiligheidsgordel met voorspanner en de zijairbags niet geactiveerd, ook als deze in orde zijn. Wanneer het voertuig frontaal tegen Wanneer het voertuig langs achteren een geparkeerd/stilstaand voertuig...
Pagina 265
Neem contact op met uw Isuzu-dealer. • Wanneer een airbag wordt opgeruimd, is speciale behandeling vereist. Neem contact op met uw Isuzu-dealer voor het afdanken van een voertuig uitgerust met een SRS airbagsysteem. CAUTION OPGELET •...
Pagina 266
Als echter restanten (gas en dergelijke) in uw ogen en op uw huid terecht zijn gekomen, moeten die zo spoedig mogelijk met water worden afgespoeld. Bij personen met een gevoelige huid kan irritatie ontstaan maar dit is zeldzaam. • Airbags die werden geactiveerd, kunnen niet opnieuw worden gebruikt. Laat deze door uw Isuzu-dealer vervangen.
Pagina 267
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-117 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer werkt een SRS airbag optimal? WARNING WAARSCHUWING • Stel voor u gaat rijden uw zetel in de juiste rijpositie af en draag de veiligheidsgordel op correcte wijze. Ga niet dichter bij het stuur zitten dan nodig is en leun er niet overheen.
Pagina 268
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-118 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK WAARSCHUWING (vervolg) • Als het stuurwiel wordt vervangen door een stuurwiel dat niet- standaard is of een sticker op het stuurwielkussen wordt geplakt, bestaat het gevaar dat het systeem Sticker niet functioneert of dat de sticker eraf vliegt wanneer het systeem...
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-119 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Wanneer u een kind in het voertuig meeneemt WARNING WAARSCHUWING • Neem de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer een kind in het voertuig meerijdt. Anders kan het kind dodelijk gewond raken door de impact van een airbag die wordt opgeblazen.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-120 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Behandeling van een SRS airbag WARNING WAARSCHUWING • De airbag niet verwijderen of demonteren. Dit kan een defect of onvoorziene activering veroorzaken. • Niets in de buurt van de airbag plaatsen. U kunt letsel oplopen wanneer een voorwerp door de opblaaskracht van een airbag rondgeslingerd wordt.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-121 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK AAN/UIT-schakelaar voorpassagiersairbag Met deze AAN/UIT-schakelaar kan de frontairbag en zijairbag aan de kant van de voorpassagier worden uitgeschakeld. De AAN/UIT-schakelaar van de voorpassagiersairbag moet "UIT" worden gezet wanneer een naar achteren gericht kinderzitje op de voorpassagierszetel wordt geplaatst.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-122 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Controlelampje voorpassagiersairbag AAN/ Controlelampje voorpassagiersairbag UIT Het controlelampje voorpassagiersairbag AAN en het controlelampje voorpassagiersairbag UIT bevinden zich onderaan in het midden van het dashboard. Het controlelampje voorpassagiersairbag Passenger side Passenger side AAN en het controlelampje SRS airbag OFF...
Pagina 273
De status van de voorpassagiersairbag in de onderstaande tabel kan worden gecontroleerd aan de hand van het controlelampje dat oplicht. Neem onmiddellijk contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje voorpassagiersairbag AAN of controlelampje voorpassagiersairbag UIT niet goed werkt.
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-124 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Voorpassagiersairbag uitschakelen NOTE OPMERKING • Bedien de schakelaar met de power mode op "OFF” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "LOCK" (modellen zonder passive entry and start system).
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-125 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK Voorpassagiersairbag inschakelen NOTE OPMERKING • Bedien de schakelaar met de power mode op "OFF” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "LOCK" (modellen zonder passive entry and start system).
Pagina 276
HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET 3-126 HANDELINGEN EN AFSTELLINGEN VOOR HET VERTREK...
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN MOTOR STARTEN EN STOPPEN INSTRUMENTEN, WAARSCHUWINGS- 4-13 LAMPJES EN CONTROLELAMPJES 4-111 SCHAKELAARS 4-143 RIJBEDIENINGSORGANEN...
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Motor starten Zorg ervoor dat de schakelaars, zoals die van de voorruitenwissers, verlichting en airconditioning, in de stand "OFF" staan. Zet de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system) om te controleren of de waarschuwings- en controlelampjes normaal oplichten en er voldoende brandstof in de tank zit.
Pagina 281
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN CAUTION OPGELET [Modellen met manuele versnellingsbak] • Trek de handrem stevig aan nadat u in de bestuurderszetel plaats hebt genomen en vooraleer de motor te starten. Trap bij het starten van de motor ook het koppelingspedaal in en zorg ervoor dat de schakelpook in vrijloop staat. •...
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Modellen met Passive Entry and Start System 1. Controleer of de handremhendel stevig is aangetrokken. Controleer bij een voertuig met manuele versnellingsbak of de schakelpook in de stand "N" staat en trap het koppelings- en rempedaal volledig in. Controleer bij een voertuig met automatische versnellingsbak of de versnellingshendel in de stand "P"...
Pagina 283
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPMERKING (vervolg) • De startmotor werkt maximaal 20 seconden lang. • De power mode wordt op “ON” gezet wanneer de motor start. [Motorstart is vertraagd] • Het voorgloeicontrolelampje licht op wanneer de motor koud is. Het starten wordt dan vertraagd tot de gloeibougies voldoende warm zijn.
Pagina 284
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPMERKING (vervolg) • De motor start of stopt mogelijk niet met een korte druk op de startknop. • De motor start mogelijk niet meteen wanneer hij binnen een korte tijdspanne herhaaldelijk werd gestart en gestopt. Wacht in dat geval minstens 10 seconden alvorens u de motor opnieuw probeert te starten.
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Modellen zonder Passive Entry and Start System 1. Controleer of de handremhendel stevig is aangetrokken. Controleer bij een voertuig met manuele versnellingsbak of de schakelpook in de stand "N" staat en trap het koppelings- en rempedaal volledig in. Controleer bij een voertuig met automatische versnellingsbak of de versnellingshendel in de stand "P"...
Pagina 286
4-10 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Opwarmsysteem Deze wagen is uitgerust met een opwarmsysteem. Dit systeem verhoogt automatisch het stationair toerental om de motor op te warmen en de verwarming sneller te laten werken wanneer de motor wordt gestart in koud weer (buitentempreatuur van ong.
4-11 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Motor stoppen Modellen met Passive Entry and Start System 1. Breng de wagen volledig tot stilstand en zet de handrem op. Zet de schakelpook van voertuigen met manuele versnellingsbak in vrijloop. Zet de versnellingshendel van voertuigen met automatische versnellingsbak in de stand "P".
Pagina 288
4-12 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Modellen zonder Passive Entry and Start System 1. Breng de wagen volledig tot stilstand en zet de handrem op. Zet de schakelpook van voertuigen met manuele versnellingsbak in vrijloop. Zet de versnellingshendel van voertuigen met automatische versnellingsbak in de stand "P".
Pagina 289
4-13 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN INSTRUMENTEN, WAARSCHUWINGSLAMPJES EN CONTROLELAMPJES ● Aflezen van de instrumenten (Overzicht van de instrumenten) 4-14 ● Toerenteller 4-15 ● Snelheidsmeter 4-15 ● Kilometerteller en dagteller 4-16 ● Koelvloeistoftemperatuurmeter 4-17 ● Brandstofmeter 4-18 ● Overzicht van de waarschuwings- en controlelampjes 4-20 ●...
Pagina 290
4-14 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Aflezen van de instrumenten (overzicht van de instrumenten) Naam Zie pagina Naam Zie pagina Toerenteller 4-15 Brandstofmeter 4-18 Snelheidsmeter 4-15 Koelvloeistof- 4-17 temperatuurmeter Kilometerteller 4-16 Dagteller 4-16 Multi-infodisplay (MID) 4-26...
Pagina 291
4-15 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Toerenteller De toerenteller geeft het motortoerental in toeren per minuut (t/min) aan. ("1" op de schaal staat voor 1.000 t/min.) De rode zone geeft gevaarlijk hoge motortoerentallen aan die niet zijn toegestaan. Rij nooit met de naald van de toerenteller in de rode zone.
Pagina 292
4-16 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Kilometerteller en dagteller Kilometerteller De totale afstand die door uw voertuig is afgelegd, wordt aangegeven in km of mijl. Multi-infodisplay (MID) → Zie pagina 4-26 Odometer Dagteller Trip meter Gebruik de dagteller voor het meten van de afstand tussen bepaalde punten of de afstand die gedurende een bepaalde periode is afgelegd.
4-17 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Koelvloeistoftemperatuurmeter Met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON" (modellen zonder Passive Safety Entry and Start System), geeft deze meter zone de temperatuur van de koelvloeistof aan. "C"...
Pagina 294
4-18 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Brandstofmeter Met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON" (modellen zonder Passive Entry and Start System), geeft deze meter aan hoeveel brandstof er nog in de tank zit. "F"...
Pagina 295
4-19 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Brandstofpeilwaarschuwingslampje Wanneer de brandstoftank bijna leeg is, licht het waarschuwingslampje op en verschijnt er een melding op het MID gedurende ong. 5 seconden. ADVICE ADVIES Waarschuwingsmelding • Als de brandstoftank van uw English Turkish voertuig leeg is gereden, moet een ontluchtingsprocedure worden gevolgd.
Pagina 296
"ON" (modellen zonder passive entry and start system) wordt gezet, licht het waarschuwingslampje op. Na het starten van de motor dooft het lampje binnen enkele seconden. Indien het lampje niet oplicht of dooft, is er mogelijk iets mis. Laat uw voertuig nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Werkings- Symbool Naam...
"ON" (modellen zonder passive entry and start system) wordt gezet, licht het controlelampje op. Na het starten van de motor dooft het lampje binnen enkele seconden. Indien het lampje niet oplicht of dooft, is er mogelijk iets mis. Laat uw voertuig nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Werkings- Symbool Naam...
Pagina 300
4-24 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werkings- Symbool Naam Zie pagina controle ESC OFF controlelampje 4-80 BSM OFF controlelampje 4-81 Waarschuwingslampje parkeerhulpsysteem UIT 4-82 4WD controlelampje 4-84 4WD Low controlelampje 4-84 Controlelampje Hill Descent Control 4-84 Controlelampje vrijloopstopsysteem 4-85 Waarschuwingslampje vrijloopstopsysteem UIT 4-86 DPD-regeneratiecontrolelampje 4-88...
4-25 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Verlichting centraal display Met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON" (modellen zonder Passive Entry and Start System), wordt de verlichting automatisch geregeld volgens de lichtsterkte in de wagen. De basisinstelling is "Automatic".
Pagina 302
4-26 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Multi-infodisplay (MID) Het MID op het instrumentenbord kan de Multi-information display (MID) volgende informatie weergeven. Schermgrote weergave: • Waarschuwingsinfo • Bedieningsinfo • Instelscherm Weergavezone 1: • Klok • Kalender • Buitentemperatuur Display area 1 Display area 2 •...
4-27 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Startscherm en onderhoudsherinnering Met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON" (modellen zonder Passive Entry and Start System), verschijnt het animatiescherm van het MID en worden de startcontroles uitgevoerd.
Pagina 304
4-28 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Engels Is de afstand voor een onderhoudsherinnering bijna bereikt, dan verschijnt de onderhoudsherinnering op het MID. Turks...
Pagina 305
4-29 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Navigatiebalk Basisfuncties en de navigatiebalkschermen worden weergegeven. Wanneer een pictogram op de navigatiebalk wordt geselecteerd met de rechterschakelaar MID en de linkerschakelaar MID, verschijnt de informatie in de onderstaande tabel op het MID-scherm voor elk pictogram. Pictogram Beschrijving Pagina...
Pagina 306
4-30 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Pictogram Beschrijving Pagina Vehicle drive status display 4-38 Settings display 4-39 NOTE OPMERKING • Het pictogram voor "Settings" verschijnt alleen weergegeven bij stilstand. • Een navigatiebalk verschijnt wanneer de MID-schakelaar links of rechts wordt ingedrukt. Het pictogram van de huidige weergave licht helder op in de navigatiebalk.
Pagina 307
4-31 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Operation-Related Information Display (Trip Meter A/B) NOTE OPMERKING • De waarden van "Operation-Related Information Display" kunnen worden gereset door de MID mode bevestigingsschakelaar ingedrukt te houden. Display Beschrijving Gebruik de dagteller voor het meten van de afstand tussen bepaalde punten of de afstand die gedurende een bepaalde periode is afgelegd.
Pagina 308
4-32 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Eco Graph Display Toont het brandstofverbruik en de gaspedaalpositie tijdens het rijden. Display Beschrijving Weergave van het actuele Het actuele brandstofverbruik wordt brandstofverbruik weergegeven Gemiddeld brandstofverbruik sinds Historiek van het gemiddeld tanken brandstofverbruik om de 10 minuten. Instant gaspedaalpositie De actuele gaspedaalpositie wordt weergegeven.
4-33 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Exhaust Gas Reduction System Status Display Weergave van informatie over de werkingsstatus van de uitlaatgaszuivering. Melding Taal Display-indicatie Beschrijving Engels Dit toont de afstand die nog kan worden afgelegd Autonomie met met de resterende ® resterend AdBlue ®...
Pagina 310
4-34 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Urea SCR Range Engels Dit toont de afstand die bij benadering nog kan worden afgelegd op basis van de ® resterende hoeveelheid AdBlue in de tank. Turks...
4-35 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Driving Support System Information Display Weergave van informatie over de voorligger en de rijstroken die worden gedetecteerd door de stereo camera. Het ELK waarschuwingsscherm verschijnt. Adaptive Cruise Control (ACC) Display Beschrijving Verschijnt wanneer een voorligger wordt Indicator voorligger gedetecteerd.
Pagina 312
4-36 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Emergency Lane Keeping (ELK) Display Beschrijving ELK waarschuwingsscherm Dit toont de werkingsstatus van ELK.
Pagina 313
4-37 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Illumination Mode Wanneer het lichtsterkte-pictogram wordt English Turkish geselecteerd in de navigatiebalk, verschijnt "Illumination mode" op het MID scherm. "Illumination mode" kan worden ingesteld door op de bevestigingsschakelaar MID te drukken. Meters en MID kunnen apart worden ingesteld op zes helderheidsniveaus.
4-38 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Vehicle Drive Status Display Toont de rijstatus van het voertuig. Display-indicatie Beschrijving Wanneer "2H (2WD)” wordt geselecteerd met de 4WD schakelaar, verschijnt "2H" op het MID. Wanneer 4H (4WD high) wordt geselecteerd met de 4Wd-schakelaar. verschijnt "4H" op het MID. Wanneer 4L (4WD low) wordt geselecteerd met de 4WD-schakelaar, verschijnt "4L"...
4-39 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Settings (Meter Settings) Wanneer het settings-pictogram wordt English Turkish geselecteerd in de navigatiebalk, verschijnt "Settings" op het MID scherm. "Settings" kan worden ingesteld door op de bevestigingsschakelaar MID te drukken. De instellingen van het instrumentenbord kunnen worden gewijzigd. Wanneer een item wordt bevestigd of "END"...
4-40 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Taal De volgende talen kunnen worden geselecteerd. Display-indicatie Engels Thais Spaans Arabisch Portugees Duits Frans Russisch Italiaans Maintenance Settings Voor de volgende items kan een onderhoudsherinnering worden ingesteld, samen met de kilometerstand waarbij dit moet gebeuren. De kilometerstand voor onderhoudsherinneringen kan worden ingesteld per 1.000 km.
Pagina 317
4-41 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Wanneer u "OFF" selecteert in het instelscherm voor de onderhoudsinterval, verschijnen er geen meldingen. • Wanneer er nog 1000 km (600 mijl) rest tot de onderhoudsinterval is bereikt, wordt de betreffende melding ong. 3 seconden weergegeven wanneer de power mode op "ON”...
4-42 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Meter settings (Customize) De volgende items kunnen worden ingesteld via "Customize": Display-indicatie Enable Animation screen Stand by animation Disable Clock Kalender Outside temperature Left Speedometer Range Odometer Clock Calendar Outside temperature Top screen items Center Speedometer Range Odometer Clock...
4-43 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Display-indicatie Current and recommend Gear position indicator Current only Optional display settings Enable Phone call Disable Meter settings (Clock) De tijd en het tijdformaat kunnen worden ingesteld. Volg onderstaande procedure om de tijd in te stellen. 1.
4-44 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Meter settings (Calendar) De datum en het datumformaat kunnen worden ingesteld. Volg onderstaande procedure om de datum in te stellen. 1. Stel YY-MM-DD (jaar-maand-dag), DD-MM-YY(dag-maand-jaar) or MM-DD-YY (maand-dag-jaar) in als datumformaat. 2. Het instelbare item knippert. Druk één keer op de dagtellerknop om te selecteren en hou die ingedrukt om te bevestigen.
Pagina 321
4-45 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Illumination mode De volgende items kunnen worden ingesteld via Illumination mode: Display-indicatie High Automatic Normal Manual — NOTE OPMERKING • De standaardinstelling is "Normal" bij "Automatic". • In de stand "High" van “Automatic” wordt de helderheid geregeld met hoge gevoeligheid.
4-46 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Settings (User Customization Function) Wanneer het settings-pictogram wordt English Turkish geselecteerd in de navigatiebalk, verschijnt "Settings" op het MID scherm. "Settings" kan worden ingesteld door op de bevestigingsschakelaar MID te drukken. De instellingen van de personaliseringsfunctie kunnen worden gewijzigd.
Pagina 323
4-47 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Display-indicatie Pagina Radio ON Communicatiemodus 3-26 Radio OFF Enable Walk away lock 3-35 Disable Passive Entry and Start System Enable Walk away lock chime 3-35 Disable Enable Welcome light 3-27 Disable Auto light sensitivity 4-119 Enable Headlight battery saver 4-121 Disable...
Pagina 324
4-48 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Driving support settings De volgende items kunnen worden gewijzigd. Display-indicatie Pagina Enable Traffic sign display 4-288 Disable Visual and audible Speed warning Visual only 4-288 Traffic sign recognition 2 km/h (1 MPH) Warning threshold 5 km/h (3 MPH) 4-288 10 km/h (6 MPH) Enable...
Pagina 325
Vervolgens dooft het na een paar seconden. Indien het niet oplicht of dooft, is er mogelijk iets mis. Laat uw voertuig nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. ADVICE ADVIES • Plaats geen drankjes ter hoogte van het head up display. Indien er water...
Pagina 326
4-50 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwings- en controlelampjes Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje voorzetels Dit waarschuwingslampje licht op wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder of voorpassagier niet is vastgeklikt met de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system).
4-51 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje tweede zetelrij Modellen voor Europa en Israël Dit waarschuwingslampje licht op wanneer de veiligheidsgordel van de passagier niet is vastgeklikt met de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system).
Pagina 328
4-52 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Behalve modellen voor Europa en Israël Indien één van de veiligheidsgordels op de tweede zetelrij niet wordt gebruikt wanneer de power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system) wordt gezet, licht het waarschuwingslampje op gedurende ongeveer 60 seconden.
WARNING WAARSCHUWING • Doen de volgende omstandigheden zich voor, dan is er een fout opgetreden. Laat uw voertuig zo spoedig mogelijk nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. - Als het SRS airbagwaarschuwingslampje niet oplicht met de power mode op "ON" (modellen met Passive Entry and Start System) of het contact op "ON"...
• Als het remsysteemwaarschuwingslampje oplicht terwijl de motor draait, moet u het voertuig onmiddellijk op een veilige plaats buiten het verkeer parkeren en onmiddellijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor inspectie. • Stop het voertuig meteen op een veilige plaats en neem contact op met uw Isuzu-dealer wanneer het ABS waarschuwingslampje en remsysteemwaarschuwingslampje blijven branden.
4-55 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Handremwaarschuwingslampje Dit waarschuwingslampje licht op wanneer de handrem wordt aangetrokken. CAUTION OPGELET • Het feit dat het waarschuwingslampje brandt betekent niet noodzakelijk dat de handrem voldoende stevig is aangetrokken. De handremhendel moet voldoende aangetrokken en vergrendeld worden. •...
Dit kan resulteren in een ongeluk. • Als het ABS waarschuwingslampje niet dooft of bij herhaling dooft, het voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer laten inspecteren/ repareren. • Ook als er zich in het ABS een probleem heeft voorgedaan, zullen de remmen nog als normale remmen blijven werken.
ESC werkt niet wanneer het ESC waarschuwingslampje brandt maar wanneer het ESC waarschuwingslampje dooft nadat een tijdje is gereden, werkt ESC opnieuw. Blijft het ESC echter branden, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Elektronische stabiliteitscontrole (ESC) → Zie pagina 4-164 Hill Descent Control →...
• Als het motoroliedrukwaarschuwingslampje oplicht terwijl de motor draait, kan het smeersysteem defect zijn. Laat uw voertuig onmiddellijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer inspecteren. Motorolie → Zie pagina 6-22 Motoroliewaarschuwingslampje Dit waarschuwingslampje licht op wanneer het motoroliepeil te laag is of de motorolie moet worden ververst.
4-59 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Motoroververhittingwaarschuwingslampje Het waarschuwingslampje licht op English Turkish wanneer de motor oververhit raakt. Raakt de motor oververhit, dan geeft de koelvloeistoftemperatuurmeter “H” aan, licht het waarschuwingslampje op en weerklinkt de zoemer. Breng het voertuig onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand, controleer het voertuig en neem de nodige maatregelen.
4-60 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Onderhoudsherinnering Engels Indien de ingestelde onderhoudsherinneringsafstanden bijna zijn bereikt, verschijnt de onderhoudsherinnering op het MID wanneer de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive Turks entry and start system) wordt gezet.
4-61 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Schakelindicator (GSI) Model met manuele versnellingsbak De schakelindicator geeft aan wanneer het best wordt geschakeld om zuinig te rijden. Naast de huidige versnelling op het instrumentarium, wordt ook de versnelling aangegeven waarin zuiniger kan worden gereden. Gear shift indicator (GSI) CAUTION OPGELET...
Display Beschrijving Shift indicator Parkeren Achteruit Neutraal Rijden (automatisch) M1 - M6 Rijden (manueel) Geen Schakelen weergave Storing ADVICE ADVIES • Verschijnt "-" met tussenpozen, laat dan uw voertuig zo spoedig mogelijk inspecteren door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
ADVIES • Als dit waarschuwingslampje oplicht terwijl de motor draait, het voertuig onmiddellijk op een veilige plaats buiten het verkeer parkeren en onmiddellijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor inspectie. Veiligheidsgordels → Zie pagina 6-50 Behandeling van de batterij → Zie...
Laat het systeem zo snel mogelijk nakijken door uw Isuzu-dealer, ook al kunt u nog rijden en hoeft het voertuig niet te worden gesleept. Indien u blijft rijden zonder het voertuig te laten nakijken, kan het emissieregelsysteem worden beschadigd.
4-65 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Onderhoudscontrolelampje Als dit controlelampje oplicht tijdens het rijden, onmiddellijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor inspectie. Waterafscheiderwaarschuwingslampje Het waterafscheiderwaarschuwingslampje licht op wanneer het water in de waterafscheider moet worden afgetapt. Tap het water af zoals beschreven onder "Water in het brandstoffilter aftappen"...
ADVICE ADVIES • Als dit waarschuwingslampje knippert, moet u de automatische versnellingsbak zo spoedig mogelijk laten inspecteren door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Terwijl het waarschuwingslampje knippert, kan de computer de transmissie in noodmodus laten werken. Waarschuwingslampje automatische-transmissievloeistoftemperatuur Model met automatische...
Wanneer dit waarschuwingslampje blijft branden, is het 4WD-systeem defect. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. CAUTION OPGELET • Als het CHECK 4WD waarschuwingslampje niet dooft of herhaaldelijk oplicht, het voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer laten inspecteren/repareren.
4-68 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Ijzelwaarschuwingslampje Dit waarschuwingslampje licht op wanneer English Turkish de buitentemperatuur laag is en er kans is op ijzelvorming. Er verschijnt dan ook een melding op het MID gedurende ongeveer 5 seconden. Doordat indicatie is gebaseerd op de buitentemperatuur die wordt gedetecteerd door de buitentemperatuursensor en niet op de temperatuur van het wegdek, is...
4-69 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje laag brandstofpeil Wanneer de brandstoftank bijna leeg is terwijl de motor draait, licht het waarschuwingslampje op en verschijnt er een melding op het MID gedurende ong. 5 seconden. Waarschuwingsmelding English Turkish ADVICE ADVIES • Als het brandstofwaarschuwingslampje oplicht, moet u zo snel mogelijk tanken. •...
Wanneer er iets fout is met de LED- koplampen, licht het waarschuwingslampje op en verschijnt er een melding op het MID gedurende ong. 5 seconden. Laat uw voertuig nakijken door de Waarschuwingsmelding dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. English Turkish English Turkish NOTE OPMERKING •...
Wanneer er iets mis is met de achterlichten, verschijnt de waarschuwingsmelding op het English Turkish MID gedurende ong. 5 seconden. Laat uw voertuig nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. English Turkish Waarschuwingslampje defect achtermistlicht Waarschuwingsmelding Wanneer er iets mis is met het...
Dit waarschuwingslampje licht ook Waarschuwingsmelding op wanneer er iets mis is met het (waarschuwingslampje en botswaarschuwingslampje. controlelampje) Raadpleeg de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer wanneer dit waarschuwingslampje oplicht. English Turkish Dit waarschuwingslampje licht op samen met de volgende controlelampjes om aan te geven dat er iets mis is met het voertuig.
4-73 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje “deur open” Het deurwaarschuwingslampje licht op als een deur niet goed is gesloten wanneer de power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system) wordt gezet. Waarschuwingsmelding Bij modellen met MID verschijnt tegelijkertijd deze melding op het display.
ADVICE ADVIES • Als het waarschuwingslampje bij herhaling of permanent oplicht, het voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer laten inspecteren/ repareren. Passive Entry and Start System → Zie pagina 3-20 Waarschuwingslampje sperdifferentieel achter...
Licht dit lampje op, breng dan de auto op een veilige plaats tot stilstand en start de motor opnieuw. Licht het waarschuwingslampje nog altijd op, laat dan uw voertuig zo spoedig mogelijk inspecteren door de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. CAUTION OPGELET • Wanneer dit waarschuwingslampje...
4-76 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Richtingaanwijzercontrolelampje Deze lampjes knipperen wanneer een richtingaanwijzer wordt bediend met de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system). Beide lampjes knipperen wanneer de waarschuwingsknipperlichten worden ingeschakeld ongeacht de power mode (modellen met Passive Entry and Start...
4-77 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Grootlichtcontrolelampje Dit controlelampje licht op wanneer de grootlichten zijn ingeschakeld of wanneer wordt omgeschakeld tussen grootlicht en dimlicht (lichtsignaal). Lichtschakelaar → Zie pagina 4-117 Controlelampje antidiefstalsysteem Dit controlelampje licht op of knippert wanneer het antidiefstalsysteem in werking treedt.
4-78 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Voorgloeicontrolelampje Dit controlelampje licht op in de volgende gevallen en dooft wanneer de voorgloeibougie voldoende is opgewarmd: • Als de power mode op "ON" wordt gezet (modellen met passive entry and start system). • Als wordt geprobeerd de motor te starten (modellen met passive entry and start system).
