4-298
BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN
LDW werkt wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld.
• Bij het rijden tegen het midden van de weg aan met rijstroken aan één of beide
kanten.
• Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 60 tot 130 km/h.
• Bij het rijden op een rechte weg of in lichte bochten.
NOTE
OPMERKING
• LDW blijft standby tot het systeem de rijstrook links of rechts detecteert.
• Wordt alleen de rijstrook rechts of links gedetecteerd, dan werkt LDW niet voor
de rijstrook die niet wordt gedetecteerd.
LDW inschakelen
Werking van LDW
Wanneer het systeem oordeelt dat het
voertuig de rijstrook dreigt te verlaten,
wordt de bestuurder gewaarschuwd.
Er verschijnt een waarschuwingsmelding
op het MID. Bij modellen met elektrische
stuurbekrachtiging gaat ook het stuur
trillen. Bij modellen met hydraulische
stuurbekrachtiging weerklinkt een zoemer.