WARNING
WAARSCHUWING
• Ook nadat de motor is afgezet, blijft de motorkoelvloeistof in de radiator
nog onder druk staan. Als u onmiddellijk de radiatordop verwijdert, kan er
stoom of heet water naar buiten spuiten met brandwonden als gevolg. De
motorkoelvloeistof in het expansievat kan ook heet zijn. Wanneer u de dop
meteen verwijdert, kan er heet water naar buiten spuiten waardoor u mogelijk
wordt verbrand.
• Wanneer u de radiatordop en de dop van het expansievat verwijdert, moet u een
dikke vod over de dop leggen en deze heel geleidelijk losdraaien.
ADVICE
ADVIES
• Zorg dat de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter onder "C" wijst
vooraleer u motorkoelvloeistof bijvult. Door motorkoelvloeistof bij te vullen terwijl
de motor niet voldoende is afgekoeld, kan de motor defect of beschadigd raken.
• Wanneer u in een noodgeval enkel leidingwater als motorkoelvloeistof hebt
gebruikt, dient de juiste motorkoelvloeistofconcentratie zo spoedig mogelijk te
worden hersteld.
IN NOODGEVALLEN
4. Controleer het motorkoelvloeistofpeil
in het expansievat en de radiator
nadat de motor voldoende is
afgekoeld. Vul motorkoelvloeistof bij
indien het peil te laag is. Controleer
ook of de aandrijfriem loszit of
beschadigd is.
Waarschuwingszoemer → Zie pagina
4-106
Koelvloeistof → Zie pagina
Aandrijfriem → Zie pagina
7-23
6-36
6-50