2-18
BELANGRIJKE INFORMATIE
WARNING
WAARSCHUWING
• Stel de zetel af vooraleer u wegrijdt. Neem de juiste rijhouding aan, schommel
de zetel voorzichtig een stukje naar voren en achteren om te controleren of
deze goed is vergrendeld en doe de veiligheidsgordel om vooraleer u wegrijdt.
Alle passagiers moeten de veiligheidsgordel dragen.
• Wanneer een kind nog zo klein is dat de veiligheidsgordel het gezicht raakt
of niet over het heupbeen loopt, moet u een kinderzitje of ander geschikt
kinderveiligheidssysteem (CRS) gebruiken en niet de veiligheidsgordel van het
voertuig. Gebruik van de veiligheidsgordel kan in dit geval gevaarlijk zijn.
Lock lever
WARNING
WAARSCHUWING
• Beweeg het ingestelde stuurwiel omhoog en omlaag voor u wegrijdt om te
controleren of het goed is vergrendeld.
• Stel de positie van het stuurwiel in vooraleer u gaat rijden. Het stuurwiel
verstellen tijdens het rijden is zeer gevaarlijk, want het zou los kunnen komen te
zitten waardoor niet nauwkeurig kan worden gestuurd.
Lock
Unlock
Passagiers en veiligheidsgordels
Een veiligheidsgordel mag slechts door
één persoon tegelijk worden gebruikt.
Vervoer van kinderen → Zie pagina 2-25
Stuurwiel verstellen
U kunt het stuurwiel omhoog en omlaag,
en naar voren en achteren afstellen.
Vergrendel het stuurwiel stevig met de
blokkeerhendel na het verstellen.
Volledig verstelbare stuurinrichting
→ Zie pagina
3-68