5-6
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK
1
Nr.
1 Temperatuurregelaar (voorzetel links)
Airconditioningschakelaar (A/C
2
schakelaar)
3 Keuzeschakelaar binnen-/buitenlucht
4 Roosterkeuzeschakelaar
Uit-schakelaar automatische
5
airconditioning (OFF schakelaar)
6 Aanjagerschakelaar
Schakelaar voor automatische
7
airconditioning (AUTO schakelaar)
8 Voorruitverwarmingsschakelaar
9 Achterruitverwarmingsschakelaar
10 Temperatuurregelaar
11 Temperatuurregelaar (voorzetel rechts)
12 Displayzone
NOTE
OPMERKING
• Alle schakelaars kunnen op en neer worden bewogen.
Symbool in de displayzone
Wanneer de lichten worden ingeschakeld met de lichtschakelaar, dooft de displayzone.
Tegelijkertijd licht het symbool boven de schakelaar op.
Schakelaars en display
2
3
4
5
Naam
6
7
8
9
10
Functie
Regelt de temperatuur van de
zetelverwarming.
Schakelt de airconditioning aan en uit.
Schakelt om tussen luchtrecirculatie en
buitenluchttoevoer.
Schakelt om tussen luchtroosters.
Schakel de airconditioning en de aanjager
uit.
Regelt de luchtstroom.
Schakelt om naar automatische
aircoregeling.
Ontwasemt de voorruit.
Ontwasemt de achterruit.
Regelt de temperatuur aan
bestuurderszijde en passagierszijde apart.
Regelt de temperatuur van de
zetelverwarming.
De schakelaarsymbolen worden hier
weergegeven.
12
11