BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
ADVICE
ADVIES
• Hou de zone rond de sensoren altijd schoon. Als er zich vuil op de sensoren
bevindt, werkt het systeem mogelijk niet goed.
• Stel de sensoren en de omgeving ervan niet bloot aan krachtige schokken.
Indien de positie of richting van de sensoren verandert door een impact, werkt
het systeem mogelijk niet goed. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-
dealer wanneer de sensoren werden blootgesteld aan een sterke impact.
• Breng geen accessoires noch stickers aan op de sensoren of in de zone
errond. Anders kan de werking verstoord raken. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde Isuzu-dealer alvorens accessoires te installeren ter hoogte van
de sensoren.
• Doe niets wat hieronder vermeld is om defecten te voorkomen.
- Sensoren demonteren
- Aanpassing van sensoren of onderdelen in de buurt ervan.
- Spuiten van sensoren of onderdelen in de buurt ervan.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Isuzu-dealer indien de sensoren
of onderdelen in de buurt ervan moeten worden gerepareerd, vervangen,
verwijderd of gemonteerd.
• Spuit bij het wassen van de wagen geen water rechtstreeks op de sensoren
of errond met een hogedrukreiniger. Anders zouden sensoren defect kunnen
raken.
Detectiebereik
De sensoren detecteren obstakels in de aangegeven gebieden.
c
Nr.
a
Ongeveer 60 cm (buitenste sensor vooraan)
b
Ongeveer 60 cm (buitenste sensor achteraan)
c
Ongeveer 100 cm (binnenste sensor vooraan)
d
Ongeveer 150 cm (binnenste sensor achteraan)
a
Beschrijving
b
d
4-211