BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
CAUTION
OPGELET
[Modellen met manuele versnellingsbak]
• Trek de handrem stevig aan nadat u in de bestuurderszetel plaats hebt
genomen en vooraleer de motor te starten. Trap bij het starten van de motor
ook het koppelingspedaal in en zorg ervoor dat de schakelpook in vrijloop staat.
• Indien u de motor van buitenaf start met de schakelpook in een andere stand
dan vrijloop, kan het voertuig bewegen. Dit is zeer gevaarlijk. Start nooit de
motor van buitenaf.
[Modellen met automatische versnellingsbak]
• Trek de handrem stevig aan nadat u in de bestuurderszetel plaats hebt
genomen en vooraleer de motor te starten. Trap bij het starten van de motor
ook het rempedaal in en zorg ervoor dat de keuzehendel in de stand "P" staat.
• Hoewel de motor kan worden gestart met een automatische versnellingsbak in
de stand "N", is het om veiligheidsredenen toch aan te raden om dit te doen in
de stand "P".
ADVICE
ADVIES
• Trap het gaspedaal niet in voor het starten van de motor. Wanneer het
gaspedaal wordt ingetrapt voor de power mode op "ON" (modellen met passive
entry and start system) of het contact op "ON" (modellen zonder passive entry
and start system) wordt gezet, werkt de brandstofverrijking mogelijk niet goed.
Het starten gaat dan een stuk moeilijker.
• Bij lage omgevingstemperaturen is het mogelijk dat een koude motor meer rook
(witte rook) uitstoot dan normaal.
NOTE
OPMERKING
[Voorverwarming]
• Bij dieselmotoren komt de verbranding tot stand door compressie, waardoor
ze moeilijker starten wanneer ze koud zijn omdat de compressie alleen
niet een temperatuur kan opwekken die hoog genoeg is om de brandstof
te laten ontbranden. "Voorverwarming" betekent verwarming van de
samengeperste lucht in de verbrandingskamers om het starten van de motor
te vergemakkelijken. Start de motor pas nadat het voorgloeicontrolelampje is
gedoofd.
Startknop (modellen met Passive Entry
and Start System)
Startknop (modellen zonder Passive
Entry and Start System)
4-5
→ Zie pagina 4-112
→ Zie pagina 4-115