2-66
BELANGRIJKE INFORMATIE
WARNING
WAARSCHUWING
• Als u op een plaats parkeert waar het erg hard sneeuwt, kan de sneeuw die
zich rond het voertuig ophoopt de ventilatie belemmeren. Wanneer u de motor
onder deze omstandigheden laat draaien, kunnen er uitlaatgassen in de cabine
terechtkomen met koolmonoxidevergiftiging tot gevolg. Neem de vereiste
maatregelen door bijvoorbeeld de sneeuw rond het voertuig weg te vegen.
Parkeren in koude gebieden
Wanneer zich sneeuw rond de wielen en
lichten heeft opgehoopt, moet u de sneeuw
proberen te verwijderen vooraleer het
donker wordt.
Trek de handrem niet aan in koude
gebieden. Als u het voertuig parkeert met
aangetrokken handrem, kunnen de kabels
en remblokken bevriezen waardoor u de
handrem niet meer kunt afzetten. Parkeer
het voertuig in versnelling.
Parkeer een voertuig met manuele
versnellingsbak door die op een vlakke
ondergrond in "1 (1e versnelling)" of "R
(achteruit)" te zetten. Parkeer een voertuig
met automatische versnellingsbak op een
vlakke ondergrond, zet de keuzehendel
in de stand "P", controleer of de
schakelindicator "P" aangeeft en zet de
motor af.
Plaats ook blokken tegen de wielen.