BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
Waarschuwingsknipperlichtschakelaar
Controlelampje richtingaanwijzers
De waarschuwingsknipperlichten dienen
om andere voertuigen erop attent te maken
dat het voertuig op de weg stilstaat als
gevolg van een ongeluk of defect.
Met deze schakelaar worden alle
richtingaanwijzers samen met de
controlelampjes ingeschakeld om een
noodsituatie te signaleren, ongeacht
de power mode (modellen met passive
entry and start system) of de stand
van het contact (modellen zonder
passive entry and start system). Druk
nogmaals op de schakelaar om de
waarschuwingsknipperlichten uit te
schakelen.
ADVICE
ADVIES
• Laat de
waarschuwingsknipperlichten niet
gedurende langere tijd ingeschakeld
wanneer de motor stilligt. Anders
kan de batterij uitgeput raken,
waardoor de motor niet kan worden
gestart.
NOTE
OPMERKING
• Wanneer de waarschuwings-
knipperlichtschakelaar wordt
bediend terwijl het noodstopsignaal
(ESS) werkt, stopt ESS en werken
de waarschuwingsknipperlichten
normaal.
4-127