4-136
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
CAUTION
OPGELET
• Bij extreem lage temperaturen kan de sproeivloeistof op de voorruit bevriezen
en uw zicht door de voorruit belemmeren. Warm in dat geval de voorruit op
alvorens de voorruitensproeier te gebruiken.
ADVICE
ADVIES
• Laat de schakelaar onmiddellijk los indien er bij modellen met
intervalruitenwissers (stand "
op de voorruit komt. Anders kan het oppervlak van de voorruit beschadigd
raken.
• Hou de schakelaar niet langer dan 30 seconden ingedrukt. Anders kan de
ruitensproeierpomp beschadigd raken.
• Als er geen ruitensproeivloeistof op de voorruit komt, de
voorruitensproeierschakelaar onmiddellijk loslaten. Anders kan de motor
vastlopen.
• In een koude klimaatzone moet sproeivloeistof met de juiste concentratie voor
het seizoen worden gebruikt om bevriezing te voorkomen.
Voorruitensproeierschakelaar
" of "AUTO") onvoldoende ruitensproeivloeistof
Wanneer aan deze schakelaar wordt
getrokken, wordt ruitensproeiervloeistof
over de voorruit gesproeid. Automatische
voorruitenwissers (indien aanwezig)
(stand "
" of "AUTO") treden in werking
samen met de voorruitensproeiers. De
voorruitensproeier werkt terwijl de voorruit
schoon wordt gewist.
Voorruitensproeivloeistof → Zie pagina
6-98