4L (4WD low) wordt geselecteerd met de 4WD schakelaar. Wanneer dit controlelampje het volgende doet, werkt TCS mogelijk niet goed. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. • Wanneer het TCS OFF controlelampje oplicht tijdens het rijden (wanneer de ESC OFF schakelaar niet wordt bediend).
4WD schakelaar. Wanneer het ESC OFF controlelampje het volgende doet, werkt ESC mogelijk niet goed. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Wanneer het ESC OFF controlelampje oplicht tijdens het rijden (wanneer de ESC OFF schakelaar niet wordt bediend).
• Bij een storing in BSM of RCTA verschijnt de melding "Radar failure" ongeveer 5 seconden op het MID, waarna dit controlelampje en het hoofdwaarschuwingslampje tegelijkertijd oplichten. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. Waarschuwingsmelding Blind Spot Monitor (BSM) English Turkish →...
• Bij een storing in het parkeerhulpsysteem verschijnt de waarschuwing "Sonar failure" ongeveer 5 seconden op het MID, waarna dit controlelampje en het hoofdwaarschuwingslampje tegelijkertijd oplichten. Raadpleeg Waarschuwingsmelding in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. English Turkish Parkeerhulpsysteem → Zie pagina 4-208...
4-83 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje cruise control Dit controlelampje licht wit op wanneer de cruisecontrol-hoofdschakelaar wordt ingedrukt. Dit controlelampje licht groen op wanneer de cruisecontrol-instelschakelaar wordt ingedrukt. Wanneer de cruise control van modellen English Turkish met stereo camera automatisch wordt uitgeschakeld, wordt dit controlelampje wit in plaats van groen nadat de melding "Cruise control canceled"...
4-84 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje manuele snelheidsbegrenzer Dit controlelampje licht wit op wanneer de manuele snelheidsbegrenzer wordt ingesteld. Dit controlelampje licht groen op wanneer de manuele snelheidsbegrenzer werkt. Manual Speed Limiter (MSL) → Zie pagina 4-289 4WD controlelampje Wanneer "4H (4WD high)" of "4L (4WD low)”...
4-85 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje vrijloopstopsysteem Wanneer de motor wordt afgezet door het vrijloopstopsysteem, licht dit controlelampje op en dooft het nadat de motor is gestart. Dit controlelampje knippert enkele seconden in de volgende omstandigheden en de motor wordt automatisch weer gestart.
Doet het controlelampje vrijloopstopsysteem UIT het volgende, dan is het vrijloopstopsysteem of een gerelateerd systeem mogelijk defect. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. • Wanneer het controlelampje vrijloopstopsysteem UIT knippert en de waarschuwingszoemer niet werkt. • Wanneer het controlelampje vrijloopstopsysteem UIT blijft branden met de power mode op "ON"...
4-87 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje automatische grootlichten Dit controlelampje licht op wanneer Automatic High Beam (automatische grootlichten) werkt. Automatic High Beam (AHB) → Zie pagina 4-333 Controlelampje autonoom noodremsysteem UIT Dit controlelampje licht op wanneer Autonomous Emergency Braking (autonoom noodremsysteem) werkt. Dit lampje gaat ook in de volgende gevallen branden.
4-88 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje rijstrookwaarschuwing UIT Dit controlelampje licht op wanneer Lane Departure Warning (LDW) (rijstrookwaarschuwing) werkt. Rijstrookwaarschuwing (LDW) → Zie pagina 4-297 Controlelampje rijstrookpreventie UIT Dit controlelampje licht op wanneer Emergency Lane Keeping (ELK) (rijstrookpreventie) werkt. Rijstrookpreventie (ELK) →...
4-89 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje open motorkap Engels Deze melding verschijnt wanneer de motorkap is geopend of niet volledig gesloten. Turks Waarschuwingslampje “lichten aan” Engels Deze melding verschijnt op het display wanneer de lichten zijn ingeschakeld en de volgende voorwaarden zijn vervuld. •...
Pagina 366
4-90 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje “sleutel in contact” Engels Bij modellen zonder passive entry and start system verschijnt deze melding op het display wanneer het contact op "ACC" of "LOCK" wordt gezet en de bestuurdersdeur wordt geopend terwijl de sleutel nog in het contactslot zit.
4-91 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje “geen elektronische sleutel” Modellen met Passive Entry and Start System English Turkish Deze melding verschijnt in de volgende gevallen. • Bij een poging om een ontgrendelde deur te vergrendelen met de elektronische sleutel niet binnen het werkingsbereik voor het vergrendelen/ ontgrendelen van de deuren.
Pagina 368
4-92 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje “stuurslot vergrendeld” Engels Modellen met Passive Entry and Start System Deze melding verschijnt als het stuurslot niet is ontgrendeld nadat de startknop is ingedrukt. Er weerklinkt dan een waarschuwingszoemer en het controlelampje van de startknop knippert Turks groen.
4-93 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Schakelstandwaarschuwingslampje Model met manuele versnellingsbak Modellen met Passive Entry and Start System Engels Deze melding verschijnt in de volgende gevallen. • Als de elektronische sleutel buiten de wagen wordt gebracht en de deuren worden gesloten met power mode op "OFF"...
4-94 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Engels Turks Uitschakelwaarschuwingslampje Engels Modellen met Passive Entry and Start System Deze melding verschijnt op het display als wordt geprobeerd de deuren te vergrendelen met de vergrendeltoets op de handgreep of de elektronische sleutel met power mode op “ON” of “ACC”. De deuren worden niet vergrendeld.
Pagina 371
4-95 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje “batterij elektronische sleutel bijna leeg” Engels Modellen met Passive Entry and Start System Deze melding verschijnt als de power mode van "ON" op "OFF" (of "ACC") wordt gezet met lage batterijspanning van de elektronische sleutel. De waarschuwingszoemer weerklinkt dan.
ADVICE ADVIES • Als het waarschuwingslampje bij herhaling of permanent oplicht, het voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer laten inspecteren/ repareren. NOTE OPMERKING • Als deze melding verschijnt, werkt het passive entry and start system niet.
“sleutel in contact” licht op. ADVICE ADVIES • Als het waarschuwingslampje bij herhaling of permanent oplicht, het voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer laten inspecteren/ repareren. Passive Entry and Start System → Zie pagina 3-20 Waarschuwingslampje "sleutel in contact"...
Pagina 374
“sleutel in contact” licht op. ADVICE ADVIES • Als het waarschuwingslampje bij herhaling of permanent oplicht, het voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer laten inspecteren/ repareren. Passive Entry and Start System → Zie pagina 3-20 Waarschuwingslampje "sleutel in contact"...
4-99 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Accessory Mode-controlelampje Model met manuele versnellingsbak Modellen met Passive Entry and Engels Start System Deze melding verschijnt op het display met de power mode op "ACC". De waarschuwingszoemer werkt als de bestuurdersdeur wordt geopend met de power mode op “ACC”.
Pagina 376
4-100 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje “motor starten met lege batterij van de elektronische sleutel” Modellen met Passive Entry and Engels Start System Deze melding verschijnt op het display wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is. Passive Entry and Start System →...
Pagina 377
4-101 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Model met automatische versnellingsbak Engels Turks...
Pagina 378
4-102 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ® AdBlue -waarschuwingslampje Engels Deze melding verschijnt 5 seconden op het ® display wanneer AdBlue bijna op is en de resterende afstand tot de motor niet meer kan worden gestart minder wordt dan 2.400 Daarna verschijnt de melding 5 seconden Turks op het display wanneer de power mode op "ON"...
Pagina 379
4-103 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje "starten niet mogelijk" ® (AdBlue bijvullen) Engels Deze melding verschijnt op het display als ® de AdBlue tank leeg raakt tijdens het rijden ® ook al is "Fill up AdBlue " aangegeven. Wanneer de motor dan wordt afgezet, kan die niet opnieuw worden gestart.
Pagina 380
SCR-systeem defect raken. Laat het voertuig zo spoedig mogelijk controleren en repareren bij de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Waarschuwingslampje "starten niet mogelijk" ® (verkeerde AdBlue Engels Deze melding verschijnt op het display wanneer door wordt gereden ®...
SCR-systeem defect raken. Laat het voertuig zo spoedig mogelijk controleren en repareren bij de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. ® Waarschuwingslampje "starten niet mogelijk" (AdBlue systeem defect) Engels Deze melding verschijnt op het display wanneer door wordt gereden terwijl ®...
Pagina 382
4-106 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingszoemer Een waarschuwingszoemer weerklinkt in de volgende omstandigheden. Waarschuwing Zoemerpatroon Conditie Motoroververhitting Continue zoemtoon Wanneer de motor oververhit raakt. Sleutel in contact Wanneer de bestuurdersdeur wordt (modellen zonder Korte, herhaalde geopend terwijl de sleutel in het contact zit passive entry and zoemtonen en dit op "ACC"...
Pagina 383
4-107 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwing Zoemerpatroon Conditie • Als de bestuurdersdeur wordt geopend terwijl de motor automatisch is afgezet door het vrijloopstopsysteem. • Als de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgeklikt terwijl de Korte, herhaalde motor automatisch is afgezet door het zoemtonen vrijloopstopsysteem.
Pagina 384
4-108 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwing Zoemerpatroon Conditie Als de elektronische sleutel buiten de wagen wordt gebracht en de deuren Continu zoemtoon worden gesloten met power mode op (externe zoemer) "OFF" en de versnellingshendel in een andere stand dan "P" (met automatische versnellingsbak).
Pagina 385
4-109 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwing Zoemerpatroon Conditie Stuurslot Als er zich een storing voerdoet in het (modellen met passive Drie zoemtonen stuurslot wanneer de startknop wordt entry and start (interne zoemer) ingedrukt. system) Accessory mode Korte herhaalde (modellen met passive Als de bestuurdersdeur wordt geopend zoemtonen entry and start...
Pagina 386
Korte, herhaalde snelheid met ongeveer 5 km/h (MSL/ISL) zoemtonen overschrijdt. ADVICE ADVIES • De waarschuwingszoemer werkt mogelijk niet als er een probleem is met het systeem. In dat geval moet het systeem geïnspecteerd worden. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
4-112 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Startknop (modellen met Passive Entry and Start System) Deze knop dient om de motor te starten/ stoppen en de power mode om te schakelen. Schakel de power mode om met een druk op de startknop zonder het rempedaal (modellen met automatische versnellingsbak) of koppelingspedaal (modellen met manuele versnellingsbak) in...
Pagina 389
• Raak de startknop niet aan met vuile handen (olie e.d.). • Mors geen drank of ander soort vloeistof over de startknop. Gebeurt dit toch, neem dan onmiddellijk contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Probeer een geblokkeerde startknop niet te bedienen maar neem onmiddellijk...
Pagina 390
• Als de startknop wordt ingedrukt terwijl de wagen stilstaat met de power mode op “OFF”, wordt het stuurwiel ontgrendeld. • Neem onmiddellijk contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als de startknop niet oplicht, ook al wordt de lichtschakelaar bediend.
4-115 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Contactslot (modellen zonder Passive Entry and Start System) WARNING WAARSCHUWING • Zet tijdens het rijden het contactslot nooit in de stand "LOCK". De sleutel kan dan uit het slot worden getrokken, waardoor het stuurwiel vergrendelt. Dit is zeer gevaarlijk.
Pagina 392
4-116 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN LOCK : In deze positie kan de contactsleutel worden ingestoken of uitgetrokken. Trek de sleutel uit en draai aan het stuurwiel tot dit vergrendelt. Het stuurwiel wordt vergrendeld om diefstal te helpen voorkomen. Om het contactslot in de stand "LOCK"...
Pagina 393
4-117 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Lichtschakelaar De lichtregelschakelaar bevindt zich op de Combination light control switch plaats die is aangegeven in de afbeelding. Verlichtingsregelschakelaar Door de lichtschakelaar naar de stand te draaien die is aangegeven in de tabel, wordt de betreffende verlichting ingeschakeld.
Pagina 394
4-118 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Positie Naam AUTO Koplamp Contourverlichting (model met halogeenkoplampen) Aan/Uit *2 Achterlicht Nummerplaatverlichting Verlichtingsregeling Contourlicht/dagrijlichten (model model met LED- Aan *1 Aan *1 *3 Aan *1 Aan *5 koplampen) Dagrijlichten (model met Aan *1 Aan/Uit *1 *4 Aan *1 halogeenkoplampen) *1: De verlichting werkt zoals de dagrijlichten wanneer de volgende voorwaarden zijn...
4-119 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Modellen met automatische koplampen De automatische koplampen werken met de power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system). Met de lichtschakelaar in de stand "AUTO" worden de koplampen automatisch in- of uitgeschakeld afhankelijk van de lichtsterkte buiten de wagen.
Pagina 396
"AUTO", worden de lichten automatisch ingeschakeld ongeacht de omgevingslichtsterkte. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Wanneer de temperatuur van de regen- en lichtsensor te hoog of te laag is, werken de automatische koplampen mogelijk niet goed.
(modellen met passive entry and start system en keyless entry system). De instellingen van de lichtbatterijspaarfunctie kunnen worden gewijzigd. Contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor meer details. De instellingen van de lichtbatterijspaarfunctie kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID.
4-122 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Omschakelen tussen grootlicht en dimlicht Beweeg met ingeschakelde koplampen de lichthendel naar voren en naar achteren om te schakelen tussen grootlicht en dimlicht. Selecteer grootlicht door de hendel naar voren te bewegen en dimlicht door hem naar achteren te bewegen.
Grootlichtcontrolelampje instrumentenbord op. De instellingen van de uitstapverlichting kunnen worden gewijzigd. Contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor meer details. De instellingen van de uitstapverlichting kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) →...
De instellingen van de comfortrichtingaanwijzers kunnen worden gewijzigd. Contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor meer details. De instellingen van de comfortrichtingaanwijzers kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID.
Pagina 401
4-125 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Beweeg de hendel nogmaals lichtjes omhoog of omlaag om de richtingaanwijzers uit te schakelen terwijl die knipperen. Lichtbundelregelaar De lichtbundel van de koplampen kan in vier verschillende hoeken afgesteld worden. Wanneer de lichtbundel van de koplampen door het gewicht van de lading omhoog gaat, kan hiermee de lichtbundel worden verlaagd.
Pagina 402
4-126 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Voormistlichtschakelaar Met de lichtschakelaar op "AUTO" (achterlichten "AAN"), " " of " " worden de voormistlichten ingeschakeld door deze schakelaar op " " te zetten. Ook het voormistlichtcontrolelampje licht dan op. Zet de schakelaar op "OFF" om Voormistlichtcontrolelampje de mistlichten uit te schakelen.
Pagina 403
4-127 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingsknipperlichtschakelaar De waarschuwingsknipperlichten dienen om andere voertuigen erop attent te maken dat het voertuig op de weg stilstaat als gevolg van een ongeluk of defect. Met deze schakelaar worden alle richtingaanwijzers samen met de controlelampjes ingeschakeld om een noodsituatie te signaleren, ongeacht de power mode (modellen met passive entry and start system) of de stand...
4-128 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Schakelaar sperdifferentieel achter Model met manuele versnellingsbak Druk op deze schakelaar om het sperdifferentieel te vergrendelen. Type 1 Het sperdifferentieelcontrolelampje licht dan op. Druk nogmaals op deze schakelaar om het sperdifferentieel te ontgrendelen. Het sperdifferentieelcontrolelampje gaat uit. Type 2 Model met automatische versnellingsbak...
Pagina 405
4-129 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje sperdifferentieel achter (groen) Waarschuwingslampje sperdifferentieel achter (geel) WARNING WAARSCHUWING • Gebruik het sperdifferentieel alleen indien dat nodig is, bijvoorbeeld met één of beide achterwielen in modder of zand, een besneeuwde helling of een andere gladde ondergrond. CAUTION OPGELET •...
Pagina 406
Rij in dat geval wat vooruit en achteruit en draai ondertussen het stuurwiel naar links en rechts. • Als er iets mis is met de sperdifferentieelschakelaar kan het controlelampje van het sperdifferentieel oplichten. Raadpleeg de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer wanneer dit gebeurt. NOTE OPMERKING •...
Draai in dit geval de schakelaar naar de stand "OFF" en controleer enkele minuten later om te zien of de ruitenwisser weer normaal functioneert. Als de ruitenwisser veelvuldig stopt, gebruik deze dan niet en neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
Pagina 408
4-132 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN De voorruitenwisserschakelaar heeft de MIST (Mist) volgende standen, die overeenkomen met OFF (Off) de status van de ruitenwisser. (Auto) or (Intermittent) LO (Low speed) HI (High speed) Hendelpositie Ruitenwisserstatus MIST Werkt alleen wanneer de hendel omhoog wordt gehouden Gestopt AUTO: automatische werking bij regen (indien aanwezig) AUTO...
4-133 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Automatische voorruitenwissers Met de voorruitenwisserschakelaar in de stand "AUTO" werken de ruitenwissers automatisch afhankelijk van de regenval. Regenval Ruitenwisserstatus Geen regen Gestopt Lichte regen Interval* Matige regen Lage snelheid Hevige regen Hoge snelheid *: de interval varieert automatisch afhankelijk van de regenval. De gevoeligheid van de regensensor kan Low sensitivity to rain...
Pagina 410
• Vervang de voorruit alleen door een originele Isuzu-voorruit. Indien de voorruit door een andere voorruit dan een origineel exemplaar van Isuzu wordt vervangen, werken de regen- en lichtsensor mogelijk niet zoals het hoort. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer om een voorruit te vervangen.
4-135 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPMERKING (vervolg) • De regen- en lichtsensor is van het optische type en met de ruitenwisserschakelaar op "AUTO" kunnen de ruitenwissers dan ook worden geactiveerd door direct zonlicht, infraroodstralen, etc. Wij raden dan ook aan de ruitenwisserschakelaar op "OFF"...
Pagina 412
4-136 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Voorruitensproeierschakelaar Wanneer aan deze schakelaar wordt getrokken, wordt ruitensproeiervloeistof over de voorruit gesproeid. Automatische voorruitenwissers (indien aanwezig) (stand " " of "AUTO") treden in werking samen met de voorruitensproeiers. De voorruitensproeier werkt terwijl de voorruit schoon wordt gewist. CAUTION OPGELET •...
Pagina 413
4-137 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Claxonknop Druk op het kussen met claxonsymbool op het stuurwiel om te claxonneren.
Pagina 414
4-138 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Zijspiegelschakelaar De zijspiegelschakelaar werkt alleen met de power mode op “ACC” of "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op “ACC” of "ON" (modellen zonder passive entry and start system). Afstellen 1. Draai de zijspiegelschakelaar naar de Remote control mirror switch kant die u wil afstellen ("L"...
Pagina 415
4-139 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Zijspiegelschakelaar (in-/uitklappen) De zijspiegelschakelaar (in-/uitklappen) Retractable power mirror switch werkt alleen met de power mode op “ACC” of "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op “ACC” of "ON" (modellen zonder passive entry and start system).
Pagina 416
4-140 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Verlichtingsregelaar Met deze schakelaar wordt de helderheid van de instrumentenverlichting geregeld. Door de schakelaar omhoog en omlaag te draaien, wordt de verlichting respectievelijk sterker en zwakker. De helderheid kan worden geregeld met de lichtschakelaar in de stand "AUTO" (met achterlichten ingeschakeld), "...
Pagina 417
4-141 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Zetelverwarmingsschakelaar Model met manuele versnellingsbak De zetelverwarming werkt met de power mode op "ON” (modellen met passive entry Indicator light and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system). Bij elke druk op de schakelaar varieert de positie high, low en uit.
Pagina 418
4-142 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ADVICE ADVIES • Gebruik de zetelverwarming niet zonder de motor te laten draaien. De zetelverwarming verbruikt veel stroom en de batterij zou uitgeput kunnen raken. • Plaats geen zware materialen noch scherpe spijkers en schroeven op de zetel. Hierdoor kan de bedrading van de zetelverwarming worden beschadigd.
Pagina 420
4-144 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Pedalen Model met manuele versnellingsbak Ga in de juiste rijhouding op de zetel zitten en gebruik uw rechtervoet om het rempedaal en gaspedaal te bedienen. Kijk eens goed naar de positie van de pedalen en oefen een aantal keer om te voorkomen dat u op het verkeerde pedaal trapt.
Pagina 421
4-145 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Handrem Gebruik van de handrem CAUTION OPGELET • Hoewel het handremwaarschuwingslampje gaat branden als de handrem wordt aangetrokken, betekent dit niet dat de handrem volledig is aangetrokken, trek de hendel dus altijd volledig. • Enkel door het indrukken van de ontgrendelknop keert de hendel niet naar zijn uitgangspositie terug.
Pagina 422
Laat het voertuig zo spoedig mogelijk controleren en repareren bij de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. - De ring kan niet omhoog worden getrokken. - Er kan niet in achteruit worden geschakeld, ook al wordt de ring omhoog getrokken.
4-147 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Automatische transmissie Beweeg de versnellingshendel in elke positie. Trap altijd het rempedaal in alvorens de versnellingshendel vanuit "P" in een andere stand te zetten. Zie "Model met automatische versnellingsbak" voor specifieke instructies omtrent automatische versnellingsbakken. NOTE OPMERKING •...
Pagina 424
Kies geen al te lage versnelling bij het bergoprijden of slepen. Dit veroorzaakt oververhitting. • Verschijnt "-" met tussenpozen op de schakelindicator op het instrumentenbord, laat dan uw voertuig zo spoedig mogelijk inspecteren door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
Pagina 425
4-149 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Om veiligheidsredenen voorkomt de schakelvergrendeling dat de versnellingshendel in een andere stand dan "P" kan worden gebracht tenzij het rempedaal is ingetrapt en de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system) staat.
Pagina 426
4-150 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Rijden (manueel) Wanneer de keuzehendel vanuit de stand "D" naar rechts wordt geduwd, wordt van automatisch schakelen overgegaan naar manueel schakelen. In manual mode wordt geschakeld door de keuzehendel naar "+" (opschakelen) of "-" (terugschakelen) te bewegen.
Pagina 427
4-151 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN 2e startstand Rij alleen weg in 2e versnelling op gladde ondergrond zoals bv. sneeuw, ijzel, etc. 1. Trap het rempedaal in en stop het voertuig. 2. Breng de versnellingshendel vanuit de stand "D" (auto mode) in de handmatige stand (naar rechts).
• Kan de versnellingshendel vanuit de stand "P" niet in een andere stand kan worden gebracht nadat de onderstaande handelingen herhaaldelijk werden uitgevoerd, dan is de schakelvergrendeling mogelijk defect. Laat uw voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer inspecteren. 1. Trap het rempedaal volledig in en zet de handrem op.
4-153 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Cruisecontrol Met de cruisecontrolfunctie kunt u met een constante snelheid rijden zonder het gaspedaal te bedienen. Cruisecontrol werkt bij een snelheid van ongeveer 30 km/ h tot 160 km/h (type 1) of vanaf ongeveer 40 km/h (type 2). Deze functie mag alleen worden gebruikt wanneer niet vaak moet worden gestopt en gestart, zoals bv.
• Merkt u iets abnormaals op terwijl de cruisecontrol is ingeschakeld, schakel die dan uit met de hoofdschakelaar en laat uw voertuig zo snel mogelijk nakijken door uw Isuzu-dealer. • Controleer bij modellen met adaptieve cruisecontrol op het display welke stand (adaptieve of gewone cruisecontrol) is geselecteerd.
4-155 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN SET schakelaar 2. Gebruik het gaspedaal om de gewenste rijsnelheid in te stellen Type 1 Type 2 vanaf ongeveer 30 km/h (type 1) of ongeveer 40 km/h (type 2). Bedien de SET schakelaar wanneer de gewenste snelheid bereikt is. Het systeem stelt de rijsnelheid in op het moment dat u de schakelaar Controlelampje cruise control...
4-156 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Rijsnelheid licht verhogen Als bij modellen met cruisecontrol- schakelaar (type 1) de "+" schakelaar wordt bediend en onmiddellijk losgelaten, neemt de ingestelde rijsnelheid toe met 1 km/uur per bedieningsstap. Wanneer de schakelaar ingedrukt blijft, verhoogt de rijsnelheid in stappen van 5 km/h.
4-157 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Uitschakelen van de cruisecontrol Hoofdschakelaar Druk de hoofdschakelaar opnieuw in om het systeem uit te schakelen. Het Type 1 Type 2 cruisecontrol-controlelampje dooft. Wanneer de cruisecontrol automatisch wordt uitgeschakeld, verschijnt de melding "Cruise control canceled" ongeveer 5 seconden op het MID.
4-158 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Weer gaan rijden met cruisecontrol Als u de cruisecontrol onder de volgende omstandigheden heeft uitgeschakeld, kunt u terugkeren naar de instelling voor het uitschakelen door de "RES" schakelaar in te drukken. Het cruisecontrol-controlelampje licht dan groen op. •...
4-159 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Antiblokkeerremsysteem (ABS) Tijdens plots remmen of remmen op een glad wegdek zoals een besneeuwde weg kunnen de wielen blokkeren en slippen. ABS is een systeem dat voorkomt dat de wielen blokkeren door tijdens het remmen een gladde ondergrond te detecteren en zo het voertuig onder controle helpt houden.
Pagina 436
4-160 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING [Dit zijn geen tekenen van een defect ABS] • Meteen na het starten van de motor is een elektromotorgeluid hoorbaar vanuit het motorcompartiment. Dit geluid komt van de zelfcontrole van het ABS. Bovendien is het mogelijk dat u enige trilling voelt wanneer het rempedaal op dit moment ingetrapt wordt.
ABS defect Als het ABS waarschuwingslampje het volgende te zien geeft, is het ABS mogelijk defect. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Als het ABS waarschuwingslampje tijdens het rijden oplicht. • Als het lampje niet oplicht wanneer de power mode op "ON"...
4-162 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Rijden met een voertuig uitgerust met ABS Het ABS is geen systeem dat rijden en stoppen mogelijk maakt in onveilige rijomstandigheden. Rij altijd veilig. CAUTION OPGELET • Blijf bij een noodstop het rempedaal ingetrapt houden zodat het ABS optimaal kan werken.
• De achterwielen zullen gemakkelijker blokkeren als EBD niet goed werkt. Laat het voertuig zo spoedig mogelijk controleren en repareren bij de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. NOTE OPMERKING • Wanneer EBD werkt, is het mogelijk dat het rempedaal enigszins tegenduwt of dat u een geluid hoort dat lijkt op dat wat door het ABS geproduceerd wordt wanneer dit in werking is.
Pagina 440
4-164 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Elektronische stabiliteitscontrole (ESC) ESC verbetert de rijveiligheid en -stabiliteit. ESC doseert de aandrijfkracht en rem individuele wielen af om wielspin bij het wegrijden of accelereren op glad wegdek te beperken, de aandrijfkracht te behouden, slippen te vermijden en de rijstabiliteit te verbeteren.
Pagina 441
• Monteer geen sperdifferentieel (LSD). Dit kan de werking van ESC verstoren. • Laat een stuurwiel of stuurwielgerelateerde onderdelen altijd vervangen of repareren door uw Isuzu-dealer. Er zit een sensor op het stuurwiel die rijcondities detecteert en de werking van ESC kan zijn verstoord wanneer het stuurwiel niet goed is uitgelijnd.
