4-334
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
OPMERKING (vervolg)
• Door de volgende factoren kan de timing van het omschakelen tussen
grootlichten en dimlichten wijzigen.
- Helderheid en kleur van de lichten van tegenliggers of voorliggers.
- Beweging en richting van tegenliggers of voorliggers.
- Wanneer maar één koplamp van een tegenligger of voorligger werkt.
- Wanneer een tegenligger of voorligger een motorfiets is.
- Wegcondities (hellingsgraad, bochten, wegdek etc.).
- Aantal passagiers en belading
• Bij snel accelereren kan AHB mogelijk enkele seconden niet werken ook al is de
snelheid hoger dan ongeveer 40 km/h.
• AHB maakt gebruik van de stereo camera om de koplampen van tegenliggers,
de achterlichten of andere lichten van voorliggers en straatverlichting te
detecteren. Hierdoor wordt mogelijk niet automatisch omgeschakeld tussen
grootlichten en dimlichten zoals de bestuurder zou verwachten.
• Lichten van voertuigen zonder motor, zoals bijvoorbeeld fietsen, worden
mogelijk niet gedetecteerd.
• In de volgende situaties wordt het omgevingslicht mogelijk niet goed
gedetecteerd waardoor tegenliggers en voorliggers kunnen worden gehinderd
door grootlichten en dimlichten kunnen blijven werken. Schakel dan manueel
om tussen grootlichten en dimlichten.
- Bij slecht weer (felle regen, sneeuw of mist)
- Bij verlichting die lijkt op koplampen of achterlichten
- Wanneer een tegenligger of voorligger zonder lichten rijdt of wanneer de
lichten van die voertuigen vuil of verkleurd zijn of niet goed zijn afgesteld.
- Bij een sterk lichtreflecterend object voor de wagen zoals een verkeersbord of
een spiegel.
- Wanneer de achterkant van een voorligger licht sterk reflecteert, bijvoorbeeld
door een container.
- Wanneer de koplampen beschadigd of vuil zijn
- Bij plotse verschillen in lichtsterkte
- Op bochtige of oneffen wegen
- Op een weg met veel bochten
- Wanneer de auto schuin staat, bijvoorbeeld door een te lage bandenspanning
bij het slepen