5-20
COMFORT EN GEBRUIKSGEMAK
Gebruik van de verwarming
Normaal verwarmen
1
3
4
5
6
Zet de roosterkeuzeknop (1) in de stand "
" of "
". Gebruik de stand "
" om uw
voeten te verwarmen terwijl de voorruit wordt ontwasemd. Zet de luchtkeuzehendel (6)
in de stand "
".
Zet de temperatuurregelknop (5) en aanjagerregelknop (3) in de gewenste stand.
Is uw voertuig uitgerust met airconditioning, druk dan op de A/C schakelaar (4) om dit
in te schakelen en de interieurlucht te ontvochtigen bij het verwarmen.
NOTE
OPMERKING
• Aangezien de verwarming de warmte van de motorkoelvloeistof gebruikt, werkt
de verwarming minder goed wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur laag is.