4-166 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ESC OFF schakelaar Wanneer men zich vast heeft gereden in modder of verse sneeuw en ESC en TCS werkt wanneer men probeert weg te rijden, neemt het motorvermogen mogelijk niet toe wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt. Door in dit geval de ESC OFF schakelaar in te trappen, kan men makkelijker wegrijden.
4-167 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Wanneer de motor wordt afgezet en opnieuw gestart met uitgeschakeld TCS, wordt het TCS automatisch weer ingeschakeld. ESC uitschakelen Om het ESC uit te schakelen nadat de motor is gestart, drukt u ongeveer 5 seconde op de ESC OFF schakelaar om het TCS uit te schakelen waardoor het TCS OFF controlelampje oplicht.
Pagina 444
Als het ESC waarschuwingslampje het volgende te zien geeft, is ESC TCS OFF controlelampje mogelijk defect. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Het ESC waarschuwingslampje blijft branden tijdens het rijden. • Het TCS OFF controlelampje en ESC OFF controlelampje lichten op tijdens...
4-169 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Rijden met een voertuig uitgerust met ESC CAUTION OPGELET • ESC is geen systeem dat rijden mogelijk maakt in onveilige rijomstandigheden. Rij altijd veilig. • Concentreer u altijd op veilig rijden en wees niet overmoedig omdat het voertuig is uitgerust met ESC;...
Pagina 446
ESC werkt niet wanneer het ESC waarschuwingslampje brandt maar wanneer het ESC waarschuwingslampje dooft nadat een tijdje is gereden, werkt ESC opnieuw. Blijft het ESC echter branden, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
4-171 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Brake Assist-functie Deze functie verhoogt automatisch de remkracht bij een noodstop. Deze functie wordt ook geactiveerd wanneer het autonoom noodremsysteem) (AEB) in werking treedt of wanneer het rempedaal wordt ingetrapt bij een botswaarschuwing. WARNING WAARSCHUWING • De Brake Assist-functie is geen automatisch remsysteem. Deze functie werkt bij een noodstop maar garandeert niet dat de wagen tot stilstand komt in onveilige omstandigheden.
4-172 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Noodstopsignaal (ESS) Het noodstopsignaal (ESS) is een functie die achteropkomend verkeer waarschuwt door alle richtingaanwijzers automatisch snel te laten knipperen bij een noodstop vanaf een snelheid van ongeveer 60 km/h om een botsing te helpen voorkomen. Controlelampje richtingaanwijzers Wanneer het ESS werkt, knipperen beide richtingaanwijzercontrolelampjes op het...
Pagina 449
4-173 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Hill Start Assist Hill Start Assist helpt de bestuurder door te vermijden dat het voertuig achteruitbolt bij het wegrijden op een steile helling. Wanneer de bestuurder de voet van het rempedaal verplaatst naar het gaspedaal, blijven de remmen nog een tweetal seconden werken. Hill Start Assist werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld: •...
Pagina 450
4-174 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Het volgende kan zich voordoen terwijl Hill Start Assist werkt en duidt niet op een storing: - Het ingetrapte rempedaal geeft een ander gevoel. - Het rempedaal vibreert. - Het rempedaal maakt geluid.
Pagina 451
4-175 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Hill Descent Control Hill Descent Control is een systeem dat de bestuurder helpt door via de remwerking een constant lage snelheid aan te houden bij het afrijden van steile hellingen of op gladde wegen waar de motorrem alleen niet volstaat. Terwijl Hill Descent Control werkt, kan de snelheid worden geregeld met behulp van het gaspedaal of rempedaal.
4-176 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van Hill Descent Control Model met manuele versnellingsbak 1. Hill Descent Control wordt geactiveerd wanneer de Hill Descent Control Type 1 schakelaar wordt ingedrukt. Wanneer Hill Descent Control is geactiveerd, brandt het Hill Descent Control controlelampje op het instrumentenpaneel.
Pagina 453
4-177 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje Hill Descent Control 3. Hill Descent Control werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld: Wanneer Hill Descent Control werkt, knippert het Hill Descent Control controlelampje. • Steile helling • Rijsnelheid maximaal 30 km/h. • Gaspedaal niet ingetrapt. NOTE OPMERKING •...
4-178 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Hill Descent Control uitschakelen CAUTION OPGELET • Terwijl ESC of TCS werkt, is Hill Descent Control uitgeschakeld. Regel dan de rijsnelheid door het rempedaal in te trappen. • Wanneer de temperatuur van het remsysteem te hoog oploopt, kan Hill Descent Control worden uitgeschakeld.
Pagina 455
4-179 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Trailer Sway Control Trailer Sway Control is een systeem dat het voertuig helpt stabiliseren door in te grijpen op het motorvermogen en het remsysteem wanneer een aanhangwagen begint te slingeren. Begint een aanhangwagen te slingeren, blijf dan rechtuitrijden en minder geleidelijk aan gas om de snelheid te verlagen.
Pagina 456
4-180 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ESC waarschuwingslampje NOTE OPMERKING • Als ESC wordt uitgeschakeld, wordt Trailer Sway Control automatisch ook uitgeschakeld. Wees voorzichtig bij het trekken van een aanhangwagen. • Wanneer Trailer Sway Control werkt, werken de remlichten. • Met de 4WD schakelaar op 4L (4WD low) (modellen met 4WD) werkt Trailer Sway Control niet.
4-181 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Multi-Collision Brake werkt wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld. - De snelheid is minstens 8 km/h wanneer de airbag wordt geactiveerd. - Het airbagsysteem werkt zoals het hoort. - Het remsysteem werkt zoals het hoort. - De elektronische stabiliteitscontrole is ingeschakeld.
4-182 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Gebruik van het vrijloopstopsysteem Model met manuele versnellingsbak 1. Trap het rempedaal en vervolgens het koppelingspedaal in om de wagen volledig tot stilstand te brengen. 2. Hou het koppelingspedaal ingetrapt en zet de schakelpook in de Clutch vrijloopstand.
4-183 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN CAUTION OPGELET • Hou het rempedaal stevig ingetrapt wanneer de motor automatisch is afgezet door het vrijloopstopsysteem. Wanneer de druk op het rempedaal afneemt, kan de motor opnieuw starten en de wagen in beweging komen. NOTE OPMERKING •...
4-184 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN UIT-schakelaar vrijloopstopsysteem Druk op de UIT-schakelaar vrijloopstopsysteem om het systeem uit te schakelen. Wanneer de UIT-schakelaar vrijloopstopsysteem wordt ingedrukt, wordt het vrijloopstopsysteem uitgeschakeld en licht het controlelampje vrijloopstopsysteem UIT op. Door de UIT-schakelaar vrijloopstopsysteem nogmaals in te drukken, wordt het systeem weer ingeschakeld.
4-185 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Wanneer de motor niet automatisch wordt afgezet door het vrijloopstopsysteem Het vrijloopstopsysteem werkt niet wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld. Wordt de motor niet automatisch afgezet door het vrijloopstopsysteem, dan verschijnen de volgende icoontjes op het MID afhankelijk van wat het automatisch afzetten van de motor heeft verhinderd.
Pagina 462
4-186 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Display-indicatie Conditie • Batterijlaadmodus geactiveerd. • Batterijtemperatuur te hoog of te laag. • Enige tijd nadat de batterijkabels weer zijn aangesloten, bijvoorbeeld na het vervangen van de batterij. • Batterij onvoldoende opgeladen (na langdurig stallen van de wagen, veel stroomverbruik of defecte batterij) •...
4-187 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Motor opnieuw starten door het vrijloopstopsysteem Indien de volgende voorwaarden zijn vervuld terwijl de motor automatisch is afgezet door het vrijloopstopsysteem, knippert het controlelampje vrijloopstopsysteem en wordt de motor automatisch opnieuw gestart. Wanneer het afzetten van de motor door het vrijloopstopsysteem wordt geannuleerd en de motor opnieuw start, verschijnen de volgende icoontjes op het MID afhankelijk van wat de motor opnieuw heeft doen starten.
Pagina 464
4-188 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Indien de volgende voorwaarden zijn vervuld terwijl de motor automatisch is afgezet door het vrijloopstopsysteem, weerklinkt een waarschuwingszoemer met tussenpozen en wordt de motor automatisch opnieuw gestart. Taal Display-indicatie Conditie Engels • De bestuurdersdeur wordt geopend. Turks Engels •...
4-189 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Wanneer de motor niet automatisch opnieuw wordt gestart door het vrijloopstopsysteem English Turkish Indien de volgende voorwaarden zijn vervuld terwijl de motor automatisch is afgezet door het vrijloopstopsysteem, knippert het controlelampje vrijloopstopsysteem UIT en wordt de motor niet automatisch opnieuw gestart.
Pagina 466
4-190 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Blind Spot Monitor (BSM) Blind Spot Monitor (BSM) is een systeem dat de bestuurder helpt controleren of de weg vrij is bij het veranderen van rijstrook. Dit systeem maakt gebruik van radarsensoren om achteropkomend verkeer in naburige rijstroken te detecteren en waarschuwt de bestuurder met een verklikkerlichtje in de zijspiegels.
Pagina 467
4-191 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • In de volgende situaties kunnen de sensoren minder goed detecteren en kan BSM mogelijk niet goed werken. - De positie of richting van de sensoren is gewijzigd door een sterke impact op of rond de sensoren. - De achterbumper is vervormd of beschadigd ter hoogte van de sensoren.
Pagina 468
4-192 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Het verklikkerlichtje van de dodehoekbewaking kan oplichten door de aanwezigheid van de volgende stilstaande objecten op of naast de weg. - Verkeersborden - Geparkeerde voertuigen - Vangrails of betonmuren dichtbij het voertuig - Tunnelingangen •...
Indien de positie of richting van de sensoren verandert door een impact, werkt het systeem mogelijk niet goed. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer wanneer de sensoren werden blootgesteld aan een sterke impact. • Installeer geen accessoires en kleef geen stickers ter hoogte van de sensoren op de achterbumper.
4-194 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werkingsvoorwaarden van BSM BSM werkt wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld. • Power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system). • BSM ingeschakeld. •...
Pagina 471
4-195 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Blind Spot Indicator Wanneer de sensoren voertuigen detecteren in het detectiebereik, treden de verklikkerlichtjes in werking. Wanneer de richtingaanwijzerschakelaar aan de kant van het gedetecteerde voertuig wordt bediend terwijl het verklikkerlichtje aan is, gaat dit knipperen om de bestuurder te waarschuwen. Rechts De BSM verklikkerlichtjes bevinden zich op het glas van de zijspiegels.
Pagina 472
BSM OFF controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden. BSM OFF controlelampje Wanneer een sensor vuil is Als er modder, sneeuw, ijs en/of ander vuil zit op of rond de sensoren, wordt het systeem tijdelijk uitgeschakeld.
BSM OFF controlelampje op. Wanneer de staat van het andere systeem of onderdeel verbetert, treedt het systeem weer in werking en dooft het BSM OFF controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden.
4-198 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN BSM uitschakelen BSM kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. De instellingen van BSM kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Enable BSM inschakelen Blind spot monitor Waarschuwing Disable BSM uitschakelen BSM OFF controlelampje...
4-199 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Rear Cross Traffic Alert (RCTA) Rear cross traffic alert (RCTA) is een systeem dat de bestuurder helpt om het verkeer in het oog te houden bij het achteruitrijden. Het systeem maakt gebruik van radarsensoren om voertuigen te detecteren die van links of rechts komen bij het achteruitrijden en waarschuwt de bestuurder met behulp van de BSM verklikkerlichtjes op de zijspiegels en een zoemer.
Pagina 476
4-200 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) - Wanneer het detectiebereik van de sensoren is geblokkeerd door een muur, geparkeerde voertuigen, etc. - Als de auto schuin geparkeerd is. - Als er een trekhaak is gemonteerd. - Als er een voertuig nadert met hoge snelheid. - Bij het achteruitrijden om een hellende parkeerplaats te verlaten.
Pagina 477
4-201 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Wanneer het detectiebereik van de sensoren is geblokkeerd door een muur, geparkeerde voertuigen, etc. Als de auto schuin geparkeerd is. NOTE OPMERKING • Wanneer de buitentemperatuur te hoog of te laag is, werkt RCTA mogelijk niet goed.
Pagina 478
Indien de positie of richting van de sensoren verandert door een impact, werkt het systeem mogelijk niet goed. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer wanneer de sensoren werden blootgesteld aan een sterke impact. • Installeer geen accessoires en kleef geen stickers ter hoogte van de sensoren op de achterbumper.
4-203 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werkingsvoorwaarden van RCTA RCTA werkt wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld. • Power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system). • RCTA ingeschakeld. •...
Pagina 480
4-204 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Blind Spot Indicator/Zoemer Wanneer de sensoren voertuigen detecteren in het detectiebereik, knippert het BSM verklikkerlichtje en klinkt er een zoemer om de bestuurder te waarschuwen. Rechts De BSM verklikkerlichtjes bevinden zich op het glas van de zijspiegels. NOTE OPMERKING •...
Pagina 481
BSM OFF controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden. BSM OFF controlelampje Wanneer een sensor vuil is Als er modder, sneeuw, ijs en/of ander vuil zit op of rond de sensoren, wordt het systeem tijdelijk uitgeschakeld.
Pagina 482
BSM OFF controlelampje op. Wanneer de staat van het andere systeem of onderdeel verbetert, treedt het systeem weer in werking en dooft het BSM OFF controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden.
4-207 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN RCTA uitschakelen RCTA kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. De instellingen van RCTA kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Enable RCTA inschakelen Rear cross traffic Waarschuwing alert Disable...
Pagina 484
4-208 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Parkeerhulpsysteem Het parkeerhulpsysteem helpt de bestuurder bij het parkeren van de wagen. Het systeem maakt gebruik van ultrasoonsensoren om obstakels rond de wagen te detecteren en informeert de bestuurder via het MID en een zoemer. WARNING WAARSCHUWING •...
Pagina 485
4-209 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) - Bij aanwezigheid van stoepranden in de rijrichting. - Bij het rijden over oneffen wegen. - Modder, sneeuw, ijs en/of ander vuil zit op of rond de sensoren. - Wanneer sensoren of de omgeving ervan zijn geblokkeerd. - De positie of richting van de sensoren is gewijzigd door een sterke impact op of rond de sensoren.
4-210 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Sensorpositie en detectiebereik Sensorpositie De ultrasoonsensoren bevinden zich op 4 plaatsen vooraan (bij modellen met parkeersensoren vooraan) en op 4 plaatsen achteraan de wagen. Beschrijving Buitenste sensor vooraan (rechts) Binnenste sensor vooraan (rechts) Binnenste sensor vooraan (links) Buitenste sensor vooraan (links) Buitenste sensor achteraan (links) Binnenste sensor achteraan (links)
Pagina 487
• Stel de sensoren en de omgeving ervan niet bloot aan krachtige schokken. Indien de positie of richting van de sensoren verandert door een impact, werkt het systeem mogelijk niet goed. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer wanneer de sensoren werden blootgesteld aan een sterke impact.
4-212 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WARNING WAARSCHUWING • Het detectiebereik en de reactiesnelheid van de sensoren zijn beperkt. Louter en alleen hierop betrouwen kan leiden tot zware ongevallen. In bepaalde situaties werkt het systeem niet en bijgevolg moet u de omgeving altijd visueel controleren bij het parkeren van de wagen.
4-213 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Weergave van de detectiestatus De detectiestatus wordt getoond op het MID. Wanneer de sensoren een obstakel detecteren, wordt de afstand tussen voertuig en obstakel rood aangegeven. De afstand tot het obstakel wordt voor elke sensor apart aangegeven. Beschrijving Buitenste sensor vooraan (links) Binnenste sensor vooraan (links)
Pagina 490
4-214 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN De weergave van de detectiestatus en de afstand tot het obstakel is toegelicht in de volgende tabel. Display Afstand tussen voertuig en obstakel (bij benadering) Modellen Voor Achter Modellen sensoren Binnenste Buitenste Binnenste Buitenste sensoren vooraan en sensor sensor sensor...
Pagina 491
4-215 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Zoemer Wanneer de sensoren een obstakel detecteren, weerklinkt de zoemer op 4 niveaus afhankelijk van de afstand tussen voertuig en obstakel. Naarmate de afstand tussen voertuig en obstakel kleiner wordt, weerklinkt de zoemtoon sneller en uiteindelijk continu wanneer het obstakel te dicht wordt genaderd. Wanneer meerdere sensoren obstakels tegelijkertijd detecteren, geeft de zoemer de kortste afstand tussen voertuig en obstakel aan.
Pagina 492
Bij het trekken van een aanhangwagen moeten de instellingen van het parkeerhulpsysteem worden gewijzigd. CAUTION OPGELET • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer vooraleer een trekhaak wordt gemonteerd. De instellingen van het parkeerhulpsysteem kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID.
Pagina 493
NOTE OPMERKING • Wanneer een originele Isuzu bull bar is gemonteerd, werkt de voorste sonar normaal. Selecteer dit dit geval "Without bull bar". Contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor meer details.
Turkish treedt het systeem weer in werking en dooft het controlelampje parkeerhulpsysteem UIT. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden. Controlelampje parkeerhulpsysteem Wanneer een sensor vuil is Als er modder, sneeuw, ijs en/of ander vuil zit op of rond de sensoren, wordt het systeem tijdelijk uitgeschakeld.
Pagina 495
UIT op. Wanneer de staat van het andere systeem of onderdeel verbetert, treedt het systeem weer in werking en dooft het BSM OFF controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden.
4-220 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN UIT-schakelaar parkeerhulpsysteem Model met manuele versnellingsbak Het parkeerhulpsysteem kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. Wanneer het parkeerhulpsysteem wordt uitgeschakeld door op de UIT-schakelaar te drukken, licht het controlelampje parkeerhulpsysteem UIT op het instrumentenbord op. Druk nogmaals op de UIT-schakelaar parkeerhulpsysteem om het weer in te schakelen.
Pagina 497
4-221 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Stereo Camera De stereo camera detecteert objecten Stereo camera (voertuigen, obstakels, rijstroken, verkeersborden of voetgangers) voor de wagen. De stereo camera bevindt zich bovenaan de voorruit. De volgende systemen maken gebruik van de stereo camera. • Autonoom noodremsysteem (AEB) •...
Pagina 498
4-222 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Betrouw niet uitsluitend op de stereo camera tijdens het rijden. De stereo camera is bedoeld om ongevalschade te beperken en stress bij de bestuurder te verminderen door die bij te staan. Check bij een waarschuwing de omgeving en verricht de nodige handelingen zoals bijvoorbeeld remmen in functie van de situatie.
• Contactuur een Isuzu-dealer wanneer de voorruit gekrast, gebarsten etc. is. • Wanneer u blijft rijden terwijl de zone rond de stereo camera is vervormd of...
Pagina 500
4-224 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN • Vervang de voorruit alleen door een originele Isuzu-voorruit. Indien de voorruit niet door een origineel exemplaar van Isuzu wordt vervangen, werkt de stereo camera mogelijk niet zoals het hoort. • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer om een voorruit te repareren of te vervangen.
- Wanneer de voorruit niet goed schoon wordt gewist door de ruitenwissers. - Bij slecht gewiste zones. - Als er een niet-originele Isuzu-wisserblad is gemonteerd. - Als de voorruit is behandeld met een coating. WAARSCHUWING (vervolg)
Pagina 502
- Na een voorlopige reparatie van een lekke band. - Wanneer de wagen onstabiel rijdt na een ongeval of een defect. - Na het vervangen van de ophanging (ook met originele Isuzu-onderdelen). - Wanneer het omgevingslicht sterk varieert, bijvoorbeeld bij het in- of uitrijden van een tunnel of onder een brug.
Pagina 503
4-227 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) - Wanneer de wagen sterk schommelt bij het laden of lossen. - Wanneer de temperatuur in de wagen hoog oploopt, bijvoorbeeld na lang parkeren in de zon, of te laag zakt, bijvoorbeeld na lang parkeren in de vrieskou.
Pagina 504
4-228 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) - Een voorligger die plots uitwijkt, versnelt of vertraagt. - Wanneer een object zich buiten het bereik van de koplampen bevindt. - Een object dat van opzij vlak voor uw wagen komt. - Bij het veranderen van rijstrook wordt te dicht achter een voorligger gereden. •...
4-229 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Detectie van voetgangers en fietsers door de stereo camera De stereo camera detecteert objecten zoals voetgangers en fietsers op basis van hun grootte, vorm en beweging. Voetgangers worden gedetecteerd wanneer de contouren van hun hoofd en beide schouders duidelijk zichtbaar zijn.
• Controlelampje autonoom noodremsysteem UIT • Controlelampje rijstrookwaarschuwing • Controlelampje rijstrookpreventie UIT Wanneer de staat van de stereo camera verbetert, treedt de camera weer in werking en dooft het controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden.
Pagina 507
4-231 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ADVICE ADVIES • Is de stereo camera te warm, bijvoorbeeld na langdurig parkeren in de zon, koel die dan af met behulp van de airconditioning. Met name het gebruik van een zonneklep die zonlicht reflecteert kan de temperatuur van de stereo camera doen oplopen.
Pagina 508
• Controlelampje autonoom noodremsysteem UIT • Controlelampje rijstrookwaarschuwing • Controlelampje rijstrookpreventie UIT Wanneer de staat van de stereo camera verbetert, treedt de camera weer in werking en dooft het controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden.
Pagina 509
4-233 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ADVICE ADVIES • De stereo camera wordt automatisch afgesteld tijdens het rijden. Na de automatische afstelling werkt het systeem weer normaal. Dit kan enige tijd duren. • Als de stereo camera tijdelijk is uitgeschakeld, heeft dit geen invloed op normaal rijden.
Pagina 510
• Controlelampje autonoom noodremsysteem UIT • Controlelampje rijstrookwaarschuwing • Controlelampje rijstrookpreventie UIT Wanneer de staat van de stereo camera verbetert, treedt de camera weer in werking en dooft het controlelampje. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het controlelampje blijft branden.
Pagina 511
4-235 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ADVICE ADVIES • Wanneer de luchtvochtigheid in de wagen hoog is of het temperatuurverschil tussen de omgeving en het interieur groot is, kan de voorruit bewasemen. Gebruik de ventilatie om dit tegen te gaan. • Gebruik de ruitenwissers om een vuile voorruit schoon te wissen.
Pagina 512
• Controlelampje rijstrookwaarschuwing • Controlelampje rijstrookpreventie UIT Bij een storing valt de stereo camera uit tot de motor wordt afgezet. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als de stereo camera nog niet goed werkt nadat de motor is gestart. ADVICE ADVIES •...
Pagina 513
4-237 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Autonoom noodremsysteem (AEB) Wanneer de stereo camera een object voor de wagen detecteert (meestal een voertuig dat een botsing kan veroorzaken) waarschuwt AEB hiervoor met een melding op het MID en een zoemer. Oordeelt het systeem dat een botsing onvermijdelijk is, dan activeert het automatisch de remmen om de schade te beperken.
Pagina 514
4-238 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt wanneer AEB is geactiveerd, kan minder hard automatisch worden geremd. • Het systeem oordeelt op basis van het bedienen van het rempedaal of stuurwiel dat de bestuurder een botsing probeert te vermijden, waardoor mogelijk niet automatisch wordt geremd.
4-239 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN CAUTION OPGELET • Wanneer u wordt gewaarschuwd terwijl u een voorligger probeert in te halen, mag u die niet te dicht naderen om te vermijden dat de remmen in werking treden. • Komen accessoires of lading voorbij de rand van de voorbumper, dan kan een botsing niet worden vermeden omdat de voorkant van het voertuig dan langer •...
4-240 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • AEB werkt niet in de volgende gevallen. - Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 8 km/h of minder of ongeveer 160 km/h of meer. - Wanneer ESC werkt of defect is. - Bij een groot verschil in snelheid tussen uw wagen en een voorligger.
4-241 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN 2. Automatische remfunctie Wanneer het systeem oordeelt dat er een grote kans is op een botsing met Waarschuwingsmelding een obstakel voor het voertuig, wordt de Engels automatische remfunctie geactiveerd. Er verschijnt een waarschuwingsmelding op het MID. Tegelijkertijd klinkt een zoemer. Wanneer het systeem oordeelt dat de kans op een botsing is verkleind door het ingrijpen van de bestuurder (die het...
4-242 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Situaties waarin AEB werkt In de volgende situaties kan de automatische noodremfunctie in werking treden zonder dat er een botsing dreigt. • Bij het passeren van een tolpoort met een snelheid die hoger is dan de voorgeschreven snelheid.
Pagina 519
4-243 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN • In slecht weer (mist, felle regen of sneeuwval). • Wanneer de uitlaatgassen van een voorligger duidelijk zichtbaar zijn, bijvoorbeeld in koud weer. • Wanneer er zich een object bevindt naast de weg in een bocht of aan een kruispunt.
4-244 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwingslampje botswaarschuwing (FCW) Waarschuwingslampje Het waarschuwingslampje botswaarschuwing botswaarschuwing (FCW) knippert vlak voor de automatische remfunctie wordt geactiveerd om de bestuurder te waarschuwen voor een dreigende aanrijding met een voetganger, fietser, voertuig of obstakel voor de wagen. Het waarschuwingslampje wordt ook op de voorruit geprojecteerd door het head up display.
Pagina 521
4-245 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Brake Assist-functie De brake assist-functie wordt geactiveerd wanneer het autonoom noodremsysteem (AEB) in werking treedt of wanneer het rempedaal wordt ingetrapt bij een botswaarschuwing. Brake Assist-functie → Zie pagina 4-171 Turn Assist Modellen voor de Europese markt AEB helpt de bestuurder bij het remmen om het risico op ongevallen te beperken wanneer tegenliggers links of rechts afslaan op kruispunten.
Pagina 522
4-246 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN In de volgende situaties kan AEB in werking treden ook al is het risico op een botsing klein. • Wanneer een tegenligger voor de wagen passeert tijdens het afslaan. • Wanneer de wagen bij het afslaan voor een tegenligger passeert. •...
4-247 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Als AEB niet beschikbaar is AEB OFF controlelampje Als er iets mis is met AEB, licht het AEB OFF controlelampje op. Op dit moment werkt AEB niet. AEB werkt ook niet als er iets mis is met de stereo camera en het remsysteem.
4-248 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN AEB uitschakelen AEB kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. De instellingen van AEB kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Automatic Brake and Enable AEB inschakelen emergency warning Disable...
4-249 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Pedaalbeveiliging Wanneer het systeem oordeelt dat het gaspedaal per ongeluk te hard wordt ingetrapt terwijl het voertuig stilstaat of traag rijdt, en de camera een obstakel voor het voertuig detecteert, wordt het motorvermogen beperkt door de pedaalbeveiliging zodat het voertuig trager gaat rijden en een eventuele botsing wordt voorkomen.
Pagina 526
4-250 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Schakel de pedaalbeveiliging uit in de volgende gevallen. - Wanneer de wagen wordt gesleept. - Wanneer de wagen wordt getransporteerd. - Bij het rijden langs overhangende vlaggen, takken, struiken of een vinylgordijn. - In een carwash. - Bij gebruik van een chassis dynamometer of free roller.
