2-28
BELANGRIJKE INFORMATIE
Goed onderhoud en rijden komt niet alleen de levensduur van uw voertuig ten goede,
het helpt ook brandstof- en olieverbruik beperken.
De manier waarop een nieuw voertuig tijdens de inrijperiode wordt behandeld, is
bepalend voor de latere prestaties en levensduur van het voertuig. Tijdens de eerste
1.000 km (600 mijl) dienen dan ook de volgende eenvoudige voorzorgsmaatregelen in
acht te worden genomen.
1. Beperk het motortoerental tot maximum 3.000 t/min.
2. Jaag de motor niet in de toeren en vermijd bruusk accelereren en remmen.
3. Laat steeds de motor stationair draaien tot hij op bedrijfstemperatuur is gekomen.
Controleer het voertuig rondom voor u de motor start
Rijden
Gebruik van een nieuw voertuig
Voor het wegrijden moet u een grondige
veiligheidsinspectie uitvoeren en kijken of
er zich geen kinderen of obstakels rond het
voertuig bevinden.
WARNING
WAARSCHUWING
• Kijk of er zich geen brandbare
materialen onder of rondom het
voertuig bevinden vooraleer u de
motor start. De aanwezigheid van
dergelijke materialen kan resulteren
in brand. Hout dat zich op minder
dan 50 cm afstand van het voertuig
bevindt, kan door de hitte van het
voertuig vervormen of verkleuren en
zelfs in brand vliegen.
De motor starten
→ Zie pagina
4-4