5-25
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK
Koelen (modellen met airconditioning)
Normaal/matig koelen
1
3
4
5
6
Deze instelling is geschikt wanneer u langdurig wilt koelen of als u slechts matige
koeling wenst.
Druk op de A/C schakelaar (4) om de airconditioning in te schakelen.
Zet de roosterkeuzeknop (1) in de stand "
" voor normaal koelen (of in de stand "
"
voor matig koelen).
Zet de temperatuurregelknop (5) in de gewenste stand afhankelijk van seizoen en
klimaat.
Zet de aanjagerregelknop (3) in de gewenste stand.
NOTE
OPMERKING
• Wanneer de airconditioning wordt gebruikt terwijl de motor stationair draait in
zeer warm weer, moet u de luchtkeuzehendel (6) in de stand "
" zetten.