BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
Wanneer de sensoren voertuigen detecteren in het detectiebereik, treden de
verklikkerlichtjes in werking. Wanneer de richtingaanwijzerschakelaar aan de kant van
het gedetecteerde voertuig wordt bediend terwijl het verklikkerlichtje aan is, gaat dit
knipperen om de bestuurder te waarschuwen.
Rechts
Links
Blind Spot Indicator
De BSM verklikkerlichtjes bevinden zich op
het glas van de zijspiegels.
• Het verklikkerlichtje van de
dodehoekbewaking kan moeilijk
zichtbaar zijn in de volgende
situaties.
- Bij felle zon.
- Wanneer de koplampen van
- Wanneer er modder, sneeuw, ijs
- Wanneer de voorste zijruiten zijn
• Met de lichtschakelaar op "AUTO"
(achterlichten AAN), "
doven de verklikkerlichtjes.
NOTE
OPMERKING
achterliggers op de zijspiegels
schijnen.
en/of ander vuil op de zijspiegels
zit.
bewasemd of wanneer er modder,
sneeuw, ijs en/of ander vuil op zit.
4-195
" of "
"