4-262
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
Werking van Adaptive Cruise Control
Wanneer een voorligger niet wordt
gedetecteerd (er is geen voorligger)
De ingestelde snelheid wordt
aangehouden.
Wanneer een voorligger wordt
gedetecteerd
Wanneer een voorligger wordt
gedetecteerd, verschijnt de indicator
voorligger op het MID.
De snelheid wordt verhoogd tot de
ingestelde snelheid en de afstand tot de
voorligger blijft constant.
Wanneer een voorligger niet meer
wordt gedetecteerd
Wanneer een voorligger niet meer wordt
gedetecteerd, verdwijnt de indicator
voorligger op het MID.
Uw wagen versnelt tot de ingestelde
snelheid en houdt die snelheid aan.