4-251 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van de pedaalbeveiliging Waarschuwingsmelding Wanneer het systeem oordeelt dat het Engels gaspedaal meer wordt ingetrapt dan nodig is om te vertrekken vanuit stilstand en de camera een obstakel voor het voertuig detecteert, wordt het motorvermogen gereduceerd.
4-252 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN De pedaalbeveiliging werkt niet of wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende omstandigheden. De pedaalbeveiliging werkt dan ook niet wanneer er een botsing dreigt. • Waanneer het gaspedaal minstens 3 seconden wordt ingetrapt. • Wanneer het gaspedaal wordt losgelaten. •...
Pagina 529
4-253 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN • Bij het rijden door opspattend water. • Bij het rijden in slecht weer, zoals bijvoorbeeld zware sneeuwval of een sneeuwstorm. • Bij een obstakel in een bocht of op een kruispunt. • Wanneer te dicht bij een voertuig of obstakel wordt gereden. •...
4-254 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Pedaalbeveiliging uitschakelen De pedaalbeveiliging kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. De instellingen van de pedaalbeveiliging kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Enable Pedaalbeveiliging inschakelen Automatic Brake and emergency...
Pagina 531
4-255 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Adaptive Cruise Control (ACC) Adaptive Cruise Control (adaptieve cruisecontrol) is een systeem dat de bestuurder bijstaat op autosnelwegen. Uw wagen volgt een voorligger die de stereo camera detecteert tot de snelheid die is ingesteld door de bestuurder. Wanneer de voorligger stopt, stopt de wagen ook.
Pagina 532
4-256 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Hou bij het rijden altijd voldoende afstand tot voorliggers, let op de omgeving en andere rijomstandigheden en rem zonodig of verricht andere handelingen om veilig te rijden. • Hou bij het instellen van de rijsnelheid rekening met de weg, de rijomstandigheden en de snelheidsbeperkingen.
4-257 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN CAUTION OPGELET • Nadat u een voorligger begint te volgen, wordt de snelheid van uw wagen afgestemd op die van de voorligger. Wanneer de voorligger stopt, stopt de wagen ook. Het systeem houdt uw wagen echter niet stil. Adaptive Cruise Control wordt immers uitgeschakeld 2 seconden nadat uw wagen tot stilstand is gekomen en bijgevolg moet het rempedaal worden ingetrapt om stil te blijven staan.
Pagina 534
4-258 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Adaptive Cruise Control is bedoeld voor gebruik op autosnelwegen. Gebruik Adaptive Cruise Control niet in situaties waarin de stereo camera geen objecten kan detecteren of in de volgende situaties om ongevallen te voorkomen. • Wanneer de zichtbaarheid is beperkt door mist of slecht weer (bv. felle regen of hevige sneeuwval).
Pagina 535
4-259 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN • In stedelijke omgevingen (Adaptive Cruise Control is niet geschikt voor dergelijke rijomstandigheden. Gebruik Adaptive Cruise Control alleen op autosnelwegen.) • Wanneer een voorligger aan de kant is gegaan en niet meer voor u rijdt. • Als er zich een obstakel aan de kant van de weg bevindt. •...
4-260 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werkingsvoorwaarden voor Adaptive Cruise Control Adaptive Cruise Control werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld: • Alle deuren zijn gesloten. • De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgeklikt. • De versnellingshendel staat in de stand "D". •...
Pagina 537
4-261 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN SET/+ schakelaar 2. Stel de gewenste snelheid in. De startwaarde is 30 km/h en kan worden gewijzigd met de SET schakelaar. Met een druk op de schakelaar wordt de snelheid telkens met 1 km/ h verhoogd/verlaagd en door de schakelaar ingedrukt te houden, wordt de snelheid met 5 km/h verhoogd/ verlaagd.
4-262 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van Adaptive Cruise Control Wanneer een voorligger niet wordt gedetecteerd (er is geen voorligger) De ingestelde snelheid wordt aangehouden. Wanneer een voorligger wordt gedetecteerd Wanneer een voorligger wordt gedetecteerd, verschijnt de indicator voorligger op het MID. De snelheid wordt verhoogd tot de ingestelde snelheid en de afstand tot de voorligger blijft constant.
Pagina 539
4-263 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN CAUTION OPGELET • Wanneer automatisch wordt geremd, kan het rempedaal stugger aanvoelen maar dat is normaal. De remkracht kan worden verhoogd door het rempedaal in te trappen. Wanneer u het rempedaal loslaat, keert het terug naar de originele status.
4-264 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Tijdelijk versnellen of vertragen NOTE OPMERKING • Bij het volgen van een voorligger, versnelt of vertraagt uw wagen automatisch in functie van de rijsnelheid van de voorligger. U dient echter zelf het gaspedaal of rempedaal te bedienen om te versnellen of te vertragen naargelang de omstandigheden, bijvoorbeeld om van rijstrook te veranderen of te vertragen wanneer u een voorligger te dicht nadert.
Pagina 541
4-265 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Tussenafstand instellen Tussenafstandschakelaar De afstand tot een voorligger die wordt gevolgd, kan worden ingesteld op 3 standen. Druk op de tussenafstandschakelaar terwijl een voorligger wordt gevolgd. Bij elke druk op de schakelaar varieert de instelling van de tussenafstand. De tussenafstand wordt aangegeven op het MID.
Pagina 542
4-266 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN MID weergave Als het driving support system information Display area 1 display wordt geselecteerd terwijl Adaptive Cruise Control werkt, verschijnt andere informatie dan de ingestelde snelheid in weergavezone 1. Is iets anders dan driving support system information display geselecteerd, verschijnt informatie in weergavezone 2.
Pagina 543
4-267 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN De afstant tot een voorligger varieert in functie van de rijsnelheid en wordt groter wanneer u sneller gaat rijden. Weergave tussenafstand Tussenafstand* Kort ong. 30 m Middelmatig ong. 45 m Lang ong. 60 m *: wanneer de rijsnelheid ongeveer 100 km/h bedraagt.
4-268 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Naderingswaarschuwing Waarschuwingslampje Wanneer het systeem oordeelt dat de botswaarschuwing bestuurder moet ingrijpen om te vertragen wanneer Adaptive Cruise Control werkt, verschijnt de waarschuwing "Brake!" op het multi-infodisplay (MID) en weerklinkt een zoemer. Tegelijkertijd knippert het waarschuwingslampje op het head up display.
Pagina 545
4-269 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WARNING WAARSCHUWING • De waarschuwing "Brake!" verschijnt niet in de volgende omstandigheden. - Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt. - Wanneer het rempedaal wordt ingetrapt. • De waarschuwing "Brake!" verschijnt niet in de volgende omstandigheden, ook al is de tussenafstand te klein. - Bij het rijden met een iets lagere of hogere snelheid dan een voorligger.
4-270 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN De ingestelde snelheid van Adaptive Cruise Control verhogen/verlagen SET schakelaar Gebruik van de schakelaar Druk op de SET schakelaar om de ingestelde snelheid te verhogen/verlagen. De rijsnelheid verhoogt/verlaagt wanneer de schakelaar wordt ingedrukt en de aangegeven snelheid op het MID verandert.
Pagina 547
4-271 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Gebruik van het gaspedaal 1. Trap het gaspedaal in om te versnellen. SET/+ schakelaar 2. Wanneer het gaspedaal wordt losgelaten, vertraagt de wagen automatisch tot de ingestelde snelheid of de snelheid van de voorligger. Het systeem neemt dan de controle over. Door het gaspedaal in te trappen terwijl Adaptive Cruise Control werkt, kan de snelheid worden verhoogd tot...
Pagina 548
4-272 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Bij het volgen van een voorligger kan niet sneller worden gereden dan die voorligger door op de schakelaar te drukken omdat de snelheid is afgestemd op die van de voorligger. Wanneer een voorligger niet meer wordt gedetecteerd, gaat de wagen dan wel met de nieuw ingestelde snelheid rijden.
Pagina 549
4-273 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Gebruik van het rempedaal 1. Trap het gaspedaal rempedaal in om te vertragen. Adaptive Cruise Control stopt met werken en het Adaptive Cruise Control-controlelampje licht wit SET/- schakelaar 2. Druk op de SET schakelaar wanneer bij de gewenste snelheid om een nieuwe snelheid in te stellen.
4-274 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Blijf staan-functie Wanneer een voorligger tot stilstand komt terwijl uw wagen volgt met behulp van Adaptive Cruise Control, stopt de wagen ook. Ongeveer 2 seconden nadat uw wagen tot stilstand is gekomen, wordt Adaptive Cruise Control geannuleerd, weerklinkt een Adaptive Cruise Control- waarschuwingszoemer en blijft de wagen controlelampje...
Pagina 551
4-275 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WARNING WAARSCHUWING • Adaptive Cruise Control is een systeem dat automatisch een bepaalde snelheid aanhoudt en is niet bedoeld om de wagen te doen stoppen. Vertrouw niet op dit systeem bij het rijden. • De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor het stoppen van het voertuig want dit systeem is niet altijd in staat om dat te doen.
4-276 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Adaptive Cruise Control uitschakelen Hoofdschakelaar Druk de Adaptive Cruise Control- hoofdschakelaar in om het systeem uit te schakelen. Het Adaptive Cruise Control- controlelampje dooft. Wanneer Adaptive Cruise Control automatisch wordt uitgeschakeld, wordt dit controlelampje wit in plaats van groen nadat de melding "Cruise control canceled"...
Pagina 553
• Nadat Adaptive Cruise Control automatisch werd uitgeschakeld, moet het systeem worden gereset wanneer de uitschakelcondities zijn verdwenen. Lukt dit niet, dan is het camerasysteem mogelijk defect. Hoewel er dan toch normaal kan worden gereden, dient u toch contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
4-278 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Weer gaan rijden met Adaptive Cruise Control Als u Adaptive Cruise Control onder de volgende omstandigheden heeft uitgeschakeld, kunt u terugkeren naar de instelling voor het uitschakelen door de "RES" schakelaar in te drukken. Het Adaptive Cruise Control-controlelampje licht dan groen op. •...
4-279 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Omschakelen naar Cruise Control Omschakelen van Adaptive Cruise Control naar cruise control kan als volgt. Hoofdschakelaar 1. Druk op de hoofdschakelaar om Adaptive Cruise Control in te schakelen. Het Adaptive Cruise Control-controlelampje licht wit op. Adaptive Cruise Control- controlelampje (wit) Tussenafstandschakelaar 2.
Pagina 556
4-280 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Controlelampje cruise control (wit) 3. Er wordt van Adaptive Cruise Control omgeschakeld naar cruise control en het cruise control-controlelampje licht wit op. Druk nogmaals minstens 2 seconden op de tussenafstandschakelaar om weer van cruise control om te schakelen naar Adaptive Cruise Control.
Pagina 557
4-281 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Traffic Sign Recognition (TSR) Traffic Sign Recognition (TSR) of verkeersbordherkenning is een rijhulpsysteem dat verkeersborden die de stereo camera detecteert weergeeft op het MID om te vermijden dat de bestuurder die over het hoofd ziet. Wordt de toegelaten snelheid overschreden en wordt dit gedetecteerd door de stereo camera, dan wordt dit aangegeven op het MID en weerklinkt er een zoemer.
Pagina 558
- Wanneer een rijsituatie (bochten, veranderen van rijstrook etc.) verkeerd wordt ingeschat door het systeem. • TSR is alleen beschikbaar in Europa, Australië en Nieuw-Zeeland. TSR is niet beschikbaar in andere gebieden omdat het systeem daar geen verkeersborden kan detecteren. Contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor meer details.
Pagina 559
4-283 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN MID weergave De verkeersborden die de stereo camera detecteert, worden getoond op het MID. Het systeem herkent de volgende verkeersborden. • Maximumsnelheid (incl. hulpborden) • Inrijverbod • Inhaalverbod Display area ADVICE ADVIES • Wanneer "Driving support system information display"...
Pagina 560
4-284 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Verkeersborden Pictogram Beschrijving Maximumsnelheid Inhaalverbod Inrijverbod Onherkenbaar Hulpborden Pictogram Beschrijving Regen Sneeuw of ijs Onherkenbaar Oprit/afrit Trekken...
4-285 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van TSR Maximumsnelheid (incl. hulpborden) De maximumsnelheid wordt getoond wanneer de volgende voorwaarde is vervuld. • De stereo camera detecteert bij het voorbijrijden een snelheidsbord als een verkeersbord dat voor uw wagen is bedoeld In de volgende gevallen worden snelheidsborden niet meer getoond.
Pagina 562
4-286 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Inrijverbod Het inhaalverbodsbord wordt getoond wanneer de volgende voorwaarde is vervuld. • De stereo camera detecteert een inrijverbodsbord als een verkeersbord dat voor uw wagen is bedoeld voor het bord is bereikt. Het inrijverbodsbord wordt niet meer getoond een bepaalde afstand nadat de camera een snelheidsbord detecteerde bij het passeren.
4-287 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwing overdreven snelheid Wanneer u sneller rijdt dan de door de stereo camera gedetecteerde maximumsnelheid, gaat het 100km/h maximumsnelheidssymbool op het MID knipperen. Tegelijkertijd klinkt een zoemer. Blijft u sneller rijden dan toegelaten, dan blijft het maximumsnelheidssymbool op het MID staan in plaats van te knipperen.
4-288 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Instellingen van TSR De instellingen van TSR kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Enable TSR inschakelen Traffic sign display Disable TSR uitschakelen Visual and Bestuurder waarschuwen met audible melding op MID en zoemer Visual only...
Pagina 565
4-289 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Manual Speed Limiter (MSL) De Manual Speed Limiter (MSL) is een functie die de snelheid beperkt naast de ingestelde snelheid. Snelheidslimiet kan worden ingesteld tussen 30 km/h en 160 km/h. MSL schakelaar Beschrijving SET/+ schakelaar Hoofdschakelaar CANCEL-schakelaar SET/- schakelaar RES schakelaar...
Pagina 566
4-290 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN MSL instellen Hoofdschakelaar 1. Druk de hoofdschakelaar in om het systeem te activeren. Het MSL- controlelampje licht wit op. NOTE OPMERKING • Als cruise control of adaptive cruise control is ingeschakeld wanneer de hoofdschakelaar wordt ingedrukt, kan MSL worden ingeschakeld door de hoofdschakelaar nogmaals in te MSL-controlelampje...
4-291 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN NOTE OPMERKING • Controleer de ingestelde snelheidslimiet die is aangegeven op het MID bij het wijzigen van de snelheid. • Wanneer de rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 5 km/h overschrijdt, knippert de ingestelde snelheid op het MID. Dit knipperen gaat door tot de snelheid is gedaald tot de ingestelde snelheid of minder.
4-292 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Instellingen van MSL De instellingen van MSL kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Intelligent ISL ingeschakeld Speed limiter Modus Manual ISL ingeschakeld Intelligent Speed Limiter (ISL) →...
Pagina 569
4-293 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Intelligent Speed Limiter (ISL) De Intelligent Speed Limiter (MSL) is een functie die de snelheid beperkt naast de ingestelde snelheid. De aangegeven maximumsnelheid die de stereo camera detecteert, kan worden ingesteld als bovenlimiet. ISL kan worden ingesteld tussen 30 km/h en 130 km/h op basis van TSR.
Pagina 570
4-294 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ISL instellen De snelheidslimiet instellen met de SET schakelaar Hoofdschakelaar 1. Druk de hoofdschakelaar in om het systeem te activeren. Het ISL- controlelampje licht wit op. NOTE OPMERKING • Als cruise control of adaptive cruise control is ingeschakeld wanneer de hoofdschakelaar wordt ingedrukt, kan ISL worden ingeschakeld door ISL-controlelampje...
4-295 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN "RES (RESUME)" indicator 3. "RES (RESUME)" verschijnt boven de maximumsnelheid die door TSR is aangegeven op het MID. Display area Snelheidslimiet instellen op basis van snelheidsborden RES schakelaar Druk op de "RES" schakelaar terwijl "RES (RESUME)" is aangegeven boven de maximumsnelheid.
4-296 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Waarschuwing bij overschrijden van de ingestelde snelheid Wanneer de rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 5 km/h overschrijdt, knippert het ISL-controlelampje. Dit knipperen gaat door tot de snelheid is gedaald tot de ingestelde snelheid of minder. Instellingen van ISL De instellingen van ISL kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID.
4-297 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Lane Departure Warning (LDW) Lane Departure Warning (LDW) is een systeem dat de bestuurder waarschuwt wanneer de wagen buiten de rijstroook terecht dreigt te komen. Als het systeem onderweg de rijstrook detecteert met de camera en oordeelt dat de wagen de rijstrook dreigt te verlaten, verschijnt er een waarschuwing op het MID.
4-298 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN LDW inschakelen LDW werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld. • Bij het rijden tegen het midden van de weg aan met rijstroken aan één of beide kanten. • Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 60 tot 130 km/h. •...
4-299 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Details MID Indicatie Afhankelijk van de omstandigheden Display area 1 verschijnt het volgende op het MID. NOTE OPMERKING • Wanneer slechts één witte lijn van een rijstrook wordt gedetecteerd, verschijnt alleen die lijn in de Display area 2 rijstrookweergave van het MID.
4-300 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Automatische stop waarschuwing Bij de volgende handelingen stopt LDW automatisch de waarschuwing. LDW wordt automatisch opnieuw geactiveerd nadat deze handelingen zijn verricht. • Het systeem kan de rijstrook niet detecteren • Bij een rijsnelheid van minder dan ongeveer 60 km/h •...
4-301 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Als LDW niet beschikbaar is LDW OFF controlelampje Als er iets mis is met LDW, licht het LDW OFF controlelampje op. Op dit moment werkt LDW niet. LDW is niet beschikbaar als er iets mis is met de stereo camera.
Pagina 578
4-302 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Lane Departure Prevention (LDP) Lane Departure Prevention (LDP) is een rijhulpsysteem dat voorkomt dat van een rijstrook wordt afgeweken door automatisch bij te sturen wanneer dat dreigt te gebeuren. Als het systeem onderweg de rijstrook detecteert met de stereo camera en oordeelt dat de wagen de rijstrook dreigt te verlaten, helpt het de bestuurder bij het sturen.
Pagina 579
4-303 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Gebruik het systeem niet in de volgende situaties om ongevallen te voorkomen. De wagen wordt mogelijk niet onder controle gehouden doordat een rijstrook niet kan worden herkend. - Op secundaire wegen (andere wegen dan autosnelwegen) kunnen de rijomstandigheden (bijvoorbeeld complexe situaties) tot ongevallen leiden.
Pagina 580
4-304 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPGELET (vervolg) OPGELET (vervolg) - Bij extreem versnellen/vertragen - Buitentemperatuur te hoog - Ruitewissers werken snel - Richtingaanwijzers werken - Waarschuwingsknipperlichten werken - LKAS werkt - Lange werkingsduur LDP - ABS of TCS werkt - Er is een object geïnstalleerd dat het zicht van de stereo camera belemmert - De koplampen produceren onvoldoende licht door bevuiling of foutieve afstelling - Koplampen, mistlampen etc.
Pagina 581
4-305 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPGELET (vervolg) - Wanneer de breedte van de rijstrook varieert - Bij ontbrekende of vervaagde wegmarkeringen - Bij moeilijk te onderscheiden wegmarkeringen omdat de kleur vergelijkbaar is met die van het wegdek - Bij dubbele wegmarkeringen - Bij smalle wegmarkeringen - Bij andere lijnen op het wegdek dan wegmarkeringen - Bij een muur of paal naast wegmarkeringen...
4-306 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN LDP inschakelen LDP werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld. • Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 60 tot 130 km/h. • Het systeem kan de rijstrook detecteren • De bestuurder bedient het stuurwiel •...
4-307 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van LDP Wanneer de wagen de rijstrook dreigt te verlaten terwijl LDW waarschuwt, helpt het systeem in de juiste richting sturen om te vermijden dat de wagen de rijstrook verlaat. Er verschijnt een waarschuwingsmelding op het MID. Tegelijkertijd trilt het stuurwiel. Wanneer LDP niet werkt Engels Wanneer de bestuurder het stuurwiel loslaat...
Pagina 584
4-308 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Details MID Indicatie Afhankelijk van de omstandigheden Display area 1 verschijnt het volgende op het MID. NOTE OPMERKING • Wanneer slechts één witte lijn van een rijstrook wordt gedetecteerd, verschijnt alleen die lijn in de Display area 2 rijstrookweergave van het MID.
→ Zie pagina 4-297 Automatische stop van stuurassistentie door LDP Bij de volgende handelingen stopt LDP automatisch de stuurassistentie. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Bij een storing in de elektrische stuurbekrachtiging • Bij een storing in het remsysteem...
4-310 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Instellingen van LDP De instellingen van LDP kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Assist and Waarschuwing en warning stuurassistentie Lane support Lane departure Warning only Alleen waarschuwing settings prevention...
4-311 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Emergency Lane Keeping (ELK) Emergency Lane Keeping (ELK) is een systeem dat botsingen helpt voorkomen door in te grijpen op de besturing wanneer het systeem oordeelt dat er bij het veranderen van rijstrook een botsing dreigt met voertuigen die links of rechts volgen. Wanneer de bestuurder aanstalten maakt om van rijstrook te veranderen terwijl de radarsensoren een ander voertuig detecteren en het systeem oordeelt dat de wagen dreigt af te wijken van de rijstrook, helpt het systeem de bestuurder om weer binnen...
Pagina 588
4-312 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Gebruik het systeem niet in de volgende situaties om ongevallen te voorkomen. De wagen wordt mogelijk niet onder controle gehouden doordat een rijstrook niet kan worden herkend. - Op secundaire wegen (andere wegen dan autosnelwegen) kunnen de rijomstandigheden (bijvoorbeeld complexe situaties) tot ongevallen leiden.
Pagina 589
4-313 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPGELET (vervolg) OPGELET (vervolg) - Bij extreem versnellen/vertragen - Buitentemperatuur te hoog - Ruitewissers werken snel - Lange werkingsduur ELK - ABS of TCS werkt - Er is een object geïnstalleerd dat het zicht van de stereo camera belemmert - De koplampen produceren onvoldoende licht door bevuiling of foutieve afstelling - Koplampen, mistlampen etc.
Pagina 590
4-314 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPGELET (vervolg) - Bij smalle wegmarkeringen - Bij andere lijnen op het wegdek dan wegmarkeringen - Bij een muur of paal naast wegmarkeringen - Wanneer de vorm van de rijstrook sterk verandert (bijvoorbeeld aan het begin of einde van bochten, bij snelheidsbeperkende systemen of op bochtige wegen).
4-315 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werkingsvoorwaarden van ELK BSM OFF controlelampje ELK werkt wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld. • Power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system). •...
4-316 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van ELK Waarschuwingsscherm Wanneer de wagen van rijstrook begint te veranderen terwijl BSM waarschuwt en de wagen een gedetecteerd voertuig nadert, helpt het systeem de bestuurder om weer binnen de rijstrook te sturen, ook al worden de richtingaanwijzers niet bediend Er verschijnt een waarschuwingsmelding op het MID.
4-317 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Wanneer ELK niet werkt Engels Wanneer de bestuurder het stuurwiel loslaat of een tijdje onvoldoende stevig vasthoudt, weerklinkt een waarschuwingszoemer. ELK wordt tijdelijk geannuleerd. NOTE OPMERKING Turks • Wordt het stuurwiel maar losjes vastgehouden of in bepaalde rijomstandigheden kan het systeem oordelen dat u het stuurwiel hebt losgelaten ook al houdt u het vast.
Pagina 594
4-318 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Details MID Indicatie Afhankelijk van de omstandigheden Display area 1 verschijnt het volgende op het MID. NOTE OPMERKING • Wanneer slechts één witte lijn van een rijstrook wordt gedetecteerd, verschijnt alleen die lijn in de Display area 2 rijstrookweergave van het MID.
Pagina 595
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Automatische stop van stuurassistentie door ELK Bij de volgende handelingen stopt ELK automatisch de stuurassistentie. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Bij een storing in de elektrische stuurbekrachtiging • Bij een storing in het remsysteem...
4-320 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN ELK uitschakelen ELK kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. De instellingen van ELK kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Enable ELK inschakelen Lane support Emergency lane settings keeping...
4-321 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Lane Keep Assist System (LKAS) Lane Keep Assist System (LKAS) is een systeem dat de besturing assisteert om de wagen in het midden van de rijstrook te houden door de witte lijnen van de rijstrook te detecteren met een stereo camera op autosnelwegen. Deze functie is beschikbaar wanneer Adaptive Cruise Control is ingeschakeld.
Pagina 598
4-322 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) • Gebruik het systeem niet in de volgende situaties om ongevallen te voorkomen. De wagen wordt mogelijk niet onder controle gehouden doordat een rijstrook niet kan worden herkend. - Op secundaire wegen (andere wegen dan autosnelwegen) kunnen de rijomstandigheden (bijvoorbeeld complexe situaties) tot ongevallen leiden.
Pagina 599
4-323 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING (vervolg) - Wanneer de afstand tussen voertuigen klein is en wegmarkeringen moeilijk zichtbaar zijn - Wanneer een voertuig vanuit een naburige rijstrook plots voor de wagen gaat rijden of een voorligger van rijstrook verandert. - Bij schaduwen van bijvoorbeeld vangrails op wegmarkeringen - Bij felle lichtbronnen voor de wagen (zonlicht, koplampen van tegenliggers etc.).
Pagina 600
4-324 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPGELET (vervolg) - Bij wegoneffenheden of naden in de weg - Bij extreem versnellen/vertragen - Buitentemperatuur te hoog - Waarschuwingsknipperlichten werken - ABS of TCS werkt - Bij plots remmen - Wanneer de rijstrook te smal of te breed is - Bij snelheden van minder dan ongeveer 60 km/h of meer dan ongeveer 130 km/h.
4-325 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werkingsvoorwaarden van LKAS LKAS werkt wanneer de onderstaande voorwaarden zijn vervuld. • Adaptive Cruise Control is ingeschakeld • De snelheid is ongeveer 60 tot 130 km/h • Het systeem herkent wegmarkeringen aan beide kanten • De bestuurder bedient het stuurwiel •...
Pagina 602
4-326 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Het systeem detecteert rijstroken en assisteert bij de besturing om de wagen in het midden van de rijstrook te houden bij snelheden tussen ongeveer 60 en 130 km/h wanneer Adaptive Cruise Control is ingeschakeld.
4-327 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Wanneer LKAS niet werkt Engels Wanneer de bestuurder het stuurwiel loslaat of een tijdje onvoldoende stevig vasthoudt, weerklinkt een waarschuwingszoemer. Er verschijnt een waarschuwingsmelding op het MID. Het systeem wordt tijdelijk geannuleerd. Turks NOTE OPMERKING • Wordt het stuurwiel maar losjes vastgehouden of in bepaalde rijomstandigheden kan het systeem oordelen dat u het stuurwiel hebt...
Pagina 604
4-328 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Details MID Indicatie Afhankelijk van de omstandigheden Display area 1 verschijnt het volgende op het MID. Display area 2 Weergavezone 2: Weergavezone 1: Display Kleur Beschrijving Grijs De stereo camera detecteert geen rijstroken Markering De stereo camera detecteert rijstroken linkerrijstrook Groen LKAS werkt...
