Raadpleeg bij het behandelen, aanbrengen en verwijderen van sneeuwkettingen
de meegeleverde handleiding en volg de instructies van de fabrikant voor het (de)
monteren.
CAUTION
OPGELET
• Bevestig de sneeuwkettingen stevig zonder speling in de kettingen. Het rijden
met losse sneeuwkettingen kan de werking van andere onderdelen hinderen en
ernstige ongelukken veroorzaken.
• Rij niet sneller dan 30 km/h en hou rekening met de snelheidsbeperking die de
fabrikant aanbeveelt wanneer die lager ligt dan 30 km/h.
• Indien u een abnormaal geluid hoort, is een sneeuwketting mogelijk stuk of
gedeeltelijk van de band gelopen. Breng het voertuig onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en controleer de bevestiging en conditie van de
sneeuwkettingen.
• Partikelfilter (DPD), selectieve katalysator, demper en uitlaatpijp zijn zeer heet
wanneer de motor draait en direct na het rijden. Raak ze dus niet aan.
• Let op dat u zich bij het aanbrengen van de sneeuwkettingen niet bezeert aan
de koetswerkranden.
ADVICE
ADVIES
• Monteer geen sneeuwkettingen om de voorwielen. Bevestig sneeuwkettingen
die geschikt zijn voor de achterbandenmaat.
• Is uw wagen uitgerust met 265/60R18 banden, gebruik dan sneeuwkettingen
met volgende specificaties:
- Radiaaldikte max. 13 mm
- Axiaaldikte max. 13 mm
• Wanneer u sneeuwkettingen koopt, moet u ze even om de banden passen en
afstellen indien ze te lang zijn.
• Span kettingen aan na 0,4 tot 0,8 km.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Sneeuwkettingen
Gebruik van de krik → Zie pagina
2-75
6-77