Inhoudsopgave
Advertenties
4-154
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
CAUTION
OPGELET
• Vergeet niet dat het voertuig met ingeschakelde cruisecontrol niet vertraagt
wanneer men het gaspedaal loslaat. Bij bergop- of bergafrijden kan het voertuig
trager of sneller gaan rijden, ook al is de cruisecontrol ingeschakeld. Gebeurt
dit bergop, trap dan het gaspedaal in om de gewenste snelheid aan te houden.
Gebeurt dit bergaf, trap dan het rempedaal in om de cruisecontrol uit te
schakelen en te vertragen.
• Hou bij het instellen van de rijsnelheid rekening met de weg, de
rijomstandigheden en de snelheidsbeperkingen.
• Wanneer de cruisecontrol werkt, wordt niet automatisch geremd voor eventuele
voorliggers. Bedien het gas- en rempedaal indien dat nodig is.
• Merkt u iets abnormaals op terwijl de cruisecontrol is ingeschakeld, schakel die
dan uit met de hoofdschakelaar en laat uw voertuig zo snel mogelijk nakijken
door uw Isuzu-dealer.
• Controleer bij modellen met adaptieve cruisecontrol op het display welke stand
(adaptieve of gewone cruisecontrol) is geselecteerd.
- Het controlelampje adaptieve cruisecontrol licht op wanneer adaptieve
cruisecontrol is geselecteerd.
- Het cruisecontrol-controlelampje licht op wanneer cruisecontrol is
geselecteerd.
Hoofdschakelaar
Type 1
Controlelampje cruise control (wit)
Instellen van de gewenste rijsnelheid
Type 2
1. Druk de hoofdschakelaar in om
het systeem te activeren. Het
cruisecontrol-controlelampje licht wit
op.
Advertenties
Inhoudsopgave