4-329 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN LKAS uitschakelen LKAS-schakelaar Druk de LKAS-schakelaar opnieuw in om het systeem uit te schakelen. Het LKAS- controlelampje dooft. NOTE OPMERKING • In de volgende situaties kan het systeem de stuurwielbediening niet detecteren en kan het systeem tijdelijk worden uitgeschakeld.
Pagina 606
4-330 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Attention Assist Attention Assist detecteert onoplettendheid op basis van het rijpatroon in de rijstrook en waarschuwt de bestuurder met een melding op het MID en een zoemer. WARNING WAARSCHUWING • De bestuurder is steeds verantwoordelijk voor een veilige rijstijl. Controleer altijd de omgeving tijdens het rijden.
4-331 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Werking van Attention Assist Wanneer het systeem oordeelt dat het English voertuig gaat zwalpen bij een snelheid van ongeveer 60 km/h of meer, wordt de bestuurder gewaarschuwd. Er verschijnt een waarschuwingsmelding op het MID. Tegelijkertijd klinkt een zoemer. Turkish NOTE OPMERKING...
4-332 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Attention Assist uitschakelen Attention Assist kan worden uitgeschakeld indien u dat wil. De instellingen van Attention Assist kunnen door de gebruiker worden gewijzigd via het MID. Instellingen (personaliseringsfunctie) → Zie pagina 4-46 Display-indicatie Beschrijving Enable Attention Assist inschakelen Lane support Attention assist settings...
Pagina 609
4-333 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Automatic High Beam (AHB) 's Nachts maakt Automatic High Beam (automatische grootlichten) gebruik van de stereo camera om de koplampen van tegenliggers, de achterlichten van voorliggers en straatverlichting te detecteren en zo automatisch om te schakelen tussen dimlichten en grootlichten.
Pagina 610
4-334 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN OPMERKING (vervolg) • Door de volgende factoren kan de timing van het omschakelen tussen grootlichten en dimlichten wijzigen. - Helderheid en kleur van de lichten van tegenliggers of voorliggers. - Beweging en richting van tegenliggers of voorliggers. - Wanneer maar één koplamp van een tegenligger of voorligger werkt.
4-335 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN AHB gebruiken 1. Zet de lichtschakelaar op "AUTO". 2. Zet de lichtschakelaar naar voren in de grootlichtpositie. AHB-controlelampje Oordeelt het systeem dat het nacht is op basis van het omgevingslicht, dan wordt AHB ingeschakeld. Tegelijkertijd licht het AHB- controlelampje op.
4-336 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Manueel omschakelen tussen grootlichten en dimlichten Omschakelen naar dimlichten Breng de lichtschakelaar in de originele positie terwijl AHB werkt. Het AHB- controlelampje gaat uit. Omschakelen naar grootlichten Wanneer de lichtschakelaar in de " AHB-controlelampje " positie wordt gebracht terwijl AHB werkt, worden de grootlichten ingeschakeld.
Pagina 613
4-337 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Model met vierwielaandrijving (4WD) 2WD en 4WD ("4H (4WD high)" of "4L (4WD low)") kan worden geselecteerd met de 4WD schakelaar. Kies de juiste stand volgens de rijomstandigheden. CAUTION OPGELET • Zelfs een voertuig met vierwielaandrijving (4WD) biedt geen remedie tegen onveilige rijtechnieken.
Pagina 614
• Indien het 4WD controlelampje of 4WD Low controlelampje niet doven of oplichten nadat de 4WD schakelaar werd bediend, moet u het voertuig laten nakijken door uw Isuzu-dealer. • Wanneer het CHECK 4WD waarschuwingslampje oplicht, moet u het voertuig laten nakijken door uw Isuzu-dealer. 4WD waarschuwingslampje → Zie pagina 4-84 4WD Low controlelampje →...
4-339 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Richtlijnen voor overschakeling van 2WD naar 4WD Type aandrijving 4H (4WD high) 4L (4WD low) schakelaar Controlelampje Natte wegen, Steile hellingen, slechte besneeuwde wegen, wegen, zand, modder Tijdens normaal rijden Rijomstandigheden beijzelde wegen en of diepe sneeuw en op een gewone weg of andere wegen waarop andere wegen waarop...
Pagina 616
4-340 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Overschakelen van "2H" naar "4H (4WD High)" WARNING WAARSCHUWING • Zet de 4WD schakelaar niet van "2H" op "4H" terwijl de wielen spinnen. Bedien deze schakelaar pas wanneer het spinnen of slippen is gestopt. 1. Rij rechtuit en zet de 4WD schakelaar op "4H"...
Pagina 617
4-341 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN 2. Het 4WD controlelampje dooft wanneer van "4H" wordt overgeschakeld naar "2H". Het 4WD controlelampje blijft knipperen zolang wordt overgeschakeld. NOTE OPMERKING • Dooft het 4WD controlelampje niet, rij dan traag vooruit en achteruit. Omschakelen tussen "4H (4WD High)" en "4L (4WD Low)" NOTE OPMERKING •...
Pagina 618
4-342 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN 1. Stop het voertuig. 2. Trap bij een model met manuele versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in of zet de schakelpook in de stand “N”. Zet bij een model met automatische versnellingsbak de versnellingshendel in de stand “N” en controleer of de schakelindicator “N”...
Pagina 619
4-343 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Omschakelen tussen "2H" en "4L (4WD Low)" CAUTION OPGELET • Bedien de 4WD schakelaar niet wanneer de achterwielen spinnen op een besneeuwde, bevroren of gladde ondergrond. NOTE OPMERKING • Bedien de 4WD schakelaar wanneer alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld.
Pagina 620
4-344 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN 1. Stop het voertuig. 2. Trap bij een model met manuele versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in of zet de schakelpook in de stand “N”. Zet bij een model met automatische versnellingsbak de versnellingshendel in de stand “N” en controleer of de schakelindicator “N”...
Pagina 621
4-345 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN 4WD Low 4. Wanneer wordt overgeschakeld controlelampje controlelampje van "2H" naar "4L", lichten het 4WD controlelampje en 4WD Low controlelampje op, en wanneer wordt overgeschakeld van "4L" naar "2H", doven het 4WD controlelampje en 4WD Low controlelampje. NOTE OPMERKING •...
4-346 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Dieselpartikelfilter (DPD) Het dieselpartikelfilter (DPD) haalt dieselpartikels (PM) uit de uitlaatgassen. Deze deeltjes worden uit de uitlaatgassen gefilterd en verzameld in het filter. Wanneer een bepaald verzadigingsniveau is bereikt dat door de motorregelmodule is bepaald, verbrandt het filter automatisch de partikels in een proces dat regeneratie wordt genoemd.
ADVICE ADVIES • Indien de regeneratieprocedure niet is voltooid, licht het storingscontrolelampje (MIL) op. Laat dan uw voertuig zo spoedig mogelijk inspecteren/onderhouden door uw Isuzu-dealer. NOTE OPMERKING • Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan het lampje snel beginnen knipperen (3 Hz). Regenereer in dat geval zo snel mogelijk door de manuele...
Pagina 624
4-348 BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Manuele regeneratieprocedure 1. Rij met een constante snelheid van meer dan 70 km/h en hou daarbij de omgeving in het oog. 2. Wanneer voorwaarden zoals toerental, koelvloeistoftemperatuur e.d. zijn vervuld, blijft het regeneratiecontrolelampje branden en start het regeneratieproces. 3.
Pagina 625
- Verdunnen met water of andere vloeistoffen - Benzine of diesel toevoegen ® • Werden per ongeluk andere vloeistoffen dan het voorgeschreven AdBlue gebruikt, dan moet het SCR-systeem worden nagekeken. Laat het SCR- systeem nakijken door uw Isuzu-dealer. CAUTION OPGELET ® • AdBlue is onschadelijk voor de mens, zelfs bij aanraking.
Pagina 626
• Pas de uitlaat of demper niet aan en verplaats ook geen onderdelen, ® met inbegrip van de AdBlue tank. Hierdoor zou de zuiverende werking kunnen afnemen. Raadpleeg uw Isuzu Dealer voor eventuele noodzakelijke aanpassingen. NOTE OPMERKING [SCR met ureum] •...
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Luchtroosters Luchtroosters voorin Luchtroosters achterin Type 1 Type 2 RTUL5...
Pagina 629
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Rooster Uitrusting De luchtstroomrichting kan worden Centraal luchtrooster voorin geregeld met het lipje. De luchtstroomrichting kan worden Zijrooster voorin geregeld met het lipje. Zijruitrooster De lucht wordt naar de zijruiten geblazen. Voorruitrooster De lucht wordt naar de voorruit geblazen. Vloerrooster De lucht wordt naar de voeten geblazen.
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Luchtstroomregellipje Regel de luchtstroom met het lipje op het rooster. Centraal luchtrooster voorin Beweeg het lipje naar binnen toe om het luchtrooster te sluiten. Air flow direction control tab Beweeg het lipje naar buiten toe om het Zijrooster voorin luchtrooster te sluiten.
• Terwijl het vrijloopstopsysteem werkt, wordt overgeschakeld naar de recirculatiestand om de airconditioning efficiënter te laten werken. Het luchtdebiet kan bovendien afnemen. • Wanneer het luchtdebiet afneemt of de airconditioning niet goed werkt, kan het airconditioningfilter verstopt zijn. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Schakelaars en display Naam Functie Regelt de temperatuur van de 1 Temperatuurregelaar (voorzetel links) zetelverwarming. Airconditioningschakelaar (A/C Schakelt de airconditioning aan en uit. schakelaar) Schakelt om tussen luchtrecirculatie en 3 Keuzeschakelaar binnen-/buitenlucht buitenluchttoevoer. 4 Roosterkeuzeschakelaar Schakelt om tussen luchtroosters. Uit-schakelaar automatische Schakel de airconditioning en de aanjager airconditioning (OFF schakelaar)
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Gebruik van de automatische airconditioning 1. Druk op de AUTO schakelaar (7). Het symbool "AUTO" verschijnt. 2. Regel de temperatuur met de temperatuurregelaar (1) (11). Wanneer een verschillende temperatuur is ingesteld voor bestuurder en passagier, verschijnt het "DUAL" symbool. Wanneer de AUTO schakelaar is bediend, worden de volgende functies automatisch geregeld op basis van de ingestelde temperatuur.
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Gebruik van de schakelaars Temperatuurregelaar Met de schakelaar (1) kan de temperatuur van de voorzetel links worden geregeld. Met de schakelaar (11) kan de temperatuur van de voorzetel rechts worden geregeld. Wanneer het "DUAL" symbool is uitgeschakeld, wordt de temperatuur van beide voorzetels tegelijk geregeld.
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Dual-schakelaar Wanneer de schakelaar (10) wordt bediend, verschijnt het "DUAL" symbool in de displayzone. Terwijl het "DUAL" symbool oplicht, kan de temperatuur aan bestuurderszijde en passagierszijde apart worden ingesteld. Wanneer de DUAL schakelaar opnieuw wordt bediend, verdwijnt het "DUAL" symbool en is de ingestelde temperatuur aan bestuurderszijde dezelfde als die aan passagierszijde.
5-10 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Roosterkeuzeschakelaar Kies de luchtroosters met deze schakelaar (4). Aangegeven Luchtstroom Rooster symbool De lucht stroomt uit roosters 1, 2 en 6 (indien Gezicht aanwezig). De lucht stroomt uit roosters 1, 2, 5 en 6 (indien Twee niveaus aanwezig).
5-11 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Schakelaar voor automatische airconditioning (AUTO schakelaar) Door op deze schakelaar (7) te drukken, verschijnt het "AUTO" symbool en wordt de airconditioning automatisch geregeld. Voorruitverwarmingsschakelaar Gebruik deze schakelaar om de voorruit te ontwasemen of ontdooien. Wanneer deze schakelaar (8) wordt ingedrukt, verschijnt het "FRONT" symbool. De airconditioning wordt automatisch ingeschakeld en het A/C symbool verschijnt.
5-12 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Ontwasemen en ontdooien van de voorruit Ontwasemen Druk op de voorruitverwarmingsschakelaar (8) om de voorruitverwarming in te schakelen. Het "FRONT" symbool verschijnt op het display. De airconditioning begint te werken. Er wordt automatisch buitenlucht toegevoerd. Zet de temperatuurregelaar (1) (11) op de gewenste temperatuur. Zet de aanjagerschakelaar (6) op de gewenste aanjagersnelheid.
5-13 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Ontdooien Druk op de voorruitverwarmingsschakelaar (8) om de voorruitverwarming in te schakelen. Het "FRONT" symbool verschijnt op het display. De airconditioning begint te werken. Draai de temperatuurregelaar (1) (11) naar de maximale temperatuurstand (30°C). Kies de luchtrecirculatiestand met de keuzeschakelaar binnen-/buitenlucht (3). Het "...
5-14 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Temperatuursensoren De airconditioning maakt gebruikt Sun sensor van een zonnesensor, een binnentemperatuursensor en een buitentemperatuursensor om een effectieve en comfortabele luchtbehandeling te verkrijgen. Plaats niets op de sensoren en let erop dat ze niet nat worden. Zo blijft de airconditioning goed functioneren.
• Terwijl het vrijloopstopsysteem werkt, wordt overgeschakeld naar de recirculatiestand om de airconditioning efficiënter te laten werken. • Wanneer het luchtdebiet afneemt of de airconditioning niet goed werkt, kan het airconditioningfilter verstopt zijn. Raadpleeg in dit geval de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
5-16 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Gebruik van de bedieningsorganen Naam Functie 1 Roosterkeuzeknop Schakelt om tussen luchtroosters. Achterruitverwarmingsschakelaar (indien Ontwasemt de achterruit. aanwezig) 3 Aanjagerregelknop Regelt de luchtstroom. Airconditioningschakelaar (A/C schakelaar) Schakelt de airconditioning aan en uit. (indien aanwezig) 5 Temperatuurregelknop Regelt de temperatuur.
Pagina 643
5-17 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK 1. Roosterkeuzehendel Knoppositie Luchtstroom Rooster De lucht stroomt uit roosters 1, 2 en 6 (indien Gezicht aanwezig). De lucht stroomt uit roosters 1, 2, 5 en 6 (indien Twee niveaus aanwezig). De lucht stroomt uit roosters 5, 6 (indien aanwezig) Voeten en minimaal uit roosters 2.
Pagina 644
5-18 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK 4. Airconditioningschakelaar (A/C schakelaar) (indien aanwezig) Druk bij modellen met airconditioning (koeling en verwarming) op de A/C schakelaar om het airconditioningsysteem te gebruiken. Het controlelampje in de schakelaar gaat branden om aan te geven dat de airconditioning is ingeschakeld. Het lampje dooft wanneer de airconditioning niet werkt.
5-19 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Ventilatie Luchtventilatie Draai de roosterkeuzeknop (1) in de gewenste stand. Zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand " ". Zet de temperatuurregelknop (5) in de gewenste stand afhankelijk van seizoen en klimaat. Zet de aanjagerregelknop (3) op de gewenste snelheid.
5-20 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Gebruik van de verwarming Normaal verwarmen Zet de roosterkeuzeknop (1) in de stand " " of " ". Gebruik de stand " " om uw voeten te verwarmen terwijl de voorruit wordt ontwasemd. Zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand "...
Pagina 647
5-21 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Maximaal verwarmen Zet de roosterkeuzeknop (1) in de stand " ", zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand " " en draai de temperatuurregelknop (5) volledig naar rechts (hoge temperatuur). Zet de aanjagerregelknop (3) op de hoogste snelheid. NOTE OPMERKING •...
Pagina 648
5-22 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Verwarmen op twee niveaus Zet de luchtkeuzehendel (1) in de stand " ". Zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand " ". Zet de temperatuurregelknop (5) in de middelste stand. Zet de aanjagerregelknop (3) in de gewenste stand. NOTE OPMERKING •...
Pagina 649
5-23 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Ontwasemen en ontdooien van de voorruit Ontwasemen Zet de luchtkeuzehendel (1) in de stand " ". Zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand " ". Draai de temperatuurregelknop (5) naar rechts (hoge temperatuur) tot de gewenste stand is bereikt.
Pagina 650
5-24 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Ontdooien Zet de luchtkeuzehendel (1) in de stand " ". Zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand " ". Draai de temperatuurregelknop (5) volledig naar rechts (hoogste temperatuurstand). Zet de aanjagerregelknop (3) op de hoogste snelheid. NOTE OPMERKING •...
5-25 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Koelen (modellen met airconditioning) Normaal/matig koelen Deze instelling is geschikt wanneer u langdurig wilt koelen of als u slechts matige koeling wenst. Druk op de A/C schakelaar (4) om de airconditioning in te schakelen. Zet de roosterkeuzeknop (1) in de stand " "...
5-26 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Maximaal koelen Zet de luchtkeuzehendel (1) in de stand " ". Druk op de A/C schakelaar (4) om de airconditioning in te schakelen. Zet de luchtkeuzehendel (6) in de stand " ". Draai de temperatuurregelknop (5) volledig naar links (laagste temperatuurstand). Zet de aanjagerregelknop (3) op de hoogste snelheid.
Pagina 653
5-27 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Interieurverlichting Plafondverlichting De plafondverlichting werkt ongeacht de stand van de power mode (modellen met passive entry and start system) of het contact (modellen zonder passive entry and start system). De verlichting brandt met open dan wel gesloten deuren. NOTE OPMERKING •...
Pagina 654
5-28 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK DOOR: De verlichting gaat aan wanneer een deur wordt geopend en uit wanneer de deur wordt gesloten. De verlichting gaat ook aan en uit in de volgende situaties. • Wanneer de power mode op "OFF" (modellen met passive entry and start system) of het contact niet op "ON"...
5-29 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Leesspots De ingedrukte kaartspot gaat aan. De spot Door switch dooft door nogmaals te drukken. De deurschakelaarfunctie kan uit of aan worden geschakeld door op de Map light Map light deurschakelaar te drukken. Met de deurschakelaar op "ON" gaan ze aan samen met het openen/sluiten van de deuren.
Pagina 656
5-30 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Plafondconsole Gebruik deze om kleine voorwerpen op te bergen. Duw op de plafondconsole om ze te openen. WARNING WAARSCHUWING • Sluit altijd het deksel van de plafondconsole tijdens het rijden om letsels door het open deksel of voorwerpen in de console te vermijden.
Pagina 657
5-31 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Zonneklep De zonneklep beschermt uw ogen tegen Sun visor sterk zonlicht. Gebruik de zonneklep wanneer het zonlicht erg fel is. Om verblinding vanaf de zijkant te verminderen, kunt u de zonneklep loshaken Hook en naar de zijkant klappen. CAUTION OPGELET •...
Pagina 658
5-32 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Make-upspiegel De zonneklep is achteraan voorzien van een make-upspiegeltje. Bij modellen met een verlicht make- upspiegeltje gaat de verlichting aan wanneer het spiegelklepje wordt geopend. Ze dooft wanneer het klepje wordt gesloten. Light (with vanity mirror light) Stopcontact Dit werkt met de power mode op “ACC”...
Pagina 659
5-33 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK CAUTION OPGELET • Bij aansluiting van elektrische accessoires op het stopcontact onderaan in midden van dashboard, mogen die de bestuurder niet hinderen, bijvoorbeeld om de schakelpook/keuzehendel te bedienen. ADVICE ADVIES • Schakel elektrische toestellen uit wanneer ze niet worden gebruikt. •...
Pagina 660
5-34 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK USB-ingang Achteraan middenconsole De USB-ingang werkt met de power mode op “ACC” of "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op “ACC” of "ON" (modellen zonder passive entry and start system). Hiermee kunnen compatibele mobiele toestellen of elektronica worden aangesloten of opgeladen.
Pagina 661
5-35 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Klein opbergvak Gebruik deze om kleine voorwerpen op te bergen. CAUTION OPGELET • Laat geen bril of aansteker achter in de auto. Een aansteker kan ontploffen en de plastic glazen of het montuur van een bril kunnen vervormen of barsten als de binnentemperatuur erg hoog oploopt.
Pagina 662
5-36 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Storage Storage Klein opbergvak (passagierszijde) Druk op de knop om het deksel te openen. CAUTION OPGELET • Sluit het kleine opbergvak (passagierszijde) tijdens het rijden om veiligheidsredenen. Zo voorkomt u letsel door het open deksel of voorwerpen in het kleine opbergvak (passagierszijde).
5-37 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Handschoenenkastje Druk op de knop om het te openen. Unlock Steek de sleutel in het slot en draai die naar links om te ontgrendelen en naar Lock rechts om te vergrendelen. CAUTION OPGELET • Om veiligheidsredenen moet het handschoenenkastje tijdens het rijden gesloten zijn.
Pagina 664
5-38 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Dashboardschaal Gebruik dit om kleine voorwerpen op te bergen. CAUTION OPGELET • Laat geen bril of aansteker achter in de auto. Een aansteker kan ontploffen en de plastic glazen of het montuur van een bril kunnen vervormen of barsten als de binnentemperatuur erg hoog oploopt.
Pagina 665
5-39 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Klein opbergvak (bestuurderszijde) Naar u toe trekken om te openen. CAUTION OPGELET • Sluit het kleine opbergvak (bestuurderszijde) tijdens het rijden om veiligheidsredenen. Zo voorkomt u letsel door het open deksel of voorwerpen in het kleine opbergvak (bestuurderszijde).
Pagina 666
5-40 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Centraal opbergvak Trek aan de knop om het deksel te openen. WARNING WAARSCHUWING • Om veiligheidsredenen moet het centrale opbergvak tijdens het rijden gesloten zijn. Dit om letsel te voorkomen wanneer tegen het deksel zou worden gestoten of voorwerpen in het centrale opbergvak naar buiten worden geslingerd.
5-41 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Bekerhouder CAUTION OPGELET • Plaats geen voorwerpen in de bekerhouder die er niet in passen. Bij hard remmen of accelereren kunnen die immers uit de bekerhouder vliegen en letsels toebrengen. • Plaats geen beker die te vol is in de bekerhouder. Gemorste drank kan elektrische circuits beschadigen.
5-42 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Armsteun achterbank Trek de armsteun uit de rugleuning en duw hem naar voren om die te gebruiken. Cup holder Cup holder Bekerhouder en klein opbergvak WARNING WAARSCHUWING • Gebruik het kleine opbergvak niet als asbak en plaats er ook geen asbak in. Dit is gevaarlijk en kan brand doen ontstaan.
Pagina 669
5-43 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Bestuurderszijde 1. Druk op de bekerhouder om die te openen. Passagierszijde 2. Door de bekerhouder in te schuiven is Bestuurderszijde er een klein opbergvak beschikbaar. 3. Wanneer de bekerhouder wordt gebruikt voor het vak wordt gesloten, is de bekerhouder opnieuw beschikbaar wanneer het wordt geopend.
5-44 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Fleshouder en klein opbergvak (voor- en achterdeuren) Kan worden gebruikt als fleshouder en klein opbergvak. CAUTION OPGELET • Plaats geen recipiënten zonder deksel zoals papieren bekers met inhoud in de fleshouder en het Bottle holder and small article kleine opbergvak.
Pagina 671
5-45 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Handgreep WARNING WAARSCHUWING • Ook kunnen voorwerpen zoals kleerhangers of dergelijke die zijn bevestigd aan de handgreep of kleerhaak, de normale werking van de gordijnairbag belemmeren en worden weggeslingerd wanneer het systeem in werking treedt. Voorzetels Bovenaan de zijruiten zitten handgrepen.
Pagina 672
5-46 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Kleerhaak Crew Cab Model Gebruik deze haak voor het ophangen van kleding. Hook WARNING WAARSCHUWING • Hang geen zware of grote voorwerpen aan de kleerhaak om te vermijden dat die barst of breekt. • Ook kunnen voorwerpen zoals kleerhangers of dergelijke die zijn bevestigd aan de handgreep of kleerhaak, de normale werking van...
Pagina 673
5-47 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Antenne Regel de hoek van de antenne voor de ontvangst van radiosignalen. Draai de antennestaaf naar links om die te verwijderen. ADVICE ADVIES • Verwijder de antenne om te vermijden dat die afbreekt in een automatische carwash. Leg de gedemonteerde antenne op een veilige plaats en monteer ze opnieuw vooraleer u de weg op...
Pagina 674
5-48 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Stuurwielafstandsbediening Diverse functies van het audiosysteem kunnen worden bediend vanaf het stuurwiel. Welke dat precies zijn, hangt af van het type audiosysteem. CAUTION OPGELET • Laat u tijdens het rijden niet afleiden door de bediening van het audiosysteem. Beschrijving [MODE], [ ] toetsen ], [...
Pagina 675
5-49 COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK Achteruitrijcamera De achterklep is voorzien van een achteruitrijcamera. Rear vision camera CAUTION OPGELET • Kijk tijdens het achteruitrijden niet alleen naar het scherm. Let altijd op de omgeving en rij traag. ADVICE ADVIES • Als de lens vuil is, zal het beeld onscherp zijn. Verwijder regendruppels, sneeuw of vuil van de lens met behulp van een zachte doek die is bevochtigd met water.
INSPECTIE EN ONDERHOUD VOOR INSPECTIE EN ONDERHOUD 6-15 DAGELIJKSE INSPECTIES INSPECTIE EN ONDERHOUD VAN DE 6-19 MOTOR INSPECTIE EN ONDERHOUD VAN HET 6-59 CHASSIS 6-97 OVERIGE INSPECTIES EN ONDERHOUD ONDERHOUD VAN INTERIEUR EN 6-131 EXTERIEUR 6-141 ONDERHOUDSGEGEVENS...
Pagina 679
INSPECTIE EN ONDERHOUD INSPECTIE- EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN ● Voorzorgsmaatregelen voor inspecties en afstellingen ● Afgedankte onderdelen, oliën en andere vloeistoffen ● Originele Isuzu-oliën en vetten ● Gereedschap ● Motorkap 6-11...
INSPECTIE EN ONDERHOUD Voorzorgsmaatregelen voor inspecties en afstellingen Uw Isuzu-dealer werkt met door de fabriek opgeleide technici en originele Isuzu- onderdelen om uw voertuig in optimale conditie te houden. Voor deskundig advies en een kwaliteitsvolle service kunt u steeds terecht bij uw Isuzu-dealer.
Pagina 681
Vermijd vonken en open vuur. • Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen tegen olie, vloeistoffen en rondvliegende voorwerpen. • Gebruik uitsluitend originele Isuzu-onderdelen. • Laat geen inspectiegereedschap, gedemonteerde onderdelen, vodden etc. achter in de motorruimte. Die zouden immers defecten kunnen veroorzaken wanneer ze worden gegrepen door bewegende onderdelen zoals riemen en zelfs brand veroorzaken door contact met hete onderdelen.
Pagina 682
INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVICE ADVIES • Gebruik altijd het juiste gereedschap. • Controleer of alle systemen en componenten normaal werken nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd. • Vuil water, modder en andere verontreinigingen kunnen de werking van oliën, vetten en vloeistoffen verminderen en de onderdelen beschadigen. Let op dat geen vuil en dergelijke in contact komt met onderdelen of materialen die werden verwijderd bij het verversen of bijvullen van vloeistoffen.
