BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
WARNING
WAARSCHUWING
• De waarschuwing "Brake!" verschijnt niet in de volgende omstandigheden.
- Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt.
- Wanneer het rempedaal wordt ingetrapt.
• De waarschuwing "Brake!" verschijnt niet in de volgende omstandigheden, ook
al is de tussenafstand te klein.
- Bij het rijden met een iets lagere of hogere snelheid dan een voorligger.
- Wanneer een voorligger sneller rijdt dan uw wagen (tussenafstand wordt
geleidelijk groter).
- Wanneer een ander voertuig plots voor de wagen schiet.
- Wanneer een voorligger plots vertraagt.
- Bij voortdurend bergop en bergaf rijden.
• Wanneer een voorligger stopt aan het eind van een rij aanschuivende voertuigen
bij een tolpoort of in een file of veel trager rijdt dan uw wagen, kan de voorligger
later worden gedetecteerd en de waarschuwingsmelding "Brake!" verschijnen.
• In de volgende omstandigheden kan de naderingswaarschuwing niet werken,
ook al is de tussenafstand klein.
- Bij het rijden met een iets lagere of hogere snelheid dan een voorligger.
- Wanneer een voorligger sneller rijdt dan uw wagen (tussenafstand wordt
geleidelijk groter).
- Wanneer een ander voertuig plots voor de wagen schiet.
- Wanneer een voorligger plots vertraagt.
- Bij voortdurend bergop en bergaf rijden.
• In de volgende situaties kan de naderingswaarschuwing worden geactiveerd
wanneer de stereo camera een voertuig in een naburige rijstrook of een object
langs de weg detecteert.
- Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg smal zijn.
- Bij onstabiel rijden door stuurbevelen etc.
4-269