Inhoudsopgave
Advertenties
WARNING
WAARSCHUWING
• Het SRS airbagsysteem werkt het meest efficiënt in combinatie met een
veiligheidsgordel met voorspanner.
• Een veiligheidsgordel met voorspanner en SRS airbagsysteem werken mogelijk
niet, afhankelijk van de situatie op het ogenblik van de botsing. Zie "Wanneer en
hoe de veiligheidsgordel met voorspanner en het SRS airbagsysteem in werking
treden" voor meer details.
• Stel voor u gaat rijden uw zetel in de juiste rijpositie af en draag de
veiligheidsgordel op correcte wijze. Ga niet dichter bij het stuur zitten dan nodig
is en leun er niet overheen. (Laat minstens ongeveer 25 cm ruimte tussen uw
bovenlichaam en het midden van het stuurwiel.) Laat passagiers niet met de
handen of voeten op het dashboard en er ook niet te dicht bij zitten met het
gezicht of bovenlichaam. Wanneer de airbags geactiveerd worden, bestaat de
kans dat u of de passagier brandwonden of ernstig letsel aan arm of gezicht
oploopt.
• Leun niet tegen de deur en de zijkant van het dak. Wanneer de zij- en
gordijnairbags geactiveerd worden, bestaat de kans dat u brandwonden of
ernstig letsel aan arm of gezicht oploopt.
• Bij modellen met een centrale zijairbag mag u niet meer dan noodzakelijk leunen
op het binnenste zijkussen van de zetel. Wanneer de airbag wordt geactiveerd,
bestaat de kans dat u brandwonden of ernstig letsel aan arm of gezicht oploopt.
• Rij niet met het voertuig terwijl er iets tussen u en de airbag geplaatst is of
als u iets op uw schoot houdt. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen deze
voorwerpen in uw gezicht worden geslingerd. Dit hindert ook de normale
activering van de airbag, wat gevaarlijk is.
• Neem de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer een kind in het voertuig
meerijdt. Anders kan het kind dodelijk gewond raken door de impact van een
airbag die wordt opgeblazen.
- Rij niet met een kind dat voor een airbag staat of op uw schoot zit. Dit is
gevaarlijk omdat het kind een zeer krachtige impact kan ontvangen door een
airbag die wordt opgeblazen.
- Plaats nooit een naar achteren gericht kinderzitje op een zetel waarvan de
airbag niet is uitgeschakeld om te vermijden dat een kind ernstig of zelfs
dodelijk gewond raakt. Het label op de zonneklep aan passagierszijde is
voorzien van de volgende waarschuwingssymbolen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
WAARSCHUWING (vervolg)
2-21
Advertenties
Inhoudsopgave