Isuzu Motors garandeert de kwaliteit en prestatie van originele Isuzu-oliën en vetten. Wij raden u aan om originele Isuzu- oliën en vetten te gebruiken voor het onderhoud van uw voertuig. CAUTION OPGELET •...
INSPECTIE EN ONDERHOUD Gereedschap ADVICE ADVIES • Het verdient aanbeveling dat u zich vertrouwd maakt met het gebruik van het gereedschap en de krik. • Na de werkzaamheden bergt u het gereedschap weer in de opbergruimte op en controleert u of het gereedschap niet kan schuiven wanneer het voertuig rijdt. •...
Pagina 685
INSPECTIE EN ONDERHOUD Crew Cab Model Krik en gereedschap bevinden zich achter de linker achterzetel. Klap de rugleuningen naar voren om de krik en het gereedschap te nemen. Om de krik te verwijderen, draait u de krikmof naar links zodat het blok van de houder komt.
6-10 INSPECTIE EN ONDERHOUD Boordgereedschap Naam gereedschap Krikstang/stang voor verwijderen van reservewiel Wielmoersleutel (krikhendel) Steeksleutel Tang ! " Schroevendraaier (met omkeerbare kruiskop en platte kop) Krik Gereedschapstas ADVICE ADVIES • Zorg dat alle gereedschap altijd in het voertuig is.
Pagina 687
6-11 INSPECTIE EN ONDERHOUD Motorkap WARNING WAARSCHUWING • Hou handen en kleding uit de buurt van de ventilator en de aandrijfriemen van de motor als deze draait. • Controleer of de steun goed in de uitsparing in de motorkap zit om te vermijden dat de motorkap plots sluit en zo letsels veroorzaakt.
Pagina 688
6-12 INSPECTIE EN ONDERHOUD Openen 1. Trek aan de ontgrendelingshendel. De motorkap wordt ontgrendeld en de voorkant komt omhoog. Engine hood release lever 2. Steek een hand met de handpalm Safety latch omlaag onder de voorkant van de motorkap, duw de veiligheidslip naar links en open de motorkap.
Pagina 689
6-13 INSPECTIE EN ONDERHOUD Sluiten WARNING WAARSCHUWING • De motorkap is heel zwaar. Let er bij het sluiten van de motorkap op dat uw handen noch iets anders beklemd raken. ADVICE ADVIES • Laat de motorkap niet vallen van meer dan 60 cm hoog. Motorkap en radiatorrooster kunnen worden beschadigd door de impact.
6-15 INSPECTIE EN ONDERHOUD DAGELIJKSE INSPECTIES ● Dagelijkse inspecties (inspecties vóór het rijden) 6-16 ● Controleren van componenten die abnormaal werkten 6-18 tijdens het vorige gebruik...
Als de inspecties een abnormale situatie aan het licht brengen of als er onderdelen zijn die een abnormale werking vertoonden tijdens het laatste gebruik, moet u het voertuig door uw Isuzu-dealer laten repareren vooraleer u het opnieuw gebruikt. Dagelijkse inspectiepunten (Inspecties vóór het rijden) [1.
Pagina 693
6-17 INSPECTIE EN ONDERHOUD [3. Controles die worden uitgevoerd in de bestuurderszetel] Inspectiepunt Zie pagina Vrije slag rempedaal 6-62 Werking van meters, tellers en waarschuwings-/controlelampjes 4-14, 4-20 Starten van de motor, abnormale geluiden en kleur van uitlaatgassen 6-20 Slag van handremhendel 6-65 Voorruitensproeier- en ruitenwisserwerking 6-98, 6-99...
Pagina 694
INSPECTIE EN ONDERHOUD Controleren van componenten die een abnormale werking vertoonden tijdens het vorige gebruik Controleer de componenten die een abnormale werking vertoonden tijdens het laatste gebruik. Laat de nodige reparaties uitvoeren door uw Isuzu-dealer vooraleer u het voertuig opnieuw gebruikt.
Pagina 695
6-19 INSPECTIE EN ONDERHOUD INSPECTIE EN ONDERHOUD VAN DE MOTOR ● Motorcondities 6-20 ● Motorolie 6-22 ● Motorkoelvloeistof 6-36 ● Behandeling van de radiator 6-41 ● Watergekoelde intercooler 6-43 ● Aandrijfriem 6-50 ● Luchtfilter 6-51 ● Brandstoffilter 6-53 ● Dieselpartikelfilter (DPD) 6-57...
(modellen zonder passive entry and start system) om de motor te starten. Controleer of de motor vlot start zonder abnormale condities (abnormale geluiden, trillingen, enz.). Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer wanneer u abnormale condities vaststelt. De motor starten...
Bij abnormale condities (gaspedaal zit vast, onregelmatig toerental, pingelen, enz.) parkeert u het voertuig op een veilige plaats en contacteert u de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer.
Pagina 698
6-22 INSPECTIE EN ONDERHOUD Motorolie Motoroliewaarschuwingslampje De motorolie is bepalend voor de prestaties en levensduur van de motor. Gebruik uitsluitend voorgeschreven olie en oliefilters. De motorolie moet regelmatig gecontroleerd en ververst worden overeenkomstig het onderhoudsschema. Indien dit waarschuwingslampje oplicht, dan meteen de motorolie verversen en het motoroliefilter vervangen.
Front Back Front Back - Komt het oliepeil boven de markering "Inspectie MAX", laat dan de olie verversen door een Isuzu- dealer. Ververst u de olie zelf, volg dan de procedures die beschreven staan op de volgende pagina's. ADVICE ADVIES •...
Pagina 700
6-24 INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVICE ADVIES • Als het oliepeil boven de markering "Inspectie MAX" op de oliepeilstok staat, kunnen er motorproblemen optreden. Ververs de olie wanneer het peil boven de markering "Inspectie MAX" staat. • Er zal geleidelijk meer brandstof in de motorolie komen, waardoor de olie dunner wordt.
6-25 INSPECTIE EN ONDERHOUD Motorolie bijvullen Komt het oliepeil onder de markering Oil filler cap "MIN", vul dan olie bij zoals hieronder beschreven. Vul motorolie bij op een vlakke ondergrond met koude motor alvorens die te starten. Is de motor al gestart, zet die dan af wanneer hij voldoende is opgewarmd en wacht minstens 30 minuten alvorens het oliepeil te controleren.
Pagina 702
6-26 INSPECTIE EN ONDERHOUD WARNING WAARSCHUWING • Let er bij het bijvullen van olie op dat u geen olie morst en hou altijd een vod bij de hand voor het geval er toch olie gemorst wordt. Als er olie op de motor wordt gemorst, moet deze zorgvuldig worden weggeveegd.
6-27 INSPECTIE EN ONDERHOUD Motorolie verversen en oliefilter vervangen Motorolie en oliefilter zijn bepalend voor de prestaties en levensduur van de motor. Gebruik uitsluitend voorgeschreven olie en oliefilters. De motorolie moet regelmatig gecontroleerd en ververst worden overeenkomstig het onderhoudsschema. WARNING WAARSCHUWING •...
Pagina 704
6-28 INSPECTIE EN ONDERHOUD Motorolie verversen en oliefilter vervangen Ververs de motorolie en vervang het oliefilter op een vlakke ondergrond met koude motor alvorens die te starten. Is de motor al gestart, zet die dan af wanneer hij voldoende is opgewarmd en wacht minstens 30 minuten tot de olie voldoende is afgekoeld.
Pagina 705
6-29 INSPECTIE EN ONDERHOUD 5. Wacht tot de olie niet meer loopt en uit de aftapopening gaat druppelen. ADVICE ADVIES • Als de olie onvoldoende wordt afgetapt, is het peil mogelijk te hoog na het bijvullen. • Afgetapte olie moet worden afgevoerd overeenkomstig de wettelijke voorschriften in uw land.
Pagina 706
6-30 INSPECTIE EN ONDERHOUD 7. Trek het lipje van clip A en clip B in de richting van de pijl en verwijder de clips. ADVICE ADVIES • Oefen hierbij niet teveel kracht uit op het lipje en probeer een clip niet te verwijderen zonder die eerst te ontgrendelen.
Pagina 707
6-31 INSPECTIE EN ONDERHOUD 11. Draai de oliefilterkap los met een dopsleutel. 12. Wacht ongeveer 30 seconden. 13. Verwijder de oliefilterkap. ADVICE ADVIES • Wanneer u de oliefilterkap meteen verwijdert na het losdraaien, kan er motorolie uitlopen. 14. Haal het oliefilterelement van de Oil filter element filterkap.
Pagina 708
6-32 INSPECTIE EN ONDERHOUD 18. Richt de klauwzijde van het nieuwe filterelement naar de filterkap en steek het filterelement goed in de kap tot de klauw vergrendelt. 19. Controleer of het filterelement mooi recht in de kap zit. Claw 20. Smeer de pakking van het nieuwe filterelement en de O-ring in met wat Gasket schone motorolie...
Pagina 709
6-33 INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVICE ADVIES • Vuil en olie op de volgende onderdelen moeten worden afgeveegd alvorens de afttapplug terug te plaatsen. - Schroefdraad van de aftapplug. - Schroefdraad van de aftapopening. - Boutzitting van het oliecarter. 25. Meet de voorgeschreven hoeveelheid voorgeschreven olie af.
Pagina 710
6-34 INSPECTIE EN ONDERHOUD WARNING WAARSCHUWING • Vuur of andere warmtebronnen in de buurt van gemorste olie kunnen brand veroorzaken. Veeg gemorste olie zorgvuldig weg. • Laat geen brandbare voorwerpen zoals doeken of handschoenen achter in het motorcompartiment. Deze zouden brand kunnen veroorzaken.
Pagina 711
6-35 INSPECTIE EN ONDERHOUD 34. Stel de onderhoudsherinnering Turkish English opnieuw in. Selecteer "Maintenance settings" op het MID. Selecteer "Engine oil". Selecteer "ON" en stel de afstand in door de MID-schakelaar naar links of rechts te drukken. Druk vervolgens op de MID-schakelaar ter bevestiging.
Pagina 712
6-36 INSPECTIE EN ONDERHOUD Motorkoelvloeistof Het motorkoelsysteem houdt de motortemperatuur op peil. De koelvloeistof moet ververst worden overeenkomstig het onderhoudsschema. Laat de koelvloeistof verversen door een Isuzu-dealer. Onderhoudsschema → Zie pagina 6-142 Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en dieselbrandstoffen → Zie pagina...
6-147 ADVICE ADVIES • Isuzu garandeert het gebruik van de motor of het voertuig niet bij een buitentemperatuur van -30°C of lager. • Indien de motor of het voertuig echter bij -30°C of lager wordt gebruikt, dan wordt een concentratie van 55% koelvloeistof aanbevolen.
Pagina 714
OPGELET • Gebruik uitsluitend door Isuzu aanbevolen koelvloeistof. • Andere, niet door Isuzu aanbevolen koelvloeistof kan de motor, het koelsysteem of de radiator beschadigen. Vooral koelvloeistoffen die amines, boraatzout of silicaat bevatten, veroorzaken corrosie van de motor of radiator waardoor koelvloeistof zal gaan lekken en andere problemen optreden.
Controleer op vloeistof of op vlekken die op lekkage duiden op de plaats waar het voertuig geparkeerd staat. Neem contact op met uw Isuzu-dealer wanneer u lekkages vaststelt. CAUTION OPGELET • Bij gebruik van het voertuig met...
• Zorg ervoor dat er geen koelvloeistof in contact komt met het uitlaatspruitstuk wanneer de motor nog warm is. Hierdoor zou het uitlaatspruitstuk kunnen worden beschadigd. • Als het koelvloeistofpeil plotseling verandert, moet u het voertuig laten nakijken door uw Isuzu-dealer.
6-41 INSPECTIE EN ONDERHOUD Behandeling van de radiator Het radiatorblok reinigen Het koelrendement neemt af wanneer Radiator for engine de luchtkanalen in het koelblok van de radiator verstopt zijn met vuil of stof. Dit kan ook corrosie van deze koelblokken veroorzaken.
Pagina 718
• Als er nog steeds hardnekkig vuil achterblijft, zelfs nadat de koelblokken van de radiator en de intercooler zijn schoongemaakt, moet u het voertuig laten inspecteren en onderhouden bij uw Isuzu-dealer.
Pagina 719
De watergekoelde intercooler verlaagt de temperatuur van de inlaatlucht die door de motor wordt opgewarmd. De koelvloeistof van de intercooler moet ververst worden overeenkomstig het onderhoudsschema. Laat de koelvloeistof verversen door een Isuzu-dealer. Onderhoudsschema → Zie pagina 6-142 Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en dieselbrandstoffen →...
Pagina 720
6-44 INSPECTIE EN ONDERHOUD CAUTION OPGELET • De drukweerstand van de radiatordop van het motorkoelsysteem en de subreservoirdop van het intercoolersysteem is verschillend. Een verkeerde installatie kan leiden Radiator cap Sub-tank cap tot oververhitting. 30 kPa 108 kPa Pressure rating Pressure rating ADVICE ADVIES...
6-147 ADVICE ADVIES • Isuzu garandeert het gebruik van de motor of het voertuig niet bij een buitentemperatuur van -30°C of lager. • Indien de motor of het voertuig echter bij -30°C of lager wordt gebruikt, dan wordt een concentratie van 55% koelvloeistof aanbevolen.
Pagina 722
OPGELET • Gebruik uitsluitend door Isuzu aanbevolen koelvloeistof. • Andere, niet door Isuzu aanbevolen koelvloeistof kan de radiator of intercooler beschadigen. Vooral koelvloeistoffen die amines, boraatzout of silicaat bevatten, veroorzaken corrosie van de motor of radiator waardoor koelvloeistof zal gaan lekken en andere problemen optreden.
Pagina 723
Controleer op vloeistof of op vlekken die op lekkage duiden op de plaats waar het voertuig geparkeerd staat. Neem contact op met uw Isuzu-dealer wanneer u lekkages vaststelt. CAUTION OPGELET Radiator cap •...
Pagina 724
6-48 INSPECTIE EN ONDERHOUD Koelvloeistof bijvullen Staat de koelvloeistof in het expansievat Front onder de "MIN" streep, open dan de tankdop en vul koelvloeistof bij tot aan de "MAX" line streep "MAX". Draai de dop na het bijvullen van koelvloeistof goed vast. Motorkap →...
Pagina 725
Hierdoor zou het uitlaatspruitstuk kunnen worden beschadigd. • Als het koelvloeistofpeil plotseling verandert, moet u het voertuig laten nakijken door uw Isuzu-dealer. NOTE OPMERKING • Het expansievat fungeert ook als reservoir voor motorkoelvloeistof.
6-50 INSPECTIE EN ONDERHOUD Aandrijfriem CAUTION OPGELET • Gebruik originele Isuzu-onderdelen wanneer u de aandrijfriem vervangt. Inspectie De riemspanning wordt automatisch regeregeld door een spanrol. Controleer de aandrijfriem op scheuren of andere beschadigingen. Laat de motor draaien om te controleren of de riem piept of te los zit.
Een verstopt luchtfilterelement veroorzaakt niet alleen vermogensverlies, het doet ook het brandstofverbruik toenemen. Het luchtfilterelement dient als volgt te worden onderhouden. Het luchtfilterelement dient te worden nagekeken en vervangen conform het onderhoudsschema. Laat het luchtfilterelement vervangen door een Isuzu-dealer. ADVICE ADVIES • Gebruik altijd een origineel Isuzu-luchtfilterelement.
Pagina 728
6-52 INSPECTIE EN ONDERHOUD 2. Verwijder het luchtfilterelement door Cover het omhoog naar buiten te trekken. 3. Verwijder het vuil dat zich binnenin het luchtfilterhuis heeft verzameld. Element Body Front 4. Maak de aftapklep aan de onderkant Front van het luchtfilter schoon. Drain valve 5.
Pagina 729
6-53 INSPECTIE EN ONDERHOUD Brandstoffilter Reinig het brandstoffilter conform het onderhoudsschema. Laat het brandstoffilter vervangen door een Isuzu-dealer. Tap het water af wanneer het waterafscheidercontrolelampje oplicht CAUTION OPGELET • Indien dit waarschuwingslampje oplicht terwijl de motor draait, moet het water in het brandstoffilter meteen worden afgetapt.
6-54 INSPECTIE EN ONDERHOUD Water in brandstoffilter aftappen Laat de waterafscheider (brandstoffilter) aftappen door een Isuzu-dealer. Tapt u de waterafscheider (brandstoffilter) zelf af, voer dan de olie af conform de wettelijke voorschriften terzake. Rechts stuur 1. Het brandstoffilter bevindt zich links achterin het motorcompartiment.
Pagina 731
6-55 INSPECTIE EN ONDERHOUD Rechts stuur 2. Draai de aftapplug los en beweeg de handpomp 10 tot 20 maal met de hand omhoog en omlaag. 3. Draai de aftapplug zorgvuldig vast en beweeg de handpomp enkele malen Priming pump omhoog en omlaag. 4.
Pagina 732
• Indien de watersafscheider (brandstoffilter) vaak moet worden afgetapt, moet u de brandstoftank laten aftappen door uw Isuzu-dealer. U gebruikt de waterafscheider (brandstoffilter) dan beter niet omdat dit een nadelige invloed kan hebben op het brandstofsysteem.
Pagina 733
Lichtfilter verstopt 6-51 Zwarte element. rook uit de Brandstofsysteem defect ― uitlaat Uitlaatsysteem verstopt ― DPD defect ― ADVICE ADVIES • Wanneer er een in de kolom "Oplossing" staat, is reparatie of afstelling vereist. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
Pagina 735
6-59 INSPECTIE EN ONDERHOUD INSPECTIE EN ONDERHOUD VAN HET CHASSIS ● Remmen 6-60 ● Handrem 6-65 ● Velgen en banden 6-65 ● Banden roteren 6-71 ● Reservewiel 6-72 ● Gebruik van de krik 6-77 ● Banden wisselen 6-82 ● Koppelingsvloeistof (model met manuele versnellingsbak) 6-92 ●...
Pagina 736
6-60 INSPECTIE EN ONDERHOUD Remmen WARNING WAARSCHUWING • Is er een probleem met het remsysteem, rij dan niet verder en contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Remvloeistof Bij voertuigen met manuele versnellingsbak zitten remvloeistof en koppelingsvloeistof in hetzelfde reservoir. WARNING WAARSCHUWING • Als remvloeistof in uw ogen terechtkomt, moet u uw ogen meteen met veel water gedurende minstens 15 minuten goed uitspoelen.
Draai de dop na het bijvullen van de vloeistof stevig vast. Remvloeistof verversen Ververs de remvloeistof volgens het onderhoudsschema en gebruik de voorgeschreven vloeistof. Laat dit werk uitvoeren door uw Isuzu-dealer, aangezien bij het verversen van de remvloeistof de gerelateerde onderdelen gedemonteerd moeten worden.
Pagina 738
Is de vrije slag te groot of te klein, laat uw voertuig dan nakijken en afstellen Free play door een Isuzu-dealer. Vrije slag (gemeten bij het uiteinde van het pedaal) 6 - 10 mm...
Pagina 739
Was dan het voertuig om alle vuil te verwijderen. Laat uw voertuig zo spoedig mogelijk inspecteren door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het piepend geluid niet verdwijnt door te wassen. ADVICE ADVIES • Start de motor en trap het rempedaal enkele keren in om de speling tussen rempedaal en vloer te controleren.
-leiding op dezelfde manier. De linker en rechter achterremslangen en -leidingen moeten eveneens gecontroleerd worden. Is er een probleem met remslangen of -leidingen (schade, krassen, barsten, blazen, lekken, enz.), rij dan niet verder en contacteer de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
• Als u bij controle van de wielbouten, wielmoeren, velgen of banden iets abnormaals aantreft, niet met het voertuig gaan rijden en zo spoedig mogelijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Als u iets abnormaals op de linkerwielen aantreft, de rechterwielen zorgvuldig op soortgelijke defecten controleren.
6-66 INSPECTIE EN ONDERHOUD Banden controleren Bandenspanning Een te lage of te hoge bandenspanning is niet alleen van invloed op het rijgedrag, het kan naast beschadiging van de lading ook abnormale warmteproductie, vroegtijdige slijtage, een lekke band of zelfs een klapband veroorzaken.
Controleer met name het loopvlak op spijkers en andere metalen voorwerpen in de groeven. Als u bij controle van de banden iets abnormaals aantreft, niet met het voertuig gaan rijden en zo spoedig mogelijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. ADVICE ADVIES •...
Als u bij controle van de wielbouten, wielmoeren of velgen iets abnormaals aantreft, niet met het voertuig gaan rijden en zo spoedig mogelijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. CAUTION OPGELET • Elke afwijking in de montage van een wiel heeft mogelijk loszittende of ontbrekende wielmoeren en/of afgebroken wielbouten tot gevolg.
(ook wanneer deze op de velg gemonteerd worden bewaard, zoals bij een reservewiel). Banden die continu worden gebruikt, moeten na 5 tot 7 jaar een verouderingscontrole ondergaan. Neem voor verdere informatie contact op met uw Isuzu-dealer.
• Als wielbouten, wielmoeren of velgen gebreken vertonen, mag het wiel niet meer worden gebruikt. Neem zo spoedig mogelijk contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Banden op verschillende plaatsen slijten verschillend. Banden moeten regelmatig onderling worden verwisseld op het voertuig voor een gelijkmatige slijtage en een langere levensduur.
Pagina 748
6-72 INSPECTIE EN ONDERHOUD Reservewiel Verwijderen 1. Monteer de reservewielstangen en krikhendel. Jack handle Spare tire removal bar Spare tire 2. Draai de bouten bij het monteren removal bar van de reservewielstangen vast met de hand of een kruiskopschroevendraaier. Zorg ervoor dat de holronde zijde aan de boutzijde van de andere stang zit alvorens de bout vast te draaien.
Pagina 749
6-73 INSPECTIE EN ONDERHOUD 3. Steek de reservewielstang in de Spare tire removal bar opening van de reservewielhouder en draai de krikhendel naar links. Zorg ervoor dat het reservewiel volledig op de grond rust en er voldoende speling is tussen reservewielhouder en reservewiel.
Pagina 750
6-74 INSPECTIE EN ONDERHOUD Opbergen 1. Plaats de velg met de buitenkant Plate omhoog en steek de plaat in het midden van de velg. NOTE OPMERKING • Verwijder het naafdeksel alvorens lichtmetalen velgen op te bergen. 2. Steek de haak van de plaat in de velgmoeropening en positioneer de plaat zodanig dat deze goed in het reservewiel grijpt alvorens de ketting...
Pagina 751
Als u het reservewiel niet goed in de houder kunt vastzetten, niet met het voertuig gaan rijden maar contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
6-76 INSPECTIE EN ONDERHOUD Bandenspanning Controleer de bandenspanning van het reservewiel met behulp van een bandenspanningsmeter met de voorgeschreven intervallen. Een reserveband die opgepompt is tot de normale spanning kan na verloop van tijd geleidelijk leeglopen. De band moet daarom op een spanning gebracht worden die enigszins hoger is dan de normale spanning.
Pagina 753
6-77 INSPECTIE EN ONDERHOUD Gebruik van de krik WARNING WAARSCHUWING • Het voertuig opkrikken kan tot ongelukken leiden wanneer dit op een zachte of hellende ondergrond gebeurt. Het voertuig altijd op een vlakke, vaste ondergrond opkrikken. • Plaats geen voorwerpen op of onder de krik bij het opkrikken. •...
6-78 INSPECTIE EN ONDERHOUD WAARSCHUWING (vervolg) WAARSCHUWING (vervolg) • Gebruik niet meer dan één krik tegelijk. • Twee wielen tegelijk omhoog brengen is heel gevaarlijk. Krik altijd maar één wiel • De krik die bij uw voertuig wordt geleverd, is specifiek bestemd voor dat voertuig.
Pagina 755
6-79 INSPECTIE EN ONDERHOUD Jack bar 2. Draai de bouten bij het monteren van de krikstangen vast met de hand of een kruiskopschroevendraaier. Zorg ervoor dat de holronde zijde aan de boutzijde van de andere stang zit alvorens de bout vast te draaien. Screwdriver CAUTION OPGELET...
Pagina 756
6-80 INSPECTIE EN ONDERHOUD WARNING WAARSCHUWING 1st level • De krik heeft 2 niveaus. Vanaf het 2e niveau kan de hendel nog moeilijk 2nd level worden bediend. Stop dan met opkrikken. Wanneer u toch doorgaat, kan de krik worden beschadigd. Als het voertuig te hoog wordt opgekrikt, wordt het onstabiel en heel gevaarlijk.
6-81 INSPECTIE EN ONDERHOUD Kriksteunpunten WARNING WAARSCHUWING • Wanneer een krik niet wordt geplaatst zoals voorgeschreven, kan het voertuig van de krik glijden met mogelijk ernstige letsels of schade tot gevolg. Voorwielkriksteunpunten Plaats de kop van de krik onder het platte gedeelte van het chassis. Achterwielkriksteunpunten Plaats de krik binnen 90 mm van de bladveer onder de asbuis.
Pagina 758
6-82 INSPECTIE EN ONDERHOUD Banden wisselen Voorbereiding Parkeer het voertuig als volgt om een wiel te wisselen. • Het verkeer wordt niet gehinderd. • De ondergrond is horizontaal, vlak en stevig. • U kunt een wiel veilig wisselen. Wanneer u een wiel wisselt op de openbare weg, de waarschuwingsknipperlichten en gevarendriehoeken gebruiken om andere weggebruikers te waarschuwen.
6-83 INSPECTIE EN ONDERHOUD Wiel demonteren WARNING WAARSCHUWING • Trek altijd de handrem stevig aan, zet de schakelpook in de stand "R (achteruit)" bij modellen met manuele versnellingsbak en de keuzehendel in de stand "P" bij modellen met automatische versnellingsbak en plaats blokken onder de wielen alvorens het voertuig op te krikken.
Pagina 760
6-84 INSPECTIE EN ONDERHOUD 1. Trek de handrem stevig aan en Flat tire zet de schakelpook in de stand "R (achteruit)" bij modellen met manuele versnellingsbak en de keuzehendel in de stand "P" bij modellen met automatische versnellingsbak. Blokkeer het achterwiel diagonaal tegenover het voorwiel dat wordt gewisseld.
Pagina 761
6-85 INSPECTIE EN ONDERHOUD 7. Verwijder bij modellen met lichtmetalen velgen het naafdeksel door via de achterkant van de velg op het deksel te duwen. 8. Controleer de velg op vervorming en beschadiging zoals scheuren; de naaf op overmatige slijtage van het raakvlak met de velg en de wielbouten en moeren op beschadiging van de schroefdraad.
• Als u bij controle van de wielbouten, wielmoeren of velgen iets abnormaals aantreft, niet met het voertuig gaan rijden en zo spoedig mogelijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. • Raakvlakken, wielmoercontactvlakken (afgeschuinde zijden) en het naafmontagevlak van de velg mogen niet worden herspoten. Door een dikke laklaag kunnen de wielbouten loskomen of afbreken.
Pagina 763
Als u bij controle van de velgen iets damage around abnormaals aantreft, niet met het voertuig the bolt holes gaan rijden en zo spoedig mogelijk contact opnemen met de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. Cracks or other Wear or other damage on welds...
Pagina 764
6-88 INSPECTIE EN ONDERHOUD • Verwijder roest en vuil en draai de moer op de bout. Als de moer niet soepel draait, is de schroefdraad beschadigd. • Vervang in dat geval zowel de wielbout als de wielmoer. • Als een wielbout is afgebroken, moeten alle wielbouten en wielmoeren van het wiel worden vervangen.
Pagina 765
6-89 INSPECTIE EN ONDERHOUD 6. Schroef elke wielmoer met de hand vast tot die tegen het velgraakvlak zit en draai dan alle wielmoeren handvast aan tot het wiel vast op zijn plaats blijft zitten. Het afgeschuinde uiteinde van de wielmoeren moet naar binnen wijzen. 7.
Pagina 766
• Draai na het wisselen van een wiel het stuurwiel in beide richtingen om te controleren of de wielen geen naburige onderdelen raken. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor meer informatie hieromtrent. • Na het wisselen van een wiel neemt het vastzetmoment van de wielmoeren mogelijk af nadat die zich eerst hebben gezet.
Haal de wielmoeren aan met het voorgeschreven moment. " WARNING WAARSCHUWING • Laat uw voertuig zo spoedig mogelijk door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer nakijken of repareren als u gebreken vaststelt aan wielmoeren, zoals bv. aangehaalde moeren die steeds losraken. CAUTION OPGELET •...
• Als het koppelingsvloeistofpeil te snel zakt, is er mogelijk een probleem met het koppelingssysteem of remsysteem, of zijn de koppelingsplaat, remblokken of remvoeringen versleten. Laat uw voertuig onmiddellijk nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Onderhoudsschema → Zie pagina 6-142 Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en dieselbrandstoffen →...
Draai de dop na het bijvullen van de vloeistof stevig vast. Koppelingsvloeistof verversen Ververs de koppelingsvloeistof volgens het onderhoudsschema met gebruik van de voorgeschreven vloeistof. Laat dit werk uitvoeren door uw Isuzu-dealer, aangezien bij het verversen van de koppelingsvloeistof de gerelateerde onderdelen gedemonteerd moeten worden.
Pagina 770
Rij ook met het voertuig en controleer op abnormale trillingen in het stuurwiel, scheeftrekken, trage respons of geen terugkeer naar de rechtuitstand. CAUTION OPGELET • Indien de stuurinrichting speling of andere gebreken vertoont, moet u het systeem meteen laten nakijken door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
Pagina 771
INSPECTIE EN ONDERHOUD Stuurbekrachtigingsvloeistof (hydraulische stuurbekrachtiging) Het stuurbekrachtigingsvloeistofpeil moet worden gecontroleerd en de vloeistof ververst volgens het onderhoudsschema. Laat stuurbekrachtigingsvloeistof verversen door een Isuzu-dealer. Onderhoudsschema → Zie pagina 6-142 Stuurbekrachtigingsvloeistofpeil controleren Het reservoir bevindt zich links vooraan in het motorcompartiment. Het vloeistofpeil is correct als dit tussen de strepen "MAX"...
6-97 INSPECTIE EN ONDERHOUD OVERIGE INSPECTIES EN ONDERHOUD ● Voorruitensproeiervloeistof 6-98 ● Voorruitenwisserbladen 6-99 ● Lichten 6-106 ● Behandeling van de batterij 6-119 ● Koelmiddel 6-129...
Pagina 774
6-98 INSPECTIE EN ONDERHOUD Voorruitensproeiervloeistof Voorruitenwisser/-sproeier Controleer het vloeistofpeil in het voorruitensproeierreservoir. Sproei dan ruitensproeiervloeistof en schakel de voorruitenwissers in om te zien of er gedeelten zijn die niet goed gewist worden. Controleer ook de werking van de voorruitensproeiers. Voorruitensproeiervloeistof bijvullen Windshield washer tank...
6-99 INSPECTIE EN ONDERHOUD Voorruitenwisserbladen Dagelijkse controles Sproei ruitensproeiervloeistof en schakel dan de voorruitenwissers in om te controleren op gedeelten die niet goed gewist worden. Controleer ook of alles goed werkt. NOTE OPMERKING [Platte bladen] • Wanneer de power mode op "OFF” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "LOCK"...
6-100 INSPECTIE EN ONDERHOUD Wisserblad vervangen (design blad) Verwijderen 1. Trek de wisserarm omhoog tot in de verticale stand. 2. Trek de lip omhoog. 3. Schuif het wisserblad in de richting van de pijl om het te verwijderen.
6-101 INSPECTIE EN ONDERHOUD Installeren 1. Bevestig het wisserblad op de wisserarm. 2. Schuif het wisserblad in de richting van de pijl. 3. Duw de lip in. ADVICE ADVIES • Zet de wisserarm niet omlaag tegen de ruit wanneer het blad verwijderd is om te vermijden dat de voorruit wordt gekrast.
6-102 INSPECTIE EN ONDERHOUD Wisserblad vervangen (plat blad) Breng de wisser in de onderhoudspositie Service position om het wisserblad te vervangen. ADVICE ADVIES • Controleer of de motorkap goed is vergrendeld. Motorkap → Zie pagina 6-11 Wisser in de onderhoudspositie/ werkingspositie brengen 1.
Pagina 779
6-103 INSPECTIE EN ONDERHOUD 4. Zet de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system) en zet de wisserschakelaar in een andere stand dan "OFF" om de wissers in de normale stand te brengen.
Pagina 780
6-104 INSPECTIE EN ONDERHOUD Installeren 1. Schuif het wisserblad in de richting van de pijl tot u een klikgeluid hoort. 2. Controleer of de grendelknop in de opening zit. ADVICE ADVIES • Zet de wisserarm niet omlaag tegen de ruit wanneer het blad verwijderd is om te vermijden dat de voorruit Lock button wordt gekrast.
Pagina 781
6-105 INSPECTIE EN ONDERHOUD Rubber vervangen (design blad) Verwijderen 1. Verwijder het wisserblad van de wisserarm. Pull 2. Trek het wisserrubber in de richting van de pijl uit het wisserblad. Installeren 1. Steek een nieuw wisserrubber in het Insert wisserblad. Hole 2.
Pagina 782
6-106 INSPECTIE EN ONDERHOUD Lichten Werking van de lichten inspecteren Zet de power mode op "ON" (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry and start system) om de werking van koplampen, richtingaanwijzers en andere buitenverlichting alsook de interieurverlichting te controleren.
Pagina 783
De wasem verdwijnt een paar minuten nadat de lichten zijn ingeschakeld. • Stel de koplampen correct af om te vermijden dat andere weggebruikers verblind raken. Laat de koplampen afstellen door de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer.
• Make-upspiegelverlichting Lichten die de gebruiker zelf kan vervangen Wij raden aan om lampen te laten vervangen door een Isuzu-dealer om te voorkomen dat onderdelen worden beschadigd. De lampen waarvan de vervangprocedure staat beschreven in de gebruikershandleiding, kunnen evenwel door de gebruiker zelf worden vervangen.
Pagina 785
ADVICE ADVIES • Raak het glas niet aan met de blote handen. • Hebt u twijfels omtrent de procedure, stop dan meteen en contacteer een Isuzu- dealer. • Wanneer een lamp van een stel lampen (bv. koplampen) doorbrandt, zal de andere lamp het ook spoedig laten afweten.
Pagina 786
21 W Derde remlicht Leesspots Interieur Plafondlamp 10 W Make-upspiegelverlichting *1: Model met LED-koplampen *2: Model met halogeenkoplampen NOTE OPMERKING • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer voor het vervangen van lampen die niet in de bovenstaande lijst staan.
6-111 INSPECTIE EN ONDERHOUD Lampjes vervangen (buitenverlichting) Koplampen (model met halogeenkoplampen) 1. Open de motorkap en bevestig de steun. Motorkap → Zie pagina 6-11 2. Draai de kap linksom en verwijder ze. Cover 3. Koppel de stekker los van de lamp. Trek de stekker uit door op de lipjes te duwen.
Pagina 788
6-112 INSPECTIE EN ONDERHOUD 6. Sluit de stekker aan. Plaats de kap terug. ADVICE ADVIES • Als de kap niet goed is bevestigd, kan er water in de koplamp terechtkomen met een defect tot gevolg.
6-113 INSPECTIE EN ONDERHOUD Richtingaanwijzer (in voorvleugel) 1. Schuif de richtingaanwijzer (op voorvleugel) naar voren en trek er vervolgens aan om de achterkant vrij te maken. Maak de klem opzij achteraan de lamp los van het vleugelpaneel. Nadat de klem is verwijderd, trekt u de lamp naar uit terwijl u ze naar achteren schuift.
INSPECTIE EN ONDERHOUD Lampen van achterlichten NOTE OPMERKING • Laat LED-lampen van rem- en achterlichten vervangen door een Isuzu-dealer. 1. Open de laadklep. Verwijder de 2 schroeven. Verwijder de achterlichtunits. Screw Model met LED-remlichten/ 2. Draai de lampfitting naar links om die achterlichten te verwijderen.
Pagina 791
6-115 INSPECTIE EN ONDERHOUD Behalve model met LED-remlichten/ achterlichten Socket 3. Trek de lamp uit de fitting. Socket Bulb 4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting. 5. Plaats de fitting en draai ze naar rechts om ze goed te bevestigen. ADVICE ADVIES •...
6-116 INSPECTIE EN ONDERHOUD Lamp van achtermistlicht vervangen 1. Draai de bevestigingsschroeven van de lens los en verwijder de lens. 2. Draai de gloeilamp los door deze naar links te draaien terwijl u erop drukt. 3. Om de lampen te installeren, verricht u de handelingen voor het verwijderen in omgekeerde volgorde.
Pagina 793
6-117 INSPECTIE EN ONDERHOUD 3. Draai de fitting los door deze naar links te draaien. Socket 4. Trek de lamp uit de fitting. Socket Bulb 5. Plaats een nieuwe lamp in de fitting. 6. Plaats de fitting en draai ze naar rechts om ze goed te bevestigen.
6-118 INSPECTIE EN ONDERHOUD Lampjes vervangen (binnenverlichting) Lampje plafondverlichting 1. Verwijder de lens met een platte schroevendraaier of dergelijke. Verwijder de lamp. 2. Om de lampen te installeren, verricht u de handelingen voor het verwijderen Bulb in omgekeerde volgorde. Lens Lampje kaartleesspot 1.
6-119 INSPECTIE EN ONDERHOUD Behandeling van de batterij DANGER GEVAAR • Gebruik of opladen van een batterij waarvan de vloeistof onder het minimumpeil staat, kan de batterij aantasten en aanleiding geven tot een gevaarlijke situatie zoals sterke warmteproductie met mogelijk een ontploffing tot gevolg. •...
Pagina 796
(door met het voertuig te rijden). Met name in de wintermaanden kan batterijvloeistof bevriezen en de behuizing beschadigd raken als u de batterij niet oplaadt. • Laat onmiddellijk een inspectie uitvoeren door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het batterijvloeistofpeil abnormaal snel daalt. NOTE OPMERKING •...
6-121 INSPECTIE EN ONDERHOUD Voorzorgsmaatregelen bij het behandelen van de batterij Houd de batterij schoon. Bij een vuile batterij kan de batterijvloeistof verontreinigd raken, kunnen de platen beschadigd worden, kan er kortsluiting ontstaan en kan de levensduur van de batterij verkort worden. Modellen met passive entry and Bij inspectie of onderhoud start system...
6-122 INSPECTIE EN ONDERHOUD Batterijpositie Second battery Sommige voertuigen zijn uitgerust met één First battery (if equipped) batterij (eerste batterij), andere met twee batterijen (eerste en tweede batterij). Batterijkabels loskoppelen Wanneer de batterij verwijderd moet worden, moet u eerst de minkabel losmaken.
6-123 INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVICE ADVIES • Om de minpool te verwijderen, draait u de klemmoer los en verwijdert u de intelligente batterijsensor zonder de kabel los te maken. (Draai geen andere moeren los dan de poolmoer.) De batterij verwijderen 1.
6-124 INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVICE ADVIES • Koppel de batterijkabels los bij het opladen. Dit om defecten aan het voertuig te voorkomen. • Zorg ervoor dat een batterijlader die op de accu wordt aangesloten of losgekoppeld is uitgeschakeld. De batterij installeren 1.
Pagina 801
6-125 INSPECTIE EN ONDERHOUD Pluspool Batterijkabels loskoppelen Bij het aansluiten van de accukabels, beginnen met de pluspool en vervolgens de minpool aansluiten. Cover ADVICE ADVIES • Installeer de minpool met batterij Positive terminal en pool naast elkaar bij het aansluiten van de pluskabel (zoals Battery de afbeelding laat zien).
Pagina 802
Gebruik van de batterij als directe stroombron De accu mag niet worden gebruikt als een directe 12V-stroombron. Neem contact op met uw Isuzu-dealer om een batterij te gebruiken als directe stroombron.
(door met het voertuig te rijden). Met name in de wintermaanden kan batterijvloeistof bevriezen en de behuizing beschadigd raken als u de batterij niet oplaadt. • Laat onmiddellijk een inspectie uitvoeren door de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als het batterijvloeistofpeil abnormaal snel daalt.
Batterijpolen controleren 1. Controleer de batterijpolen op loszitten, barsten en corrosie. Laat een gebarsten pool inspecteren en repareren door een Isuzu-dealer. 2. Als een batterijpool door corrosie is aangetast en met wit poeder is bedekt, dit afspoelen met warm water en dan volledig droog vegen.
Pagina 805
1234yf (R-1234yf). Er kan geen ander type koelmiddel worden gebruikt. Zorgt ervoor dat er nooit koelmiddelgas ontsnapt want dit is schadelijk voor het milieu. Neem contact op met uw Isuzu-dealer of een werkplaats die is uitgerust met een gasrecuperatiesysteem om koelmiddel te vervangen.
6-132 INSPECTIE EN ONDERHOUD Onderhoud van het exterieur Reinigen Als het voertuig wordt gebruikt in vuile toestand, kan dit vuil een chemische reactie met het lak- of plaatwerk veroorzaken met mogelijk vlekken, verkleuring, roestvorming of corrosie tot gevolg. Het vuil kan ook tussen mechanische onderdelen komen te zitten, waardoor die minder goed functioneren en ook de luchtweerstand kan...
Pagina 809
6-133 INSPECTIE EN ONDERHOUD WARNING WAARSCHUWING • Let op voor brandwonden en andere letsels wanneer u het voertuig onderaan reinigt. De zone rond motor, dieselpartikelfilter, selectieve katalytische reductie (SCR) met ureum, demper en uitlaat is zeer heet meteen nadat het voertuig werd gebruikt en bijgevolg moet u het voertuig eerst laten afkoelen vooraleer u het reinigt.
6-134 INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVIES (vervolg) • In een automatische carwash moet een afstand van minstens 0,4 m worden aangehouden tussen mondstuk en voertuig en moet de waterstraal loodrecht op de ruiten zijn gericht. • Zorg ervoor dat alle reinigingsmiddel volledig wordt afgespoeld en weggeveegd. Met name sterk alkalische reinigingsmiddelen (voor industrieel gebruik) kunnen mogelijk haarscheurtjes doen ontstaan in de verlichtingslenzen als het voertuig gebruikt wordt zonder dat het reinigingsmiddel volledig is weggeveegd.
Pagina 811
• Was kan rubberonderdelen permanent doen verbleken. Voorruit reinigen Als de voorruit niet volledig door de voorruitenwissers wordt gereinigd, dient de voorruit gereinigd te worden met origineel Isuzu ruitreinigingsmiddel. CAUTION OPGELET • Zet bij modellen met automatische voorruitenwissers de voorruitenwisserschakelaar op "OFF".
6-136 INSPECTIE EN ONDERHOUD Onderhoud van het interieur Verwijder stof en vuil uit het interieur met behulp van een autoreiniger of stofzuiger en veeg de oppervlakken voorzichtig schoon met behulp van een doek bevochtigd met warm of koud water. WARNING WAARSCHUWING •...
Pagina 813
6-137 INSPECTIE EN ONDERHOUD ADVICE ADVIES • Spuit geen siliconenspray op elektrische componenten zoals het audiosysteem of schakelaars. Dit kan contacten beschadigen.
• Demonteer het veiligheidsgordelmechanisme niet om vuil of voorwerpen te verwijderen die in de gesp zijn terechtgekomen. Laat in plaats daarvan inspectie en onderhoud uitvoeren door uw Isuzu-dealer. Gordelgeleider reinigen Seat belt's 1. Vouw een stuk katoenen doek,...
Pagina 815
Laat in dit geval inspectie en onderhoud uitvoeren door uw Isuzu-dealer. • Als de gordel niet correct opgerold en afgerold wordt, of als bij inspectie problemen aan het licht komen zoals losse...
INSPECTIE EN ONDERHOUD Onderhoud van lederbekleding NOTE OPMERKING • Contacteer uw Isuzu-dealer voor de aankoop van onderhoudsproducten voor lederbekleding. 1. Verwijder vuil met behulp van een stofzuiger of borstel. 2. Verwijder vlekken met behulp van een zachte doek en een verdund wasmiddel (neutraal detergent voor wol verdund tot ong.
6-141 INSPECTIE EN ONDERHOUD ONDERHOUDSGEGEVENS ● Inspectie en onderhoud 6-142...
Pagina 818
Om veilig en zuinig te kunnen rijden, moet u het voertuig regelmatig laten nakijken en onderhouden bij uw Isuzu-dealer overeenkomstig het onderhoudsschema. Neem contact op met uw Isuzu-dealer voor inspecties die demontage en/of speciale apparatuur vereisen. Letters die gebruikt worden om het type onderhoud aan te geven...
Motorkoelvloeistof-/ Om de 160.000 km of 96 maanden (bij gebruik 6-36 intercoolerkoelvloeistof van door Isuzu aanbevolen koelvloeistof) 6-43 Om de 24 maanden (bij gebruik van door Isuzu 6-36 aanbevolen koelvloeistof) 6-43 6-39 Koelsysteem op lekkage Om de 20.000 km of 24 maanden...
Pagina 820
6-144 INSPECTIE EN ONDERHOUD Interval (kilometerstand of aantal maanden, wat Inspectiepunt Inspectie Zie pagina het eerst voorkomt) [A/T] Automatische Om de 20.000 km of 24 maanden ― transmissievloeistoflekkage Loszittende cardanas Om de 20.000 km of 24 maanden ― * Kruiskoppelingen en schuifstukken cardanas op Om de 20.000 km of 24 maanden ―...
Pagina 821
6-145 INSPECTIE EN ONDERHOUD Interval (kilometerstand of aantal maanden, wat Inspectiepunt Inspectie Zie pagina het eerst voorkomt) Ophangingsbevestiging op Om de 20.000 km of 24 maanden ― loszitten of beschadiging Schokdempers op olielekkage Om de 20.000 km of 24 maanden ―...
Pagina 822
6-146 INSPECTIE EN ONDERHOUD Onderhoudsschema voor zware rijomstandigheden Rijomstandigheden A: veelvuldige korte ritten B: rijden over onverharde wegen C: rijden op stoffige wegen D: extreem koud weer en/of wegen met strooizout E: veelvuldig trekken van aanhangers of rijden in de bergen F: veelvuldig rijden met lage snelheid en/of geringe belading G: veelvuldig motor afzetten tijdens DPD regeneratie Inspectiepunt...
Het is van groot belang dat de juiste smeermiddelen en dieselbrandstoffen worden gebruikt om uw Isuzu voertuig vele jaren optimaal te laten presteren. Gebruik een smeermiddel van de kwaliteit die is aangegeven in de onderstaande tabel en een viscositeit die geschikt is voor de temperaturen waarin de wagen wordt gebruikt.
Pagina 824
• Originele Isuzu-vloeistof "ISUZU ATF WSI" is aanbevolen. Bij gebruik van een automatische transmissievloeistof dan de originele Isuzu- vloeistof "ISUZU ATF WSI" kan de schakelkwaliteit afnemen en de transmissie zelfs mogelijk vastlopen door trilling, waardoor de automatische versnellingsbak mogelijk defect raakt.
Pagina 825
BESCO ATF III (ISUZU) of equivalent Stuurbekrachtiging (model met HPS) ® DEXRON VI of equivalent BESCO L2 GREASE (No.2), L3 GREASE (No.3) (ISUZU) Wielnaaflager/middenlager NLGI #2 of #3 universeel vet BESCO ONE LUBER Mo GREASE (No.2) (ISUZU) Schuifmof van cardanas/kruiskoppeling...
Pagina 826
6-150 INSPECTIE EN ONDERHOUD WARNING WAARSCHUWING • Open de brandstoftankdop langzaam. Wanneer u die te snel opent, kan er brandstof uit de tank spuiten. • Gebruik de voorgeschreven dieselbrandstof. Zie "Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en dieselbrandstoffen". • Tank noch meng minderwaardige brandstof of benzine, kerosine en brandstof op basis van alcohol, en gebruik alleen dieselbrandstof en geschikte additieven.
Pagina 827
6-151 INSPECTIE EN ONDERHOUD Tanken van brandstof die biodiesel bevat (FAME = Fatty Acid Methyl Esters = Veresterde vetzuren) Modellen voor de Europese markt • U kunt dieselbrandstoffen van het standaardtype conform EN590 gebruiken. Een standaardtype dieselbrandstof bevat biodiesel (FAME) die voldoet aan EN14214. •...
1: When starting aids (oil pan heater, block heater, etc.) are used, grade 10W-xx oils can be used at an ambient temperature as low as -30°C (-22°F). 2: Use is possible at ambient temperatures of up to 45°C (113°F) in the case of Isuzu genuine oils or other recommended oils of grade xxW-30.
Pagina 829
86°F 113°F 1: Use is possible at ambient temperatures of up to 45°C (113°F) in the case of Isuzu genuine oils of grade xxW-30. GEAR OIL (front and rear axle) VISCOSITY CHART GEAR OIL (front and rear axle) VISCOSITY GRADE - AMBIENT TEMPERATURE...
IN NOODGEVALLEN ● Problemen oplossen ● Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is ● Noodstopprocedure motor (modellen met Passive Entry and 7-10 Start System) ● Noodstartprocedure motor (modellen met Passive Entry and 7-11 Start System) ● Wanneer er tijdens het rijden een probleem is met het voertuig 7-12 ●...
Kunt u het probleem niet zelf oplossen, of helpen de maatregelen die in de tabel staan niet of kunt u de oorzaak niet vinden, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. ADVICE ADVIES •...
Pagina 833
IN NOODGEVALLEN Probleem Oorzaak Oplossing Zie pagina Batterij is leeg Opladen of vervangen 7-16 Verwijder de corrosie en Batterijklemmen zitten los sluit de klemmen stevig 6-128 of zijn gecorrodeerd Massadraad van de Verwijder de corrosie en startmotor zit los of is sluit de klemmen stevig ―...
Pagina 834
IN NOODGEVALLEN Probleem Oorzaak Oplossing Zie pagina Voorgloeien actief Startmotor werkt (modellen met passive ― stroef entry and start system) Brandstoffilter verstopt ― Reinig of vervang het Motor start, maar Luchtfilter verstopt 6-51 element stopt meteen weer Common rail-systeem ― defect Tap water af uit het Water of lucht in het...
Pagina 835
IN NOODGEVALLEN Probleem Oorzaak Oplossing Zie pagina Handrem niet volledig Zet de handrem volledig af ― afgezet Slepende rem ― Slippende koppeling (model met manuele ― versnellingsbak) Reinig of vervang het Vermogensverlies Luchtfilter verstopt 6-51 element Brandstoffilter verstopt ― Motormanagement defect ―...
Pagina 836
IN NOODGEVALLEN Probleem Oorzaak Oplossing Zie pagina Onvoldoende Vul vloeistof bij 6-92 Moeilijk ontkoppelen koppelingsvloeistof (model met manuele Vrije slag versnellingsbak) ― koppelingspedaal te groot Onvoldoende ― versnellingsbakolie Van de ver- snellingsbak Inwendige onderdelen ― versnellingsbak defect Onvoldoende ― differentieelolie Van het differentieel Inwendige onderdelen...
Pagina 837
IN NOODGEVALLEN Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is Als de power mode niet kan worden omgeschakeld en/of de motor niet kan worden gestart met het passive entry and start system omdat de batterij van de elektronische sleutel leeg is, kan de power mode worden omgeschakeld en/of de motor gestart door de elektronische sleutel dicht tegen de startknop te houden.
Pagina 838
IN NOODGEVALLEN 2. Hou de elektronische sleutel dicht tegen de startknop terwijl het startknopsymbool knippert (binnen de 10 seconden). 3. De zoemer weerklinkt en het startknopsymbool gaat trager knipperen terwijl de motorstartprocedure in het MID verschijnt. Model met manuele versnellingsbak 4.
Pagina 839
IN NOODGEVALLEN NOTE OPMERKING • De elektronische sleutel is voorzien van een immobilizer transponder chip waarmee de motor kan worden gestart en de power mode omgeschakeld. • Nadat het startknopsymbool is gedoofd, kan de motor na 10 seconden niet meer worden gestart en de power mode niet omgeschakeld.
7-10 IN NOODGEVALLEN Noodstopprocedure motor (modellen met Passive Entry and Start System) In geval van nood kan de motor al rijdend worden gestopt als volgt: • Hou de startknop minstens 3 seconden ingedrukt. Druk binnen de 2 seconden 3 keer op de startknop.
• Het voorgloeicontrolelampje licht op wanneer de motor koud is. Het starten wordt dan vertraagd tot de gloeibougies voldoende warm zijn. Blijf het koppelingspedaal (met manuele versnellingsbak) of rempedaal (met automatische versnellingsbak) intrappen tot de motor start. • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als de motor niet start.
7-12 IN NOODGEVALLEN Wanneer er tijdens het rijden een probleem is met het voertuig 1. Schakel de waarschuwingsknipperlichten in en parkeer het voertuig meteen op een veilige plaats langs de weg waar andere weggebruikers niet worden gehinderd (berm e.d.). Plaats de gevarendriehoek om het andere verkeer op uw voertuig attent te maken.
7-13 IN NOODGEVALLEN Wanneer u een lekke band hebt Krijgt u tijdens het rijden een lekke band, ga dan niet hard remmen maar neem het stuurwiel stevig vast en breng het voertuig tot stilstand. Verwissel het wiel met de lekke band op een vlakke ondergrond en let erop dat andere voertuigen en voetgangers niet worden gehinderd.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plek en inspecteer het voertuig. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als de motor niet start. WARNING WAARSCHUWING • De werking van het voertuig zal veranderen, dus u moet het voertuig op een veilige plaats stoppen en rekening houden met het volgende.
1e. Hou het stuur stevig vast en trek de handrem geleidelijk aan om het voertuig tot stilstand te brengen aan de kant van de weg. Neem dan meteen contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu- dealer. CAUTION OPGELET • Het is erg gevaarlijk om tegen hoge snelheid plots de handrem volledig aan te trekken.
Pagina 846
• Laat de klemmen nooit met elkaar in contact komen bij het aansluiten van de kabels. • Vraag de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer om de batterij op te laden. • Maak een batterijklem niet los terwijl de motor draait. De elektrische installatie kan hierdoor defect raken.
Pagina 847
7-17 IN NOODGEVALLEN 3. Sluit de startkabels aan in de genummerde volgorde in de afbeelding. Disabled vehicle Vehicle with booster batteries Use the vehicle frame as the ground Negative side jumper cable Positive side jumper cable 4. Start na het aansluiten van de kabels de motor van het voertuig met de hulpbatterij.
Pagina 848
7-18 IN NOODGEVALLEN NOTE OPMERKING • Start de motor moeilijk bij lage temperaturen, start dan de motor van het voertuig met de hulpbatterij na het aansluiten van de startkabels. Wacht enkele minuten vooraleer de motor van het voertuig met de lege batterij te starten. Wanneer de brandstoftank leeg is Wanneer de brandstoftank leeg is, komt er lucht in het brandstofsysteem zodat tanken...
7-19 IN NOODGEVALLEN Het brandstofsysteem ontluchten 1. Bedien de handpomp om het brandstofsysteem te ontluchten. Bedien de handpomp herhaaldelijk tot ze stroef begint te werken. Priming pump 2. Start de motor zonder het gaspedaal in te trappen. De motor starten →...
Controle en maatregel Kijk of de aandrijfriem gebroken is of loszit. • Stel de riemspanning af wanneer de aandrijfriem te los zit. • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als de aandrijfriem in orde is. Veiligheidsgordels → Zie pagina 6-50 CAUTION OPGELET •...
Vervang het oliefilter. Laat het oliefilter vervangen door een Isuzu-dealer. 4. Is het oliepeil normaal en het oliefilter niet verstopt maar lekt er wel olie, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer.
Pagina 852
• Komen er stoom of abnormale geluiden uit het motorcompartiment, zet dan meteen de motor af en neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. Open de motorkap niet om te vermijden dat u letsels oploopt door hete stoom. ADVICE ADVIES •...
Pagina 853
7-23 IN NOODGEVALLEN WARNING WAARSCHUWING • Ook nadat de motor is afgezet, blijft de motorkoelvloeistof in de radiator nog onder druk staan. Als u onmiddellijk de radiatordop verwijdert, kan er stoom of heet water naar buiten spuiten met brandwonden als gevolg. De motorkoelvloeistof in het expansievat kan ook heet zijn.
7-24 IN NOODGEVALLEN Wanneer een lamp niet gaat branden Zie hoofdstuk 6 wanneer de buiten- of binnenverlichting niet werkt. Lichten → Zie pagina 6-106 Zekeringen en relais vervangen Controleer of er een zekering is doorgebrand wanneer de lichten niet branden of knipperen, of als er apparatuur in de elektrische installatie niet werkt.
7-25 IN NOODGEVALLEN Verwijderen Klein opbergvak verwijderen Trek het kleine opbergvak naar u toe om het te openen. Trek het geopend omhoog tot het loskomt van het scharnier om het te verwijderen. Om het kleine opbergvak te installeren, verricht u de handelingen voor het verwijderen in omgekeerde volgorde.
7-26 IN NOODGEVALLEN Zekeringen vervangen 1. Zet altijd de power mode op "OFF" Fuse (modellen met passive entry and start system) of het contact op "LOCK" (modellen zonder passive entry and start system) en trek de handrem aan alvorens zekeringen te vervangen. 2.
- Zet de power mode op "OFF” en start de motor op de gewone manier. Blijft het systeemwaarschuwingslampje nog altijd oplichten, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. De motor starten → Zie pagina Relais vervangen Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer om een relais te vervangen.
Pagina 858
7-28 IN NOODGEVALLEN Rijden op slechte wegen Als het voertuig in de modder vast komt te zitten en u het gaspedaal dieper dan nodig intrapt, zal het voertuig enkel dieper in de modder komen te zitten en nog moeilijker loskomen. Leg stenen, takken of dekens onder de banden zodat die weer grip krijgen of rij enkele malen heen en weer zodat het voertuig loskomt door te...
Pagina 859
Slepen Om een geïmmobiliseerd voertuig te verplaatsen, roept u beter de hulp in van de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer of een professionele sleepdienst. Als dat niet mogelijk is, gaat u als volgt te werk. Gebruik de juiste uitrusting voor het slepen en neem alle plaatselijke wettelijke bepalingen in acht.
Pagina 860
7-30 IN NOODGEVALLEN Gesleept worden WARNING WAARSCHUWING • Controleer voor het slepen of het sleepoog in goede staat verkeert en de bevestigingsbouten goed vastzitten. CAUTION OPGELET • Sleep een voertuig met draaiende motor indien mogelijk. Als de motor niet draait: - werken de remmen minder goed;...
Pagina 861
7-31 IN NOODGEVALLEN ADVICE ADVIES • Transporteer het voertuig indien mogelijk met alle wielen van de grond op een dieplader e.d. Kan het voertuig niet anders worden gesleept dan met de voorwielen/de achterwielen/alle wielen op de grond, rij dan niet sneller dan 30 km/h en niet verder dan 80 km.
Pagina 862
7-32 IN NOODGEVALLEN Alle wielen op de grond Wanneer het stuurwiel kan worden gebruikt, kunt u het voertuig met alle wielen op de grond slepen. De stuurbekrachtiging werkt wel niet wanneer de motor niet gestart kan worden. 1. Haal het deksel van de voorbumper. Trek de linkerkant van het deksel omhoog op de lipjes vrij te maken en schuif het deksel weg om het te...
Pagina 863
7-33 IN NOODGEVALLEN 4. Kijk tijdens het slepen goed naar de remlichten van het sleepvoertuig om te voorkomen dat het touw slap komt te hangen. Sleep het voertuig voorzichtig en vermijd blootstelling aan sterke schokken of zijdelingse krachten. Voorwielen van de grond Zet bij een model met manuele versnellingsbak de schakelpook in vrijloop en zet de handrem af.
7-34 IN NOODGEVALLEN Slepen van een voertuig Het voertuig is niet voorzien van een sleepoog achteraan zodat het geen andere voertuigen kan slepen.
Pagina 865
7-35 IN NOODGEVALLEN Noodoproepsysteem (eCall System) Het noodoproepsysteem (eCall system) is a systeem dat noodoproepen kan doen via het navigatiesysteem (Global Navigation Satellite System (GNSS)). eCall werkt standaard met het noodnummer 112. Worden de airbags geactiveerd, dan plaatst eCall automatisch een noodoproep naar het call center van het Europese noodnummer 112 waarna een gesprek wordt gevoerd met een operator van het call center.
Pagina 866
- Het eCall-systeem maakt gebruik van de noodbatterij voor automatische en handmatige noodoproepen. Vervang de noodbatterij wanneer die werd gebruikt. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer om de noodbatterij te vervangen. - Een noodbatterij gaat ongeveer 3 jaar mee. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer om de noodbatterij te vervangen.
• Wordt het eCall-systeem automatisch geactiveerd, dan wordt het geluid van het audiosysteem automatisch uitgeschakeld om het gesprek met de operator niet te storen. Het geluid van een niet-origineel Isuzu-audiosysteem wordt niet automatisch gedempt. Zet het geluid dan manueel af.
Pagina 868
Isuzu-dealer indien de unit nat is geworden. ADVICE ADVIES • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als er iets mis is met onderdelen van het eCall-systeem. • Wrijf de speaker microfoon desgevallen schoon met een droge doek. NOTE OPMERKING •...
ADVICE ADVIES • Wordt het controlelampje rood en weerklinkt een zoemer, dan is er iets mis met het eCall-systeem. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer. NOTE OPMERKING • Wanneer de power mode op "ON” (modellen met passive entry and start system) of het contact op "ON"...
Pagina 870
De status van het eCall-systeem kan worden gecontroleerd aan de hand van de lichtstatus van het controlelampje en de werking van de zoemer. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer als er iets mis is met het eCall-systeem. SOS button Indicator light Status eCall-systeem...
Pagina 871
7-41 IN NOODGEVALLEN ADVICE ADVIES • In een omgeving waarin satellietsignalen moeilijk te ontvangen zijn (in een tunnel of onder een brug, etc.) en er geen GNSS-signaal wordt ontvange, knippert het controlelampje rood. Het eCall-systeem werkt dan niet goed. Wanneer opnieuw GNSS-signalen kunnen worden ontvangen, dooft het rode controlelampje en is het systeem weer operationeel.
Pagina 872
7-42 IN NOODGEVALLEN 3. Wanneer alle informatie is verstuurd en de verbinding met het call center tot stand is gebracht, wordt het controlelampje groen en kan een gesprek met een operator worden gevoerd. Licht de operator in over de situatie waarin u zich bevindt.
Pagina 873
Indicator light • Wordt de SOS-knop ingedrukt, dan wordt het geluid van het audiosysteem automatisch uitgeschakeld om het gesprek met de operator niet te storen. Het geluid van een niet-origineel Isuzu-audiosysteem wordt niet automatisch gedempt. Zet het geluid dan manueel af.
Pagina 874
7-44 IN NOODGEVALLEN 3. Het controlelampje knippert groen en het systeem begint informatie te versturen, zoals bv. voertuiglocatie en voertuig-identificatienummer (VIN). NOTE OPMERKING • Een manuele noodoproep kan niet worden afgebroken. Wordt de SOS- knop per vergissing ingedrukt en er komt een verbinding tot stand met het call center, zeg de operator dan dat het om een vergissing gaat.
TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens en specificaties Motor Model met RZ4E motor Specificaties Watergekoelde motor met bovenliggende nokkenas, directe injectie en turbolader met intercooler Compressieverhouding (op 1) 16,5 Cilinderinhoud 1.898 Ontstekingsvolgorde 1-3-4-2 Injectietiming Elektronisch gestuurd Klepspeling (tussen nok en roltuimelaar) Zelfstellend Stationair toerental t/min 725 - 775...
TECHNISCHE GEGEVENS Transmissie Model MVL6S (manuele versnellingsbak) Specificaties Zesversnellingsbak (overdrive in 5e en 6e), volledig gesynchroniseerd Compressieverhouding (op 1) 4,942 2,452 1,428 1,000 0,749 0,634 Achteruit 4,597 Capaciteit versnellingsbakolie [Referentiewaarde] liter Model AWR6B45 (automatische versnellingsbak) Specificaties Zesftrapsautomaat (overdrive in 5e en 5e), koppelomvormervergrendeling voor 3e tot 6e Compressieverhouding (op 1) 3,600...
TECHNISCHE GEGEVENS Onderhoudsspecificaties Model TFR87 Motor Model RZ4E-TCX Capaciteit motorolie Capaciteit koelvloeistof Zie pagina 8-2 Transmissie Model Model met manuele versnellingsbak: MVL6S Model met automatische versnellingsbak: AWR6B45 Capaciteit versnellingsbakolie Zie pagina 8-3 Achteras Capaciteit differentieelolie [Referentiewaarde] liter Brandstof Inhoud brandstoftank [Referentiewaarde] liter Stuurinrichting Vrije speling stuurwiel...
Pagina 881
TECHNISCHE GEGEVENS Wiel Wieluitlijning: Toespoor : Camber (graden) 0° : Caster (graden) 3°20´ : Fuseepen (graden) 12°30´ Voetrem Vrije slag rempedaal Zie pagina 6-62 Rempedaalhoogte Zie pagina 6-62 Afstand tussen rempedaal en vloer Zie pagina 6-62 Handrem Werkzame hendelslag (Bij een trekkracht van ongeveer 294 N 6 - 9 klikken Elektrische installatie...
Pagina 882
TECHNISCHE GEGEVENS Model TFS87 Motor Model RZ4E-TCX Capaciteit motorolie Capaciteit koelvloeistof Zie pagina 8-2 Transmissie Model Model met manuele versnellingsbak: MVL6S Model met automatische versnellingsbak: AWR6B45 Capaciteit versnellingsbakolie Zie pagina 8-3 Inhoud transferbak Zie pagina 8-4 Achteras Capaciteit differentieelolie [Referentiewaarde] liter Met sperdifferentieel: 2.1 Zonder sperdifferentieel: 2.2 Vooras...
Pagina 883
TECHNISCHE GEGEVENS Wiel Wieluitlijning: Toespoor : Camber (graden) 0° : Caster (graden) 3°20´ : Fuseepen (graden) 12°30´ Voetrem Vrije slag rempedaal Zie pagina 6-62 Rempedaalhoogte Zie pagina 6-62 Afstand tussen rempedaal en vloer Zie pagina 6-62 Handrem Werkzame hendelslag (Bij een trekkracht van ongeveer 294 N 6 - 9 klikken Elektrische installatie...
8-10 TECHNISCHE GEGEVENS Overige Voor de Republiek Singapore Het keyless entry system van dit voertuig voldoet aan de basisvereisten van de Info- communications Media Development Authority of Singapore (IMDA) en gerelateerde bepalingen. Passive Entry and Start System Modelnaam Modelnummer PESS FOB IK4310E WAM HI IM1135AA...
8-11 TECHNISCHE GEGEVENS Verklaring van conformiteit met de machinerichtlijn (2006/42/EC) De schroefkrik van dit voertuig voldoet aan de basisvereisten van de Machinerichtlijn (2006/42/EC) en gerelateerde bepalingen. Conformiteitsverklaring...
Pagina 886
8-12 TECHNISCHE GEGEVENS Verklaring van conformiteit met de R&TTE richtlijn (1999/5/ De schroefkrik van dit voertuig voldoet aan de basisvereisten van de R&TTE Richtlijn (1999/5/EC) en gerelateerde bepalingen. Conformiteitsverklaring...
8-13 TECHNISCHE GEGEVENS Verklaring van conformiteit met de R&TTE richtlijn (2014/53/EU) Immobilizer De startbeveiliging van dit voertuig voldoet aan de basisvereisten van de R&TTE Richtlijn (2014/53/EU) en gerelateerde bepalingen. Product WAM LO (Keyless System) Modelnummer IM2005BB http://www.ptc.panasonic.de/ Gebruiksinstructies Kort bereik voor afstandsbediening Fabrikant Panasonic Corporation Adres...
Pagina 888
Schieferstein 11a, D-65439 Floersheim, Germany DEUTSCHLAND GMBH ISUZU SVERIGE AB Starrvaegen 15, 23261 Arloev, Sweden ISUZU MOTOR FINLAND OY Kaakelikaari 4B, 01720 VANTAA, FINLAND RSA (Rutebileiernes Ovre Eikervei 77, 3048 Drammen, Norway Standardiserings AS) SOS. BUCURESTI - PLOIESTI, NO.40, OFFICE NO.13.,...
Pagina 889
8-15 TECHNISCHE GEGEVENS Voor Europa Passive Entry and Start System Het passive entry & start system voldoet aan de basisvereisten van de R&TTE Richtlijn (2014/53/EU) en gerelateerde bepalingen. Product PESS FOB (Keyless System) Modelnummer IK4310E http://www.ptc.panasonic.de/ Gebruiksinstructies Kort bereik voor afstandsbediening Fabrikant Panasonic Corporation Adres...
Pagina 890
Schieferstein 11a, D-65439 Floersheim, Germany DEUTSCHLAND GMBH ISUZU SVERIGE AB Starrvaegen 15, 23261 Arloev, Sweden ISUZU MOTOR FINLAND OY Kaakelikaari 4B, 01720 VANTAA, FINLAND RSA (Rutebileiernes Ovre Eikervei 77, 3048 Drammen, Norway Standardiserings AS) SOS. BUCURESTI - PLOIESTI, NO.40, OFFICE NO.13.,...
8-17 TECHNISCHE GEGEVENS Keyless Entry System Het keyless entry system van dit voertuig (afstandsbediende deurvergrendeling) voldoet aan de basisvereisten van de RE Richtlijn (2014/53/EC) en gerelateerde bepalingen. Product RKE TXE (Keyless System) Modelnummer IK3600F http://www.ptc.panasonic.de/ Gebruiksinstructies Kort bereik voor afstandsbediening Fabrikant Panasonic Corporation Adres...
Pagina 892
Schieferstein 11a, D-65439 Floersheim, Germany DEUTSCHLAND GMBH ISUZU SVERIGE AB Starrvaegen 15, 23261 Arloev, Sweden ISUZU MOTOR FINLAND OY Kaakelikaari 4B, 01720 VANTAA, FINLAND RSA (Rutebileiernes Ovre Eikervei 77, 3048 Drammen, Norway Standardiserings AS) SOS. BUCURESTI - PLOIESTI, NO.40, OFFICE NO.13.,...
Pagina 893
8-19 TECHNISCHE GEGEVENS Het eCall-systeem van dit voertuig voldoet aan de basisvereisten van de RE Richtlijn (2014/53/EU) en gerelateerde bepalingen. Informatie over de radio-apparatuur: Type TN0009A 1. Naam en adres van de fabrikant Naam: DENSO TEN Limited Adres: 2-28, Gosho-dori 1-chome, Hyogo-ku, Kobe, 652-8510 Japan 2.
Pagina 894
8-20 TECHNISCHE GEGEVENS Hermed erklærer DENSO TEN Limited, at radioudstyrstypen TN0009A er i overensstemmelse med direktiv 2014/53/EU. EU-overensstemmelseserklæringens fulde tekst kan findes på følgende internetadresse: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Funktion Driftsfrekvensbandet Maksimal radio-frekvens effekt 880 - 915 MHz 35 dBm e.i.r.p. 1710 - 1785 MHz 32 dBm e.i.r.p.
Pagina 895
8-21 TECHNISCHE GEGEVENS Por la presente, DENSO TEN Limited declara que el tipo de equipo radioeléctrico TN0009A es conforme con la Directiva 2014/53/UE. El texto completo de la declaración UE de conformidad está disponible en la dirección Internet siguiente: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Potencia máxima de la Función Banda de frecuencia operativa...
Pagina 896
8-22 TECHNISCHE GEGEVENS Le soussigné, DENSO TEN Limited, déclare que l'équipement radioélectrique du type TN0009A est conforme à la directive 2014/53/UE. Le texte complet de la déclaration UE de conformité est disponible à l'adresse internet suivante: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Bande de fréquence de Puissance maximale de la Fonction fonctionnement...
Pagina 897
8-23 TECHNISCHE GEGEVENS DENSO TEN Limited igazolja, hogy a TN0009A típusú rádióberendezés megfelel a 2014/53/EU irányelvnek. Az EU-megfelelőségi nyilatkozat teljes szövege elérhető a következő internetes címen: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Maximális rádiófrekvenciás Funkció Üzemi frekvencia-tartomány teljesítmény 880 - 915 MHz 35 dBm e.i.r.p. 1710 - 1785 MHz 32 dBm e.i.r.p.
Pagina 898
8-24 TECHNISCHE GEGEVENS Ar šo DENSO TEN Limited deklarē, ka radioiekārta TN0009A atbilst Direktīvai 2014/53/ES. Pilns ES atbilstības deklarācijas teksts ir pieejams šādā interneta vietnē: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Funkcija Darba frekvences josla Maksimālā radiofrekvences jauda 880 - 915 MHz 35 dBm e.i.r.p. 1710 - 1785 MHz 32 dBm e.i.r.p.
Pagina 899
8-25 TECHNISCHE GEGEVENS Hierbij verklaart DENSO TEN Limited, dat het type radioapparatuur TN0009A conform is met Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op het volgende internetadres: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Functie Actieve frequentieband Maximale radiofrequentie 880 - 915 MHz 35 dBm e.i.r.p.
Pagina 900
8-26 TECHNISCHE GEGEVENS O(a) abaixo assinado(a) DENSO TEN Limited declara que o presente tipo de equipamento de rádio TN0009A está em conformidade com a Diretiva 2014/53/UE. O texto integral da declaração de conformidade está disponível no seguinte endereço de Internet: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Função Faixa de freqüência operacional...
Pagina 901
8-27 TECHNISCHE GEGEVENS Nëpërmjet kësaj, DENSO TEN Limited deklaron se lloji i aparatit të radios TN0009A është në përputhje me Direktivën 2014/53/EU. Teksti i plotë i deklaratës së BE-së mbi përputhshmërinë është i disponueshëm në adresën e mëposhtme të internetit: https://www.denso-ten.com/support/regulation/eu_doc/ Funksion Banda e frekuencës së...
Pagina 902
Schieferstein 11a, D-65439 Floersheim, Germany DEUTSCHLAND GMBH ISUZU SVERIGE AB Starrvaegen 15, 23261 Arloev, Sweden ISUZU MOTOR FINLAND OY Kaakelikaari 4B, 01720 VANTAA, FINLAND RSA (Rutebileiernes Ovre Eikervei 77, 3048 Drammen, Norway Standardiserings AS) SOS. BUCURESTI - PLOIESTI, NO.40, OFFICE NO.13.,...
Pagina 903
8-29 TECHNISCHE GEGEVENS Voor Israël Passive Entry and Start System Het passive entry & start system voldoet aan de basisvereisten van het Ministry of Communications (MOC) en gerelateerde bepalingen. Modelnaam Modelnummer PESS FOB IK4310E Modelnaam Modelnummer WAM HI IM1135AA Keyless Entry System Het keyles entry system voldoet aan de basisvereisten van het Ministry of Communications (MOC) en gerelateerde bepalingen.
Pagina 904
8-30 TECHNISCHE GEGEVENS Immobilizer De immobilizer voldoet aan de basisvereisten van het Ministry of Communications (MOC) en gerelateerde bepalingen. Modelnaam Modelnummer WAM LO IM2005BB...
8-31 TECHNISCHE GEGEVENS Voor de Republiek Servië Passive Entry and Start System Modelnaam Modelnummer PESS FOB IK4310E WAM HI IM1135AA Remote Keyless Entry Modelnaam Modelnummer RKE RXE IK3600F WAM MID IM2035BB Immobilizer Modelnaam Modelnummer WAM LO IM2005BB...
Pagina 906
8-32 TECHNISCHE GEGEVENS Richtlijnen voor namontage van RF-zendapparatuur Doel Deze richtlijnen bevatten vereisten en aanbevelingen voor het installeren in voertuigen • radiofrequentie (RF)-zendapparatuur. • bijbehorende apparatuur. NOTE OPMERKING • Deze richtlijnen vormen een aanvulling op gedetailleerde instructies voor de installatie van dergelijke apparatuur en mogen niet in de plaats hiervan worden gebruikt.
Pagina 907
8-33 TECHNISCHE GEGEVENS 3. De installatie moet voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake montage en gebruik van RF-zendapparatuur in voertuigen. 4. Extra aandacht dient te worden besteed aan de positie van RF-zendapparatuur, zodat elektromagnetische storing (EMI) en radiofrequentiestoring (RFI) tussen de RF-zendapparatuur en de elektrische en elektronische voertuigsystemen tot een minimum wordt beperkt.
Pagina 908
8-34 TECHNISCHE GEGEVENS 4. Wees voorzichtig bij het monteren van een antenne naast een bestaande antenne of bij het monteren van antennes met een magnetische voet, omdat dit de nauwkeurigheid of de werking van het kompas (indien aanwezig) nadelig kan beïnvloeden.
Pagina 909
8-35 TECHNISCHE GEGEVENS [Antennepositie op voertuig] Zie Tabel 2 voor gegevens met betrekking tot installatie en gebruik van RF-zenders met een antenne buiten het voertuig. Tabel 2. Installatie en gebruik van RF-zenders met een antenne buiten het voertuig Max. Frequentiebanden Antennepositie Specifieke voorwaarden voor uitgangsvermogen...
Pagina 910
8-36 TECHNISCHE GEGEVENS Antennekabel 1. Gebruik een eendelige coaxiaalkabel van hoge kwaliteit (minstens 95% bescherming) met dezelfde impedantie als RF-zendapparatuur (VSWR < 2,0). 2. Overtollige coaxiaalkabel mag niet worden gedraaid omdat dit een nadelige invloed kan hebben op de ontvangst en elektrische storingen kan veroorzaken. 3.
Pagina 911
8-37 TECHNISCHE GEGEVENS RF-zendapparatuur [RF-zendapparatuur bevestigen] 1. Kies een solide bevestigingsplaats voor RF-zendapparatuur die de besturing van het voertuig niet hindert en voor voldoende ventilatie zorgt. 2. De RF-zendapparatuur moet zo worden geplaatst dat deze niet wordt beschadigd noch de ventilatie belemmert. Let er vooral op dat de RF-zendapparatuur niet kan worden beschadigd door waterinsijpeling.
Pagina 912
8-38 TECHNISCHE GEGEVENS Voeding van RF-zendapparatuur [Algemeen] 1. Bij de installatie van RF-zendapparatuur moet een geschikte voedingskabel worden gebruikt die via de kortst mogelijke route op de pluspool en de minpool van de batterij moet worden aangesloten. Sluit de kabel niet rechtstreeks aan op de batterijpolen, maar maak gebruik van de aanwezige batterijklemmen.
Pagina 913
8-39 TECHNISCHE GEGEVENS [Voedingskabel en route] 1. Gebruik voor lange routes een zware kabel met een lage elektrische weerstand om spanningsverlies te voorkomen. 2. De kabel moet een hogere stroomcapaciteit hebben dan de veiligheidszekering en de juiste zekering moet worden aangebracht. 3.
Verklaring van conformiteit met UN R13 (ECE R13) Informatie vereist door de Europese remwetgeving UN R13 (ECE R13) (controle remslijtage en slijtagelimiet) vindt u op de volgende website: URL: http://www.isuzu.co.jp/world/ci/brake/index.php NOTE OPMERKING • Het voertuig-identificatienummer (VIN) is vereist om info te bevestigen.
INDEX Aandrijfriem 6-50 Centraal opbergvak 5-40 Aanhangwagen 2-47 Claxon 4-137 AAN/UIT-schakelaar voorpassagiersairbag Controleren van componenten die een 3-121 abnormale werking vertoonden tijdens het vorige gebruik 6-18 Achtermistlichtschakelaar 4-126 Cruise Control 4-153 Achteruitrijcamera 5-49 Achterruitverwarmingsschakelaar 4-142 Adaptive Cruise Control (ACC) 4-255 Dagelijkse inspecties (inspecties vóór het ®...
Pagina 916
INDEX Laadklep 3-42 Handgeschakelde versnellingsbak 4-146 Lane Departure Prevention (LDP) 4-302 Handgreep 5-45 Lane Departure Warning (LDW) 4-297 Handschoenenkastje 5-37 Lane Keep Assist System (LKAS) 4-321 Head Up Display 4-49 Lichtbundelregelaar 4-125 Hill Descent Control 4-175 Lichtschakelaar 4-117 Hill Start Assist 4-173 Lichten 6-106...
Pagina 917
Schakelaar sperdifferentieel achter 4-128 Onderhoud van het interieur 6-136 Selectieve katalytische reductie (SCR) met ureum 2-91 Opwarmsysteem 4-10 Selectieve katalysator (SCR) met ureum 4-349 Originele Isuzu-oliën en vetten Slepen 7-29 Overige 8-10 Sleutel Sleutel met startbeveiliging-transponderchip 3-5 Snelheidsbegrenzer 2-94 Parkeerhulpsysteem...
Pagina 918
Wanneer het alternatorwaarschuwingslampje oplicht 7-20 Wanneer een lamp niet gaat branden 7-24 Wanneer u een lekke band hebt 7-13 Wanneer er tijdens het rijden een probleem is met het voertuig 7-12 Wanneer het waarschuwingslampje oplicht 7-21 Wanneer langsgaan bij uw Isuzu-dealer 2-86...